Toelichting gemeente

Toelichting gemeente
Ov erdrac ht cl iëntgegevens AWBZ - Wmo
 Datum:
 Versie:
 Auteur:
6 oktober 2014
2.0
Projectteam GO
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 2
Inhoudsopgave
1.
Algemeen ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 3
1.1.
Documenthistorie ---------------------------------------------------------------------------------- 3
1.2.
Distributielijst ---------------------------------------------------------------------------------------- 3
2.
Inleiding -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5
2.1.
Wmo 2015 ------------------------------------------------------------------------------------------- 5
2.2.
Toelichting bij de gegevensoverdracht (GO) ------------------------------------------------ 5
2.3.
De bestanden in de gegevensoverdracht (GO) -------------------------------------------- 6
3.
Waar komen de cliëntgegevens vandaan?---------------------------------------------------------- 8
3.1.
Project GO ------------------------------------------------------------------------------------------- 8
3.2.
Hoe zijn de bestanden met cliëntgegevens aangemaakt? ------------------------------ 8
3.3.
Uitlevermomenten ------------------------------------------------------------------------------- 10
4.
Selectie van cliënten door het CIZ ------------------------------------------------------------------- 11
4.1.
Inhoudelijke toelichting ------------------------------------------------------------------------- 11
4.2.
Selectiecriteria CIZ ------------------------------------------------------------------------------ 11
4.3.
Uitgesloten cliëntgroepen ---------------------------------------------------------------------- 12
4.4.
Aandachtpunten bij bestand met cliënt- en indicatiegegevens ----------------------- 12
5.
Selectie van declaratie- en pgb gegevens Vektis ----------------------------------------------- 14
5.1.
Selecteren van declaratiegegevens (ZIN) door Vektis---------------------------------- 14
5.2.
Selecteren van pgb gegevens door Vektis ------------------------------------------------ 16
5.3.
Aandachtspunten algemeen ------------------------------------------------------------------ 17
5.4.
Aandachtspunten centrumgemeenten ------------------------------------------------------ 18
5.5.
Aandachtspunten bij bestand met declaratiegegevens (ZIN) ------------------------- 19
5.6.
Aandachtspunten bij bestand met pgb gegevens ---------------------------------------- 19
6.
Overige belangrijke aandachtspunten ------------------------------------------------------------- 22
6.1.
Wet Bescherming Persoonsgegevens ------------------------------------------------------ 22
6.2.
Testen ---------------------------------------------------------------------------------------------- 22
6.3.
Kwaliteit data -------------------------------------------------------------------------------------- 22
6.4.
Verantwoordelijkheid gemeente -------------------------------------------------------------- 23
7.
Servicedesk ------------------------------------------------------------------------------------------------- 24
7.1.
Servicedesk (eerste lijn) ------------------------------------------------------------------------ 24
7.2.
Bereikbaarheid servicedesk ------------------------------------------------------------------- 24
7.3.
Buiten scope -------------------------------------------------------------------------------------- 24
Bijlage 1: Gehanteerde definities en afkortingen-------------------------------------------------------- 26
Bijlage 2: Toelichting gebruikte data door Vektis ------------------------------------------------------- 28
Bijlage 3: Functionele bestandsbeschrijving ------------------------------------------------------------- 29
Bijlage 4: Codelijsten --------------------------------------------------------------------------------------------- 35
Bijlage 5: Frequently asked Questions --------------------------------------------------------------------- 41
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
1. Algemeen
1.1. Documenthistorie
Versie
Datum
Auteur
Aanpassingen
1.0
21-07-2014
Projectteam
Oplevering versie 1.0
1.1
30-7-2014
Projectteam
Toevoeging bijlage 4: Codelijsten:
- Indicatie Vervoer
- Leveringsvorm (bestand CIZ)
- Geleverde zorgomvang 2
FAQ’s:
- A.2.13 (toegevoegd)
- A.2.14 (toegevoegd)
- B.2.1 (aangepast)
- B.2.6 (toegevoegd)
- B.2.7 (toegevoegd)
- C.9 (aangepast)
- C.10 (aangepast)
2.0
6-10-2014
Projectteam
Toevoegingen/aanpassingen:
- Pagina 6. Specifiek tweede levering
- Paragraaf 5.3 – toelichtingen
- Paragraaf 5.6 – aanvullingen
- pagina 33. Omschrijving functiecode
FAQ’s:
- A.2.8 (aangepast)
- A.2.15 (toegevoegd)
- B.1.1 (aangepast)
- B.1.2 (aangepast)
- B.2.2 (aangepast)
- B.2.3 (aangepast)
- B.4.11 (aangepast)
- B.4.13 (toegevoegd)
- B.4.14 (toegevoegd)
- C.11 (toegevoegd)
1.2. Distributielijst
Versie
Datum
Aan
Doel
1.0
21-7-2014
Gemeenten
Eerste publicatie
1.1
1-8-2014
Porta gebruikers (CAK) met verwijzing
naar publicatie op invoeringwmo.nl
(notificatie via e-mail)
Update
Pagina 3
Toelichting GO Wmo
2.0
6-10-2014
Porta gebruikers (CAK) met verwijzing
naar publicatie op invoeringwmo.nl
(notificatie via e-mail)
|
Versie 2.0
|
Update (specifiek
met PGB
gegevens)
Pagina 4
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 5
2. Inleiding
2.1. Wmo 2015
In de Wmo 2015 is geregeld dat de gemeenten vanaf 1 januari 2015 op grond van de nieuwe
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) verantwoordelijk zijn voor:
 het verlenen van ondersteuning bij cliënten > 18 jaar met een AWBZ aanspraak voor
extramurale begeleiding (inclusief vervoer);
 een klein deel van de persoonlijke verzorging aan huis (alleen indien er geen sprake is van
somatische, psychogeriatrische of lichamelijke aandoening of primaire medische
problematiek);
 kortdurend verblijf;
 beschermd wonen;
 doventolk.
De aanspraken in de AWBZ vervallen op 1 januari 2015. Tegelijk worden gemeenten via de
Wmo verantwoordelijk voor (continuering van) hulp en ondersteuning aan hun burgers.
Voor de invulling van deze nieuwe verantwoordelijkheid dienen gemeenten te beschikken over
gegevens van de cliënten die per 1 januari 2015 tot hun verantwoordelijkheid horen. Hiermee
kunnen de gemeenten in gesprek met de cliënt een afgestemd ondersteuningsaanbod opzetten
en hoeft de klant niet opnieuw gegevens te verstrekken die al bij andere partijen in de AWBZ
keten bekend zijn.
De gegevensoverdracht is wettelijk verankerd in hoofdstuk 8 van de Wmo 2015. Hierin is
geregeld welke gegevens mogen worden overgedragen en dat toestemming van de cliënt
voorafgaand aan de gegevensoverdracht niet nodig is.
De zorgkantoren en het CIZ zijn beide verplicht een selectie van hun gegevens over te dragen
aan de gemeenten. Het betreft hier de gegevens van cliënten die op de peildatum van de
gegevensoverdracht een geldige AWBZ-indicatiebesluit hebben voor zorg die per 1 januari 2015
(in de Wmo2015) onder verantwoordelijkheid komen van gemeenten.
2.2. Toelichting bij de gegevensoverdracht (GO)
Deze toelichting hoort bij de bestanden waarin de gegevens overgedragen worden van cliënten
wiens zorg van AWBZ overgeheveld wordt naar de Wmo: het project GO1.
Dit document beschrijft:
 de wijze van overdracht van cliëntgegevens van de AWBZ naar de Wmo;
 de aandachtspunten bij de uitgeleverde bestanden.
1
De gegevensoverdracht Jeugd is geen onderdeel van het bestand dat hier toegelicht wordt.
Jeugd wordt elders (en anders) vormgegeven, omdat er andere uitgangspunten gelden.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 6
2.3. De bestanden in de gegevensoverdracht (GO)
Algemeen
De gegevensoverdracht bestaat uit meerdere bestanden. Elke gemeente ontvangt zes
verschillende (soorten) bestanden. Drie bestanden hebben betrekking op de ‘reguliere’ zorg
(begeleiding en kortdurend verblijf) en drie bestanden hebben betrekking op het ‘beschermd
wonen’.
De volgende bestanden worden uitgeleverd:
 Bestand met identificerende en indicatiegegevens (CIZ) regulier
 Bestand met declaratiegegevens van cliënten met Zorg in Natura (Vektis) regulier
 Bestand met pgb gegevens van cliënten met pgb (Vektis) regulier
 Bestand met identificerende en indicatiegegevens (CIZ) beschermd wonen
 Bestand met declaratiegegevens van cliënten met Zorg in Natura (Vektis) beschermd wonen
 Bestand met pgb gegevens (Vektis) beschermd wonen
Omdat ‘beschermd wonen’ wordt uitgevoerd door de centrumgemeenten, zijn de gegevens van
de cliënten die een aanspraak hebben op beschermd wonen in aparte bestanden gezet. Een
gemeente die de rol vervult van centrumgemeente ontvangt de bestanden met ‘beschermd
wonen’ niet direct, maar moet deze krijgen van de gemeente waar de betreffende cliënten staan
ingeschreven in de GBA2.
De bestanden bevatten de feitelijke gegevens die bij CIZ en Vektis van cliënten bekend zijn en
die onder de Wmo 2015 gaan vallen. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de interpretatie
van de gegevens. Toepassing en verwerking van de gegevens moet binnen de wettelijke kaders
van de Wmo 2015 plaatsvinden.
De functionele beschrijving van de inhoud van de bestanden is te vinden in bijlage 3.
De cliënten in de bestanden zijn geselecteerd op basis van selectiecriteria die in twee aparte
notities nader zijn uitgewerkt door CIZ en Vektis. Deze notities maken deel uit van het
Programma van Eisen Overdracht cliëntgegevens AWBZ - Wmo3.
2
Sommige centrumgemeenten beschikken reeds over een mandaat om gegevens van een
gemeente zelf op te halen uit het portaal van het CAK. Dit mandaat is dan ook voor deze
gegevens van toepassing.
3 www.invoeringwmo.nl
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 7
Specifiek toelichting op de eerste levering
De peildatum van de eerste gegevensoverdracht is 14 juli 2014. Alle actieve indicatiebesluiten
op de peildatum worden in het selectieproces van de cliënten meegenomen.
De periode waarover declaratie- en pgb-gegevens zijn verzameld, is januari tot en met mei/juni
2014.
Vanwege privacy wetgeving kunnen de softwareleveranciers hun software pas uitgebreid testen
na de eerste aanlevering van gegevens. Het advies is om bestanden van de eerste aanlevering
pas in te lezen na een akkoord van uw softwareleverancier.
De gegevensoverdracht is ingericht om gemeenten te kunnen voorzien van informatie om zich
voor te bereiden op de overgang van de cliënten vanuit de AWBZ. Aan de gegevens die worden
overgedragen kunnen door gemeenten, aanbieders of cliënten geen claims voor budget of
ondersteuning worden ontleend.
Specifiek toelichting op de tweede levering
De peildatum van de tweede gegevensoverdracht is 30 september 2014. Alle actieve
indicatiebesluiten op de peildatum worden in het selectieproces van de cliënten meegenomen.
De periode waarover declaratiegegevens zijn verzameld, is januari tot en met juli/augustus
2014.
De pgb gegevens gaan over het budgetjaar 2014. Alle mutaties tot en met augustus 2014 zijn
meegenomen. In geval van mutaties wordt alleen de actuele situatie uitgeleverd. Op deze wijze
kunt u eenvoudig berekenen wat het budget over heel 2014 zou zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 5.6
Aandachtspunten bij bestand met pgb gegevens. Hierin staan ook een aantal rekenvoorbeelden
vermeld.
Tenslotte wordt verwezen naar een eerder verschenen Informatiekaart gegevensoverdracht
Wmo: toepassing en interpretatie van de bestanden voor een nadere toelichting op de
verschillen tussen GO en beleidsinformatie. Deze informatiekaart is beschikbaar op
www.invoeringwmo.nl.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 8
3. Waar komen de cliëntgegevens vandaan?
3.1. Project GO
Voor het overdragen van cliëntgegevens is het project GO ingesteld. In dit project hebben het
CIZ, ZN (namens de zorgkantoren), Vektis, het CAK, VWS en VNG nauw samengewerkt om de
overdracht van gegevens naar gemeenten op een verantwoorde wijze te realiseren, waarbij de
kwaliteit van de gegevens zo hoog mogelijk is.
De doelstelling van dit project:
 het leveren van informatie over de zorg van individuele AWBZ-cliënten, zodat
 gemeenten het gesprek/onderzoek kunnen starten met de cliënten voor de invulling van het
overgangsrecht in de Wmo 2015 en/of de overgang van de AWBZ naar een Wmo
maatwerkvoorziening (uiterlijk per 31 december 2015) mogelijk te maken.
Voor de overdracht is een technische landelijke oplossing uitgewerkt, die in de volgende
paragrafen nader wordt toegelicht.
3.2. Hoe zijn de bestanden met cliëntgegevens aangemaakt?
De bestanden van GO zijn op basis van onderstaande procesgang tot stand gekomen.
De gegevens zijn afkomstig uit de administratie van het CIZ en de database van Vektis. Onder
de afbeelding wordt een nadere toelichting op de stappen beschreven.
3.2.1. Deelproces CIZ
Het CIZ beschikt over de AWBZ-indicatiegegevens:
 Het CIZ selecteert cliënten met een geldig indicatiebesluit.
 De dag dat het bestand wordt samengesteld is de peildatum en de datum waarop deze
persoonsgegevens op basis van het GBA geactualiseerd zijn.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 9
 Cliënten worden op basis van deze gegevens overgedragen aan de gemeente waar hij/zij op
de peildatum is ingeschreven4.
 Er worden geen cliënten in het bestand overgedragen die voor de peildatum overleden zijn.
 De selectie van de over te dragen gegevens wordt samengesteld op basis van
indicatiegegevens van cliënten die voldoen aan de selectiecriteria die door VWS zijn
vastgesteld.
 Van de geselecteerde cliënten wordt een selectie van de cliënt- en indicatiegegevens in het
bestand gezet. Dit bestand wordt aangeboden aan Vektis.
CIZ
Selecteren
cliënten
Actualiseren
adresgegevens
cliënten
Selecteren
indicatiegegevens
Aanbieden
CIZ-bestand
Zie ook hoofdstuk 4. voor een nadere toelichting op de gehanteerde selectiecriteria van het CIZ.
3.2.2. Deelproces Vektis
Het bestand met de cliënt- en indicatiegegevens van het CIZ wordt op basis van het BSN door
Vektis aangevuld met de declaratie- en pgb-gegevens uit 2014. Vektis is verantwoordelijk voor
de selectie van de (ZIN) declaratie- en pgb gegevens van de cliënten. Vektis heeft hiervoor twee
bronnen beschikbaar. Beide bronnen worden maandelijks door de zorgkantoren aan Vektis
aangeleverd.
 Bron 1: De declaraties Zorg in Natura (ZIN) op basis van de AWBZ.
 Bron 2: Pgb’s op basis van de AWBZ.
Vektis maakt aan de hand van de CIZ gegevens de (zes) gegevensbestanden per gemeente
aan. Vektis biedt de bestanden vervolgens aan het CAK aan.
Vektis
Selecteren
declaratiegegevens
Aanvullen
CIZ-bestand
Alloceren
cliënten per
gemeente
Aanbieden
Vektis-bestand
Zie ook hoofdstuk 5. voor een nadere toelichting op de selectie van declaratie- en pgb gegevens
die zijn gehanteerd door Vektis.
3.2.3. Deelproces CAK
Het CAK stelt de bestanden beschikbaar voor de betreffende gemeente via het beveiligde
portaal van het CAK. De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het ophalen van de bestanden.
Het CAK heeft geen inhoudelijke verantwoordelijkheid in de uitlevering. Dit betekent dat het CAK
geen inhoudelijke controles op de bestanden uitvoert.
CAK
4
Inlezen
Vektis-bestand
Klaarzetten
bestand per
gemeente
Uitleveren
bestand
Dit kan ook het adres van de zorgaanbieder en/of gemachtigde zijn.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 10
3.3. Uitlevermomenten
De gegevensbestanden worden totaal vier maal uitgeleverd om zo volledig en actueel mogelijk
te zijn.
Alle mutaties, waaronder nieuwe indicatiebesluiten en nieuwe declaratiegegevens van de
komende periode worden zo ook bekend bij gemeenten.
Het laatste overdrachtsmoment staat gepland voor eind februari 2015, waardoor ook de laatste
indicaties en declaraties5 zoveel mogelijk overgedragen worden. Omdat het CIZ alle aanvragen
die tot 31 december 2014 nog moet afhandelen, zullen begin 2015 ook nog AWBZindicatiebesluiten worden afgegeven. Deze worden overgedragen in de laatste uitlevering.
De vier voorgenomen uitleverdata zijn:
 eind juli 2014
 eind september 2014
 medio november 2014
 eind februari 2015
Op alle uitleverdata wordt een compleet bestand overgedragen aan de gemeenten: dat betekent
dat alle cliënten die volgens bovenstaande proces worden geselecteerd in alle bestanden voor
(kunnen) komen.
5
Declaraties volgen altijd 1 á 2 maanden na de zorgverlening.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 11
4. Selectie van cliënten door het CIZ
4.1. Inhoudelijke toelichting
De codelijsten die gehanteerd zijn in de selectie vindt u in de bijlagen van dit document. Meer
inhoudelijke informatie vindt u in de publicatie ‘Zicht op cijfers: Toelichting op de AWBZ
beleidsinformatie van CAK en CIZ’. Daar zijn begrippen uit de AWBZ toegelicht en is
achtergrondinformatie opgenomen over de functies en ZZP’s (GGZ-C) die overgaan van de
AWBZ naar de Wmo. Deze publicatie is beschikbaar op www.invoeringwmo.nl
In de Handreiking “Invulling en uitvoering van het Overgangsrecht AWBZ – Wmo 2015” is een
toelichting op het overgangsrecht in de Wmo 2015 gegeven. Ook deze publicatie is beschikbaar
op bovenstaande website.
Op de website van het CIZ www.ciz.nl is op de startpagina de ‘Indicatiewijzer 2014’ beschikbaar,
daarin worden de beleidsregels voor de AWBZ toegelicht en de wijze waarop het CIZ deze
toepast bij de indicatiestelling AWBZ.
4.2. Selectiecriteria CIZ
De onderstaande geïndiceerde functies en ZZP’s worden overgedragen aan gemeenten.
Geselecteerd worden de indicatiebesluiten met:
 Functies en ZZP’s uit onderstaand schema die geldig zijn op de peildatum
 Combinaties van ZZP0 (partnerverblijf) met geldige functies uit onderstaand schema die
geldig zijn op de peildatum
Er wordt dus niet gekeken of de functies/ZZP’s nog geldig zijn op 1-1-2015.
Bij de bepaling van de PV-functies is de dominante grondslag leidend.
Functie/ZZP
6
7
Voorwaarde
Functie
Begeleiding individueel (BGI)
Intra/
Extramuraal
Extra6
Functie
Begeleiding groep (BGG)
Extra
Functie
Extra
Functie
Kortdurend verblijf (KVB) /
Verblijf tijdelijk (VBT)
Persoonlijke verzorging (PV)
ZZP
GGZ 1 C
Intra7
ZZP
GGZ 2 C
Intra
ZPP
GGZ 3 C
Intra
ZZP
GGZ 4 C
Intra
ZZP
GGZ 5 C
Intra
Grondslag =
Zintuigelijke handicap (ZG),
Verstandelijke handicap (VG) of
Psychiatrische aandoening (PSY),
zonder combinatie met geldige
Verpleging (VP)
Zorg thuis en dagbesteding
Zorglevering in combinatie met wonen in een instelling
Extra
Toelichting GO Wmo
ZZP
|
Versie 2.0
GGZ 6 C
|
Pagina 12
Intra
4.3. Uitgesloten cliëntgroepen
Voor de gegevensoverdracht zijn de AWBZ-indicatiebesluiten geselecteerd met geldige functies
of ZZP’s op de datum van selectie (peildatum). Naast de functies of ZZP’s die overgaan van de
AWBZ naar de Wmo kan een indicatiebesluit ook functies of ZZP’s bevatten die niet
overgeheveld worden naar de Wmo, deze functies of ZZP’s zijn niet zichtbaar in de
gegevensoverdracht.
Van selectie zijn de volgende cliëntgroepen ook uitgesloten. Voor deze groepen geldt dat of de
aanbieder of de cliënt zelf kenbaar moet maken dat zij een geldige AWBZ indicatie hebben en
dus onder het overgangsrecht Wmo 2015 vallen. Het gaat om:
 Cliënten met een adres buiten Nederland (RNI);
 Kinderen die op 31 december 2014 jonger zijn dan 18 jaar (betreft transitie Jeugd);
 Geheime cliënten, het CIZ markeert deze personen in het systeem omdat het communiceren
van de gegevens niet in het belang van de (veiligheid van de) persoon is. Hierbij moet
worden gedacht aan mensen die vanwege bijvoorbeeld huiselijk geweld en/of eerwraak
elders zijn ondergebracht. Het gaat totaal om een paar honderd personen.
 Cliënten van wie bij het CIZ het BSN niet gevonden is (meestal oudere indicaties). Na
opschoning blijven er landelijk enkele cliënten over zonder BSN. Deze kunnen dus niet
overgedragen worden.
4.4. Aandachtpunten bij bestand met cliënt- en indicatiegegevens
De volgende gegevens kunnen niet worden overgedragen door het CIZ:
 Lopende aanvragen, waarvoor (nog) geen indicatiebesluit is afgegeven. Indien nog een
geldige voorgaande indicatie actief is, dan is deze wel meegenomen in de selectie. Alle
aanvragen die voor 31 december 2014 zijn ingediend zullen door het CIZ nog worden
afgehandeld. In de laatste update eind februari zullen ook deze cliënten in het bestand zitten
omdat dan nagenoeg alle indicatieaanvragen door CIZ zijn afgehandeld.
 Gegevens over additionele uren. Ruim duizend cliënten hebben een AWBZ aanspraak met
additionele zorguren, hierbij gaat de zorgbehoefte van de cliënt uit boven de hoogst
mogelijke klasse. Dit is in de gegevensset van het CIZ niet zichtbaar. Uit de
declaratiegegevens kan dit wel worden herleid. Het gaat hierbij om cliënten waarbij de
hoogste mogelijke klasse is geïndiceerd en waarbij de gedeclareerde zorg hoger is dan deze
klasse. In het gesprek met de cliënt kan nader worden geïnventariseerd hoe hoog de
additionele zorguren zijn.
 Vanwege het overgangsrecht AWBZ hebben de huidige cliënten met een laag ZZP
(intramuraal) die extramuraal wordt verzilverd, in 2015 de gelegenheid om zelf te kiezen
tussen ondersteuning vanuit de Wmo of intramurale zorg. Omdat nu nog niet bekend is wat
de individuele cliënt gaat doen, kunnen de gegevens van deze cliënten niet worden
meegenomen in de selectie. In 2015 moeten deze cliënten zichzelf melden bij hun gemeente
en/of zorgverzekeraar als ze zorg en ondersteuning willen ontvangen.8 Deze groep cliënten
maakt geen onderdeel uit van deze overdracht. Als gemeente hoeft u hier op dit moment dus
geen actie op te ondernemen.
8
Meer informatie hierover kunt u vinden in de Informatiekaart Overgangsregime AWBZ
cliënten van het TransitieBureau
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 13
 Cliënten met een indicatie voor Palliatief Terminale Zorg (PTZ) vallen onder de Zvw en
worden niet overgedragen aan gemeenten. Vanwege de complexiteit van de selectiecriteria
van PTZ, is het niet helemaal uit te sluiten dat er in de eerste levering een enkel geval toch
in het bestand voorkomt. De verwachting is dat dit in de volgende levering wordt
gecorrigeerd.
 Experimenten regelarme instellingen (ERAI) met zogenaamde ‘pakketindicaties’ en
‘standaard indicaties’.
Experimenten regelarme instellingen richten zich onder andere op het versimpelen van de
indicatie, registratie en verantwoording. Een deel van de ERAI gericht op vereenvoudiging
van de indicatiestelling. Dit levert echter problemen op voor de gegevensoverdracht. Het
gaat hier om zorg geleverd door Buurtzorg en De Zorgboog. Zij werken met één product
tegen één standaard tarief. De functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Begeleiding
zijn daarbij verpakt in één functie Verpleging, zowel bij indicatie als declaratie. De
geïndiceerde functie zegt dus hier niets over welke zorg daadwerkelijk ingezet wordt.
Deze aanbieders moeten er zelf voor zorgen dat de gemeenten voldoende op de hoogte zijn
over die cliënten. Zorgaanbieders zijn hiervan op de hoogte en met hen is afgesproken dat
ze hierover contact zoeken met de betreffende gemeenten. Voor de overige ERAI
aanbieders geldt bovenstaande niet, daar is eventuele BG in het indicatiebesluit als functie
zichtbaar.
 Doventolkzorg. De doventolkzorg in de AWBZ wordt uitgevoerd door Menzis. Menzis zal
samen met VWS en de VNG nader uitwerken wat er moet worden geregeld voor de
gegevensoverdracht rond de doventolkregeling. Dit valt buiten deze gegevensoverdracht.
 De Bureau Jeugdzorg (BJZ) indicaties voor cliënten ouder dan 18 jaar worden niet
meegenomen. Deze vallen wel onder de Wmo 2015. Deze indicaties zijn door BJZ
afgegeven en daarmee niet beschikbaar bij het CIZ. De zorgaanbieder moet hiervoor zelf
contact opnemen met de gemeenten.
 De gegevens van cliënten met de indicatievrije ‘specialisatie begeleiding voor zintuiglijk
gehandicapten’. Deze gegevens worden in augustus door de zorgaanbieders aangeleverd
bij gemeenten. Voor deze vorm van begeleiding zijn landelijke inkoopafspraken gemaakt (zie
ook de informatiekaart op invoeringwmo.nl die hiervoor is opgesteld).
 Cliënten met AWBZ zorg zonder indicatie. Dit betreft zorg die geleverd wordt onder de
AWBZ, maar waarvoor geen indicatie noodzakelijk is. Doordat in die gevallen de aanspraak
dus niet bekend is, zullen de declaraties als gevolg daarvan niet overgedragen worden.
Cliënten die dus alleen maar AWBZ zorg ontvangen die indicatievrij is, worden in het geheel
niet overgedragen.
 Bepaalde zorg wordt als lumpsum vergoed aan een zorgaanbieder, zoals de inloop GGZ. Dit
is apart geregeld in het budget dat naar gemeenten gaat. Deze zorg wordt niet geïndiceerd
en niet op cliëntniveau gedeclareerd. De aanbieder kan in meerdere gemeenten actief zijn.
De zorgaanbieder moet zorgdragen voor overdracht van cliënten en/of afspraken naar
gemeenten.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 14
5. Selectie van declaratie- en pgb gegevens Vektis
Nadat het CIZ alle cliënten en indicatiegegevens heeft geselecteerd die naar de Wmo gaan,
vindt bij Vektis ook een selectie plaats. Hierbij worden per cliënt de juiste declaraties
geselecteerd en/of de bijbehorende pgb’s. Hieronder wordt dit selectieproces toegelicht.
5.1. Selecteren van declaratiegegevens (ZIN) door Vektis
In de declaratiegegevens van Vektis staan alle beschikbare AWBZ-declaraties. Niet alle
declaraties hebben betrekking op zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo. Vektis ontvangt
van het CIZ een bestand met daarin de personen met een geldige indicatie voor zorg die naar
de Wmo wordt overgeheveld. Vektis zoekt daar vanuit de relevante declaratiegegevens ZIN bij.
Hierbij wordt gekeken naar de beschikbare declaraties in het jaar 2014.
Na de koppeling van de indicaties aan de declaraties zijn verschillende combinaties te
onderscheiden. Deze combinaties worden hieronder benoemd:
1.
Extramurale indicatie
 extramuraal verzilverd
2.
Intramurale indicatie
 intramuraal verzilverd
3.
Intramurale indicatie
 extramuraal verzilverd
4.
Extramurale indicatie
 nog niet verzilverd
5.
Intramurale indicatie
 nog niet verzilverd
5.1.1. Werkwijze combinatie 1: Extramurale indicaties ( extramuraal verzilverd)
De declaraties die horen bij de extramurale indicaties worden naast de positieve selectielijst9
gehouden. Deze lijst wordt gebruikt voor het bepalen van de juiste prestatiecodes en is in
overleg met VWS, zorgkantoren, CIZ en ZN opgesteld. De lijst is ook opgenomen in dit
document in bijlage 4 Codelijsten. Alle declaraties met prestatiecodes die op deze lijst staan
worden aan de gemeenten uitgeleverd. Declaraties met andere prestatiecodes worden eruit
gefilterd en worden dus ook niet geleverd aan de gemeenten. Op deze manier wordt
gedeclareerde zorg die niet naar de Wmo gaat ook niet uitgeleverd aan de gemeenten. Er wordt
bij de selectie van de declaraties rekening gehouden met de periode/looptijd van de indicatie:
uitgangspunt voor de selectie van declaraties is de aangeleverde ingangsdatum en einddatum
van de functie volgens het CIZ indicatiebesluit. Hierbij worden wel alleen declaraties uit 2014
uitgeleverd.
Voor de prestatiecodes die te maken hebben met persoonlijke verzorging (H126, H127, H136 en
H137) geldt een aparte werkwijze. Het kan namelijk voorkomen dat iemand een indicatie heeft
voor bijvoorbeeld de AWBZ-functie Begeleiding en daarnaast ook nog voor de AWBZ-functie
Persoonlijke Verzorging. Het CIZ selecteert dan alleen de functie Begeleiding van deze persoon,
want die zorg gaat naar de Wmo. Vektis zoekt voor deze persoon alle prestatiecodes in dezelfde
periode van de indicatie met begeleiding. De gevonden prestatiecodes worden vervolgens tegen
de positieve selectielijst aangelegd. Hier kunnen dan ook declaraties met PV in voorkomen,
aangezien deze ook op deze positieve selectielijst staan. Nadat deze stap gedaan is (en de
prestatiecodes die niet op de selectielijst staan verwijderd zijn), wordt nog gecontroleerd voor de
prestatiecodes H126, H127, H136 en H137, wat de grondslag van deze persoon in de indicatie
in die periode was. Wanneer deze grondslag niet VG, ZG of PSY is, wordt de declaratie PV niet
9
De positieve selectielijst is een lijst met prestatiecodes die worden getoond bij extramurale indicaties.
De lijst bevat dus een gedeelte van alle mogelijke prestatiecodes in de AWBZ en dit zijn de
prestatiecodes die aan de gemeenten geleverd worden bij de extramurale indicaties.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 15
geleverd aan de gemeente. Wanneer de grondslag wel één van deze drie is, wordt de declaratie
PV wel opgeleverd aan gemeente. Als ook VP voorkomt in de indicatie dan wordt PV niet
uitgeleverd aan gemeente.
5.1.2.
Werkwijze combinatie 2 en 3: Intramurale indicaties (intra- of extramuraal
verzilverd)
Voor de intramurale indicaties, GGZ C pakketten, worden alle declaraties in het bestand
getoond. De reden hiervoor is dat deze indicaties ook extramuraal, met een sectorvreemd ZZP
of door middel van een Volledig Pakket Thuis kunnen worden verzilverd. Hierbij wordt geen lijst
gebruikt om bepaalde prestatiecodes te filteren. Het maakt dus niet uit of de indicatie intramuraal
of extramuraal verzilverd wordt. Alle declaraties worden in het bestand getoond, omdat de
gemeente verantwoordelijk is voor het leveren van alle zorg aan deze cliënten. Aangezien er
teruggekeken wordt, kan het voorkomen dat een persoon voordat hij/zij een GGZ C pakket had,
andere AWBZ-zorg heeft gehad die niet wordt overgeheveld naar de Wmo. Daarom wordt net
als bij combinatie 1 ook gekeken naar de periode van de indicatie. Alleen de declaraties in 2014
die in dezelfde periode vallen als de indicatie voor een GGZ C ZZP worden aangeleverd aan de
gemeente. Hierbij wordt ook de aangeleverde ingangsdatum en einddatum van de functie/ZZP
van het CIZ gebruikt.
5.1.3. Werkwijze combinatie 4 en 5 (niet verzilverd):
Bij combinatie 4 en 5 kunnen er geen declaratiegegevens worden geselecteerd. De cliënten
hebben wel een indicatie voor zorg, maar er zijn (nog) geen declaratiegegevens, omdat de cliënt
(nog) geen zorg afneemt of omdat er nog geen declaratiegegevens beschikbaar zijn bij Vektis
(zie hoofdstuk 6 voor nadere toelichting).
5.1.4.
Schematische weergave selectie Zorg in Natura
1.
Indicatie CIZ
Declaratie AWBZ
Extramurale
indicatie
Extramurale
verzilvering
Alleen declaraties op de positieve
selectielijst in dezelfde periode als
indicatie in bestand gemeente.
Prestatiecodes persoonlijke
verzorging (PV) worden achteraf op
grondslag (ZG, VG en PSY)
gecontroleerd.
2.
3.
Intramurale
indicatie
Intramurale
verzilvering
Alle declaraties in dezelfde periode
als indicatie in bestand gemeente.
Intramurale
indicatie
Extramurale
verzilvering
Alle declaraties in dezelfde periode
als indicatie in bestand gemeente.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 16
5.2. Selecteren van pgb gegevens door Vektis
In de pgb-bestanden bij Vektis staan cliëntgegevens over alle AWBZ zorg waarvoor een pgb is
verstrekt. Niet alle pgb's hebben betrekking op zorg die wordt overgeheveld naar de Wmo.
Vektis zoekt bij de cliënten in het CIZ bestand de pgb’s uit het pgb-bestand. Hierbij wordt
gekeken naar het jaar 2014 (voor zover de pgb’s beschikbaar zijn). Ook hier is net als bij ZIN
sprake van verschillende combinaties:
1.
Extramurale indicatie
 extramurale pgb
2.
Intramurale indicatie
 intramurale pgb
3.
Intramurale indicatie
 extramurale pgb
4.
Extramurale indicatie
 nog niet verzilverd
5.
Intramurale indicatie
 nog niet verzilverd
5.2.1. Werkwijze combinatie 1: Extramurale indicaties (extramuraal verzilverd)
In de pgb-bestanden van zorgkantoren staan geen prestatiecodes, maar functies en ZZP’s. Aan
de hand van dezelfde tabel als bij het selecteren van de CIZ gegevens worden de juiste pgb’s
gezocht. De extramurale indicatie moet dus een extramurale pgb bevatten met daarin de functie
BGI, BGG, KVB/VBT of PV. Bij de regels met de functie PV wordt, net als bij de PV
prestatiecodes bij ZIN, ook nog de grondslag uit de indicatie gecontroleerd. Wanneer deze ZG,
VG of PSY is, wordt de regel geselecteerd, anders niet. Bovendien mag er in de periode van de
PGB voor PV geen PGB voor Verpleging (VP) aanwezig zijn. Wanneer er geen VP aanwezig is,
wordt de regel wel geselecteerd, is er wel VP aanwezig dan wordt deze pgb-regel niet
geselecteerd.
Werkwijze combinatie 2 en 3: Intramurale indicaties (intra –of extramuraal
verzilverd)
Voor de intramurale indicaties wordt alle pgb-informatie getoond. Voor deze groepen geldt dat
ook hier naar de periode van de ZZP van de indicatie wordt gekeken. Alleen de pgb’s in 2014
die in dezelfde periode vallen als de indicatie worden getoond aan de gemeente.
5.2.2.
5.2.3. Werkwijze groep 4 en 5 (niet verzilverd):
Bij combinatie 4 en 5 kunnen er geen pgb-gegevens worden geselecteerd. De cliënten hebben
wel een indicatie voor zorg, maar er zijn (nog) geen pgb-gegevens, omdat het zorgkantoor nog
geen toekenningsbeschikking heeft afgegeven.
Toelichting GO Wmo
5.2.4.
|
Versie 2.0
|
Pagina 17
Schematische weergave selectie PGB
1.
Indicatie CIZ
PGB AWBZ
Extramurale
indicatie
Extramuraal
PGB
Alleen PGB’s met functie 31, 71, 81
en 82 in dezelfde periode als
indicatie in bestand gemeente.
Functie 31 wordt achteraf
gecontroleerd op grondslag (ZG,
VG, PSY) en geen Verpleging (41)
2.
3.
Intramurale
indicatie
Intramuraal
PGB
Alle PGB’s in dezelfde periode als
indicatie in bestand gemeente.
Intramurale
indicatie
Extramuraal
PGB
Alle PGB’s in dezelfde periode als
indicatie in bestand gemeente.
5.3. Aandachtspunten algemeen
 Naar schatting heeft een kwart van de cliënten die voorkomen in het CIZ bestand geen
declaratie of PGB gegevens in de ZIN/PGB bestanden. Hiervoor kunnen verschillende
redenen zijn:
 Cliënt heeft een indicatie maar maakt er (nog) geen gebruik van (of niet meer);
 Cliënt heeft een indicatie aangevraagd om in aanmerking te komen voor een regeling,
zoals de Wtcg10 of het Mantelzorgcompliment;
 Cliënt heeft uit voorzorg een indicatie aangevraagd;
 Het betreft een recente indicatie waarvan de declaratie of PGB nog niet is verwerkt in de
systemen;
 Aanbieder declareert niet (levert wel zorg) of heeft nog niet gedeclareerd;
 Extramurale aanbieder declareert op een prestatiecode die niet voorkomt in de positieve
selectielijst;
 Afkeur van een declaratieregel. Deze kan later weer wordt ingediend en kan dus in een
later bestand wel voorkomen;
 of de zorglevering wordt op een andere wijze verantwoord bij het zorgkantoor.
Afhankelijk van het beleid van de gemeente, kunt u besluiten om bijvoorbeeld deze groep
niet als eerste te benaderen en in de tweede uitlevering te bekijken of deze cliënten
inmiddels wel voorkomen in het declaratie of pgb bestand. In dit verband is de startdatum
van de indicatie interessant. De kans dat er nog gedeclareerd gaat worden op een indicatie
met een recente ingangsdatum is groot. Als de startdatum van een indicatie in een ver
verleden ligt en er is niet gedeclareerd, dan zou het kunnen gaan om een cliënt die geen
gebruik meer maakt van zijn indicatie.
 De bestanden op cliëntniveau (Gegevensoverdracht (GO) bestanden) zijn niet te vergelijken
met de eerder verstrekte beleidsinformatie op geaggregeerd niveau. De gegevensoverdracht
10
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 18
(GO) heeft als doel om gemeenten inzicht te geven in wie op de betreffende peildatum in
aanmerking komt voor het overgangsrecht van de AWBZ en zich dus in potentie per 1
januari 2015 kan melden bij de gemeente. De beleidsinformatie heeft als doel gemeenten
een beeld te geven van de omvang en aard van de AWBZ doelgroep, de zorgconsumptie op
jaarbasis en de AWBZ aanbieders die de zorg leveren, zodat gemeenten hun beleid en
inkoop hier op kunnen baseren. De beleidsinformatie over het jaar 2013 is in januari jl. door
CIZ en CAK en in april jl. door Vektis, beschikbaar gesteld. De beleidsinformatie uit januari
van het CAK gaat over eigen bijdrageplichtigen (dus alleen cliënten ouder dan 18) en bevat
dus een kleinere populatie dan CIZ en Vektis.
De belangrijkste reden waarom het GO bestand niet te vergelijken is met de eerder
verstrekte beleidsinformatie is omdat het GO bestand gebaseerd is op het aantal unieke
cliënten die op peildatum (1ste levering 14 juli 2014 en 2de levering 30 september 2014) een
geldige CIZ indicatie hadden met zorg die vanaf 1 januari 2015 onder het overgangsrecht
Wmo 2015 valt. De beleidsinformatie is gebaseerd op het aantal cliënten (en daaraan
gekoppelde declaraties) op jaarbasis. De volgende factoren maken dat het aantal indicaties
op jaarbasis hoger is dan het aantal indicaties op peildatum:
 de cliënten die een kortdurende indicatie hebben gehad, waarvan de geldigheid
ondertussen is verlopen zijn op peildatum niet zichtbaar;
 de cliënten die ondertussen een indicatie hebben gekregen voor zorg die niet overgaat
naar de Wmo zijn op peildatum niet zichtbaar;
 de cliënten die zijn overleden of verhuisd, zijn op peildatum niet zichtbaar.
Daarnaast is voor het GO bestand gebruik gemaakt van de meest actuele verdeling van
AWBZ indicaties en prestatiecodes naar de Wmo 2015, op basis van de definitieve wet11.
Deze criteria wijken enigszins af van de criteria die zijn toegepast bij de beleidsinformatie.
Voor de beleidsinformatie hebben CIZ en Vektis gebruik gemaakt van de verdeling op basis
van de wetsvoorstellen op dat moment (januari 2014).
5.4. Aandachtspunten centrumgemeenten
 Cliënten met een GGZ C indicatie kunnen hun zorg op verschillende manieren verzilveren
(pgb of ZIN), allen met andere prestatiecodes:
 extramuraal (met één of meerdere prestatiecode(s));
 extramuraal (met een volledig pakket thuis (VPT);
 intramuraal (wonen in een instelling).
 Aandachtspunt is dat er cliënten zijn met geïndiceerde zorg die overgeheveld wordt naar de
Wmo, terwijl de cliënt zorg ontvangt uit een andere sector. Bijvoorbeeld een cliënt is
geïndiceerd voor een ZZP C, maar ontvangt de zorg in een andere instelling dan een RIBW,
bijvoorbeeld een instelling voor Verstandelijk gehandicapten. Omdat cliëntgegevens
overgedragen worden op basis van de indicatiegegevens gaan deze dus mee in de
gegevensoverdracht (zie ook paragraaf 5.1.1).
 Bij de gegevensoverdracht is het onmogelijk een uitsplitsing te maken naar opvang vs. nietopvang. Dit wordt bij de indicatiestelling immers niet geregistreerd. In de praktijk woont het
grootste deel van de opvangcliënten in de centrumgemeente zelf en niet in een
regiogemeente. Het kan echter vóórkomen dat de cliënt zich bevindt in een regiogemeente.
In dat geval worden zijn gegevens overgedragen aan de regiogemeente. Overigens heeft de
11
De verdeling (NZA-codelijst) is beschikbaar op www.invoeringwmo.nl.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 19
centrumgemeente de beschikking over een overzicht van (opvang)instellingen die hebben
deelgenomen aan een recente uitvraag onder instellingen (via de brancheorganisatie
Federatie Opvang) naar realisatiegegevens 2013. Zij weten dus door welke instellingen het
budget samenhangend met opvang is geproduceerd.
5.5. Aandachtspunten bij bestand met declaratiegegevens (ZIN)
 Declaratiebestanden komen na afloop van een zorgleveringsperiode binnen bij het
zorgkantoor. Het zorgkantoor verwerkt de declaraties en levert dan declaratiebestanden aan
bij Vektis. Vektis verwerkt deze gegevens in het datawarehouse. De doorlooptijd van het
gehele proces zorgt ervoor dat informatie pas na een bepaalde periode beschikbaar komt bij
Vektis.
NB. Het declaratieprotocol AWBZ staat toe om tot 6 maanden na afloop van een
kalenderjaar nog correcties in te dienen en daarom bestaat de kans dat in de laatste
overdracht niet alle declaraties ingediend zijn, ook kunnen de declaratiegegevens later nog
wijzigen.
 Bij ZIN declaraties worden bewust geen financiële gegevens meegeleverd. Hiervoor zijn
diverse redenen, bijvoorbeeld bij de nacalculatie van een instelling kunnen nog
verrekeningen worden doorgevoerd, zoals een correctie op de prestatiemix of gerealiseerde
productie. Dit wordt niet altijd op cliëntniveau gecorrigeerd en is dus niet altijd zichtbaar in de
cliënt/declaratiegegevens. Dit geldt ook voor afspraken over lumpsumvergoedingen. Ook
hierover zijn bij de zorgkantoren geen cliëntgegevens beschikbaar.
 In het ZIN bestand wordt ook aangegeven of de regel debet of credit is. Wanneer de regel
credit is, betekent dit dat de zorg door de zorgaanbieder gecrediteerd is. Het gebeurt dat er
achteraf nog een correctie is op een eerdere declaratie. In het bestand is zowel de positieve
als de negatieve regel zichtbaar. De gemeente kan de beide corresponderende regels dan
tegen elkaar wegstrepen.
5.6. Aandachtspunten bij bestand met pgb gegevens
 De pgb gegevens die Vektis van de zorgkantoren ontvangt, bevatten budgetgegevens over
de voor de geïndiceerde en toegewezen functie of ZZP toegekende pgb vanuit de AWBZ.
Vektis beschikt niet over informatie over de zorg die is geleverd met een pgb, of wie de
zorgverlener was.
 Bij de eerste uitlevering is het toegekende budget in het pgb bestand nog op € 0 gesteld. Dit
komt omdat enerzijds de programmatuur nog moest aangepast en anderzijds om nog een
extra kwaliteitsslag op de budgetgegevens te kunnen toepassen. Doel is dat gemeenten
duidelijk en eenvoudig inzicht krijgen op het aan de budgethouder toegekende AWBZ budget
in 2014. In tegenstelling tot de eerste uitlevering ontvangt u in de tweede uitlevering de
actuele gegevens van een pgb-houder met zijn budgetgegevens.
 Aan de hand van de in de tweede aanlevering geleverde budgetgegevens kunt op een
eenvoudige wijze het AWBZ jaar budgetbedrag over 2014 berekenen.
1. Indien ingangsdatum van de functie of de ZZP gelijk is aan 01-01-2014 of daarvoor ligt
dan is het toegekend budget het toegekend AWBZ jaar budgetbedrag;
2. Indien de ingangsdatum van de functie of de ZZP ligt na 01-01-2014 dan is het
toegekend budget het toegekend AWBZ budgetbedrag over de periode ingangsdatum
tot en met 31-12-2014. Dit kan dan door u worden omgerekend naar een jaarbudget .
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 20
Op deze wijze heeft u de beschikking over het AWBZ jaarbudget over 2014. Aan de hand
hiervan kunt u, rekening houdend met de wettelijke overgangsregeling en de einddatum van
de indicatie het pgb budget 2015 vaststellen.
 In het pgb-bestand heeft elke regel een functiecode.
 Wanneer er een ZZP gevuld is, is deze leidend en wordt de functiecode genegeerd. In
deze gegevensoverdracht is dat in alle gevallen een GGZ C pakket.
 Wanneer geen ZZP gevuld is (of als deze is gevuld met nullen of spaties), wordt
uitgegaan van de (ingevulde) functiecode.
 Wanneer bij een extramurale indicatie één van de vier functiecodes (BGI, BGG,
KVB/VBT of PV) in dezelfde periode is gevuld, wordt deze geselecteerd en uitgeleverd
aan de gemeente.
 Bij een intramurale indicatie worden alle gevulde regels uit dezelfde periode uitgeleverd
aan de gemeente.
 Voorbeelden berekening budgetgegevens
Functie
Ingangsdatum
(jaar, maand,
dag)
81
81
82
82
81
20140107
20120326
20140626
20120101
20130301
Einddatum
(jaar,
maand,
dag)
20290106
20250401
20160731
20180101
20150102
Toegekend
budget
(in centen)
Aantal
dagen in
2014
Berekend
jaarbudget
2014 (in EUR)
2666293
1589100
402003
1293900
186900
359
365
189
365
365
€ 27.108,55
€ 15.891,00
€ 7.763,55
€ 12.939,00
€ 1.869,00
Indien het aantal dagen in 2014 kleiner is dan 365, dan moet het aantal dagen gedeeld worden
door het bedrag toegekend budget en vermenigvuldigd worden met 365. Deze berekening geldt
ook indien er sprake is van een ZZP.
Aanvullende aandachtspunten bij de pgb budgetbedragen
 Een budgethouder kan gedurende het jaar zijn pgb omzetten in zorg in natura. De indicatie
blijft dan geldig, maar het pgb budget wordt gestopt. In een aantal van deze situaties staat in
de einddatum nog de einddatum van de geïndiceerde functie. Bij het omrekenen leidt dit dan
tot een bedrag lager dan € 1.400,00. Indien dit het geval is kunnen er voor deze
geïndiceerde functie ook declaratieregels zorg in natura voorkomen. In dat geval dient u de
pgb regel te negeren.
 Ook na deze uitlevering (de tweede levering) kan het budgetbedrag voor een cliënt dit jaar
nog aangepast worden, door bijvoorbeeld een herindicatie. Deze wijziging is pas in een van
de volgende aanleveringen zichtbaar. U moet daarom altijd de volgende uitlevering
controleren op wijzigingen.
 Bij de berekening van een periode naar een jaarbedrag kunnen er in verband met
afrondingen kleine verschillen optreden. Dit kan overigens ook gelden bij de budgetbedragen
waarbij de periode volledig in 2014 valt. Ook dat heeft te maken met afrondingsverschillen,
waarbij zorgkantoren het jaartarief hebben omgezet naar een dagtarief.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 21
 Budgethouders met een pgb die afloopt voor 31-12-2014 zijn niet in het bestand
opgenomen. Door een herindicatie kunnen deze budgethouders in een volgende levering
wel voorkomen.
 Cliënten met een ZZP hebben de mogelijkheid om op functieniveau te switchen van PGB
naar ZIN en andersom. Om die reden kan een budgetbedrag bij een ZZP niet omgerekend
worden, indien de begindatum ligt na 1-1-2014. Bij ZZP’s kunt u het jaarbudget dus niet altijd
juist berekenen indien het aantal dagen in 2014 kleiner is dan 365. In deze gevallen dient u
contact op te nemen met de cliënt. Het gaat hierbij om een gering aantal cliënten. In de
volgende uitlevering willen we dit opgelost te hebben.
 De pgb bedragen in het bestand zijn bruto pgb bedragen, dus exclusief eventuele eigen
bijdrage die de budgethouder moet betalen.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 22
6. Overige belangrijke aandachtspunten
In dit hoofdstuk wordt een aantal specifieke aandachtspunten onder uw aandacht gebracht met
betrekking tot de uitgeleverde bestanden.
6.1. Wet Bescherming Persoonsgegevens
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het zorgvuldig gebruik en de beveiliging van de
overgedragen gegevens binnen de kaders van de Wbp en de Wmo 2015.
Hoe waarborgt u de privacy van de cliënt?
Het bestand zal bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wbp (Wet bescherming
persoonsgegevens) bevatten. Gemeenten zijn dus ook gehouden aan de privacy eisen die de
Wbp stelt voor het verwerken van deze gegevens. Hoofdstuk 5 van de Wmo 2015 geeft het
wettelijk kader voor gemeenten voor de gegevensverwerking binnen de Wmo 2015. De artikelen
in dit hoofdstuk zijn direct na publicatie van de Wmo 2015 in het Staatsblad van kracht. Vanuit
het traject VISD12 is een privacyscan beschikbaar voor gemeenten. De privacyscan geeft inzicht
in de verschillende processtappen die nodig zijn om goede en zorgvuldige gegevensuitwisseling
na 2015 te borgen en levert een to-do lijst op. U kunt de privacy scan hier vinden:
https://www.visd.nl/secties/gegevensuitwisseling-en-privacy/producten/toelichting-privacy-scangemeenten
6.2. Testen
Vanwege privacy kunnen de softwareleveranciers hun software pas uitgebreid testen na de
eerste aanlevering van gegevens. Het advies is om bestanden van de eerste aanlevering pas in
te lezen na een akkoord van uw softwareleverancier.
6.3. Kwaliteit data
Uit inhoudelijke controles van CIZ en Vektis is gebleken dat de kwaliteit van de
gegevensbestanden in het algemeen goed te noemen is. Waar mogelijk heeft CIZ opschoning /
kwaliteitsverbetering van de bestanden toegepast. Vektis heeft geen toestemming om gegevens
van zorgkantoren aan te passen. In enkele gevallen kan het derhalve voorkomen dat onbekende
codes of waarden worden getoond. Dit geldt alleen voor de pgb-gegevens. Hier worden
momenteel nog nadere analyses op uitgevoerd. In de tweede uitlevering (in september) zal
indien noodzakelijk hier nadere verbeteringen voor zijn doorgevoerd.
Ter verduidelijking:
Vektis ontvangt van de zorgkantoren de bestanden met declaratiegegevens (ZIN) via VECOZO.
VECOZO voert een aantal technische controles uit. Indien de bestanden technisch correct zijn,
worden zij door Vektis ontvangen. Vektis controleert vervolgens ook nog een aantal technische
aspecten. Nadat de bestanden technisch akkoord zijn bevonden, worden deze ingelezen.
Voor pgb bestanden geldt dat deze alleen door Vektis technisch zijn gecontroleerd en goed
bevonden moeten worden.
12
Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 23
Bij het samenstellen van de bestanden is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Heeft u
desondanks het idee dat er gegevens ontbreken, dan kan de gemeente dit aanmelden bij de
helpdesk (zie hoofdstuk 7), zodat hier een nadere analyse op kan plaatsvinden.
6.4. Verantwoordelijkheid gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor:
 het zorgvuldig omgaan met de gegevens, binnen de privacy kaders van de Wbp;
 het vaststellen of een cliënt is ingeschreven in de GBA van uw gemeente. Het kan zijn dat
na de selectie door het CIZ in het GBA nog gegevens zijn gewijzigd, bijvoorbeeld als gevolg
van overlijden of verhuizing. Stel dit vast voordat u de gegevens gaat gebruiken;
 het verifiëren van de contactgegevens van de cliënt, voorafgaand aan het opnemen van
contact met betreffende cliënt. In de aan de gemeente aangeleverde gegevens is alleen het
adresgegeven van de cliënt opgenomen;
 overdracht van de cliënten aan andere gemeenten indien u meent dat een cliënt niet in uw
gemeente, maar bij een andere gemeente thuishoort (dit geldt alleen na de laatste
uitlevering);
 het uitleveren van de bestanden met cliëntgegevens beschermd wonen aan en voor
centrumgemeenten;
 het vaststellen van het pgb budget voor 2015 en het informeren hierover aan de cliënt en de
SVB. De wijze waarop het budget vastgesteld kan worden op basis van de
overdrachtsgegevens staat in hoofdstuk 5 van deze toelichting beschreven;
 het beschikken over functionaliteit voor het inlezen/inzien van de bestanden. Een aantal
softwareleveranciers hebben voor gemeenten inleesfunctionaliteit gebouwd. Neem hiervoor
contact op met de leverancier van uw Wmo-applicatie;
 De consequenties van een gemeentelijke herindeling: Het CIZ werkt met de recente versie
van de Cendris tabel voor de vaststelling van de gemeente. Bij gemeentelijke herindelingen
in de loop van de tweede helft van 2014 kan het voorkomen dat de cliëntinfo van 1e, 2e en
3e aanlevering verwerkt is in de systemen van de oude gemeenten. De nieuwe gemeente
heeft deze informatie dus niet. Hoe hier mee om te gaan is de verantwoordelijkheid van de
ontvangende gemeenten. Indien uw gemeente per 1 januari 2015 onder een gemeentelijke
herindeling valt, dan zal de laatste uitlevering van gegevens (feb 2015) op basis van deze
gemeentelijke herindeling plaatsvinden. Let erop dat u in dat geval ook uw aansluiting op
Porta (bij het CAK) tijdig regelt indien van toepassing.
.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 24
7. Servicedesk
Vanuit het project GO is een Helpdesk geregeld voor de gemeente als er vragen zijn over de
gegevensoverdracht. Hoe dit is georganiseerd leest u hieronder. De helpdesk bestaat uit een
1ste, 2de en 3de lijn. Uw vragen dient u altijd te stellen aan de 1ste lijn.
7.1. Servicedesk (eerste lijn)
De Servicedesk dataverkeer ketenpartners van het CAK vervult de 1ste lijn in de helpdesk. De
1ste lijn kan in ieder geval de volgende onderwerpen direct beantwoorden:
 Algemene vragen over de gegevensoverdracht
 Vragen over het doel van gegevensoverdracht
 Vragen over de toelichting
 Vragen om meer informatie dan in specificaties vastgelegd (zie ook paragraaf 7.3)
 Portaal CAK
 Toegang tot portaal CAK
 Functionaliteit portaal CAK
Op het moment dat de CAK medewerker een vraag niet kan beantwoorden wordt de vraag
doorgezet naar de 2de lijn. Afhankelijk van het type vraag is de tweede lijn het CIZ, CAK, of
Vektis. Binnen 5 werkdagen neemt de 2de lijn dan contact met u op. Dit kan via mail en
telefonisch. De 3de lijn betreft de projectgroep verantwoordelijk voor de gegevensoverdracht. Dit
wordt ingezet indien uit de tweede lijn naar voren komt dat extra overleg noodzakelijk is.
7.2. Bereikbaarheid servicedesk
De servicedesk van het CAK is bereikbaar van 9.00 – 17.00 uur. Het bestaand telefoonnummer:
088 – 7114888 (Servicedesk dataverkeer ketenpartners) wordt gebruikt.
7.3. Buiten scope
Vragen van cliënten vallen buiten de scope van deze helpdesk, deze vragen worden
afgehandeld via de publieke helpdesk. Vragen over individuele cliënten moet u aan de cliënt zelf
en/of de zorgaanbieders stellen.
Op sommige vragen kan geen antwoord worden gegeven. Hieronder is een aantal van deze
vragen/onderwerpen vermeld inclusief een toelichting:
Onderwerp:
Beleidsvragen bv. over zorginkoop, tarieven en
vragen over volume per aanbieder.
Volume per aanbieder per zorgvorm
Over het verband tussen de budgettaire overheveling
en de gegevensoverheveling.
Reden niet te beantwoorden:
Is concurrentiegevoelige informatie
die zorgkantoren niet mogen delen
(zorgkantoren voeren AWBZ
concurrentievrij uit)
Idem
VWS is verantwoordelijk voor
budgetbepalingen en verdeling van
de middelen die overgeheveld
worden. Voor een toelichting op het
Toelichting GO Wmo
Vragen over overheveling gegevens jeugd -
Volume per postcodegebied naar zorgvorm
Inzicht in de verdeling pgb en ZIN: gemeente breed
en per postcode
Gerealiseerde uitgaven per aanbieder in 2013
Budget per aanbieder in 2014
Vragen over keuzes die in het Go traject zijn gemaakt
|
Versie 2.0
|
Pagina 25
budget en de onderbouwing kunt u
terecht op www.invoeringwmo.nl
Overheveling Jeugd is apart project.
Alle actuele informatie is te vinden op:
www.voordejeugd.nl
Kunt u zelf vanuit de aangeleverde
gegevens analyseren
Niet in volumes en bedragen, wel in
aanspraken en aantal cliënten. Deze
kunt u zelf vanuit de aangeleverde
gegevens analyseren
Bij zorg in natura worden geen
bedragen uitgeleverd, vanwege de
concurrentiegevoeligheid van de
informatie
Idem
Is vastgesteld door VWS en niet meer
te wijzigen
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 26
Bijlage 1: Gehanteerde definities en afkortingen
Afkorting
AGB code
AWBZ
AZR
BG
BGG
BGI
BSN
CAK
CIZ
CIZ-indicatie
Cliënt
ERAI
Extramurale zorg
Functie
GO
GBA
Grondslag
Indicatiebesluit
Betekenis
Het AGB (voluit Algemeen Gegevens Beheer) is een uniek
identificerende registratie van zorgaanbiedergegevens ter ondersteuning
van de verschillende processen in de zorg, waaronder het elektronische
declaratie- en communicatieverkeer tussen zorgaanbieder en
zorgverzekeraar, zorginkoop en het 'gidsen' van verzekerden naar de
juiste zorg. Een zorgaanbieder kan een zorgverlener, onderneming of
vestiging zijn.
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AZR (AWBZ-brede zorgregistratie) is een systeem voor het digitaal
kunnen uitwisselen van gegevens over zorgtoewijzing en wachtlijstbeheer
in de keten van de AWBZ.
Begeleiding
Begeleiding groep
Begeleiding Individueel
Burgerservicenummer
Centraal Administratie Kantoor
Centrum Indicatiestelling Zorg
Zie Indicatiebesluit
Verzekerde als bedoeld in artikel 5 en artikel 5b van de AWBZ die op
grond van een CIZ-indicatie zijn aanspraak op AWBZ-zorg realiseert.
Experiment regelarme instellingen. Experimenteren met minder regels
(bijv. werken met één prestatiecode voor meerdere vormen van zorg)
De zorg die wordt verleend aan cliënten met een indicatie uitgedrukt in
functie en klassen (dus geen verblijfsindicatie). Cliënten zijn zelf
verantwoordelijk voor hun woonlasten.
De zorg waarop een cliënt recht heeft op grond van de AWBZ is
omschreven in functies, namelijk:
 Persoonlijke verzorging
 Verpleging
 Begeleiding
 Verblijf
 Behandeling
 Kortdurend verblijf
Gegevensoverdracht AWBZ – Wmo
Gemeentelijke Basisadministratie Personen
Een grondslag is een medische reden waardoor een cliënt in aanmerking
komt voor AWBZ-zorg. De volgende grondslagen kunnen recht geven op
AWBZ-zorg:
 Een somatische aandoening of beperking
 een psychogeriatrische aandoening of beperking
 een psychiatrische aandoening
 een verstandelijke handicap
 een lichamelijke handicap
 een zintuiglijke handicap
Een door het CIZ afgegeven besluit waarin staat op welke AWBZ-zorg de
cliënt aanspraak kan maken
Toelichting GO Wmo
Intramurale zorg
IO31
Klasse
KVB
Leveringsvorm
NZa
Partnerverblijf
Peildatum
Pgb
Prestaties
PSY
PV
VBT
VECOZO
Vektis
VG
VISD
VPT
Wbp
Wmo
ZG
ZIN
Zvw
ZZP
|
Versie 2.0
|
Pagina 27
De zorg die wordt verleend binnen een instelling. Binnen de AWBZ gaat
het om zorg aan mensen met een verblijfsindicatie. Het betreft mensen
die een beschermende woonomgeving of 24-uurstoezicht nodig hebben
Is een standaardbericht binnen de AZR. Bericht bevat het indicatiebesluit
van het CIZ
De omvang van de meeste functies wordt uitgedrukt in zogeheten
klassen: een gemiddeld aantal uren met een bepaalde bandbreedte of
aantal dagdelen per week. De omvang van de AWBZ-functie Verblijf met
bijbehorende zorgbehoefte wordt uitgedrukt in zorgzwaartepakketten,
oftewel ZZP’s, uitgedrukt in aantal etmalen per week
Kortdurend verblijf
Er worden twee leveringsvormen onderscheiden, namelijk het
persoonsgebonden budget (pgb) en de Zorg in Natura (ZIN).
Nederlandse Zorgautoriteit
Als een cliënt AWBZ indicatie ontvangt voor opname in een verpleeg- of
verzorgingshuis kan de partner meeverhuizen zonder AWBZ indicatie. De
partner ontvangt wel een registratief besluit voor partneropname (ZZP0).
Het ZZP0 is het enige pakket waarnaast extramurale zorg geïndiceerd
kan worden.
Datum waarop de selectie van de cliënten bij het CIZ plaatsvindt
Persoonsgebonden budget
De NZa stelt prestaties vast waaraan geleverde AWBZ-zorg moet
voldoen en toetst of de inkoop bij zorgaanbieders/ hulpverleners door
zorgverzekeraars/zorgkantoren voldoet aan de normen. De prestaties
staan beschreven in de normen en waarden van het NZa-toetsingskader.
Grondslag Psychiatrisch
Persoonlijke verzorging
Verblijf tijdelijk
Het beveiligde communicatiepunt voor ketenpartners in de zorg
Het landelijk informatiecentrum van de zorgverzekeraars
Grondslag Verstandelijk gehandicapt
Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein
Volledig pakket thuis
Wet bescherming persoonsgegevens
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Grondslag Zintuigelijk gehandicapt
Zorg in natura. De levering van zorg aan een cliënt door een
zorgaanbieder waarmee het zorgkantoor afspraken heeft gemaakt. De
zorgverzekeraar betaalt de kosten voor de zorg direct aan de
zorgaanbieder.
Zorgverzekeringswet
Zorgzwaartepakket. De soort zorg (intramuraal) waarop de cliënt op
grond van het indicatiebesluit aanspraak kan maken
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 28
Bijlage 2: Toelichting gebruikte data door Vektis
Algemeen
Vektis is gegevensbeheerder voor de zorgkantoren, Vektis kan en mag de gegevens in de
bestanden van de zorgkantoren niet wijzigen.
AWBZ Zorg in Natura (ZIN)
In het datawarehouse AWBZ worden vanaf 2012 de declaratiegegevens AWBZ van de
zorgkantoren opgenomen. Alle zorgkantoren leveren maandelijks informatie aan Vektis. Dit gaat
om alle ZIN. In deze declaratiegegevens beschikt Vektis niet over de grondslag en de verwijzing
naar wel/geen indicatie ZZP (bij declaraties van extramurale zorg). Daarnaast mist de zorg die
niet op cliëntniveau gedeclareerd wordt (inloopfunctie GGZ). Bij de gegevens overdracht wordt
gebruik gemaakt van de declaratiegegevens die betrekking hebben op de zorg die in 2014
geleverd is. De gegevens die Vektis heeft ontvangen bevatten een BSN, waardoor de gegevens
gekoppeld kunnen worden aan de gegevens vanuit het CIZ.
Zorgaanbieders
In de zorg in natura gegevens is ook informatie beschikbaar over de zorgaanbieder. Dit wordt
aangeleverd door middel van een AGB-code. AGB staat voor Algemeen Gegevens Beheer
Zorgverleners. Elke zorgaanbieder/zorginstelling heeft een unieke AGB-code. Deze code wordt
onder andere gebruikt in het declaratieproces. Vektis heeft bij elke AGB-code de NAWgegevens opgezocht. Vektis beschikt alleen over de AGB-code die is aangeleverd. Een
zorgaanbieder kan verschillende AGB-codes gebruiken in het declaratieproces; die van de
instelling, die van het concern, van de stichting, etc. Een instelling kan ook meerdere AGBcodes hebben door het verlenen van verschillende soorten zorg. Vektis weet niet welke
instellingen bij welke stichtingen of concerns horen. Het kan voorkomen dat de ene keer een
declaratie door een concern (met een eigen AGB-code) is aangeleverd en een andere keer door
de instelling (met een eigen AGB-code). Dit wordt dan ook zo getoond.
AWBZ pgb
In deze gegevensoverdracht worden de pgb-gegevens van het jaar 2014 gebruikt. Alle
zorgkantoren leveren deze gegevens maandelijks aan Vektis aan. Vektis heeft daardoor van alle
verzekerden met een pgb informatie over de geïndiceerde of toegewezen functie of ZZP
waarvoor een pgb is afgegeven. Daarnaast is bekend wat het bedrag is waarvoor een pgb is
gegeven per functie of ZZP en de eigen bijdrage die de verzekerde moet betalen. Vektis heeft
geen informatie over de zorg die is geleverd met een pgb, of wie de zorgaanbieder was. De
gegevens die Vektis heeft ontvangen bevatten een BSN, waardoor de gegevens gekoppeld
kunnen worden aan de gegevens vanuit het CIZ.
Samenloop ZIN en pgb
Binnen de AWBZ heeft een cliënt de mogelijkheid om zijn aanspraak in ZIN of met een pgb te
verzilveren. Ook een combinatie van beide kan voorkomen. In dat geval zullen er in de
gegevensoverdracht naast declaraties ook pgb gegevens meegeleverd worden. Een cliënt kan
gedurende het jaar overstappen van ZIN naar pgb en omgekeerd. Dit is niet uit de
indicatiegegevens of aanspraken af te leiden. Het kan daardoor voorkomen dat in de Vektisbestanden over een bepaalde periode voor bepaalde cliënten zowel gegevens van
zorgprestaties die via ZIN zijn geleverd en gedeclareerd als pgb gegevens te vinden zijn.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 29
Bijlage 3: Functionele bestandsbeschrijving
Algemeen
Hieronder is de bestandsbeschrijving weergegeven. Het bestand cliëntgegevens bestaat feitelijk
uit meerdere bestanden. Dit is gedaan om de bestanden via het CSV formaat te kunnen
uitleveren en voor de eenvoud van de verdere verwerking van de bestanden. De
bestandsuitwisseling geschiedt op basis van “.CSV” formaat met als scheidingsteken de pipeline
(|). De gemeente ontvangt drie verschillende soorten bestanden (x 2: regulier en
centrumgemeente):
 Bestand met identificerende en indicatiegegevens
Het bestand met identificerende en indicatiegegevens wordt aangemaakt door het CIZ.
Indien de cliënt in zorg is zullen er veelal ook declaratie of pgb gegevens van aanwezig zijn.
Deze gegevens staan dan in de volgende twee bestanden.
 Bestand met declaratiegegevens (zorgconsumptie) ZIN
Door Vektis aangemaakt en bevat de declaratiegegevens zorg in natura (ZIN). De vulling
vindt plaats op basis van de door het CIZ geselecteerde gegevens. Per combinatie BSN en
geïndiceerde functie vanuit het CIZ bestand wordt gezocht naar bijbehorende
declaratiegegevens. Er wordt geen record aangemaakt indien geen declaratierecord
gevonden wordt.
 Bestand met pgb gegevens
Door Vektis aangemaakt en bevat de pgb gegevens. De vulling vindt plaats op basis van de
door het CIZ geselecteerde gegevens. Per combinatie BSN en geïndiceerde functie vanuit
het CIZ bestand wordt gezocht naar bijbehorende pgb gegevens met een BSN. Er wordt
geen record aangemaakt indien geen pgb-record gevonden wordt.
In de bijlage van deze toelichting vindt u codelijsten voor de in onderstaande bestanden
gebruikte coderingen.
Bestand CIZ identificerende en indicatiegegevens
Naam van veld
Kenmerk bericht
Bron
Gemeentecode
Zorgkantoor
Omschrijving
Altijd 01
Altijd CIZ
Gemeentecode van cliënt
volgens GBA.
Code van het zorgkantoor.
Burgerservicenummer
BSN van de cliënt.
Geïndiceerde functie
Dit betreft de functies die
per 1-1-15 onder de Wmo
gaan vallen.
Eventueel extra toelichting
Deze code wordt gehaald uit de
Cendris codetabel.
Dit is het zorgkantoor ten tijde van
de afgifte van het indicatiebesluit.
De cliënt is de verzekerde als
bedoeld in artikel 5 en artikel 5b
van de AWBZ die op
grond van een CIZ-indicatie een
aanspraak heeft op AWBZ-zorg.
Toelichting GO Wmo
Geïndiceerde ZZP
Dit betreft de ZZP’s die
per 1-1-15 onder de Wmo
gaan vallen. Dit zijn alleen
de GGZ C indicaties voor
beschermd wonen.
Geïndiceerde
zorgomvang
Is gekoppeld aan
extramurale functies,
wordt uitgedrukt in
klassen.
Vervoer ja/nee, in
combinatie met de functie
Begeleiding in
groepsverband.
Uit GBA
Indicatie vervoer
Naam cliënt
Geboortedatum
Postcode huisadres
GBA
Huisnummer
Huisnummer toevoeging
Eerste grondslag
Versie 2.0
|
Pagina 30
Een ZZP (zorgzwaarte pakket)
omvat wonen, zorg en diensten en
eventueel dagbesteding.
Het nummer geeft de zorgzwaarte
aan.
Een besluit kan een combinatie
van een ZZP en functie (alleen
BG GRP) bevatten.
Een klasse is een verzameling
van uren, dagdelen of etmalen,
die de bandbreedte van zorg
aangeeft voor extramurale zorg
In de gegevensbestanden is geen
gebruik gemaakt van diakrieten
(tekens boven de letters zoals
accenten, umlauten en trema’s).
Uit GBA
Uit GBA
Uit GBA
Uit GBA
Tweede grondslag
Indicatiebesluitnummer
|
Dit is het unieke nummer
dat hoort bij een CIZ
besluit dat ook
gecommuniceerd wordt in
de AZR keten.
Om voor AWBZ-zorg in
aanmerking te kunnen komen,
moet er sprake zijn van een
aandoening, beperking of
handicap. Er moet dus sprake zijn
van een grondslag. Er kan sprake
zijn van meerdere grondslagen,
de eerste grondslag is gebaseerd
op de zwaarwegendste
beperkingen die leiden tot
zorgbehoefte.
Sommige cliënten hebben
meerdere grondslagen. De
dominante grondslag wordt in het
dossier als eerste vermeld. De
andere grondslagen zijn
‘bijkomend’. Bijkomende
grondslagen zijn tijdelijk of
structureel aanwezig.
Een indicatiebesluit is de
beschikking die het CIZ afgeeft,
waarin staat op welke AWBZ-zorg
de cliënt aanspraak kan maken.
Per cliënt kan er maar één
indicatiebesluit geldig zijn, met het
afgeven van een nieuw besluit
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 31
vervalt het voorafgaande besluit.
Een volgend besluit voor dezelfde
cliënt heeft een ander (hoger)
nummer.
Besluitdatum indicatie
De datum van afgifte van
een besluit
Ingangsdatum
functie/ZZP
Einddatum functie/ZZP
Leveringsvorm in
indicatiebestand
Regelvolgnummer
Peildatum
Aanmaakdatum
Dit is de voorkeur van de
cliënt voor ZIN of pgb op
het moment van
Indicatiestelling.
Volgnummer van deze
regel in het bestand
Deze datum die bepaalt
de selectie bij het CIZ en
die per levering wordt
vastgesteld door VWS.
Aanmaakdatum bestand.
De verschillende functies in een
besluit kunnen onderling
verschillen in ingangsdatum.
De verschillende functies/ZZP’s in
een besluit kunnen onderling
verschillen in einddatum. De
combinatie van ZZP’s met functies
kan niet in dezelfde periode geldig
zijn.
De gerealiseerde leveringsvorm
kan hiervan afwijken!
Alleen de besluiten met
functies/ZZP’s die geldig zijn op
de peildatum zijn meegenomen in
de overdracht, daarbij is niet
gekeken of de functies/ZZP’s nog
geldig zijn op 1-1-2015.
Vooraf heeft het CIZ een GBAcheck uitgevoerd. Mutaties na de
peildatum zijn niet meegenomen.
Deze kan na de peildatum liggen.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 32
Bestand Vektis declaratiegegevens ZIN
Het Zorg in Natura bestand van Vektis bevat voor de personen die het CIZ heeft geselecteerd
de bijbehorende declaraties. Een persoon kan meerdere declaraties hebben in een jaar,
aangezien er elke maand gedeclareerd wordt door een zorgaanbieder. Alle declaraties vanaf 1
januari 2014 zijn meegenomen. In onderstaande tabel staan de velden van het bestand
toegelicht.
Naam van veld
Omschrijving
Kenmerk
Kenmerk van het bericht. In het ZINbestand altijd ‘02’.
Bron van het record. Altijd ‘Vektis’.
Bron
gemeentecode
zorgkantoor
Gemeentecode van de cliënt volgens de
GBA. Afkomstig uit het CIZ-bestand.
UZOVI-code (unieke code) van het
zorgkantoor dat de declaratie voor de
zorg in natura heeft vergoed.
BSN
Burgerservicenummer van de cliënt.
Functie
Functiecode die is meegegeven bij de
declaratie van de zorg in natura. Een
functie is een gecodeerde aanduiding van
een (reeks van) activiteit(en) in
functionele termen die losgekoppeld is
van een bepaalde leverancier, waarbij
wordt beschreven wat de inhoud en aard
van die activiteit is in termen van
hulpverlening (wonen, zorg en welzijn).
Zorgzwaartepakketcode uit de declaratie.
zzp_code
leveringsvorm
prestatiecode
begindatum_prestat
ie
einddatum_prestati
e
geleverde_
zorgomvang_1
geleverde_
zorgomvang_2
debet_credit_
Gecodeerde aanduiding van de vorm
waarin de cliënt de zorg ontvangt. In het
ZIN-bestand altijd ‘ZIN’.
Code die de geleverde AWBZ-prestatie
identificeert.
Datum waarop de prestatie feitelijk is of
wordt uitgevoerd. Als de uitgevoerde
prestatie betrekking heeft op meerdere
dagen dan is het de begindatum.
Datum waarop de prestatie is beëindigd.
Hoeveelheid verrichte prestaties in de
prestatieperiode. Ook wel 'aantal
uitgevoerde prestaties'.
De tijdsduur waarin de zorg/behandeling
wordt uitgedrukt.
Ook wel 'tijdseenheid zorgperiode'.
Indicatie of de geleverde zorgomvang
debet (positief) of credit (negatief) is. Dit
Eventueel extra toelichting
Codes lopen van 5501
(zorgkantoor Groningen)
t/m 5532 (zorgkantoor
Midden-IJssel). Voor
omschrijving van de codes
zie Biljage 4.
Voorbeelden: 31 (=
Persoonlijke verzorging),
71 (= Kortdurend verblijf),
81 (= Begeleiding
individueel), 82 (=
Begeleiding groep. Voor
omschrijving van de codes
zie Bijlage 4.
Voor omschrijving van de
codes zie Bijlage 4.
Voor omschrijving van de
prestatiecodes zie Bijlage 4
Voor omschrijving van de
codes zie Bijlage 4.
Debet (=D), Credit (=C)
Toelichting GO Wmo
geleverde
zorgomvang 1
agb_code
_zorgaanbieder
naam_zorgaanbied
er
laatste komt voor als de zorgaanbieder
een correctie op een eerdere declaratie
aanlevert.
AGB-code van de zorgaanbieder die de
zorg in natura heeft geleverd.
Naam van de zorgaanbieder die hoort bij
de AGB-code.
adres_zorgaanbied
er
Adres van de zorgaanbieder zoals
vastgelegd in AGB.
Hierin staan de actuele adresgegevens.
plaats_zorgaanbied
er
Plaats van de zorgaanbieder volgens
AGB.
regelvolgnummer
Volgnummer van deze regel in het
bestand.
Peildatum van de selectie. Dit is de
peildatum van het CIZ-bestand.
Aanmaakdatum van het bestand.
Peildatum
aanmaakdatum
|
Versie 2.0
|
Pagina 33
Zie www.agbcode.nl
Als er geen gegevens
worden gevonden bij de
AGB-code dan wordt veld
gevuld met ‘AGB-code
onbekend’.
Als er geen gegevens
worden gevonden bij de
AGB-code dan wordt veld
gevuld met ‘AGB-code
onbekend’.
Als er geen gegevens
worden gevonden bij de
AGB-code dan wordt veld
gevuld met ‘AGB-code
onbekend’.
Bestand PGB gegevens
Het PGB bestand van Vektis bevat voor de personen die het CIZ heeft geselecteerd de
geselecteerde pgb’s. Een persoon kan meerdere pgb’s hebben in een jaar. In onderstaande
tabel staan de variabelen van het bestand toegelicht.
Naam van veld
Omschrijving
Kenmerk
Kenmerk van het bericht. In het PGBbestand altijd ‘03’.
Bron van het record. Altijd ‘Vektis’.
Gemeentecode van de cliënt volgens de
GBA.
Bron
gemeentecode
zorgkantoor
Afkomstig uit het CIZ-bestand.
UZOVI-code van het zorgkantoor dat
verantwoordelijk is voor de pgb.
BSN
Burgerservicenummer van de cliënt.
Eventueel extra toelichting
Codes lopen van 5501
(zorgkantoor Groningen)
t/m 5532 (zorgkantoor
Midden-IJssel). Voor de
omschrijving van de codes
zie Bijlage 4.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 34
Functiecode
Functie die is meegegeven in het PGBbestand. Een functie is een gecodeerde
aanduiding van een (reeks van)
activiteit(en) in functionele termen die
losgekoppeld is van een bepaalde
leverancier, waarbij wordt beschreven wat
de inhoud en aard van die activiteit is in
termen van hulpverlening (wonen, zorg en
welzijn).
Functiecode is altijd gevuld
in het PGB-bestand,
behalve wanneer het een
ZZP betreft. Bij ZZP’s is de
code in tweede levering
leeg en is de ZZP één keer
vermeld (in de eerste
levering werden bij elke
ZZP de functiecodes
getoond). Voorbeelden van
functiecodes zijn: 31 (=
Persoonlijke verzorging),
71 (= Kortdurend verblijf),
81 (= Begeleiding
individueel), 82 (=
Begeleiding groep). Voor
omschrijving van de codes
zie Bijlage 4.
zzp_code
Code van het zorgzwaartepakket zoals
opgenomen in het PGB-bestand.
toegekend_budget
ingangsdatum_functie
Bedrag in centen van het toegekend
budget
Gecodeerde aanduiding van de vorm
waarin de cliënt de zorg ontvangt.
In het PGB-bestand altijd ‘PGB’.
Eerste dag van de budgetperiode.
ZZP-code is niet altijd
gevuld, alleen wanneer het
een ZZP betrof. Voor
omschrijving van de codes
zie Bijlage 4.
Veld is bij de eerste
uitlevering gevuld met nul
einddatum_functie
Laatste dag van de budgetperiode.
regelvolgnummer
Volgnummer van deze regel in het
bestand.
Peildatum van de selectie. Dit is de
peildatum van het CIZ-bestand.
Aanmaakdatum van het bestand.
leveringsvorm
Peildatum
aanmaakdatum
Ingangsdatum indicatie
functie/ZZP of
budgetperiode
einddatum indicatie
functie/ZZP of
budgetperiode.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 35
Bijlage 4: Codelijsten
In deze bijlage staan de belangrijkste codelijsten vermeld. In de codelijst kunt u de betekenis
van een code terugvinden. Dit zijn de belangrijkste codelijsten die u voor de aangeleverde
tabellen kunt gebruiken: zorgkantoor, grondslag, functie, ZZP, zorgomvang, en de positieve
selectielijst voor zorg in natura bij extramurale indicaties.
De codelijsten zijn ook te vinden op http://ei.vektis.nl/ onder codelijsten. De lijst met
prestatiecodes is te vinden op https://tog.vektis.nl/WebInfo.aspx?ID=Prestatiecodelijsten bij
prestatiecodelijst AWBZ. De ‘positieve selectielijst’ is niet als codelijst gepubliceerd.
Codelijst zorgkantoor
Code
Betekenis
5501
Zorgkantoor Groningen
5502
Zorgkantoor Friesland
5503
Zorgkantoor Drenthe
5504
Zorgkantoor Zwolle
5505
Zorgkantoor Twente
5506
Zorgkantoor Apeldoorn, Zutphen
en omstreken
5507
Zorgkantoor Arnhem
5508
Zorgkantoor Nijmegen
5509
Zorgkantoor Utrecht
5510
Zorgkantoor Flevoland
5511
Zorgkantoor 't Gooi
5512
Zorgkantoor Noord Holland Noord
5513
Zorgkantoor Kennemerland
5514
Zorgkantoor
Zaanstreek/Waterland
5515
Zorgkantoor Amsterdam
5516
Zorgkantoor Amstelland en De
Meerlanden
Code
5517
5518
5519
5520
5521
5522
5523
5524
5525
5526
5527
5528
5529
5530
5531
5532
Betekenis
Zorgkantoor Zuid-Holland Noord
Zorgkantoor Haaglanden
Zorgkantoor Delft Westland Oostland
Zorgkantoor Midden-Holland
Zorgkantoor Rotterdam
Zorgkantoor Nieuwe WaterwegNoord
Zorgkantoor Zuid-Hollandse Eilanden
Zorgkantoor Waardenland
Zorgkantoor Zeeland
Zorgkantoor West-Brabant
Zorgkantoor Midden-Brabant
Zorgkantoor Noordoost Brabant
Zorgkantoor Zuidoost-Brabant
Zorgkantoor Noord- en Midden
Limburg
Zorgkantoor Zuid-Limburg
Zorgkantoor Midden-IJssel
Codetabel grondslag
Code Betekenis
01
Somatische Ziekte/Aandoening
02
Psychogeriatrische Ziekte/Aandoening
03
Psychiatrische Aandoening, Psychische Stoornis
04
Lichamelijke Handicap (Functiestoornis)
05
Verstandelijke Handicap (Functiestoornis)
06
Zintuiglijke Handicap (Functiestoornis)
07
Psychosociale Problemen
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 36
Codelijst functie13
Code Betekenis
21
HV: Huishoudelijke verzorging
31
PV: Persoonlijke verzorging
41
VP: Verpleging
61
BHALG: Behandeling algemeen (buiten verblijf in AWBZ-instelling)
62
BHVBF: Behandeling met verblijf
63
BH-IND: Behandeling individueel
64
BH-GRP: Behandeling in groepsverband
71
VBTYD: Verblijf tijdelijk
81
BG-IND: Begeleiding individueel
82
BG-GRP: Begeleiding in groepsverband
91
ADL: ADL-assistentie
Codelijst ZZP
Code
Betekenis
190
9VV A
191
9VV B
750
1VV
751
2VV
752
3VV
753
4VV
754
755
756
5VV
6VV
7VV
757
8VV
758
759
760
762
764
766
768
9VV
10VV
1GGZ C
2GGZ C
3GGZ C
4GGZ B
5GGZ B
770
6GGZ B
772
7GGZ B
780
781
782
783
784
790
800
802
804
1LVG
2LVG
3LVG
4LVG
5LVG
1SGLVG
1VG
2VG
3VG
13
Omschrijving
Geriatrische revalidatiezorg
Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging
Beschut wonen met enige begeleiding
Beschut wonen met begeleiding en verzorging
Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging
Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide
verzorging
Beschermd wonen met intensieve dementiezorg
Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke
aandoeningen, met nadruk op begeleiding
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke
aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging
Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging
Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg
Beschermd wonen met begeleiding
Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding
Beschermd wonen met intensieve begeleiding
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en
gedragsregulering
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve
verpleging en verzorging
Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme
gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding
Wonen met enige behandeling en begeleiding
Wonen met behandeling en begeleiding
Wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep
Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
Behandeling in een SGLVG-behandelcentrum
Wonen met enige begeleiding
Wonen met begeleiding
Wonen met begeleiding en verzorging
In de bestanden komen in enkele gevallen de functiecodes 0, 96 en 97 voor. Dit zijn interne
codes van zorgkantoren. Deze hebben verder geen betekenis.
Toelichting GO Wmo
806
808
810
4VG
5VG
6VG
812
7VG
814
820
822
824
826
828
830
832
8VG
1LG
2LG
3LG
4LG
5LG
6LG
7LG
840
842
844
846
848
1ZGvis
2ZGvis
3ZGvis
4ZGvis
5ZGvis
850
852
854
856
860
862
864
866
1ZGaud
2ZGaud
3ZGaud
4ZGaud
1GGZ B
2GGZ B
3GGZ B
4GGZ C
868
5GGZ C
870
6GGZ C
998
999
ZZPX
ZZP0
|
Versie 2.0
|
Pagina 37
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
Wonen met begeleiding en zeer intensieve verzorging
Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en
gedragsregulering
(Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en
gedragsregulering
Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
Wonen met begeleiding en enige verzorging
Wonen met enige begeleiding en verzorging
Wonen met begeleiding en verzorging
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve
verzorging
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
Wonen met begeleiding en enige verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve
verzorging
Wonen met begeleiding en enige verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
Wonen met intensieve begeleiding en enige verzorging
Voortgezet verblijf met begeleiding
Voortgezet verblijf met structuur en uitgebreide begeleiding
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding
Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en
verzorging
Beschermd wonen met intensieve begeleiding en
gedragsregulering
Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve
verpleging en verzorging
Onbepaald zorgzwaartepakket
Partnerverblijf
Codetabel zorgomvang
Code
Betekenis
99
K0
K1
K2
Niet van toepassing
0 tot 1 uur per week (intervalbegeleiding)
0 tot 2 uur per week (intervalbegeleiding)
2 tot 4 uur per week (intervalbegeleiding, doorgaans meerdere keren per
week, gemiddeld 3 uur per week)
4 tot 7 uur per week (min of meer dagelijkse begeleiding eventueel meerdere
keren per dag, gemiddeld 5 uur/w)
7 tot 10 uur per week (continue begeleiding, veelal in samenhang met
geclusterd wonen, al dan niet verblijf)
10 tot 13 uur per week (continue begeleiding plus toezicht, met geclusterd
wonen, structuurbiedend klimaat)
13 tot 16 uur per week (continue begeleiding plus toezicht, met geclusterd
wonen, structuurbiedend klimaat met extra aandacht)
16 tot 20 uur per week (continue en intensieve begeleiding, individueel en
structuurverlenend, permanent toezicht)
K3
K4
K5
K6
K7
Toelichting GO Wmo
K8
KD01
KD02
KD03
KD04
KD05
KD06
KD07
KD08
KD09
KD10
KD11
KD12
KD13
KD14
KD15
KE1
KE2
KE3
KE4
KE5
KE6
KE7
|
Versie 2.0
|
Pagina 38
20 tot 25 uur per week (continue begeleiding en bescherming, 24 uurs nabij, in
therapeutisch leefklimaat)
Een dagdeel per week
Twee dagdelen per week
Drie dagdelen per week
Vier dagdelen per week
Vijf dagdelen per week
Zes dagdelen per week
Zeven dagdelen per week
Acht dagdelen per week
Negen dagdelen per week
Tien dagdelen per week
Elf dagdelen per week
Twaalf dagdelen per week
Dertien dagdelen per week
Veertien dagdelen per week
Vijftien dagdelen per week
Gemiddeld een etmaal per week
Gemiddeld twee etmalen per week
Gemiddeld drie etmalen per week
Gemiddeld vier etmalen per week
Gemiddeld vijf etmalen per week
Gemiddeld zes etmalen per week
Zeven etmalen per week
Positieve selectielijst voor zorg in natura declaraties bij extramurale indicatie
Code NZa
Prestatiecode
Functie
H300 Begeleiding
H300
BG
H150 Begeleiding extra (p/u.)
H150
BG
H152 Begeleiding speciaal 1 ( nah) (p/u.)
H152
BG
H153 Gespecialiseerde begeleiding (psy) (p/u.)
H153
BG
H301 Begeleiding zg visueel
H301
BG
H303 Begeleiding zg auditief
H303
BG
H302 Begeleiding speciaal 2 (zg) visueel
H302
BG
H304 Begeleiding speciaal 2 (zg) auditief
H304
BG
H305 Begeleiding zorg op afstand aanvullend
H305
BG
H126 Persoonlijke verzorging (p/u.)
H126
PV
H127 Persoonlijke verzorging extra (p/u.)
H127
PV
H136 Persoonlijke verzorging op afstand aanvullend
H136
PV
H137 Persoonlijke verzorging farmaceutische telezorg
H137
PV
H132 Nachtverzorging (p/clt.p/dg.dl.)
H132
BGG
H531 Dagactiviteit basis (p/clt.p/dg.dl.)
H531
BGG
H800 Module cliëntkenmerk (som-ondersteunend)
H800
BGG
H533 Module cliëntkenmerk (PG) (p/clt.p/dg.dl.)
H533
BGG
H811 Dagactiviteit VG licht
H811
BGG
H812 Dagactiviteit VG midden
H812
BGG
H813 Dagactiviteit VG zwaar
H813
BGG
H831 Dagactiviteit LG licht
H831
BGG
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 39
H832 Dagactiviteit LG midden
H832
BGG
H833 Dagactiviteit LG zwaar
H833
BGG
H851 Dagactiviteit ZG auditief licht
H851
BGG
H852 Dagactiviteit ZG auditief midden
H852
BGG
H853 Dagactiviteit ZG auditief zwaar
H853
BGG
H871 Dagactiviteit ZG visueel licht
H871
BGG
H872 Dagactiviteit ZG visueel midden
H872
BGG
H873 Dagactiviteit ZG visueel zwaar
H873
BGG
F125 Dagactiviteit GGZ-LZA (p/u.)
F125
BGG
H989 Prijs dagdl. inventaris dagbest. GGZ PER Tot. dagdl.
inventaris dagbest. GGZ
H990 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GGZ
H989
BGG
H990
BGG
H894 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ
extramuraal
H895 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling GHZ rolstoel
extram.
H803 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling V&V
H894
BGG
H895
BGG
H803
BGG
Z996 Verblijfscomponent kortdurend verblijf V&V
Z996
KVB/VBT
Z992 Per dag ZZP GGZ verblijfscomponent
Z992
KVB/VBT
Z993 Per dag ZZP VG&LG verblijfscomponent
Z993
KVB/VBT
Z994 Per dag ZZP ZG verblijfscomponent
Z994
KVB/VBT
R011 Careyn Multiproblematiek
R011
ERAI
R013 Careyn Wankel evenwicht
R013
ERAI
R015 Careyn Neurologische aandoening
R015
ERAI
R017 Careyn Senior plus
R017
ERAI
R019 Careyn Enkelvoudige aandoening
R019
ERAI
R021 Careyn Palliatief14
R021
ERAI
R023 Careyn Reserve
R023
ERAI
R003 Weekbudget Zorg thuis De Bilt
R003
ERAI
R004 Weekbudget Zorg thuis Wijk Bij Duurstede
R004
ERAI
R005 Icare
R005
ERAI
R006 Icare ERAI
R006
ERAI
R007 Weektarief Activite
R007
ERAI
Codelijst Indicatie Vervoer
Code
Betekenis
1
vervoer nodig
2
vervoer niet nodig
Codelijst Leveringsvorm (in bestand CIZ)
Code
Betekenis
2
PGB
4
ZIN
14
Verwijderd bij 2de levering. Geen impact op bestanden. Kwam niet voor in 1ste uitlevering.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 40
Codelijst Geleverde zorgomvang 2
Code
Betekenis
01
Minuut
02
Kwartier
03
Half uur
04
Uur
06
Uren en minuten
07
5 minuten
11
Overdag
12
Nacht
13
Halve dag
14
Etmaal (24 uur)
15
Dagdeel (3 uur)
16
Dagdeel (4 uur)
21
Week
24
4 weken
31
Maand
33
3 maanden
36
6 maanden
41
Jaar
49
Langer dan een
"uuumm"
(dag + nacht)
jaar
81
99
Benodigde
Deze codering bv. invullen als er sprake is van een
tijdsduur of
tarief/honorering onafhankelijk van de behandelingsduur
tijdsonafhankelijk
(budget, enz.).
Onbekend
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 41
Bijlage 5: Frequently asked Questions
A.
A.1
A.1.1
Clientgegevens (CIZ)
Aantallen
Waarom wijken de
aantallen cliënten en/of
geïndiceerde functies af
van de eerder verstrekte
beleidsinformatie?
A.1.2
Waarom wijkt informatie
in de
gegevensoverdracht af
van een eerdere
gegevensoverdracht?
Wat gebeurt er met
tussentijdse mutaties;
nieuwe cliënten,
overlijden, verhuizing,
andere AWBZ indicatie,
gewijzigde declaratie
etc.?
Samenstelling
gegevensset
Welke functies/ZZP’s
zitten in de overdracht
naar gemeenten?
A.1.3
A.2
A.2.1
 De beleidsinformatie van begin 2014 is gebaseerd op
de jaren 2012 en 2013, ondertussen zijn er mutaties
geweest door overlijden, verhuizingen, aflopende
indicaties, nieuwe indicaties enz.
 Bij de beleidsinformatie is geen GBA-check gedaan
waardoor er overleden personen in het bestand zaten
en personen mogelijk aan een verkeerde gemeente
toegewezen zijn.
 In de beleidsinformatie konden personen meerdere
indicaties (achter elkaar) hebben, aangezien de
informatie over hele jaren ging. In deze eenmalige
overdracht heeft een cliënt maar één indicatiebesluit,
aangezien er een peildatum is gekozen.
Een bestand in de gegevensoverdracht is een
momentopname op een bepaalde datum (peildatum),
tussen twee peildata kunnen er mutaties zijn geweest door
overlijden, verhuizingen, aflopende indicaties, nieuwe
indicaties enz.
Deze worden in de volgende gegevensoverdracht
meegenomen, tussentijdse mutaties worden niet apart
gemeld aan gemeenten.
De gemeenten krijgen gegevens van mensen van 18 jaar
en ouder die op de peildatum een geldige AWBZ indicatie
hebben voor zorg die overgaat naar de Wmo-2015. Het
CIZ en de zorgkantoren leveren deze gegevens aan. Het
CIZ verstrekt alleen de cliëntgegevens van de over te
hevelen zorg aan gemeenten. Daarbij gaat het over de
volgende vormen van AWBZ-zorg:
 Begeleiding individueel;
 Begeleiding groep (dagbesteding), inclusief eventueel
geïndiceerd vervoer;
 Kortdurend verblijf (logeren: maximaal 3 etmalen per
week);
 Tijdelijk verblijf;
 Persoonlijke verzorging, maar alleen als sprake is een
zintuigelijke beperking en/of verstandelijke beperking
en/of psychiatrische aandoening en er geen sprake is
van geïndiceerd VP
Toelichting GO Wmo
A.2.2
Welke gegevens krijgen
de gemeenten van het
CIZ?
A.2.3
Waar kan ik zien welke
selectiecriteria zijn
toegepast door het CIZ?
Kunnen gemeenten ook
de medische
dossiers/gegevens
ontvangen?
A.2.4
A.2.5
A.2.6
A.2.7
A.2.8
A.2.9
15
Kunnen gemeenten ook
inzicht krijgen of er bij
een cliënt ook
zorgverzekeringszorg is
geïndiceerd?
Kan er in de volgende
levering een gegeven
worden toegevoegd?
Cliënten hebben een
indicatiebesluit dat
afloopt voor 1-1-2015,
gaan deze wel onder de
verantwoordelijkheid van
gemeenten vallen?
Waarom zijn de
gegevens van cliënten
die een indicatie hebben
voor ”lage” ZZP”; niet
opgenomen in de
gegevensset?
Welke gemeentelijke
indeling is gehanteerd?
|
Versie 2.0
|
Pagina 42
 Beschermd wonen voor cliënten met een
psychiatrische grondslag (GGZ C-pakket).
De belangrijkste gegevens die het CIZ verstrekt zijn:
 Naam, adres en Burgerservicenummer;
 Indicatie, functie(s), ZZP’s, zorgomvang,
geldigheidstermijnen;
 De grondslag voor de zorg.
Dit is terug te vinden in de toelichting die de gemeente
tegelijk met de gegevensbestanden heeft ontvangen
(hoofdstuk 4.2)
In de Wmo 2015 is beschreven welke gegevens worden
overgedragen aan gemeenten, overdracht van medische
dossiers is niet opgenomen in die wet en kan ook niet op
basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
De bedoeling van de overdracht is dat de gemeente het
gesprek aan kan gaan met de cliënt (en de zorgaanbieder)
over de voortzetting van de zorg, de gedefinieerde
gegevensset biedt daarvoor voldoende basis. Bovendien is
het medische dossier vaak verouderd. Gemeenten kunnen
over individuele cliëntsituaties dus geen vragen stellen aan
het CIZ.
Op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens is
dit niet mogelijk. Als gemeente kunt u daarom ook geen
inzicht krijgen op eventueel geïndiceerde PV en/of VP die
naar de zorgverzekeraar gaat.
De bedoeling van de overdracht is dat de gemeente het
gesprek aan kan gaan met de cliënt (en de zorgaanbieder)
over de voortzetting van de zorg, de nu gedefinieerde
gegevensset zou daarvoor voldoende basis moeten
bieden.
Als er nog zorg nodig is na afloop van een indicatie moet
de cliënt (of de zorgaanbieder namens de cliënt), een
herindicatie aanvragen bij het CIZ. Vooral in de langdurige
zorg leidt een herindicatie meestal wel tot een nieuwe
indicatie. Of deze zorg dan onder de Wmo valt, is
afhankelijk van wat er in een herindicatie wordt bepaald.
Vanwege het overgangsrecht straks in de Wlz hebben de
huidige cliënten met een laag ZZP die extramuraal wordt
verzilverd de gelegenheid om zelf te kiezen tussen
ondersteuning vanuit de Wmo en/of zvw of intramurale
zorg. Omdat nu nog niet bekend is wat de individuele cliënt
gaat doen, kunnen de gegevens van deze cliënten niet
worden meegenomen in de selectie. In 2015 moeten deze
cliënten zichzelf melden bij hun gemeente als ze Wmo zorg
willen ontvangen.15
Het CIZ werkt met de recente versie van de Cendris tabel
voor de vaststelling van de gemeente.
Meer informatie hierover kunt u vinden in de Informatiekaart Overgangsregime AWBZ
cliënten van het TransitieBureau
Toelichting GO Wmo
A.2.10
Waar is de informatie te
vinden over cliënten die
gebruik maken van de
inloop GGZ?
A.2.11
Waar is de informatie te
vinden over cliënten die
gebruik maken van
‘Doventolkzorg’?
A.2.12
Zijn de gegevens van
cliënten die in een
Focuswoning verblijven
overgedragen naar
gemeente?
Wat is de betekenis van
de codes bij het veld
Indicatie vervoer?
A.2.13
A.2.14
A.2.15
A.3
A.3.1
A.3.2
A.3.3
Wat is de betekenis van
de codes bij het veld
Leveringsvorm?
Hoe kan een gemeente
zien of er naast het ZZP
GGZ C ook BGG is
geïndiceerd?
(mogelijke) Fouten
Constatering van
functies/ZZP’s in de
overdracht die niet
genoemd zijn in de
selectielijst
Cliënten in de overdracht
wonen niet in onze
gemeente
Cliënten in de overdracht
zijn overleden
|
Versie 2.0
|
Pagina 43
Lumpsum vergoeding aan de zorgaanbieder, zoals de
inloopfunctie GGZ wordt niet geïndiceerd en niet op
cliëntniveau gedeclareerd. De cliëntgegeven zijn alleen bij
de zorgaanbieders bekend, deze moeten zorgdragen voor
overdracht naar gemeenten.
Doventolkzorg wordt niet geïndiceerd en geregistreerd bij
het CIZ. De doventolkzorg in de AWBZ wordt uitgevoerd
door Menzis. Menzis zal samen met VWS en de VNG
nader uit werken wat er moet worden geregeld voor de
gegevensoverdracht rond de doventolk en de ZG
begeleiding.;
Voor Focuswoningen geldt een aparte subsidieregeling,
deze zorg valt niet onder de verantwoordelijkheid van
gemeenten, deze gegevens worden daarom niet
overgedragen.
Code 1 = vervoer nodig
Code 2 = vervoer niet nodig
Leeg veld = niet van toepassing. Het veld wordt alleen
gevuld in combinatie met de functie Begeleiding groep
(BGG)
Code 2 = Pgb
Code 4 = ZIN
In de bestanden is bij GGZ C aangegeven dat er vervoer
noodzakelijk is (volgnummer 209), hieruit kan worden
opgemaakt dat er sprake is van dagbesteding. Bij
dagbesteding is het of 2 geen vervoer of 1 wel vervoer.
Dus 1 of 2 zegt dat er sprake is van dagbesteding. De
waarde van vervoer kan ook leeg zijn. In dat geval is er dus
geen vervoer geïndiceerd, maar ook geen dagbesteding. In
de Pgb-declaratiebestanden van de volgende leveringen
kan een gemeente zien of er een pgb is toegekend.
Neem hiervoor contact op met de helpdesk
De betreffende cliënten kunnen onlangs verhuisd zijn, als
dit niet het geval is laat de helpdesk van het CAK dit
uitzoeken door het CIZ.
Als de cliënt wel is verhuisd dan komt de cliënt in de
volgende overdracht bij de goede gemeente. Alleen bij de
laatste overdracht in 2015, dient de ontvangende
gemeente de gegevens door te sturen aan de gemeente
waar de cliënt naar toe is verhuisd.
Een bestand in de gegevensoverdracht is een
momentopname op een bepaalde datum (peildatum), een
cliënt kan daarna zijn overleden, vandaar ook dat
geadviseerd wordt om een GBA-check uit te voeren
Toelichting GO Wmo
A.3.4
Cliënten in de overdracht
zijn jonger dan 18 jaar
A.3.5
Cliënten in de overdracht
die bij de gemeente een
ander BSN nummer
hebben
Cliënten zijn wel bekend
bij een zorgaanbieder,
maar zitten niet in de
gegevensoverdracht
A.3.6
A.3.7
A.3.8
In de overgedragen
bestanden zit geen
enkele cliënt met een
GGZ C pakket
In de overgedragen
bestanden ontbreken
sommige functies
|
Versie 2.0
|
Pagina 44
voorafgaand aan het opnemen van contact met de
betreffende cliënt.
In de overdracht zijn de cliënten meegenomen die 18 jaar
of ouder zijn op 1-1-15, in de gegevensoverdrachten in
2014 kunnen dus cliënten voorkomen die op de peildatum
nog 17 jaar zijn.
De helpdesk van het CAK laat dit uitzoeken door het CIZ.
Er kunnen verschillende dingen aan de hand zijn:
 Is een (intramurale) indicatie die niet overgaat naar de
Wmo. Bv ZZP-VG die extramuraal wordt verzilverd en
waar de zorgaanbieder BG levert.
 De indicatie is afgegeven na de peildatum van het
besluit;
 Doventolkzorg en ‘specialistische begeleiding voor
zintuiglijk gehandicapten’, deze worden niet
geïndiceerd en geregistreerd bij het CIZ;
 Lumpsum vergoeding aan zorgaanbieder, zoals de
inloopfunctie. Deze zorg wordt niet geïndiceerd en niet
op cliëntniveau gedeclareerd;
 Geheime cliënten, het CIZ markeert deze personen in
het systeem omdat het communiceren van de
gegevens niet in het belang (veiligheid) van de persoon
is, hierbij moet worden gedacht aan mensen die
vanwege huiselijk geweld elders zijn ondergebracht;
 Cliënten waarbij het BSN niet gevonden is door het CIZ
(meestal oudere indicaties), landelijk zijn dit enkele
cliënten;
 Experimenten regelarme instellingen (ERAI), bij de
zorgaanbieders Buurtzorg en Zorgboog wordt in dit
kader gewerkt met één product tegen één standaard
tarief. De functies verzorging, verpleging en
begeleiding zijn daarbij in het indicatiebesluit van het
CIZ ondergebracht in één functie verpleging. De
begeleiding die over gaat naar de Wmo kan niet apart
worden geselecteerd.
In bovenstaande situaties maken zorgaanbieder en
gemeente samen afspraken over voortzetting van de zorg.
Indien bovenstaande uitzonderingen niet van toepassing
zijn, laat de helpdesk van het CAK dit uitzoeken door het
CIZ.
De GGZ C pakketten (beschermd wonen) zitten in aparte
bestanden die u dient over te dragen aan de
centrumgemeenten.
De helpdesk van het CAK laat dit uitzoeken door het CIZ.
Toelichting GO Wmo
A.3.9
A.4
A.4.1
geheel, die wel in de
selectiecriteria staan
Er melden zich cliënten
bij de gemeente met een
geldig AWBZ
indicatiebesluit, die niet
in het overgedragen
bestand zitten
Inhoudelijke vragen
Wat houdt het
overgangsrecht in voor
AWBZ cliënten?
A.4.2
A.4.3
Vervallen
Wat is de betekenis van
de grondslag in het
indicatiebesluit?
A.4.4
Wat is de betekenis van
een klasse in het
indicatiebesluit?
A.4.5
Wat is de betekenis van
de
voorkeursleveringsvorm?
A.4.6
Kan er toelichting
worden gegeven op de
indicatiecriteria van het
CIZ?
Vervallen
Zijn er aparte afspraken
voor 18 tot 23 jarigen?
A.4.7
A.4.8
A.4.9
Wat is het effect van
ERAI op de
gegevensoverdracht?
|
Versie 2.0
|
Pagina 45
De gemeente moet checken of de functies of ZZP GGZ C
die overgaan naar de Wmo, op de peildatum geldig waren
en of de cliënt in de tussentijd niet is verhuisd. Mocht dit
het geval zijn en de cliënt is ouder dan 18 jaar, dan laat het
CAK dit uitzoeken door het CIZ.
Cliënten die een AWBZ indicatie hebben die in 2015
doorloopt, behouden nog enige tijd recht op de uit het
indicatiebesluit voortvloeiende rechten en plichten (zoals
de omvang van de aanspraak en de te betalen eigen
bijdrage). Meer informatie is te vinden op
www.invoeringWmo.nl
Om voor AWBZ-zorg in aanmerking te kunnen komen,
moet er sprake zijn van een aandoening, beperking of
handicap. Er moet dus sprake zijn van een grondslag. Er
kan sprake zijn van meerdere grondslagen, de eerste
grondslag is gebaseerd op de zwaarwegendste
beperkingen die leiden tot zorgbehoefte. In de
gegevensoverdracht zijn alleen de twee zwaarwegendste
grondslagen meegenomen.
Een klasse is een verzameling van uren, dagdelen of
etmalen. Dit is de bandbreedte voor de omvang van de
zorg zorgvraag (dagdelen en etmalen kennen geen
bandbreedte in tegenstelling tot uren).
Dit is de voorkeur van de cliënt voor ZIN (zorg in natura) of
pgb (persoonsgebonden budget) op moment van indicatie.
De gerealiseerde leveringsvorm kan hiervan afwijken,
omdat de cliënt uiteindelijke een andere keuze kan hebben
gemaakt
Op de website van het CIZ www.ciz.nl is op de startpagina
de ‘Indicatiewijzer 2014’ beschikbaar, daarin worden de
beleidsregels voor de AWBZ toegelicht en de wijze waarop
het CIZ deze toepast bij de indicatiestelling.
Niet binnen de gegevensoverdracht voor 18+ in het geval
Bureau Jeugdzorg de zorg heeft geïndiceerd. Als het CIZ
de zorg heeft geïndiceerd, dan zitten de gegevens wel in
de bestanden als de cliënt ouder is dan 18 jaar.
Alle informatie met betrekking tot de Jeugdwet is te vinden
op: www.voordejeugd.nl
Experimenten regelarme instellingen (ERAI). Bij de
zorgaanbieders Buurtzorg en De Zorgboog wordt in dit
kader gewerkt met één product tegen één standaard tarief.
De functies verzorging, verpleging en begeleiding zijn
daarbij in het indicatiebesluit van het CIZ ondergebracht in
één functie verpleging. De begeleiding die over gaat naar
de Wmo kan niet apart worden geselecteerd. De
Toelichting GO Wmo
B.
B.1
B.1.1
Declaratiegegevens
Aantallen/omvang
Waarom zijn er bij
sommige cliënten geen
declaratiegegevens of
pgb gegevens
toegevoegd?
B.1.2
Waarom wijkt de hoogte
van de gedeclareerde
zorg af van de eerder
verstrekte
beleidsinformatie?
B.1.3
Waar is de informatie
over de kapitaalslasten?
16
|
Versie 2.0
|
Pagina 46
betreffende zorgaanbieders moeten zelf zorgdragen voor
overdracht van de cliëntinformatie naar de gemeenten. Bij
de overige zorgaanbieders die deelnemen aan ERAI speelt
dit niet.
Vektis
Daar kunnen een aantal oorzaken voor zijn:
Cliënt heeft een indicatie maar maakt er (nog) geen gebruik
van (of niet meer);
 Cliënt heeft een indicatie aangevraagd om in
aanmerking te komen voor een regeling, zoals de
Wtcg16 of het Mantelzorgcompliment;
 Cliënt heeft uit voorzorg een indicatie aangevraagd;
 Het betreft een recente indicatie waarvan de declaratie
of pgb nog niet is verwerkt in de systemen;
 Aanbieder declareert niet (levert wel zorg) of heeft nog
niet gedeclareerd;
 Extramurale aanbieder declareert op een prestatiecode
die niet voorkomt in de positieve selectielijst;
 Afkeur van een declaratieregel. Deze kan later weer
wordt ingediend en kan dus in een later bestand wel
voorkomen.
 De einddatum van de functie ligt voor 31 december
2014. Deze pgb-regels zijn niet uitgeleverd, omdat de
pgb afloopt.
 De beleidsinformatie van begin 2014 is gebaseerd op
de jaren 2012 en 2013, ondertussen zijn er mutaties
geweest door overlijden, verhuizingen, aflopende
indicaties, nieuwe indicaties enz.
 Bij de beleidsinformatie is geen GBA-check gedaan
waardoor er overleden personen in het bestand zaten
en personen mogelijk aan een verkeerde gemeente
toegewezen zijn.
 In de beleidsinformatie zijn alle mensen met zorg in
2012 resp. 2013 opgenomen terwijl in de eenmalige
overdracht alleen de mensen zijn meegenomen die op
dat moment over een indicatie beschikken.
 In de beleidsinformatie konden personen meerdere
indicaties (achter elkaar) hebben, aangezien de
informatie over hele jaren ging. In deze eenmalige
overdracht heeft een cliënt maar één indicatiebesluit,
aangezien er een peildatum is gekozen.
 Als laatste is de ‘positieve selectielijst’ wat aangepast,
door voortschrijdend inzicht van VWS.
De kapitaallasten zijn afhankelijk van de afspraken die de
zorgaanbieders maken met het zorgkantoor. Kapitaallasten
zijn de rente en afschrijvingskosten van investeringen in
gebouwen en grond. Zowel in eigendoms- als huursituaties
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
Toelichting GO Wmo
B.1.4
Waarom mis ik de
prestatie inloop GGZ?
B.1.5
Wat gebeurt er met
tussentijdse mutaties,
tussen
gegevensleveringen in?
Samenstelling
gegevensset
Waar kan ik zien welke
selectiecriteria zijn
toegepast door Vektis?
Kan er in de volgende
levering een gegeven
worden toegevoegd?
B.2
B.2.1
B.2.2
B.2.3
ZIN17
Waarom worden er in
het Zorg in natura
bestand geen financiële
gegevens meegeleverd?
B.2.4
ZIN
Wat is de betekenis van
het veld ‘debet-credit
geleverde zorgomvang
1’?
Pgb18
Waarom zijn er in het
pgb geen
zorgaanbieders
zichtbaar?
Pgb
Wat is de betekenis van
de codes bij het veld
ZZP_code?
B.2.5
B.2.6
17
18
Zorg in natura
Persoons gebonden budget
|
Versie 2.0
|
Pagina 47
is sprake van kapitaallasten. Voor meer informatie zie:
http://www.nza.nl/zorgonderwerpen/dossiers/kapitaallasten/
Lumpsum vergoeding aan de zorgaanbieder, zoals de
inloopfunctie GGZ wordt niet geïndiceerd en niet op
cliëntniveau gedeclareerd. De cliëntgegeven zijn alleen bij
de zorgaanbieders bekend, deze moeten zorgdragen voor
overdracht naar gemeenten.
Deze worden in de volgende gegevensoverdracht
meegenomen, tussentijdse mutaties worden niet apart
gemeld aan gemeenten.
Dit is terug te vinden in deze toelichting (hoofdstuk 5).
De bedoeling van de overdracht is dat de gemeente het
gesprek aan kan gaan met de cliënt (en de zorgaanbieder)
over de voortzetting van de zorg, de nu gedefinieerde
gegevensset zou daarvoor voldoende basis moeten
bieden. In de huidige levering is informatie over de hoogte
van het pgb opgenomen.
Bij zorg in natura declaraties worden bewust geen
financiële gegevens mee geleverd. Hiervoor zijn diverse
redenen, bijvoorbeeld: bij de nacalculatie van een instelling
kunnen nog verrekeningen worden doorgevoerd, zoals een
correctie op de prestatiemix of gerealiseerde productie. Dit
wordt niet altijd op cliëntniveau gecorrigeerd en is dus niet
altijd zichtbaar in de cliënt/declaratiegegevens. Dit geldt
ook voor afspraken over lumpsumvergoedingen. Ook
hierover zijn bij de zorgkantoren geen cliëntgegevens
beschikbaar. Overigens zijn de maximumtarieven in de
NZa-beleidsregels vastgelegd
Het gebeurt dat er achteraf nog een correctie is op een
eerdere declaratie. In het bestand is zowel de positieve als
de negatieve regel zichtbaar. De gemeente kan de beide
corresponderende regels tegen elkaar wegstrepen.
De cliënt sluit de overeenkomsten met de zorgaanbieders
(professionele en/of informele zorgverleners), deze
informatie is bij Vektis niet beschikbaar.
Indien het veld ZZP is gevuld dan is er sprake van een
intramurale indicatie, waarop het Pgb is afgegeven.
Een 0 of spaties of een leeg veld betekent dat er sprake is
van een extramurale indicatie en is het Pgb budget
afgegeven op basis van de geïndiceerde functies.
Toelichting GO Wmo
B.2.7
ZIN en Pgb
Waar zijn de complete
codelijsten te vinden?
B.3
B.3.1
(mogelijke) Fouten
ZIN
In het overgedragen
bestand Zorg in natura
staan prestatiecodes die
niet genoemd zijn in de
positieve selectielijst
Inhoudelijke vragen
ZIN
Wat is een
prestatiecode?
B.4
B.4.1
B.4.2
ZIN
Wat is de positieve
selectielijst?
B.4.3
ZIN en pgb
Waarom is er soms meer
gedeclareerd dan er is
geïndiceerd?
B.4.5
ZIN
Waarom zijn de
prestatiecodes niet
hetzelfde als de
geïndiceerde functies en
ZZP’s?
Pgb
Hoe kan het dat in de
besluitgegevens de
voorkeur voor pgb staat,
terwijl er zorg in natura is
gedeclareerd? (of
omgekeerd)
ZIN
Wat is een AGB code?
B.4.6
B.4.7
|
Versie 2.0
|
Pagina 48
De codelijsten zijn te vinden op http://ei.vektis.nl/ onder
codelijsten. In het programma van eisen staat welke
codelijsten gehanteerd zijn. De lijst met prestatiecodes is te
vinden op
https://tog.vektis.nl/WebInfo.aspx?ID=Prestatiecodelijsten
bij prestatiecodelijst AWBZ.
De ‘positieve selectielijst’ is niet als codelijst gepubliceerd.
De helpdesk van het CAK laat dit uitzoeken door Vektis.
Binnen de AWBZ zorg in natura wordt de zorg in
prestatiecodes gedeclareerd. Alle prestatiecodes zijn
bedacht door de NZa. In het bestand ZIN staat altijd een
prestatiecode. De omschrijving van de prestatiecode is te
vinden op
https://tog.vektis.nl/WebInfo.aspx?ID=Prestatiecodelijsten
De positieve selectielijst is een lijst met prestatiecodes die
worden getoond bij extramurale indicaties. De lijst bevat
dus een gedeelte van alle mogelijke prestatiecodes in de
AWBZ en dit zijn de prestatiecodes die aan de gemeenten
geleverd worden bij de extramurale indicaties.
Ruim duizend cliënten hebben een aanspraak AWBZ op
additionele zorguren, hierbij gaat de zorgbehoefte van de
cliënt uit boven de hoogst mogelijke klasse. Dit is in de
gegevensset van het CIZ niet zichtbaar en zal moeten
worden afgeleid van de declaratiegegevens.
Prestatiecodes zijn gekoppeld aan de geleverde
zorgprestaties en worden bepaalde door de NZa. De
zorgprestaties zijn op hun beurt gebaseerd op de
geïndiceerde functies, die worden bepaald door het CIZ.
Met een geldig indicatiebesluit kan de cliënt op ieder
moment een verzoek doen bij het zorgkantoor om de
leveringsvorm te wijzigen. Deze mutaties worden niet
geregistreerd door het CIZ.
Het AGB (voluit Algemeen Gegevens Beheer) is een uniek
identificerende registratie van zorgaanbiedergegevens ter
ondersteuning van de verschillende processen in de zorg,
waaronder het elektronische declaratie- en
communicatieverkeer tussen zorgaanbieder en
zorgverzekeraar, zorginkoop en het 'gidsen' van
Toelichting GO Wmo
B.4.8
B.4.9
B.4.10
B.4.11
B.4.12
B 4.13
B.4.14
C.
C.1
ZIN en pgb
Waarom zie ik bij
intramurale indicaties
GGZ C, extramurale
prestatiecodes of
functies?
ZIN en pgb
Waarom zie ik bij
intramurale indicaties
GGZ C, intramurale
prestatiecodes uit een
andere sector bv.
Verpleging en
Verzorging?
ZIN
Waarom komt een
declaratie meerdere
keren voor?
Pgb
Waarom zie ik in het pgb
bestand bij een ZZP
meerdere regels?
ZIN en pgb
Hoe kan het dat in de
besluitgegevens de
voorkeur voor pgb staat,
terwijl er zorg in natura is
gedeclareerd? (of
omgekeerd)
Pgb
Waarom is het aantal
pgb-budgethouders
lager dan bij de vorige
levering?
Pgb
Waarom komt een cliënt
die momenteel een pgb
heeft niet voor in het
pgb-bestand van de
tweede levering?
Algemeen project
Wat is de peildatum
(datum van selectie bij
het CIZ) van het
bestand?
|
Versie 2.0
|
Pagina 49
verzekerden naar de juiste zorg. Een zorgaanbieder kan
een zorgverlener, onderneming of vestiging zijn.
De betekenis van de AGB code kunt u opzoeken op
https://agb.vektis.nl/
De cliënt kan binnen de huidige AWBZ kiezen voor
extramurale zorg op basis van een intramurale indicatie.
Soms verblijft een cliënt met een GGZ C indicatie in een
zorginstelling uit een andere sector. Deze instelling
declareert op een prestatiecode uit de eigen sector, die
naar kosten vergelijkbaar is met een prestatiecode uit de
GGZ C sector.
In de levering zitten meerdere maanden vanaf 1 januari
2014, iedere maand waarin daarna de zorg is geleverd is
zichtbaar in de overdracht.
Als er een pgb wordt gegeven op basis van een
intramurale indicatie, dan wordt er een vertaling gemaakt
naar functies, deze functies zijn in de eerste levering
getoond bij de ZZP’s in het pgb bestand. In de tweede
levering resteert één regel.
Met een geldig indicatiebesluit kan de cliënt op ieder
moment een verzoek doen bij het zorgkantoor om de
leveringsvorm te wijzigen. Deze mutaties worden niet
geregistreerd door het CIZ.
Cliënten van wie de einddatum van de functie voor 31-122014 ligt, zijn niet geselecteerd in het pgb-bestand.
Cliënten van wie de einddatum van de functie voor 31-122014 ligt, zijn niet geselecteerd in het pgb-bestand. Iemand
van wie het pgb bijvoorbeeld eind november afloopt, komt
dus niet in het bestand voor.
14 juli 2014 – eerste uitlevering
30 september – tweede uitlevering
Toelichting GO Wmo
C.2
Hoe vaak en wanneer
wordt het
gegevensbestand
vernieuwd?
C.3
Worden alleen de
mutaties meegenomen
in de volgende levering?
Zijn de tussentijdse
mutaties in de
cliëntgegevens zichtbaar
in de volgende levering?
Waarom is er nog een
gegevensoverdracht in
februari 2015?
C.4
C.5
C.6
C.7
C.8
C.9
C.10
C.11
Waar kan ik informatie
vinden over de
uitgangspunten voor het
project
Gegevensoverdracht
(GO)?
Kan een cliënt bezwaar
maken tegen de
overdracht van zijn
gegevens?
Wanneer komt er
informatie beschikbaar
over de
gegevensoverdracht
voor jeugdigen?
Kan ik als gemeente
maatwerkondersteuning
krijgen bij het
interpreteren van de
gegevens?
Wie beschikt er binnen
mijn gemeente over de
inloggegevens van
Porta?
Waarom ontvangen
gemeenten drie
verschillende
bestanden?
|
Versie 2.0
|
Pagina 50
Het project GO omvat vier leveringen, de voorgenomen
data zijn:
1. Eind juli 2014
2. Eind september 2014
3. Medio november 2014
4. Eind februari 2015
Iedere levering bevat de complete, actuele dataset met een
nieuwe peildatum.
Tussentijdse mutaties zijn niet zichtbaar, alleen de geldige
indicaties op afgesproken peildatum zijn zichtbaar.
Cliënten kunnen nog tot en met 31 december 2014 een
aanvraag doen voor een AWBZ-indicatie. Het CIZ heeft 6
weken de tijd om een indicatiebesluit te nemen. Dit
betekent dat er nog tot half februari AWBZ-besluiten
worden afgegeven.
Alle actuele informatie is te vinden op
http://www.invoeringWmo.nl/content/programma-van-eisenvoor-gegevensoverdracht
Nee, dat is niet mogelijk. In de wet (Wmo 2015) staat dat
het CIZ en de zorgkantoren deze gegevens moeten en
mogen leveren, ook zonder de toestemming van de cliënt.
Alle actuele informatie is te vinden op:
www.voordejeugd.nl
Tot 1 september kunt u deze vraag het beste stellen aan
het TransitieBureau Wmo via [email protected]
of via telefoonnummer 070-340 6100 (bereikbaar op
maandag, dinsdag en donderdag). Vanaf 1 september
kunt u uw vraag stellen aan het OndersteuningsTeam
Decentralisaties (OTD). Het OTD is bereikbaar via
[email protected] of 070-373 83 98.
U kunt hiervoor contact opnemen met de servicedesk van
het CAK.
Er is gekozen voor drie bestanden om het voor alle
gemeenten zo eenvoudig mogelijk te maken om de
gegevens te kunnen inzien. Via deze methode kunnen de
gegevens ook in Excel ingelezen worden. Indien van 1
bestand was uitgegaan krijg je te maken met verschillende
recordtypes en recordlengte in zo’n bestand. Immers vanuit
1 record indicatiegegevens kunnen er 0, 1 of meerdere
records ZIN voorkomen en 0, 1 of meerdere records PGB.
Toelichting GO Wmo
|
Versie 2.0
|
Pagina 51
Vrij complex dus om zo’n bestand in te verwerken. Vandaar
gekozen voor eenvoud waar alle gemeenten mee uit de
voeten kunnen.