Indicatorgids OSAS 2014

Indicatorenset Obstructief slaapapneusyndroom (OSAS) bij
volwassenen
Uitvraag 2014 over verslagjaar 2013
Definitieve versie – okt. 2013
Colofon
Internet:
Portal voor aanlevering kwaliteitsgegevens verslagjaar 2013: http://ziekenhuizentransparant.nl.
Meer informatie:
 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen:
www.nvz-ziekenhuizen.nl/onderwerpen/zichtbare-zorg;
 Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra: www.nfu.nl.
Samengesteld door:
Zorginhoudelijke indicatoren
Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud
Klantpreferentievragen
Consumentenbond
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)
Eerder tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare
Zorg Ziekenhuizen.
Let op:
Zichtbare Zorg is per 1 januari 2013 gestopt en gaat op in het Kwaliteitsinstituut. De ondersteuning die het
programmabureau Zichtbare Zorg leverde aan ziekenhuizen en ZBC’s met betrekking tot het verzamelen
en aanleveren van de indicatoren, komt hiermee te vervallen. Het beschikbaar stellen van
kwaliteitsinformatie is een wettelijke opdracht aan zorgaanbieders, die van kracht blijft. De indicatoren uit
deze indicatorengids worden daarom in 2014 niet aangeleverd via de ZiZo-portal, maar via een webportal
van Dutch Hospital Data.
Den Haag, oktober 2013
2
Inhoudsopgave
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren
2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren OSAS
3. Lijst te verzamelen variabelen
Bijlage 1: Wijzigingstabel zorginhoudelijke indicatoren
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke
verenigingen
4
5
6
8
9
10
Deel 2: Klantpreferentievragen
Klantpreferentievragen OSAS
Bijlage 1: Wijzigingstabel
11
12
18
Afkortingenlijst
19
3
Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren
4
1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren OSAS
Indicatorwerkgroep
De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset OSAS in 2009 bestond uit de volgende
personen:
NVALT: Dhr. Drs. M.M. Eijsvogel (voorzitter), longarts, Medisch Spectrum Twente, Enschede
Dhr. Drs. J. Asin, longarts, Amphia Ziekenhuis, Breda
Mw. Dr. P.J.E. Vos, longarts, Alysis Zorggroep, Arnhem
NVN:
Dhr. Drs. K.E. Schreuder, Arts klinische slaapgeneeskunde, St. Kempenhaeghe, Heeze
KNO:
Dhr. Dr. N. de Vries, KNO-arts, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
NVAB: Mw. Drs. D.N. Visser, bedrijfsarts, Maetis, Houten
ZN:
Mw. N. Huiskes MBA, arts Beleid en Advies, Medisch Advies Groep CZ Actief in Gezondheid,
Tilburg
Mw. T. Braam, zorgbemiddelaar hulpmiddelen, UVIT
Dhr. C. Itz, adviserend arts, afd. zorgbemiddeling UVIT
NVSAP: Dhr. Drs. P.H.J.M. van Mechelen, voorzitter ApneuVereniging
De werkgroep voor de revisie van de indicatorenset OSAS bestond in 2010 uit de volgende personen:
NVALT: Dhr. Drs. M.M. Eijsvogel (voorzitter), longarts, Medisch Spectrum Twente, Enschede
KNO:
Mw. Dr. E.H. van den Akker, KNO-arts, Meander Medisch Centrum, Amersfoort
NVN:
Dhr. Dr. R.J. Schimsheimer, neuroloog, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag
Dhr. Drs. K. Schreuder
NVSAP: Dhr. van Mechelen, afgevaardigde van de patiëntvereniging
De werkgroep voor de tweede revisie van de indicatorenset OSAS in 2011 bestond uit de volgende
personen:
KNO:
Mw. Dr. E.H. van den Akker, KNO-arts, Meander Medisch Centrum, Amersfoort
Dhr. Dr. M.H.J.M. Majoor, KNO-arts, ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede, Veenendaal en Barneveld
Dhr. Dr. J. Tan, KNO-arts, St. Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
NVALT: Dhr. Drs. H.H.M. Hassing, longarts, Viecuri, Venlo
NVN:
Dhr. Dr. R.L.M. Strijers, neuroloog, VU Medisch Centrum, Amsterdam
Dhr. Dr. C.J.W. van de Vlasakker, neuroloog, Slingeland ziekenhuis, Doetinchem
ZN:
Mw. Drs. R. Geels, Adviserend Geneeskundige, Zorg en Zekerheid
Dhr. Drs. G. Salemink, vertegenwoordiger Zorgverzekeraars Nederland, huisarts (n.p.)
NVSAP: Dhr. Drs. P.H.J.M. van Mechelen, voorzitter ApneuVereniging
Afstemming met bestaande richtlijnen
Bij de ontwikkeling van de indicatoren is gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan in het
ontwikkeltraject van de Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij
volwassenen (CBO, 2009).
Populatiebepaling OSAS
Voor het bepalen van de indicatoren moet eerst de populatie worden vastgesteld. Het aantal patiënten
met OSAS kan niet via DBC’s of DBC-zorgproducten worden vastgesteld. De reden is dat de drie
belangrijkste specialismen (Longziekten, KNO, Neurologie) verschillende DBC’s of DBC-zorgproducten
kennen, waarbij OSAS patiënten niet of gedeeltelijk worden aangemerkt. U kunt het aantal OSAS
patiënten exact weergeven wanneer u beschikking heeft over een diagnose-database; anders zult u een
zo betrouwbaar mogelijke schatting moeten maken. Het betreft de optelsom van alle nieuwe patiënten
met de diagnose OSAS die een behandeling ondergaan van alle betrokken specialismen in uw kliniek.
Conservatieve therapie valt ook onder behandeling in het kader van deze indicatoren.
Peildatum
De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart
geregistreerd.
5
2. Zorginhoudelijke indicatoren OSAS
1. BMI
Relatie tot kwaliteit
Overgewicht is een belangrijke risicofactor die mede ten grondslag ligt aan
het ontstaan van OSAS. Begeleiding bij vermindering van overgewicht is
daarom belangrijk.
Operationalisatie
Wordt in uw ziekenhuis begeleiding bij vermindering van overgewicht
aangeboden of wordt nagegaan of dit in de eerste lijn wordt gedaan?
Begeleiding door eigen ziekenhuis/Begeleiding in de eerste lijn/Geen
begeleiding
Definitie(s)
BMI: Body Mass Index
Overgewicht is een BMI >25
In- /exclusiecriteria
Inclusie: alle volwassen OSAS-patiënten
Bron
DBC-registratie en verrichtingenregistratie, ziekenhuisregistratie
Meetfrequentie
1x per jaar
Peildatum
01-03-2014
Rapportagefrequentie 1x per jaar
Type indicator
Structuur
Meetniveau
Ziekenhuisniveau
Kwaliteitsdomein
Effectiviteit, patiëntgerichtheid
Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg
Obesitas is een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van OSAS (Young, 2002; Peppard, 2000;
Tishler, 2003). Uit de literatuur komt verder naar voren dat het verlagen van het BMI een gunstig effect
heeft op OSAS (Peppard, 2000; Sampol, 1998; CBO, 2009).
Mogelijkheden tot verbetering
Het verminderen van de BMI kan een gunstig effect hebben op OSAS. Het opnemen van de behandeling
van overgewicht bij OSAS kan daarom de kwaliteit van de OSAS behandeling vergroten. De werkgroep is
het er over eens dat de start met behandeling van OSAS de negatieve spiraal waarin een patiënt met
obesitas zich bevind (de OSAS en obesitas kunnen elkaar versterken) zou kunnen doorbreken.
Begeleiding bij vermindering van overgewicht kan de kwaliteit van zorg daarom vergroten.
Beperkingen bij gebruik en interpretatie
De werkgroep realiseert zich dat het verminderen van de BMI iets is waar de behandelaar niet al te veel
invloed op heeft. De motivatie van de patiënt is erg belangrijk. Omdat de start van de behandeling van de
OSAS de start van een opwaartse spiraal kan betekenen vindt de werkgroep het toch interessant om
deze indicator uit te vragen.
Inhoudsvaliditeit
De relatie tussen een te hoge BMI (>25) en OSAS is in de literatuur onomstreden. Uit de literatuur komt
verder naar voren dat het verlagen van het BMI een gunstig effect heeft op OSAS (Peppard, 2000;
Sampol, 1998; CBO, 2009). De mate van bewijskracht voor deze indicator is C.
Statistisch betrouwbaar onderscheiden
De werkgroep verwacht dat er voldoende variatie in de praktijk bestaat, waardoor de indicator
discrimineert tussen de ziekenhuizen en verbeteringen in kwaliteit van zorg zal registreren.
Vergelijkbaarheid
Bij deze indicator spelen bias en case-mix geen rol.
6
Registratiebetrouwbaarheid
De werkgroep verwacht dat de indicator onder gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) hetzelfde
resultaat oplevert. Aangezien het hier gaat om een structuurindicator is er sprake van een geringe
registratielast. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende
ziekenhuizen zelf.
Referenties
- CBO Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het obstructieve slaapapneusyndroom bij volwassenen.
2009:
Centraal
Begeleidingsorgaan.
http://www.cbo.nl/thema/Richtlijnen/Overzichtrichtlijnen/Richtlijnen-O-t-m-R.
- Peppard PE, Young T, Palta M, Dempsey J and Skatrud J. Longitudinal study of moderate weight
change and sleep-disordered breathing. JAMA 2000;284:3015–21.
- Sampol G, Munoz X, Sagales MT, Marti S, Roca A, Dolors-de-la CM, et al. Long-term efficacy of
dietary weight loss in sleep apnoea hypopnoea syndrome. Eur Resp J 1998;12:1156 -9.
- Tishler PV, Larkin EK, Schluchter MD, Redline S. Incidence of sleep-disordered breathing in an urban
adult population: the relative importance of risk factors in the development of sleep-disordered
breathing. JAMA 2003;289:2230-7.
- Young T, Peppard PE, Gottlieb DJ. Epidemiology of obstructive sleep apnea: a population health
perspective. Am J Respir Crit Care Med 2002;165:1217-39.
7
3. Lijst te verzamelen variabelen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de gegevens voor het bepalen van de indicatoren kunt verzamelen. Dit
gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen data-element.
Variabelenlijst
Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om
één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden.
8
Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2013 over
verslagjaar 2012
De zorginhoudelijke indicatoren van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
9
Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging
De zorginhoudelijke indicatoren uit de indicatorset OSAS zijn in 2010 geautoriseerd door:
-
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
10
Deel 2: Klantpreferentievragen
11
Vragenlijst klantpreferenties Obstructief Slaapapneu Syndroom
De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom OSAS. Deze informatie kan bijdragen
aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De
klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten
Consumenten Federatie, in samenwerking met de Apneuvereniging; Nederlandse Vereniging Slaapapneu
Patiënten.
Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er
focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere
groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn.
Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar
waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden.
Vaste hoofdbehandelaar
A. Heeft de patiënt met OSAS gedurende het gehele zorgtraject één
Vraag 1
1
verantwoordelijk hoofdbehandelaar ?*
(aanvinken, één antwoord mogelijk)
 Ja
 Nee
1
B. Welke zorgprofessional(s) is/zijn hoofdbehandelaar van de patiënt met
OSAS?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 KNO-arts
 Longarts
 Neuroloog
 Tandheelkundig specialist
2
 Gespecialiseerd verpleegkundige
 Anders, namelijk ____
Definities
Technische
haalbaarheid
1
Met verantwoordelijk hoofdbehandelaar wordt bedoeld: de zorgverlener die de
zorg voor de patiënt coördineert en op wie de inhoudelijke
eindverantwoordelijkheid van de zorgverlening rust.
2
Een gespecialiseerd verpleegkundige kan zijn: de OSAS-verpleegkundige, de
SAAS-verpleegkundige of een verpleegkundig specialist.
* Peildatum: 1 maart 2014
12
Aangeboden behandelmethoden
A. Welke behandelmethoden zijn op uw ziekenhuislocatie beschikbaar voor de
Vraag 2
behandeling van OSAS?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
1
 Conservatieve behandeling
2
 Continous positive airway pressure (CPAP) apparaat
3
 Chirurgische ingrepen tegen OSAS
 Septumcorrectie tegen OSAS
 Beugel (MRA, MDA en/of snurkbeugel)
 Anders, namelijk ____
B. Welke soorten CPAP-apparaten worden er op uw ziekenhuislocatie door
specialisten voorgeschreven?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 ‘Standaard’ CPAP-apparaat
2
 Expiratiedrukverlagende CPAP
4
 Auto-CPAP (APAP)
5
 BilevelPAP
 Anders, namelijk ____
C. Welke chirurgische ingrepen tegen OSAS worden op uw ziekenhuislocatie
uitgevoerd?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Uvulo-palato-faryngo-plastiek (UPPP, wegsnijden delen verhemelte en huig)
 Somnoplastiek (radiofrequente thermotherapie van de tongbasis)
 Hyoïdthyroïdpexie (hyoïdsuspensie, verplaatsen van het tongbeen)
 Genioglossus advancement (verplaatsen van de onderste tongspier)
 Kaakoperatie (mandulaire repositie, verplaatsen van de kaak)
 Pillartechniek (variant op somnoplastiek maar met preparaten)
 Meervoudige chirurgie (operatie waarbij combinatie van bovenstaande
ingrepen wordt uitgevoerd)
 Anders, namelijk ____
Definities
Technische
haalbaarheid
1
Conservatieve behandeling bestaat uit leefstijladviezen.
Het expiratiedrukverlagende CPAP-apparaat is een ‘standaard’ CPAP met een
extra functie. Het apparaat herkent wanneer de patiënt inademt en uitademt.
Tijdens de uitademing (expiratie) blaast het apparaat minder hard, waardoor het
uitademen comfortabeler is.
3
Hiermee worden chirurgische ingrepen bedoeld die specifiek op uw
ziekenhuislocatie worden ingezet tegen OSAS, zoals UPPP en somnoplastiek.
4
Auto-CPAP past voortdurend de druk aan, op basis van snurkgeluid, apneus en
hypopneus. Bedoelt voor patiënten die de standaard CPAP niet verdragen of bij
wie het onvoldoende effect heeft.
5
Bij BilevelPAP wordt de druk tijdens inademing en uitademing apart ingesteld.
Het apparaat herkent wanneer de patiënt inademt en uitademt. Bedoelt voor
patiënten die de standaard CPAP niet verdragen of bij wie het onvoldoende effect
heeft.
* Peildatum: 1 maart 2014
2
13
Slaaponderzoek
A. Welke mogelijkheden biedt uw ziekenhuis voor het uitvoeren van het
Vraag 3
polysomnografisch onderzoek (slaaponderzoek)?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Thuisregistratie
 Registratie in de instelling/kliniek
 Doorverwijzing/gebruikmakend van de faciliteiten op locatie ____
 Anders, namelijk ____
B. Beschikt uw ziekenhuis over een speciaal ingericht
1
2
slaaplaboratorium/slaapcentrum voor bewaakte polysomnografie ?*
(aanvinken, één antwoord mogelijk)
 Ja
 Nee, polysomnografie vindt bij ons alleen onbewaakt plaats
 Anders, namelijk ____
Definities
Technische
haalbaarheid
1
Onder slaaplaboratorium wordt verstaan de samenwerking tussen verschillende
disciplines met het oog op diagnose en behandeling van slaapstoornissen.
2
Dit is een onderzoek waarbij onder monitortoezicht van een zorgverlener de
hersenactiviteit en verschillende lichaamsfuncties worden gemeten tijdens de
slaap.
* Peildatum: 1 maart 2014
14
Betrokken (ondersteunende) zorgverleners en bereikbaarheid
A. Welke ondersteunende zorgverleners zijn op uw ziekenhuislocatie standaard
Vraag 4
betrokken bij de behandeling en/of verzorging van patiënten met OSAS?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Verpleegkundig specialisten
1
 OSAS-verpleegkundigen
2
 SAAS-verpleegkundigen
 Physician Assistants
 Anders, namelijk _____
B. Welke ondersteunende zorgverleners voeren op uw ziekenhuislocatie een
zelfstandig spreekuur voor patiënten met OSAS?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Verpleegkundig specialist
1
 OSAS-verpleegkundige
2
 SAAS-verpleegkundige
 Physician Assistants
 Geen van bovenstaande zorgverleners voert een zelfstandig spreekuur
 Anders namelijk ______
C. Hoe is de bereikbaarheid van de zorgverleners voor patiënten met OSAS
*
buiten de reguliere spreekuren op de poli, geregeld op uw ziekenhuislocatie?
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 De patiënt kan tijdens kantooruren naar het ziekenhuis of naar de poli bellen,
en wordt te woord gestaan of teruggebeld
 Via een telefonisch spreekuur, op gezette tijden
3
 Via de e-mail
 De zorgverleners zijn alleen bereikbaar via reguliere spreekuren op de poli
 Anders namelijk ______
D. Krijgt de patiënt, de in vraag 4C aangegeven mogelijkheden voor de
4
bereikbaarheid, altijd op papier mee?*
 Ja
 Nee
Definities
Technische
haalbaarheid
1
De OSAS-verpleegkundige is gespecialiseerd in de zorg voor en begeleiding
van mensen die lijden aan OSAS.
2
SAAS betekent slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen en derhalve is de
SAAS-verpleegkundige overkoepelend voor alle slaapafhankelijke
ademhalingsstoornissen.
3
E-mail binnen 72 uur beantwoord.
4
Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje.
* Peildatum: 1 maart 2014
15
Informatievoorziening
A. Welke informatie krijgt de patiënt op papier mee van uw ziekenhuis(locatie)?*
Vraag 5
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Algemene informatie over wat OSAS is en de mogelijke oorzaken van OSAS
 Informatie over de invloed van OSAS op het dagelijks leven van de patiënt
(zoals autorijden)
 Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te
verminderen/voorkomen (zoals leefstijladviezen)
 Informatie over de behandelmogelijkheden die, in geval van OSAS, op de
ziekenhuislocatie beschikbaar zijn
1
B. Welke informatie is te vinden op de website van uw ziekenhuis(locatie)?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Algemene informatie over wat OSAS is en de mogelijke oorzaken van OSAS
 Informatie over de invloed van OSAS op het dagelijks leven van de patiënt
(zoals autorijden)
 Informatie over wat patiënten zelf kunnen doen om OSAS te
verminderen/voorkomen (zoals leefstijladviezen)
 Informatie over de behandelmogelijkheden die, in geval van OSAS, op de
ziekenhuislocatie beschikbaar zijn
C. Wordt de uitleg aan de patiënt ondersteund door beeldmateriaal?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Ja, foto’s/plaatjes ter verduidelijking wat OSAS is
 Ja, video’s over de behandelingsvormen/operatietechnieken bij OSAS
 Nee
D. Krijgt de patiënt dit beeldmateriaal ook mee naar huis?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Ja
1
 Dit staat op de website en is dus altijd beschikbaar voor de patiënt
 Nee
Definities
Technische
haalbaarheid
1
Met website wordt de website van het ziekenhuis bedoeld of een duidelijke
verwijzing op de website naar een andere website waar de informatie te vinden is.
* Peildatum: 1 maart 2014
16
Afspraken en onderzoeken op 1 locatie
Vraag 6
Vinden alle onderzoeken, afspraken met zorgprofessionals en een eventuele
operatie voor de patiënt met OSAS op één locatie plaats?*
(aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk)
 Ja
 Nee, voor sommige diagnostische onderzoeken moet de patiënt naar een
andere locatie
 Nee, voor sommige zorgverleners moet de patiënt naar een andere locatie
 Nee, voor de operatie moet de patiënt naar een andere locatie
Definities
Technische
haalbaarheid
Geen bijzonderheden.
* Peildatum: 1 maart 2014
17
Bijlage 1: Wijzigingstabel vragenlijst klantpreferenties
De klantpreferentievragen van deze set zijn ongewijzigd gebleven.
18
Afkortingenlijst indicatorengids OSAS
AIRE
AHI
CBO
CPAP
DBC’s
EPD
IGZ
KNO
MRA
NFU
NIVEL
NPCF
NVALT
NVN
NVSAP
NVZ
OECD
OMS
OSAS
RVZ
SCP
TNS Nipo
VWS
ZA-code
ZBC’s
ZIS
ZN
Appraisal of Indicators, Research and Evaluation
Apneu-hypopneu-index
Centraal Begeleidingsorgaan
Continuous Positive Airway Pressure
Diagnose Behandeling Combinaties
Elektronisch patiëntendossier
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Keel-, Neus- en Oorheelkunde
Mandibulair repositie apparaat
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Nederlandse Vereniging Slaapapneu Patiënten
Vereniging van Ziekenhuizen is de organisatie van de branche ziekenhuizen
Organisation for Economic Co-operation and Development
Orde van Medisch Specialisten
Obstructief Slaapapneu Syndroom
Raad voor de Volksgezondheid en Zorg
Sociaal en Cultureel Planbureau
Nederlands opinieonderzoeksbureau
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorgactiviteitscode
Zelfstandige Behandelcentra
Ziekenhuis informatiesysteem
Zorgverzekeraars Nederland
19