• 9 FEB. 2014 - Gemeente Haarlemmermeer

gemeente
Haarlemmermeer
De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer
Postbus 250
2130 AG Hoofddorp
Bezoekadres:
Raadhuisplein 1
Hoofddorp
Telefoon 0900 1852
Telefax 023 563 95 50
Cluster
Contactpersoon
Telefoonnummer
Uw brief
Ons kenmerk
Bijlage(n)
Onderwerp
Dienstverlening
Mirjam van Beek
023 - 567 4230
d.d. 28 januari 2014
2014.0007997
^CPlLf
C|q(^
Geen
Beantwoording schriftelijke vragen van de fractie van
het CDA over niet vergunningsvrije zendmasten /
plaatsen umts mast
Verzenddatum
• 9 FEB. 2014
Geachte heer, mevrouw.
Op 28 januari 2014 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van het CDA over niet
vergunningsvrije zendmasten / plaatsen umts mast. Onderstaand treft u de beantwoording
aan.
Vraag 1:
Het verloop van aanvraag van vergunning en consultatie van wijk- en dorpsraden zou het
CDA inzichtelijk gemaakt zien.
Antwoord: wij verwijzen u naar bladzijde 4 van het door het college op 26 november 2013
vastgestelde beleid. Onder het kopje procedure staat het verloop uitgewerkt. De provider
organiseert een informatieavond, daarna kan de vergunningaanvraag worden ingediend.
Vraag 2:
Hoe verhoudt het participatieconvenant zich tot de summiere beschrijving van de rol van de
wijk en dorpsraden in uw Nota?
Antwoord: een vergunningaanvraag wordt getoetst aan beleidskader en bestemmingsplan.
Omdat het geen beleid en uitvoerings- en beheerplannen betreft is participatie van de dorpsen wijkraden niet aan de orde. Wel is in het beleid en de werkafspraken met de providers
opgenomen dat eerst de relevante dorps- en/of wijkraden afgestemd moet worden.
FSC
wwwftc.org
ALG-013/11-11-10
MIX
veraniwoorde
herkomsl
FSC* Cl 04336
Ons kenmerk
Volgvel
2014.0007997
2
Vraag 3:
Hoe zorgt u voor een juiste communicatie tussen de mogelijke omwonenden van een te
plaatsen umts mast en de wijk en dorpsraad nu u de communicatie aan de provider overlaat.
Antwoord: zie de antwoorden op vraag 1 en 2.
Mraag 4:
Wat houdt deze stedenbouwkundige toets in wanneer er slechts een lichte toetsing mogelijk
is bijplaatsing van een umts mast. (kruimelgeval)
Antwoord: op bladzijde 3 van het beleidskader staan de volgende stedenbouwkundige
beleidsregels genoemd:
a. de antenne-installatie is technisch noodzakelijk;
b. site-sharing is verplicht. Dit betekent ten eerste dat de aanvrager heeft aangetoond dat
alternatieve locaties zijn onderzocht. Ten tweede dat de mast geschikt is voor het bijplaatsen
van de antennes van de andere providers;
c. aangetoond is dat een antenne-installatie niet op hoge elementen geplaatst kan worden;
d. de antenne-installatie met vrijstaande mast wordt in het groen en/of bij knooppunten van
infrastructuur ingepast;
e. de antenne-installaties met vrijstaande mast zijn in principe niet gewenst in woonwijken,
centrumgebieden en agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarde. Plaatsing in deze
gebieden kan alleen bij uitzondering onder de voorwaarde dat er extra aandacht is voor
inpassing in het gebied (zoveel mogelijk uit het zicht).
Vraag 5:
Hoe gaat het College om met de motie uit 2007 waarin de Raad zich duidelijk heeft
uitgesproken tegen plaatsing van zendmasten in woonwijken.
Antwoord: deze is verwerkt in ons collegebesluit van 26 november 2013.
Vraag 6:
Is het mogelijk om in de Welstandsnota extra eisen op te nemen waaraan een umts mast
zou moeten voldoen?
(In plaats van een stalen standaardconstructie in de kleur grijs en/of groen zou men een
meer kunstzinnig ontwerp kunnen verlangen daar waar de umts mast op een rotonde wordt
geplaatst of de vorm van een boom wanneer de umts mast in het groen zou komen te
staan).
Antwoord: nee, in het kader van onze huidige gemeentelijke Welstandsnota past het niet om
extra eisen te stellen aan één type mast terwijl de vormgeving van alle andere masten plus
de bebouwing helemaal los wordt gelaten. De vergunningaanvragen worden standaard door
de welstandcommissie getoetst.
ALG-013/11-11-10
Onskenmerk
Volgvel
2014.0007997
3
De vragen 7 tot en met 10 worden separaat door de raadsvoorzitter en griffier beantwoord.
Vraag 11:
Is het mogelijk een puntenwolk van de straling van de umts mast te laten zien?
Antwoord: deze vraag hebben wij voorgelegd aan het Antennebureau. Hierover zullen wij u
later separaat informeren.
Vraag 12:
In hoeverre zorgt site sharing voor een cumulatieve straling?
Antwoord: ook deze vraag hebben wij voorgelegd aan het Antennebureau.
Vraag 13:
Wie is wettelijk aansprakelijk voor toekomstige gezondheidsklachten?
Antwoord: in beginsel zal de exploitant/eigenaar van de antenne-installatie wettelijk
aansprakelijk zijn.
Vraag 14:
Waar komt het voorzorgprincipe van 350 m. vandaan nu dat nergens staat beschreven?
Antwoord: noch in het beleid van 1999 met nummer 98-5151, noch in het
paraplubestemmingsplan en in latere brieven aan uw raad over dit onderwerp is gesproken
over een afstand van 350 meter.
Vraag 15:
Hoe is de gemeente dan omgegaan met het toekennen van omgevingsvergunningen in het
verleden gelet op het voorzorgprincipe ?
Antwoord: tot nu toe is het voorzorgprincipe geen toetsingskader of weigeringsgrond voor
het plaatsen van een telecommunicatiemast. In het verleden is, net als nu, steeds gekeken
waar de mast het beste ingepast kon worden.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
burgemeester er) wethouders van de gemeente Haademmermeer,
de secretaris.
desburgemeester.
drs. C.H.J. Brugman
ALG-013/11-11-10
/. Weterings