Download

Landstede aan de slag met extern deskundige
Leerwerkprestaties naar hoger niveau
Opdrachten waarin studenten gevraagd
wordt adequaat te handelen in een
gesimuleerde beroepssituatie noemen we
‘levensechte opdrachten’. Ze gaan immers uit
van een integrale toepassing van kennis en
vaardigheden in een context van een
beroepssituatie. Deze opdrachten zijn naast
inspirerend ook een belangrijk middel voor
studenten om inzicht te krijgen in hun leerproces, hun kwaliteiten en ambities. Met behulp van
deze opdrachten kunnen ze actief sturing geven aan de eigen leer- en loopbaanontwikkeling.
Vandaar dat ‘levensechte opdrachten’ al vanaf de start van het Stimuleringsproject LOB in het mbo
op het netvlies staat.
Het concept van leerwerkprestaties (LWP) van Landstede sluit naadloos aan op het format
‘levensechte opdrachten’ uit het stimuleringsproject LOB. De school is nu toe aan een kwaliteitsslag
in de praktische uitvoering. Marjo Lam, kadermanager Leren en Ontwikkelen bij Landstede: ‘Een
aantal docenten geeft aan de kennis en vaardigheid te missen om logische en enthousiasmerende
LWP’s te schrijven.’ Vanaf september gaat de school hier samen met extern deskundige Cor Laming
van LOOV mee aan de slag.
Landstede werkt al sinds 2006 met levensechte opdrachten. ‘Wij noemen het alleen anders:
leerwerkprestaties’, aldus Lam. Bij aanvang van het stimuleringsproject LOB waren drie mensen van
Landstede kartrekker. ‘Daardoor ontstond er een mooie wisselwerking: onze kennis en ervaring
waren bruikbaar bij het maken van het handboek en het format levensechte opdrachten. En
omgekeerd konden wij gebruikmaken van de deskundigheid van Cor Laming.’
Kwaliteitsslag
Laming werd bij aanvang van het stimuleringsproject LOB ingeschakeld als extern deskundige bij de
ontwikkeling van levensechte opdrachten. Nu de producten opgeleverd zijn, ondersteunt hij – op
verzoek – scholen bij het zelf (verder) ontwikkelen van levensechte opdrachten. Bij Landstede gaat
het om een kwaliteitsslag. ‘Het concept met leerwerkprestaties van Landstede sluit naadloos aan op
de levensechte opdrachten in het stimuleringsproject LOB.’
Andere kijk
De vraag van Landstede aan Laming is concreet. Lam: ‘We zijn al lang met dit concept bezig, toch
missen we de vaardigheid om de leerwerkprestaties te schrijven. De technische informatie en de
hulpmiddelen staan er allemaal in en we toetsen de kwaliteit. Maar de LWP’s moeten allemaal een
logische opbouw hebben, begrijpelijk zijn en studenten enthousiast maken. Soms zijn de
leerwerkprestaties te lang of juist te kort. Gelukkig zijn er ook goede LWP’s! Er zijn dus mensen bij
Landstede die wel de vaardigheid hebben om een goede LWP te schrijven? ‘Dat klopt, maar een
extern deskundige kijkt anders en heeft vaak meer invloed.’
Uitwerking
Hoe gaat Laming dit aanpakken? ‘Allereerst hebben we samen de LWP’s geanalyseerd en gekeken
waar de knelpunten zitten. Samengevat kun je stellen dat “er alles wel in zit” maar dat de uitwerking
beter kan. Een levensechte opdracht is een constructie die studenten actief aanzet tot het opdoen
van leerervaringen en het realiseren van leerresultaten waarvan de output de input vormt voor leeren loopbaangesprekken.
Praktische uitvoering
Soms zijn verbeteringen snel te verwezenlijken. Laming geeft enkele voorbeelden:
‘Informatiebronnen moet je niet in de opdracht stoppen, maar als bijlage toevoegen. Zo voorkom je
dat studenten gaan “zwemmen” in een opdracht. Soms is de beschrijving van de beroepssituatie
vervlochten in de opdracht. Dat maakt de opdracht niet overzichtelijker. Met heel veel plaatjes en
foto’s ziet het er misschien mooi uit, maar het komt de helderheid niet altijd ten goede.’ Lam vult
aan: ‘Het beperkt zich dus tot de praktische uitvoering. Met goed geschreven LWP’s kunnen
studenten nog beter uit de voeten.’
Argumenten
De volgende stap die Landstede samen met Cor Laming gaat zetten, is nog niet duidelijk. ‘We denken
aan een train-de-trainers-aanpak, maar daarover zijn we nog in gesprek. Uitgangspunt is dat
iedereen over de kennis en vaardigheid rond het schrijven van de opdrachten moet beschikken’,
aldus Laming. ‘Het wordt in ieder geval geen cursus waarin ik ga vertellen hoe het moet. Het is hun
opleiding, met hun opdrachten. Het wordt een dialoog waarin ik mijn ervaring met het ontwikkelen
van dit soort opdrachten met hen ga delen.’
Digitale voorhoede
Landstede is goed op weg. In digitaal opzicht bevindt de school zich in de voorhoede. ‘We werken
met een digitale catalogus. Dat is een leeromgeving waarin docenten materiaal kunnen maken en
informatiebronnen hieraan kunnen koppelen’, legt Lam uit. ‘Je kunt dus op een LWP klikken en dan
zie je de bijbehorende readers, filmpjes, opdrachten enzovoort. De catalogus is onderdeel van een
breder systeem. Naast de onderwijsinhoud , is er ook ruimte voor begeleiden en beoordelen. Zo’n
systeem is uiteraard ondersteunend aan het onderwijsproces. Anders werkt het niet.’ Laming is
nieuwsgierig naar de ervaringen van Landstede met dit systeem. ‘Als de registratie van het
leerproces goed is, kun je veel beter begeleiden omdat je altijd terug kunt in de leergeschiedenis. Ik
denk dat dit ook interessant is voor andere onderwijsinstellingen.’