Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Evaluatie verkeerssignalering een kennisoverzicht VERKEERSBEHEERSING VRAAG NAAR VERVOER VERVOER KEUZEN •<— VERKEERSSYSTEEM VRAAG BEHEERSING MONITORINGSYSTEMEN **— VERKEERSSITUATIE Evaluatie verkeerssignalering - een kennisoverzicht Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hoofddirectie van de Waterstaat Hoofdafdeling Infrastructuur en Verkeer Produktie: H.J. Stoelhorst en J.R. Bokma Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer Rotterdam, December 1994 Samenvatting Verkeerssignalering wordt in Nederland sedert 1981 toegepast op autosnelwegen om de verkeersveiligheid te bevorderen en de doorstroming te verbeteren. Dit rapport geeft een samenvattend en actueel overzicht van de functies en effecten van verkeerssignalering. Bij het samenstellen van dit kennisoverzicht is in beperkte mate nieuw empirisch onderzoek uitgevoerd. Uit een analyse van doorstromingseffecten bij de introductie van verkeerssignalering op de AIO in 1993 blijkt een capaciteitsverbetering als gevolg van verkeerssignalering ter plaatse op te treden van 5,2 %. Uit een verschilanalyse van uurintensiteiten op 21 locaties blijkt dat op wegvakken met verkeerssignalering de maximale uurintensiteit 5 % hoger ligt dan op wegvakken zonder verkeerssignalering. Beide onderzoeken ondersteunen de resultaten van in de jaren tachtig uitgevoerde evaluaties en bevestigen daarmee de veronderstellingen waarop een versterking van de investeringsprogrammering van verkeerssignalering voor het Nederlandse hoofdwegennet is gebaseerd. Summary A motorway traffic management system is being applied on Dutch motorways since 1981 to improve traffic safety and to increase the traffic efficiency. The report provides a comprehensive overview of functions and effects of the Dutch motorway traffic management system. During the preparation of this overview, new empirie research has been performed to investigate the extent the system affects traffic efficiency. An analysis of flow effects on the motorway AIO near Amsterdam showed an increase in traffic flow capacity with 5,2 % after the introduction of the traffic management system in 1993. A comparitive analysis of 21 locations on the motorway network showed that the maximum hourly traffic flow on road sections with traffic control and signalling is 5 % higher than on sections without traffic control and signalling. Both investigations support earlier assessment research performed during the eighties and confirm assumptions for the strengthening of the invest programme for traffic management on Dutch motorways. aw/hs/decI994/e vavks Inhoudsopgave blz. Samenvatting 2 1. Inleiding 4 2. Functies verkeerssignalering 4 3. Beleidseffecten verkeerssignalering 7 3.1 Automatische incident detectie en file waarschuwing AID functie 7 3.2 Werk in uitvoerings (WIU) functie 12 3.3 Additionele functies: homogeniseren en mistsignalering 14 3.4 Verkeerssignalering als basissysteem voor andere toepassingen 15 3.5 Gebruikerswaardering verkeerssignalering 17 3.6 Buitenlandse ervaringen 18 3.7 Overzicht beleidseffecten 19 4. Conclusies en aanbevelingen Literatuurlijst Bijlage: aw/hs/decl994/e vavks 20 21 Systeembeschrijving verkeerssignaleringssysteem 1. Inleiding In Nederland wordt sedert 1981 op autosnelwegen verkeerssignalering toegepast om de verkeersveiligheid en de doorstroming te bevorderen. De beslissing om verkeerssignalering toe te passen is in belangrijke mate gebaseerd op onderzoeken van de Kroes e.a.' en de Dienst Verkeerskunde2-3 uit de periode 1983-1985. Ruim 200 kilometer autosnelweg is inmiddels uitgerust met verkeerssignalering. In de nota "Meer benutting, minder files"6 wordt voorgesteld de investeringsprogrammering van verkeerssignalering te versnellen opdat rond het jaar 2000 de hoofdwegen in de Randstad, alsmede de zwaarbelaste achterlandverbindingen en stedelijke knooppunten buiten de Randstad die te maken hebben met regelmatig terugkerende congestie, van verkeerssignalering zullen zijn voorzien. In totaal komt ca. 900 kilometer autosnelweg in aanmerking. In recent onderzoek van McKinsey7 worden kritische kanttekeningen geplaatst bij de effectiviteit van verkeerssignalering op een vergroting van de doorstroming in congestiesituaties. Op basis van reeds langer lopende plannen heeft de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) een voorstel geformuleerd om door middel van empirisch onderzoek kennis omtrent de effecten van verkeerssignalering te herijken en te verruimen. De doorlooptijd van dat onderzoek bedraagt ca. 1 jaar, na opdrachtbevestiging. Hieraan voorafgaand heeft RWS-I aan AVV verzocht om in een kort tijdsbestek een actueel en omvattend kennisoverzicht samen te stellen omtrent beleidseffecten van verkeerssignalering. Bij het samenstellen van dit kennisoverzicht is in beperkte mate nieuw onderzoek uitgevoerd: een analyse van doorstromingseffecten bij de introductie van verkeerssignalering op de AIO; een analyse van de trendmatige ontwikkeling van uurintensiteiten op wegvakken met en zonder verkeerssignalering. 2. Functies verkeerssignalering Het snelweg signaleringssysteem signaleert en analyseert verstoringen in de doorstroming van het wegverkeer. Weggebruikers worden zonodig voor deze verstoringen gewaarschuwd door middel van maximum snelheden die worden getoond op matrixsignaalgevers boven de weg. Daarnaast wordt bij werk in uitvoering met pijlen en kruizen op dezelfde signaalgevers aan de weggebruiker duidelijk gemaakt welke rijstroken niet bereden mogen worden. Op regelmatige onderlinge afstanden (300-500 meter) per rijstrook aangebrachte detectielusparen meten de snelheid en de intensiteit van passerende voertuigen. De detectoren zijn verbonden met onderstations die de gegevens voorbewerken en doorzenden naar een centrale. Computerprogramma's in de centrale leiden uit de informatie af of er verstoringen zijn in de verkeersafwikkeling. Zodra dit het geval is worden geheel automatisch maatregelen genomen om het verkeer te waarschuwen. Daartoe zijn op regelmatige afstanden (700 meter) portalen geplaatst met signaalgevers waarop verschillende maximum snelheden kunnen worden getoond. Afhankelijk van de momentane toepassing kunnen andere beeldstanden worden getoond (zie ook systeembeschrijving signaleringssysteem bijlage 1). aw/hs/decl994/e vavks Het verkeerssignaleringsssysteem heeft verschillende functies: automatische incident detectie en waarschuwing (AID); werk in uitvoering (WIU); additionele functies: homogeniseren en mistsignalering; basis systeem voor verkeersmanagement toepassingen. De basisfuncties AID en WIU Automatische incident detectie en waarschuwing (AID) is een vaste applicatie van het verkeerssignaleringssysteem. Het doel van de maatregel is het aankomende verkeer tijdig te waarschuwen bij de nadering van een file. Binnen 4 seconden na de detectie van een incident of congestie, geven de matrixborden ter plaatse 50 km/uur als maximumsnelheid aan. Stroomopwaarts wordt 70 km/uur aangegeven. Knipperlichten attenderen het aankomende verkeer op een file. Met de vaste applicatie Werk In Uitvoering (WIU) kunnen één of meer rijstroken aan het verkeer worden onttrokken. Hierdoor ontstaat ruimte om werkzaamheden uit te voeren, bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden of de afhandeling van een ongeval. Op matrixborden wordt door middel van een rood kruis, ingeleid door een verdrijfpijl, aangegeven welke rijstroken niet beschikbaar zijn. Op de wel beschikbare rijstroken wordt aangegeven hoe hoog de maximum snelheid is. Naast de door signalering in te stellen beeldstanden zijn bij werk in uitvoering aanvullende maatregelen op/langs de weg nodig in de vorm van bebakening, zij het minder dan voorgeschreven voor wegen zonder signalering. Homogeniseren De homogeniseringsmaatregel bestaat uit het tonen van een aangepaste limietsnelheid aan alle weggebruikers op een wegvak, tijdens perioden van hoge verkeersbelasting. De snelheden worden getoond door middel van de elektronische signaalgevers van het verkeerssignaleringssysteem en zijn voor alle rijstroken en op alle lokaties binnen het wegvak gelijk. Er wordt afhankelijk van de gemiddelde snelheid op het wegvak een snelheid van 90 of 70 km/uur getoond. De maatregel kan optioneel als applicatie aan verkeerssignalering worden toegevoegd. Het doel van de maatregel is het verkrijgen van een rustiger verkeersbeeld, waarin van een betere verdeling van het verkeer over de rijstroken sprake is, en waarbij minder schokgolven optreden. Dit resulteert in een verhoogde verkeersveiligheid en een verminderde milieubelasting. De maatregel kan worden toegepast op trajecten met een specifiek onrustige of onveilige verkeersafwikkeling. Mistdetectie en -waarschuwing Deze maatregel attendeert de weggebruiker op de nadering van een mistgebied. De detectie van zichtbeperking door mist vindt plaats door middel van zichtdetectoren langs de weg. Deze geven continu zichtwaarden door aan de centrale computer, die het waarschuwingssysteem aanstuurt. Waarschuwingen aan de weggebruiker worden gegeven door snelheden op de matrixborden te tonen (in de pilot op de A16 bij Breda 80 en 60 km/uur) en door middel van een extra signaalgever met de tekst 'MIST'. De maatregel wordt beproefd in combinatie met verkeerssignalering op de A16 nabij Breda. Het doel van de maatregel is om het rijgedrag in mist of voorafgaand aan een mistgebied zodanig te beïnvloeden, dat er met lagere snelheid wordt gereden en dat onderlinge snelheidsverschillen kleiner worden. Het aantal ongevallen tijdens mist zal daardoor afnemen en de ernst ervan vermindert. De maatregel kan worden toegepast op trajecten in mistgevoelige gebieden. aw/hs/decl994/e vavks Verkeerssignalering als basissysteem voor verkeersmanagement toepassingen De verkeerssignalering wordt in toenemende mate gebruikt als basissysteem voor nieuwe toepassingen. Daar waar signalering aanwezig is zal het in ontwikkeling zijnde monitoringsysteem voor het HWN gebruik maken van de lussenparen en de onderstations van signalering om verkeersgegevens in te winnen en voor te bewerken ten behoeve van het monitoring systeem. Ook voor Dynamische Route Informatie Panelen geldt dat de signalering de basisinformatie toelevert voor deze toepassing. Het signaleringssysteem zal in de toekomst zijn nut kunnen bewijzen door de mogelijkheid op relatief eenvoudige wijze apparatuur voor andere toepassingen met het systeem te koppelen. Zo is het denkbaar dat het signaleringssysteem toeritdoseer-installaties aanstuurt. Als ander voorbeeld kunnen camera's worden genoemd, die automatisch inschakelen wanneer een incident wordt gemeten. De videobeelden stellen de centralist in staat hulpdiensten en berger naar de juiste lokatie te dirigeren. aw/hs/decl994/e vavks 3. Beleidseffecten verkeerssignalering De belangrijkste doelstellingen (en daarmee samenhangende beleidseffecten) van het signaleringssysteem zijn: het vergroten van de verkeersveiligheid; het verbeteren van de doorstroming van het verkeer; het ondersteunen van de taak van wegbeheerder en politie bij wegafzettingen. In het navolgende worden voor de verschillende functies van verkeerssignalering de beleidseffecten geanalyseerd. 3.1 Automatische incident detectie en file waarschuwing (AID) functies De AID functie is in 1983 (de Kroes, Dienst Verkeerskunde) uitvoerig geëvalueerd1. Uit deze evaluatie blijkt: een verbetering van de doorstroming onder file omstandigheden met 4 a 5 %; een verbetering van de stabiliteit van de verkeersstromen (vermindering schokgolven 50 %); een reductie van 15 a 25 % van het aantal ongevallen en een 40 a 50 % reductie van secundaire ongevallen; De verbetering van de doorstroming correspondeert met een vermindering van rijtijd verliezen van 10 a 15 %. De vermindering van ongevallen en instabiliteiten maakt het wegennet betrouwbaarder en reduceert de incidentele congestie. 3.1.1 Doorstromingseffect van de AID functie Nadere analyse van het doorstromingseffect in de evaluatie van de Kroes geeft aan dat dit effect wordt verklaard door een verbetering van de stabiliteit van de verkeersstroom onder file omstandigheden: de getoonde snelheden werken homogeniserend op de snelheidsverdeling en werken tevens attentie verhogend. Hierdoor kan de capaciteit gedurende congestie omstandigheden beter en langduriger worden benut en resulteert een verbetering van de doorstroming met 4 a 5 %. De capaciteit, beschouwd als bovengrens van de doorstroming over korte perioden (5 min/15 min), blijkt slechts marginaal toe te nemen (1 a 2 %). In het benuttingsonderzoek van McKinsey7 worden kritische kanttekeningen gezet bij de doorstromingseffecten van verkeerssignalering. Die kanttekeningen worden ingegeven door verschillen in doorstromingsterugval bij fileverkeer in recent uitgevoerde capaciteitsanalyses in knelpuntsituaties. Metingen in binnen- en buitenland8•' tonen een verschil in capaciteitsterugval van 0 tot 10 %. Voor deze verschillen is in de vakwereld nog geen afdoende verklaring gevonden. Met verkeersbeheersingsmaatregelen wordt o.a. beoogd de capaciteitsterugval terug te winnen. De omvang van de capaciteitsterugval bepaalt daarmee tevens de bovengrens van wat met state-of-the-art lokaal toegepaste verkeersbeheersing kan worden bereikt. Ten behoeve van deze nota is aanvullend onderzoek10 verricht naar doorstromingseffecten van verkeerssignalering: een analyse van doorstromingseffecten bij de introductie van verkeerssignalering op de AIO; een analyse van intensiteiten- en filegegevens op wegvakken met en zonder verkeerssignalering. aw/hs/dec!994/e vavks Analyse van doorstromingseffecten bij de introductie van verkeerssignalering op de AIO In november 1993 werd het laatste stukje verkeerssignalering op de AIO voltooid, ten zuiden van de Coentunnel. In het kader van het voor de Europese Commissie uitgevoerde EAVES-project zijn snelheids- en intensiteitsgegevens verzameld om de effecten van verkeerssignalering ter plekke te evalueren". Deze gegevens zijn ten behoeve van deze studie aan een nadere analyse onderworpen. Van de capaciteitsbepalende doorsnede op de locatie nabij de Coentunnel zijn op basis van snelheid- en intensiteitsgegevens capaciteiten voor en na invoering van verkeerssignalering geschat. Daarbij is gebruik gemaakt van de in Nederland gangbare produkt-limiet methode. Daarnaast is ter vergelijking ook een nieuwe schattingsmethode van Van Aerde gebruikt. De resultaten van deze analyse zijn: • volgens de produkt-limiet methode neemt als gevolg van verkeerssignalering de capaciteit (gedefinieerd als de 50% congestie kans en gebaseerd op kwartiercijfers) toe van 3.813 vtg/uur zonder VKS naar meer dan 4.012 vtg/uur met VKS, een statistisch significante stijging van 5,2 % (zie fig. 1); • als het verkeersaanbod de capaciteit nadert is de snelheid van het verkeer iets hoger in de situatie met VKS dan in de situatie zonder (fig. 2 en 3); • ook volgens de methode Van Aerde neemt de capaciteit toe, namelijk met 2,5 % (fig. 2 en 3). ntensiteit 1 aarde • il 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 ipacil 0.4 U 0.3 Kans dat u 0.2 0.1 3*500 3600 3700. 3800 3900 4000 Intensiteit [vtg/uur] Figuur 1 - 3w/hs/decl994/c vavks 4100 4200 4300 4400 — 2 sigma grenzen Verschil-plot kansverdeling van de capaciteit met en zonder verkeerssignalering, produkt-limiet methode 4500 Cd 1000 o 2000 3000 4000 5000 intensiteit [vtg/uur] Figuur 2 - 140 T Basisdiagram en gefitte snelheids-intensiteitscurve zonder verkeerssignalering volgens methode van Aerde (1 minuut gegevens) p B 1000 2000 3000 4000 5000 intensiteit [vtg/uur] Figuur 3 - aw/hs/decl994/e vavks Basisdiagram en gefitte snelheids-intensiteitscurve met verkeerssignalering volgens methode van Aerde (1 minuut gegevens) Analyse van intensiteits- en filegegevens van een aantal vaste telpunten. De waargenomen maximale uurintensiteit en/of de grootste spitsintensiteit kan worden opgevat als een proxy van de capaciteit. Door een analyse te doen op deze capaciteitsproxy, snelheden en filegegevens is in dit deel van het onderzoek getracht om een uitspraak te doen over het effect van verkeerssignalering op de verkeersafwikkeling c.q. op de filevorming en de capaciteit. In dit onderzoek zijn 21 locaties betrokken waarvan bij de AVV gegevens over meerdere jaren voorhanden waren. De resultaten zijn: • Op basis van een vergelijkende analyse van de locaties blijkt dat de maximale uurintensiteit op wegvakken met VKS 5 % hoger ligt dan op vergelijkbare wegvakken zonder VKS. Het gemiddelde op wegvakken zonder VKS is 2.220 pae/uur per strook, met VKS 2.330 pae/uur per rijstrook (zie fig. 4). • Uit een analyse van trendmatige ontwikkelingen van intensiteiten over een reeks van jaren op afzonderlijke locaties valt door de veelheid van andere invloedsfactoren geen eenduidig en systematisch verband te leggen met de invloed van de introductie van verkeerssignalering. Beide deelonderzoeken indiceren een duidelijk effect van verkeerssignalering op de doorstroming van het verkeer in file omstandigheden en bevestigen de orde van grootte van het doorstromingseffect dat in het evaluatie onderzoek van de Kroes werd waargenomen. aw/hs/decl994/e vavks 10 Zonder VKS gemiddeld 2220 A27 Amelisweerd A6 Hollandse Brug A10 Coentunnel A9 Velsertunnel A9 Gaasperdam A16 Klaverpolder A15 Barendrecht A9 Ouderkerk A1 Muiden A20 Ommoord A15 Rhoon A12 Linschoten A16 Brienenoordbrug A4 Schiphol A2 Amsterdam * v -,* i^? ".': . 32260 32370 12360 32230 32540 •*] 11780 11890 32000 32600 32070 32220 32170 32470 32140 32240 Met VKS gemiddeld 2330 A16 Klaverpolder • . •« ƒ *,- 1940 • : S v ; ">*•> • v t ó 2 490 A2 Vianenbrug A4 Beneluxtunnel 2550 A10 Coentunnel . • . r ' . 239 0 l A16 Brienenoordbrug 24 30 2130 A2 Breukelen A1 Muiden ê 235C) A20 Rotterdam Noord 2590 % A4 Schiphol \ v 2:300 A2 Amsterdam Figuur 4 - aw/hs/decl994/e vavks Maximale uurintensiteiten (pae/uur per strook) voor wegvakken zonder en met verkeerssignalering 11 3.1.2 Verkeersveiligheidseffect van de AID functie Sedert de evaluatie van de Kroes is voor zover bekend in Nederland geen vervolgonderzoek gedaan naar de verkeersveiligheidseffecten van verkeerssignalering. Het onderzoek van de Kroes resulteerde in een reductie van 24 % van het aantal ongevallen (bij een 90 % betrouwbaarheidsinterval een reductie tussen 12 % en 34 %) en een reductie van 46 % van het aantal secundaire ongevallen (bij 90 % betrouwbaarheidsinterval een reductie tussen 37 % en 57 %) als gevolg van verkeerssignalering. Tevens bleek het aantal voertuigen dat bij een ongeval betrokken is, af te nemen met 5,9 %. Deze cijfers sluiten goed aan bij de resultaten van evaluatiestudies in het buitenland (zie onder 3.6). Naast dit gunstige effect op de verkeersveiligheid resulteert een vermindering van ongevallen en instabiliteiten in een betrouwbaarder wegennet met minder incidentele congestie. 3.2 De Werk In Uitvoerings (WIU)-functie In het verkeerssignaleringssysteem is een Werk In Uitvoerings (WlU)-functie opgenomen. Met deze functie is een operator in staat om over een bepaalde afstand één of meer rijstroken af te zetten. Dit afzetten kan nodig zijn bij (geplande) wegwerkzaamheden, maar ook bij ongevallen waarbij één of meer rijstroken geblokkeerd zijn. Door gebruik te maken van de WlU-functie, in plaats van de conventionele afzettingsmethodiek, treden er een aantal gunstige effecten op: verbeterde doorstroming tijdens de afzetting; verbeterde verkeersveiligheid (weggebruiker en wegwerker); benodigde tijd om een wegvak af te zetten neemt af; minder menskracht en materieel benodigd bij het afzetten van een wegvak. 3.2.1 Verbeterde doorstroming tijdens de afzetting In een literatuurstudie13 naar de capaciteit tijdens werk in uitvoering wordt gesteld dat gebruik van het verkeerssignaleringssysteem leidt tot: een verbeterde stabiliteit van de verkeersstroom bij hoge snelheden; een verbeterde doorstroming bij fileverkeer; een soepeler samenvoeging van verkeersstromen bij wegwerkzaamheden. Tevens wordt gesteld dat de capaciteit van de weg niet of nauwelijks wijzigt, terwijl de doorstroming ongeveer 5% zou verbeteren. Deze verbetering wordt niet ontleend aan praktijkmetingen bij werk in uitvoering, maar aan de effecten van de signalering in een bottle-neck, zoals die werden waargenomen in het onderzoek van de Kroes. Aangenomen wordt dat deze effecten ook optreden in situaties bij werk in uitvoering, waarbij de WlU-functie van verkeerssignalering wordt gebruikt. 3.2.2 Verbeterde verkeersveiligheid door de WlU-functie Hierbij worden de volgende aspecten onderscheiden: verkeersveiligheid onder wegwerkers objectieve verkeersveiligheid onder weggebruikers subjectieve verkeersveiligheid onder weggebruikers aw/hs/dec 1994/e vavks 12 Verkeersveiligheid wegwerkers Naar dit onderwerp is voor zover bekend geen ongevallenanalyse uitgevoerd. Doordat ongevallen onder wegwerkers (gelukkig) zeldzaam zijn: 1 a 2 ongevallen per jaar, is over vermindering als gevolg van de aanwezigheid van verkeerssignalering in kwantitatieve zin niets te zeggen. Wel zijn er aanwijzingen dat de veiligheid onder wegwerkers is verbeterd. Uit eerder onderzoek13 blijkt dat: Het snelheidspatroon bij Werk In Uitvoering niet merkbaar verandert t.o.v. conventionele afzettingen. Het aanbrengen van aanvullende bebakening veiliger is geworden omdat de betreffende rijstrook eerst met behulp van het signaleringssysteem wordt afgesloten. Het verkeer eerder de afgekruiste rijstroken verlaat, waardoor de kans op aanrijdingen met de eerste actiewagen kleiner wordt. Eenvoudiger bebakening mogelijk is, waardoor wegwerkers de rijbaan minder frequent hoeven te kruisen. Indien de kegels door het verkeer worden weggereden blijft de afsluiting van de rijstroken gehandhaafd middels verkeerssignalering. Objectieve verkeersveiligheid weggebruikers Voor zover bekend is naar dit onderwerp niet separaat onderzoek gedaan. Er wordt dan ook verwezen naar paragraaf 3.1.2. Subjectieve verkeersveiligheid weggebruikers Dit aspect is beschreven onder gebruikerswaardering verkeerssignalering (zie paragraaf 3.5). 3.2.3 Directe besparingen door de Werk In Uitvoerings (WIU)-functie Benodigde tijd om een wegvak af te zetten neemt af In het evaluatie onderzoek van de Kroes1 wordt gesteld dat per afzetting ongeveer 20 minuten bespaard kan worden ten opzichte van de conventionele manier van afzetten. Hierdoor kan de netto werkbare periode verlengd worden, of kan de totale afzettingstijd verkort worden. In het eerste geval zijn er minder afzettingen nodig. Hierdoor duurt in beide gevallen de capaciteitsreductie ten gevolge van de afzettingen korter. Volgens de huidige inzichten op het gebied van Werk In Uitvoering brengt de thans gangbare manier om een wegvak (conventioneel) af te zetten niet of nauwelijks méér hinder met zich mee dan afzetting door middel van de WlU-functie. Weliswaar duurt het plaatsen en weghalen van een conventionele afzetting langer dan met behulp van de WlU-functie, de totale hindertijd voor de weggebruiker is ongeveer gelijk. Een goede planning is hier de oorzaak van: Bij wegafzettingen wordt gebruik gemaakt van "werkbare uren". Dit zijn de uren, buiten de spitsperioden, waarin zonder filevorming één of meer rijstroken afgesloten kunnen worden. Bij afzetting door middel van de WlU-functie wordt de afzetting opgegeven aan het begin van een periode van werkbare uren, vervolgens worden de rijstroken afgezet met pilonnen. Bij een conventionele afzetting verschijnen de actiewagens aan het begin van een periode van werkbare uren ter plekke. Na plaatsing van de actiewagens worden de rijstroken afgezet met pilonnen. Het weghalen van de afzetting gebeurt in omgekeerde volgorde. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de totale afzettingstijd nauwelijks afneemt door het gebruik van de WlU-functie. aw/hs/dec 1994/e vavks 13 Minder menskracht en materieel benodigd bij het afzetten van een wegvak Door gebruik te maken van de WlU-functie, in plaats van de conventionele afzettingsmethodiek, zal er minder menskracht en materieel benodigd zijn bij het afzetten van een wegvak. Er zal namelijk minder bebakening nodig zijn. In een in 1985 uitgevoerde evaluatie3 is onderzocht hoe groot de besparing per verkeersmaatregel is, uitgedrukt in arbeidskosten en afschrijvingen op materieel. Uit ander onderzoek14 is bekend dat op de van verkeerssignalering voorziene weggedeelten (in 1992 178 km) zich in dat jaar 1949 maal wegwerkzaamheden voordeden die met behulp van het verkeerssignaleringssysteem zijn opgezet. In 1985, toen ongeveer 83 km autosnelweg van verkeerssignalering was voorzien, deden zich 1727 maal wegwerkzaamheden voor in het gesignaleerde gebied. Uitgangspunt 1 is dat zich per jaar 1949 maal wegwerkzaamheden voordoen waarbij de WlU-functie van het verkeerssignaleringssysteem gebruikt wordt. In het onderzoek van 1985 wordt onderscheid gemaakt naar een viertal soorten afzettingen: dag 500 m; dag 1500 m; nacht 500 m; nacht 1500 m. Uit de rapportage valt niet op te maken hoe vaak de verschillende soorten afzettingen voorkomen. Uitgangspunt 2 is dat alle soorten afzettingen even vaak voorkomen. Hieruit kan worden afgeleid dat de gemiddelde besparing op arbeidskosten en afschrijvingen op materieel per afzetting ƒ 430,25 bedraagt. Veruit het grootste gedeelte van deze besparing (ruim 85%) wordt behaald op een reductie van het aantal arbeidsuren. Daar de gehanteerde uurtarieven uit 1981 stammen, is de besparing per afzetting geïndexeerd naar uurtarieven van 1991 (de meest recente). Hieruit volgt een besparing van ƒ 550,-per afzetting. Per jaar betekent dit dus een besparing van ƒ 1.072.000,— op de arbeidsuren en afschrijvingen op materieel. Gerelateerd aan de realisatiedoelstelling van het geïntensiveerde programma verkeersbeheersing voor het jaar 2000, waarin ca. 900 km verkeerssignalering wordt voorzien, betekent dit een besparing op jaarbasis van ca. ƒ 5 miljoen. 3.3 Additionele functies: homogeniseren, mistsignalering Homogeniseren Deze functie is in 1992 gedurende een half jaar beproefd op zes wegvakken van de A2 tussen Maarssen en Abcoude. Uit de evaluatie van de proef blijkt dat homogeniseren geen significant direct effect heeft op de capaciteit van de weg. Wel blijven de effecten van verkeerssignalering behouden. Bovendien ontstaat een rustiger verkeersbeeld met kleinere onderlinge snelheidsverschillen en een betere verdeling van het verkeer over de rijstroken. Dit resulteert in een verbetering van de verkeersveiligheid. Mistsignalering Deze functie wordt momenteel beproefd op een 10 kilometer lang traject op de A16 nabij Breda. Enkele onderdelen van de evaluatie, waaronder een analyse van het rijgedrag zijn onlangs afgesloten. De ongevallen analyse loopt nog en zal eind 1995 gereed komen. De voorlopige analyses15 wijzen op een sterkere afname van de rijsnelheden in mistomstandigheden dan puur ten gevolge van verminderd zicht. Daarnaast neemt de spreiding van de snelheden iets af. aw/hs/dec 1994/e vavks 14 3.4 Verkeerssignalering als basissysteem voor andere toepassingen In de nota "Meer benutting, minder files"6 wordt voorgesteld over te gaan tot grootschalige implementatie van een flink aantal benuttingsmaatregelen. Deze maatregelen maken in meer of mindere mate gebruik van het verkeerssignaleringssysteem. Of, anders geformuleerd, het reeds operationeel hebben of gelijktijdig operationeel maken van verkeerssignalering levert een kostenbesparing op bij de implementatie van die benuttingsmaatregelen. De moeilijkheid bij het toerekenen van deze kostenbesparing is dat verkeerssignalering een integraal onderdeel van de benuttingsmaatregelen is geworden. Zo wordt voor de inwinning van verkeersinformatie in belangrijke mate gebruik gemaakt van de verkeerssignaleringsgegevens. Voor de aansturing van hulpverleners, bijvoorbeeld in het kader van Incident Management, kan ook gebruik worden gemaakt van deze gegevens. De economische waarde van signalering is in deze gevallen niet te berekenen. Dit kostenvoordeel is in principe wel toe te rekenen bij monitoring en Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP's). Hierbij hangt het kostenvoordeel samen met het feit dat gebruik wordt gemaakt van een gemeenschappelijke meet- en inwininfrastructuur. Het ontrafelen van deze kostenvoordelen is niet eenvoudig. Bij monitoring zijn de verschillende functionaliteiten van de verschillende soorten signalering (MTM, MTM2) een belangrijke oorzaak. De kostentoerekening bij DRIP's wordt gecompliceerd gemaakt door het feit dat er momenteel geen plannen zijn om DRIP's te plaatsen waar nog geen signalering is geïmplementeerd. De kosten van dedicated meet- en inwin-infrastructuur zijn daarom geschat. Monitoring: In de nota Verkeersbeheersing is de landelijke invoering van monitoring voorgesteld. In de volgende berekening is geprobeerd te achterhalen welke bijdrage signalering levert aan monitoring, uitgaande van een landelijke implementatie van het monitoring systeem. Bij de berekening van de besparing op de kosten van monitoring wanneer reeds signalering aanwezig is, is uitgegaan van de inbouw van Monitoring Upgrade Kits (MUK's) in de signaleringsonderstations. Een MUK is een module waarmee de reeds geplaatste signaleringsonderstations rechtstreeks op het monitoringsysteem zouden kunnen worden aangesloten. In het project MIRA, waarbij de ring rond Amsterdam van monitoring wordt voorzien, wordt geconstateerd dat het uitbreiden van signaleringsonderstations met de monitoringfunktionaliteit ongeveer ƒ 1.500.000,- gaat kosten (lengte ± 40 kilometer). De ring van Amsterdam is echter niet representatief voor de gemiddelde snelweg die inmiddels van signalering is voorzien, doordat op de ring rond Amsterdam veel gecompliceerde op- en afritten voorkomen. Een zeer groot deel van de kosten wordt gevormd door het aanbrengen van extra meetlussen. Geschat wordt dat de meerkosten van signalering voor het toevoegen van monitoring ongeveer ƒ 20.000,- per kilometer gaan bedragen. Het momenteel in ontwikkeling zijnde signaleringssysteem MTM2 wijkt, voor wat de functionaliteit betreft, af van de reeds geïmplementeerde verkeerssignaleringssystemen. Een belangrijke wijziging in dit kader is dat de monitoringfunktionaliteit reeds is ingebouwd. Vanaf de onderstations kan een directe verbinding, worden gelegd met het centrale monitoringsysteem Monica. Deze integrale oplossing drukt de meerprijs voor monitoring drastisch. Algemeen is de verwachting dat de meerprijs aw/hs/decl994/e vavks 15 van de monitoringfunktie in de MTM2-onderstations niet meer dan enkele duizenden guldens per onderstation bedraagt1. Wanneer in het inmiddels gesignaleerde gebied die signalering daar niet zou hebben gestaan, zou bij landelijke implementatie van monitoring ook dit deel van het hoofdwegennet met het totale monitoring meet- en inwinsysteem moeten worden uitgerust. Geschat wordt dat in dit gebied ongeveer om de 4 kilometer gemeten moet worden en dat de daarvoor benodigde meet- en inwin-infrastructuur gemiddeld ƒ 200.000,- gaat kosten. Hierbij is rekening gehouden met de complexere verkeerssituaties in dit gebied. De kostprijs van monitoring komt daarbij voor dit gebied op ƒ 50.000,- per kilometer. Daarmee komt het voordeel van signalering bij invoering van monitoring op ongeveer ƒ 30.000,- per gesignaleerde kilometer. In de toekomst, bij invoering van MTM2-onderstations, loopt dit voordeel op met maximaal ƒ 20.000,- tot een totaal van ƒ 50.000,- per gesignaleerde kilometer. Gerelateerd aan de doelstelling van het geïntensiveerde programma verkeersbeheersing bedraagt het investeringsvoordeel landelijk ca. ƒ 25 miljoen. Dynamische Route Informatie Panelen: De Dynamische Route informatie Panelen (DRIP's) zoals die momenteel rond Amsterdam staan opgesteld halen de benodigde informatie uit het aldaar aanwezige signaleringssysteem. De kosten van een dedicated DRIP-meetsysteem zijn zeer situatie-specifiek en hangen in grote mate samen met de lengte van het wegstuk of de wegstukken die bemeten moeten worden18. In de situatie van de ring rond Amsterdam (AIO) worden langs de hele ring voortdurend metingen gedaan. Omdat per DRIP een sterk in lengte wisselend stuk van het Hoofdwegennet zal worden bemeten, kan geen kostentoerekening per gemiddelde DRIP worden gemaakt. Zoals gezegd moet ook bij DRIP's voor de berekening van de besparing worden uitgegaan van schattingen. De kosten voor het meet- en inwinsysteem van signalering dat door DRIP's wordt gebruikt is ongeveer ƒ 300.000,- per kilometer2. Hoewel voor DRIP's nooit dedicated systemen zijn aangelegd, mag worden verondersteld dat een dedicated systeem voordeliger zou kunnen zijn. Schattingen lopen uiteen van ƒ 200.000,- tot ƒ 300.000,-. Daarmee is ook de besparing bepaald op de kosten van DRIP's bij aanwezigheid van verkeerssignalering. Toekomstige uitbreidingen Het signaleringssysteem zal in de toekomst zijn nut kunnen bewijzen door de mogelijkheid op relatief eenvoudige wijze apparatuur voor andere verkeersmanagement toepassingen met het systeem te koppelen. Zo is het denkbaar dat het signaleringssysteem toeritdoseer-installaties aanstuurt. Als ander voorbeeld kunnen camera's worden genoemd, die automatisch inschakelen wanneer een incident wordt gemeten. De videobeelden stellen de centralist in staat hulpdiensten en berger naar de juiste lokatie te dirigeren. 'Dit betekent overigens niet dat de functionaliteit van MTM1 met MUK gelijk is aan die van MTM2 Volgens opgave directie NH aw/hs/decl994/e vavks 16 Naast enig kostenvoordeel zit de winst van het signaleringssysteem bij dit soort extra's vooral in de relatief korte ontwikkel- en implementatietijd. Dit voordeel hangt nauw samen met de doorgevoerde standaardisatie. Tenslotte wordt opgemerkt dat het relatief eenvoudig is om op signalering uitbreidingen (zoals DRIP's etc.) te realiseren, maar dat een dedicated systeem doorgaans niet uit te bouwen zal zijn tot een multifunctioneel systeem als verkeerssignalering. 3.5 Gebruikers waardering verkeerssignalering In deze paragraaf wordt de waardering van weggebruikers voor verschillende functies van verkeerssignalering behandeld. 3.5.1 Resultaten van de Kroes Om een beeld te krijgen van de beleving door weggebruikers van het signaleringssysteem werd in het kader van het evaluatie onderzoek van de Kroes in 1983 een enquête5 gehouden onder 350 weggebruikers. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn: Ruim 90 % van de weggebruikers beoordeelt het functioneren van het systeem als gunstig; Automobilisten begrijpen wat er van hen verwacht wordt, 85 - 90 % van de ondervraagden vinden het aantal aanwijzingen voldoende; Het snelheidsgedrag wordt eerder bepaald door dat van voorgangers dan door de getoonde (toentertijd advies-) snelheden; De hoogte van de geadviseerde snelheden wordt door 6 0 - 6 5 % van de weggebruikers als juist ervaren. 3.5.2 Recent onderzoek" in kader van EAVES en fïleteken Wiardering van de filebeveiligingsfunctie van verkeerssignalering In juni 1994 werden 300 automobilisten, die bij de Coentunnel waren waargenomen, telefonisch ondervraagd. De steekproef bestond voor 76% uit mannen; 94% van de automobilisten reed regelmatig over het betreffende deel van de AIO. De meeste automobilisten (81%) vonden dat de snelheidsinformatie over het algemeen juist is; voor de betreffende rit vond 65% de informatie juist, 14% wist niet of de informatie juist was en 22% vond de informatie onjuist. Van de automobilisten die de informatie onjuist vonden, zeiden er evenveel dat ze harder konden rijden als dat ze langzamer moesten rijden dan de verkeerssignalering aangaf. De opvallendheid van verkeerssignalering is groot: 90% van de automobilisten wist precies waarover ze ondervraagd werden. De begrijpelijkheid van de borden is groot: 98% snapt de borden onmiddellijk. De leesbaarheid van de borden was volgens 98 % van de automobilisten goed, terwijl 81% de leesbaarheid onder alle omstandigheden goed vindt. Een meerderheid van de automobilisten (68%) vindt dat de verkeerssignalering hun rijcomfort verhoogt, en 63 % voelt zich er veiliger door. Een meerderheid (63 %) vindt de verkeerssignalering zinvol, terwijl zelfs 71% reageert op het systeem door: aw/hs7dec) 994/e vavks 17 zich aan de snelheidslimiet te houden (71 %); oplettender te gaan rijden (28%); langzamer te gaan rijden (3%). Waardering van de Wérk-In-Uitvoering (WIU) functie van verkeerssignalering Op 31 mei 1994 werden op de A2 tussen Utrecht en Amsterdam wegwerkzaamheden uitgevoerd. Driehonderd automobilisten die deze werkzaamheden waren gepasseerd werden kort daarna telefonisch ondervraagd. Bijna alle (98%) automobilisten vinden de WlU-borden van de verkeerssignalering begrijpelijk en ruim 70% vindt dat hun rij comfort erdoor verhoogd wordt en 69% voelt zich er veiliger door. Een meerderheid (60%) vindt de snelheidslimieten ter hoogte van de WIU goed, terwijl van de overige 40% eenderde de limiet te laag vond, eenderde de limiet juist te hoog vond en eenderde niet wist of de limiet goed was. Het overgrote deel van de automobilisten (90%) zegt te reageren op de informatie van verkeerssignalering bij WIU. Veel voorkomende reacties zijn: afremmen (86%) van rijstrook wisselen (38%) zich aan de snelheidslimiet houden (30%) voorzichtiger gaan rijden (32%) Waardering van het '50'-teken van verkeerssignalering en het file-teken In mei 1993 werd door de AVV op de A16 tussen het knooppunt Ridderkerk en het Kralingseplein het zogenaamde file-teken in plaats van het '50'-teken van de verkeerssignalering getoond. Zo'n 1700 weggebruikers zijn kort daarna schriftelijk geënquêteerd om een beeld te krijgen van hun waardering voor het file-teken tegenover het '50'-teken.19 Uit het onderzoek blijkt dat het file-teken eenduidig positiever wordt gewaardeerd dan het '50'-teken (een waardering van respectievelijk 8,1 versus 5,4 op een 10-puntsschaal). Dit betekent dat automobilisten dus een duidelijke voorkeur hebben voor het file-teken boven het '50'-teken. Het merendeel van de automobilisten (66%) zei overigens dat men onafhankelijk van het getoonde teken de rijsnelheid aan de verkeerssituatie aanpaste. 3.6 Buitenlandse ervaringen In de ons omringende landen wordt in toenemende mate ervaring opgedaan met verkeerssignaleringssystemen. De vergelijkbaarheid van evaluatie resultaten van die systemen met de effecten van het Nederlandse systeem is doorgaans beperkt, vanwege verschillen in doel, functies, opzet, werking en operationele omstandigheden van de systemen. Tegelijkertijd met de initiële introductie van verkeerssignalering in Nederland, begin jaren 80, zijn in Duitsland uitgebreide proefnemingen gedaan met vergelijkbare systemen. De evaluatie van de installatie bij Aichelberg20 (A8 Stuttgart-München) toonde een afname van het aantal ongevallen met 30% (daling aantal ongevallen/min mvtkm van 2,05 naar 1,45). Daarnaast viel een afname van de hoge snelheden en een homogener snelheidspatroon te constateren. Effectstudies m.b.t. meer recente implementaties21 van verkeerssignalering in Duitsland bevestigen in grote lijnen de veiligheidseffecten van de AID functie. Zo nam op de A3 bij Erlangen het aantal ongevallen af met 38 % (op naburige wegvakken zonder verkeerssignalering was de afname in dezelfde periode 18 %). Een ander onderzoek naar een installatie op de A43 resulteerde in een afname aw/hs/decl994/evavks 18 van zware ongevallen met 19 % terwijl op naburige autowegen zonder VKS een toename van 7 % werd geconstateerd. Op dit moment is op ca. 70 locaties in Duitsland over een totale lengte van ca. 300 kilometer verkeerssignalering in bedrijf. Naar aanleiding van de positieve ervaringen is in Duitsland een investeringsprogramma opgesteld met 60 nieuwe installaties, waardoor eind 1997 in totaal 800 kilometer autosnelweg van signalering zal zijn voorzien. Daarnaast wordt op 2200 kilometer weg wisselbewegwijzering gepland. In Engeland wordt in toenemende mate ervaring opgedaan met uiteenlopende vormen van verkeerssignalering. Zo er al effectstudies met betrekking tot doorstromingseffecten zijn gedaan, dan is de relevantie daarvan voor Nederland gering. Verkeerssignalering wordt in Engeland primair gericht op file(staart) beveiliging. Weliswaar vindt hierbij AID plaats, maar doorgaans geen automatische signalering, deze taak is voorbehouden aan de politie. Recent is een met de Nederlandse signalering vergelijkbaar systeem geplaatst op de Ml ten zuiden van Londen. De ervaringen hiermee zijn nog niet bekend. Uit de Verenigde Staten is een evaluatie22 bekend van een verkeerssignaleringssysteem in Chicago. De resultaten wijzen op een reductie van de congestie in de spits van 30 %, terwijl het aantal ongevallen afnam met 18 %. 3.7 Overzicht beleidseffecten verkeerssignalering Samenvattend kunnen we de volgende (beleids)effecten van verkeerssignalering onderkennen. doorstroming • verbetering doorstroming bij congestie: ca. 5% • stabiele verkeersafwikkeling met minder schokgolven • vermindering incidentele files door ongevalspreventie verkeersveiligheid • • • • wegbeheer • besparingen bij wegafzettingen • veiligheid personeel bij wegafzettingen en incidenten • gebruiksgemak bij wegonderhoud basissysteem toepassing verkeersmanagement • besparingen op toe te voegen applicaties • technisch platform voor nieuwe toepassingen gebruikerswaardering • begrijpelijkheid systeem is hoog • systeem vergroot veiligheid en rijcomfort • aanduidingen worden als juist ervaren aw/hs/decl994/e vavks vermindering ongevallen: ca. 25 % vermindering secundaire ongevallen: ca. 45 % vermindering schokgolven ongevalspreventie bij slecht zicht 19 4. Conclusies en aanbevelingen • Het verkeerssignaleringssysteem heeft verschillende functies: - automatische incident detectie en waarschuwing (AID); - werk in uitvoering (WIU); - additionele functies: homogeniseren en mistsignalering; - basis systeem voor verkeersmanagement toepassingen. • De belangrijkste doelstellingen (en beleidseffecten) van verkeerssignalering zijn: - het vergroten van de verkeersveiligheid; - het verbeteren van de doorstroming van het verkeer; - het ondersteunen van de taak van wegbeheerder en politie bij wegafzettingen. • Ten behoeve van deze nota uitgevoerd empirisch onderzoek naar het doorstromingseffect van verkeerssignalering op een locatie op de AIO geeft aan dat de capaciteit ter plaatse als gevolg van de introductie van verkeerssignalering met 5,2 % is gestegen. • Uit een verschilanalyse van maximale uurintensiteiten op 21 locaties op het hoofdwegennet blijkt dat op wegvakken met verkeerssignalering (VKS) de maximale uurintensiteit 5 % hoger ligt dan op wegvakken zonder VKS. Het gemiddelde op wegvakken met VKS bedraagt 2330 pae/uur per rijstrook. Het gemiddelde op wegvakken zonder VKS bedraagt 2220 pae/uur per rijstrook. Uit een analyse van trendmatige ontwikkelingen van uurintensiteiten over een reeks vanjaren op afzonderlijke locaties valt door de veelheid van andere invloedsfactoren geen eenduidig en systematisch verband te leggen met de invloed van de introductie van verkeerssignalering. • Het verrichte onderzoek bevestigt de resultaten van de evaluatie van de Kroes c.s. ten aanzien van het capaciteitseffect en daarmee de veronderstellingen die aan de motivering van de intensivering van het investeringsprogramma verkeerssignalering ten grondslag liggen. • De filebeveiligingsfunctie van verkeerssignalering wordt positief door weggebruikers gewaardeerd. De begrijpelijkheid en de leesbaarheid van de borden is goed. Een meerderheid van de automobilisten vindt dat hun veiligheid en rijcomfort er door wordt verhoogd. Dit laatste geldt in nog sterkere mate voor de werk-in-uitvoeringsfunctie. • Vanwege lacunes in kennis wordt aanbevolen voortgezet onderzoek te verrichten naar effecten van de WlU-functie van verkeerssignalering met name de reductie van de afzettingstijd en de verkeersveiligheid bij werk in uitvoering. • De schaal waarop verkeerssignalering inmiddels in Nederland wordt toegepast maakt een zinvolle precisering en bevestiging van het veiligheidseffect mogelijk. Waar het veiligheidseffect van (de AID functie van) verkeerssignalering uit eerder onderzoek van de Kroes e.a. wordt bevestigd door recente buitenlandse studies lijkt kostbaar ex-ante onderzoek minder urgent. • Aanbevolen wordt empirisch onderzoek te doen naar lokale verschillen in capaciteitsterugval in congestiesituaties. Tevens wordt aanbevolen internationaal fundamenteel onderzoek naar speed/flow relaties en capaciteiten actief te volgen en waar mogelijk daarin door eigen onderzoek bij te dragen. aw/hs/decl994/e vavks 20 LITERATUURLIJST 1 Evaluatie van de externe effecten van het verkeerssignaleringssysteem voor autosnelwegen, J.L. de Kroes, P. Donk, S.J. de Klein, Rijkswaterstaat, 1983 2 Filewaarschuwing en verkeersafwikkeling, Rijkswaterstaat, DVK, H.D. Verweij, mei 1985 3 Evaluatie Verkeerssignaleringssystemen Projecten Rijksweg 13 en Rijkswegen 2/12, Rijkswaterstaat, DVK, 1985 4 Evaluatie verkeerssignaleringssystemen voorselectie en afweging van projecten, Rijkswaterstaat, 1988 5 Onderzoek naar bekendheid en ervaring met autosnelwegsignalering, Nederlandse Stichting voor Statistiek, lente 1983 6 Meer benutting, minder files, Nota verkeersbeheersing Hoofdwegennet, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, april 1994 7 Benutten naast bouwen, McKinsey & Company, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, juli 1994 8 Capaciteit op convergentiepunten, meting van de wegcapaciteit op een dertiental convergentiepunten, Transpute, januari 1993 9 Freeway capacity drop and the definition ofcapacity, F.L. Hall e.a., Transportation Research Record 1320 10 Effecten van verkeerssignalering op capaciteiten, BGC, AVV, november 1994 11 EAVES \hriable Message Signsfor Road Wbrks and Queue Warning Systems, Rijkswaterstaat, AW en BGC, augustus 1994 12 Herziening RL-MWA literatuurstudie, stichting CROW en BGC, september 1993 13 Invloedsfaktoren op de Kapaciteit bij werk in uitvoering literatuurstudie, AGV, oktober 1990 14 Onderzoek toepassing Mobiele Rijstrooksignalering (MRS), Grontmij, april 1993 15 Evaluation of the A16 fog-signalling systeem, concept rapportage, TNO-TM, J.H. Hogema, A.R.A. van der Horst and P.J. Bakker, 1994 16 De bruikbaarheid van het FileKostenModel in de praktijk, ICIM, 14 december 1993 17 Statistisch jaarboek 1981, en 1994, CBS 18 Handleiding Dynamische Route Informatie Panelen, Witteveen en Bos, AVV, september 1993 aw/hs/decl994/e vavks 21 19 Proef file-teken, Rijkswaterstaat, AVV, september 1993 20 Stauwarneinrichtungen an Autobahnen, Forschung Straszenbau und Verkehrstechnik, Heft 422, 1984, BMV, Bonn 21 Sicherheit durch flexibele geschwindigkeiten, Verkehrsnachrichten 7-93, BMV, Bonn 22 Smart Highways, An assessment of their potential to imptove travel, US General Accounting Office, may 1991 aw/hs/decl994/evavks 22 Bijlage - Systeembeschrijving verkeerssignaleringssysteem aw/hs/decl994/e vavks HET SIGNALERINGSSYSTEEM Door middel van op regelmatige onder- De standaardfunctie van een onder- De centrale computer is tevens ver- linge afstand per rijstrook aangebrach- station is het voorbewerken en door- bonden met een aantal bedienposten. te detectielusparen, wordt de rijtijd en sturen van de verkeersgegevens naar Op de bedienpost worden de verkeers- intensiteit van passerende voertuigen de centrale computer. Tevens verzorgt en systeemgegevens zoveel mogelijk gemeten. het zelfstandig of op aangeven van de via een grafisch kleurenscherm gevisu- centrale computer het schakelen van aliseerd. Met deze bedienpost kan een Verschillende programma's leiden uit beelden op signaalgevers en verdwijn- operator het gehele systeem bedienen deze informatie af, of er op een wegvak borden. Daarnaast bewaakt het onder- en onderhouden. een verstoring in de doorstroming van station continu de hardware en de het verkeer is ontstaan. Zodra de pro- juistheid van de geschakelde beelden. gramma's een verstoring constateren, Op de bedienpost worden op hetzelfde grafische beeldscherm de bij kunstweken worden automatisch maatregelen De onderstations zijn via een eigen aangebrachte kunstwerkspecifieke genomen om het verkeer te waarschu- communicatienetwerk verbonden met verkeerssystemen, zoals slagbomen bij wen. Dit geschiedt middels boven de de centrale computer. De centrale tunnels, gevisualiseerd. Zodoende rijstroken aangebrachte matrixsignaal- computer verzorgt de communicatie heeft een operator de informatie van gevers, die verschillende maximum- met de onderstations, verwerkt de alle voor de beheersing van de snelheden kunnen tonen. verkeersgegevens, berekent daaruit de verkeersstromen benodigde systemen gewenste beeldstanden en stuurt een op één beeldscherm. Behalve via automatische program- opdracht om deze beelden te ma's kunnen verkeersmaatregelen ook schakelen terug naar het onderstation. handmatig door een operator op de EIGENSCHAPPEN signaalgevers geplaatst worden. De FLEXIBEL operator wordt bij het opzetten van een maatregel door het systeem ondersteund. ^>. os >> 06: onoeamiou >c* Overzichttekening van de systeemopbouw
© Copyright 2024 ExpyDoc