Bijlage: Workshops tijdens seminar ‘Procedurele rechtvaardigheid in de rechtspraak’, 16 oktober 2014 Familierecht: procedurele rechtvaardigheid en het belang van het kind Er bestaat een co-ouderschapsregeling na scheiding met betrekking tot een kind van 7 jaar. Moeder wil verhuizen, vader verzet zich. Welke criteria behoort de rechter te hanteren? Hoe onderzoekt de rechter het belang van het kind? Op welke wijze dient hij dat in zijn uitspraak tot uitdrukking te laten komen? Binnen het familierecht zijn dit belangrijke vragen. Ook binnen andere rechtsgebieden kan het belang van het kind aan de orde zijn. Ter illustratie: een leerlinge van 15 jaar heeft een intieme relatie met een leraar van 24 jaar. De officier van justitie gaat vervolgen, de school wil dit ook. De ouders aarzelen, maar staan hier uiteindelijk niet achter. De leerlinge is door de politie verhoord. Zij steunt de leraar. Volgens de advocaat van de leraar is het openbaar ministerie niet ontvankelijk. Hij meent dat bij de vervolgingsbeslissing met het belang van de leerlinge onvoldoende rekening is gehouden. Dit zijn lastige vraagstukken. Hoe moeten rechters, advocaten en andere procesdeelnemers hiermee omgaan? Als inleiders voor de workshop familierecht treden op: mr. C.A.R.M. van Leuven, raadsheer in het Gerechtshof 's-Hertogenbosch en prof. dr. I. Weijers. Mr. Van Leuven houdt zich onder meer bezig met het onderwerp conflictdiagnose binnen het familierecht en heeft veel over dit onderwerp geschreven. Prof. Weijers is pedagoog, vanaf 2004 bijzonder hoogleraar jeugdrechtspleging en is sinds 2011 als bijzonder hoogleraar jeugdbescherming verbonden aan de opleiding Pedagogiek (Sociale Wetenschappen) en het Willem Pompe Instituut voor Strafrecht (Rechtsgeleerdheid). Zij zullen met u van gedachten wisselen over aspecten van procedurele rechtvaardigheid binnen het familierecht. Daarbij zal onder meer worden stilgestaan bij de vraag in welke mate de rechter bij zijn oordeelsvorming rekening houdt met het belang van het kind en welke invloed dit heeft op de procedurele rechtvaardigheid die procespartijen ervaren. Civiel recht: Procedurele rechtvaardigheid in civiele zaken In dagvaardingszaken staan partijen vaak tegenover elkaar. Maar ook in verzoekschriftprocedures kunnen de belangen tegenover elkaar staan. Want er dient niet alleen rekening te worden gehouden met de belangen van de partijen, maar ook van de rechterlijke macht en de maatschappij in het algemeen. Het kernthema is: wat procespartijen (mogen) verwachten in het kader van de processuele rechtvaardigheid. Na de inleidingen is er gelegenheid tot gedachtenwisseling. Daarbij kunnen vragen aan de orde komen als: Voelen procespartijen en hun raadslieden zich voldoende gehoord door de rechterlijke macht? Is daarbij onderscheid te maken tussen eerste aanleg en appel? En wat mogen rechters van advocaten verwachten? Moet de rechter per definitie de slechts boodschapper zijn of mag verwacht worden dat advocaten hun cliënten voorbereiden op een (in hun ogen) teleurstellende uitspraak. Als inleiders treden op mw. mr. Wemmeke I. Wisman, advocaat bij Pels Rijcken Droogleever Fortuin, en mr. Hans M.M. Steenberghe, senior rechter rechtbank MiddenNederland. Strafrecht: Procedurele rechtvaardigheid, partijen en innovaties in het strafproces Het Nederlandse strafprocesrecht wacht de komende jaren ingrijpende veranderingen. Met het project ‘Modernisering Wetboek van Strafvordering’ wil de regering het wetboek (weer) laten voldoen aan de eisen van de huidige tijd. Deze ambitieuze wetgevingsoperatie raakt direct aan belangrijke vraagstukken van procedurele rechtvaardigheid. Welke vernieuwingen zijn uit oogpunt van procedurele rechtvaardigheid binnen het strafrecht wenselijk? Horen van getuigen ter zitting? Regievoering door de rechter in grote zaken – waarom niet een schriftelijke voorbereidingsronde? Vereenvoudiging van de tenlastelegging? Aanwezigheidsplicht van verdachten in zware zaken? Het hanteren van de verklaring van de medeverdachte ter terechtzitting als bewijsmiddel? Welke beelden bestaan er onder rechters, officieren en raadslieden over de noden en behoeften van verdachten, slachtoffers en het grote publiek? En stemmen deze beelden overeen? Als inleiders voor deze workshop treden op: mr. Susanne Terporten (Officier van Justitie, Arrondissementsparket Midden-Nederland), mr. Leonard de Weerd (Rechtbank Midden-Nederland) en Harold Veen (GVK-Advocaten). Zij zullen, onder aanvoering van gespreksleider Paul van Daalen (communicatieadviseur Rechtbank Midden-Nederland), aan de hand van stellingen met u debatteren over deze en andere aspecten van procedurele rechtvaardigheid binnen een strafrechtelijke context. De inleiders gaan graag de discussie met u aan! Bestuursrecht: de nieuwe zaakbehandeling Nieuwe zaaksbehandeling beoogt bij te dragen aan probleemoplossend rechtspreken in het bestuursrecht. In een zaak wordt nadrukkelijk gekeken of partijen nader tot elkaar te brengen zijn, eventueel met een nieuw besluit van het bestuursorgaan. Daartoe kan de bestuursrechter in een vroeg stadium proberen een beeld te krijgen van wat er nou echt aan de hand is en bijvoorbeeld partijen aangeven wat zij nog moeten bewijzen. Dat brengt een andere rol van advocaten en vertegenwoordigers van bestuursorganen mee. De rechter gaat niet meer primair uit van de juridische discussie tussen partijen, maar van het achterliggende geschil, de wrevel, de mogelijke miscommunicatie, en onderzoekt of er andere oplossingen mogelijk zijn dan alleen beoordeling door de rechter van het bestreden besluit. Dat is procesrechtelijk lastig. De workshop over nieuwe zaaksbehandeling gaat in op de veranderde rollen van advocaat, rechter en vertegenwoordiger van het bestuursorgaan. Na korte inleidingen van mr. Paul Slagter (DUO), mr. Peter Nihot (Rechtbank Midden-Nederland) en prof. mr. Gerrit van der Veen (AKD) is er ruimte voor discussie. Gaan nieuwe zaaksbehandeling en procedurele rechtvaardigheid goed samen?
© Copyright 2024 ExpyDoc