brochure - Julius Centrum

Twee Studiemiddagen
Gezondheidsrecht
1. Wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen
in de zorg
13 mei 2014, 15.00-19.00 uur
Sprekers:
• mr. M. Biesaart en mr. M. Mostert
• drs. M. Timmers
• prof.dr. K. Roes
2. Wetsvoorstel Verplichte GGZ en Wetsvoorstel
Zorg en Dwang
20 mei 2014, 15.00-19.00 uur
Sprekers:
• mr. dr. E. Plomp
• drs D. Brinkman-Traas
• dr. A. Hondius
Wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen in de
zorg (Wkkgz) toegelicht
13 mei 15.00- 19.00 uur
Studiemiddag
Tijdens de studiemiddag komen wetgeving en praktijk samen. Om u voor te bereiden op deze
wetsvoorstellen worden deze eerst toegelicht aan de hand van de Memorie van Toelichting.
Vervolgens hoort u sprekers uit de praktijk, die hun mening geven over de gevolgen van het wetsvoorstel
voor het werkveld.
Stand van zaken
Het wetsvoorstel Wkkgz (Eerste Kamer nr. 32 402) is de voortzetting van het in juni 2010 ingediende
wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (Wcz). De wijziging van naam en inhoud van het oorspronkelijke
wetsvoorstel is geregeld in de derde nota van wijziging Wcz, die de minister op 15 april 2013 aanbood aan
de Tweede Kamer. Het gevolg hiervan is dat het wetsvoorstel Wkkgz slechts betrekking heeft op de
onderdelen kwaliteit, klachten en geschillen. De Wkkgz zal de Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen en
de Kwaliteitswet zorginstellingen vervangen. Die onderdelen van het oorspronkelijke wetsvoorstel Wcz, die
betrekking hebben op goed bestuur, medezeggenschap, WGBO-bepalingen en Wet toelating
zorginstellingen, zijn uit het voorstel geschrapt. Deze onderwerpen zullen op een later tijdstip worden
opgenomen in afzonderlijke wetsvoorstellen. De studiemiddag beperkt zich tot de Wkkgz-onderwerpen:
kwaliteit, klachten en geschillen.
Het wetsvoorstel Wkkgz is op 4 juli 2013 aangenomen door de Tweede Kamer en dient nog in de Eerste
Kamer behandeld te worden. Deze behandeling zou eind 2013 plaatsvinden, maar is uitgesteld. De reden
hiervan is dat de Eerste Kamercommissie voor VWS in haar uitgebreid Voorlopig Verslag van 18 februari
j.l. (Eerste Kamer nr. 32 402 G) vele kritische vragen heeft gesteld.
Kwaliteit
Uitgangspunt van de Wkkgz is de verplichting voor de zorgaanbieder om goede zorg aan te bieden. Maar
wat is goede zorg? Volgens de Wkkgz is dat zorg die veilig is, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht, waar
hulpverleners volgens de professionele standaard werken en met aandacht voor de rechten van de cliënt. En
dat wordt nader uitgewerkt. Zo bevat het wetsvoorstel regels over de afstemmings- en
verantwoordingsplichten (denk aan de hoofdbehandelaar), over de kwaliteit van personeel (verplicht
antecedentenonderzoek), systematische bewaking, beheersing en verbetering van de zorg (kwaliteitscijfers
verzamelen en registreren) en een regeling voor het intern melden van incidenten (VIM of MIP). Deze
onderwerpen worden toegelicht tijdens de studiemiddag.
Klachten en geschillen zorg
De Wkkgz verplicht de zorgaanbieder om een schriftelijke regeling te hebben voor een effectieve en
laagdrempelige opvang en afhandeling van klachten. Aan welke eisen moet de regeling voldoen? Wie zijn
bevoegd om een klacht in te dienen? Ook dient de zorgaanbieder een onafhankelijke klachtenfunctionaris
aan te stellen. Welke taken krijgt deze onder de Wkkgz? Krijgt hij een geheimhoudingsplicht? Tegen het
oordeel van de zorgaanbieder over een ingediende klacht kan de klager in bepaalde gevallen in beroep gaan
bij een externe geschilleninstantie. De Wkkgz verplicht de zorgaanbieder om aangesloten te zijn bij een
geschilleninstantie; deze is tevens bevoegd om een vergoeding van geleden schade toe te kennen tot
maximaal € 25.000,--. Welke taken en bevoegdheden heeft deze geschilleninstantie? Welke eisen worden
gesteld aan de samenstelling ervan? Zijn haar uitspraken openbaar? Deze en andere vragen komen aan de
orde tijdens de studiemiddag.
Doelgroep
De studiemiddag richt zich op klachtfunctionarissen, hulpverleners in de intra- en extramurale
gezondheidszorg, beleidsmakers, bestuurders en managers bij zorginstellingen, patiëntenverenigingen,
docenten gezondheidsrecht e.a.
Programma
Wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen in de
zorg (Wkkgz)
13 mei 15.00- 19.00 uur
14.30 – 15.00
Ontvangst met koffie en thee
15.00 – 16.15
Wkkgz: tekst en toelichting bij het wetsontwerp
Sprekers: mw. mr. M. Biesaart en mr. M. Mostert
16.15 – 17.30
Wkkgz: gevolgen voor de praktijk van klachten en geschillen in de zorg
Spreker: mw. drs. M. Timmers
17.30 – 18.00
Soep en broodjes
18.00 – 19.00
Wkkgz: gevolgen voor de praktijk van de kwaliteit van zorg
Spreker: prof.dr. K. Roes
19.00 – 19.30
Afsluiting met borrel
NB: Kleine wijzigingen in het programma voorbehouden
Sprekers;
•
mr. M.C.I.H. (Monique) Biesaart is Universitair Hoofddocent Gezondheidsrecht bij het UMC Utrecht Julius
Centrum. Zij is medeauteur van de boeken Beroepenwetgeving gezondheidszorg (2012, Boom), Praktisch
Gezondheidsrecht (13e druk juni 2013; Noordhoff). Daarvoor was zij onder meer werkzaam bij de KNMG en
maakte zij deel uit van de evaluatiecommissie WGBO.
•
mr. M. (Menno) Mostert is docent Gezondheidsrecht bij het UMC Utrecht Julius Centrum en plv. secretaris
bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daarvoor was hij werkzaam als advocaat
en specialiseerde hij zich in het gezondheidsrecht.
•
drs. M.J.M. (Marga) Timmers is vanuit Klachtenmanagement Zorg actief als adviseur, ontwikkelaar en
opleider/trainer op het terrein van het integraal klachtenmanagement door zorgaanbieders. Ze is o.a.
lid/voorzitter van enkele klachtencommissies voor cliënten en voor medewerkers en lid van een regionale
cliëntenraad. Voorheen was zij o.a. directeur van het landelijk expertisecentrum SOKG, wetenschappelijk
medewerker bij de KUN, mede-opsteller van de Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg, (hoofd)redacteur van het
Handboek Klacht & Recht en van Actualiteiten Klachtenmanagement.
•
Prof.dr. K.C.B. (Kit) Roes, directeur Kwaliteit en Patiëntveiligheid, Raad van Bestuur van het Universitair
Medisch Centrum Utrecht.
Wetsvoorstel Verplichte GGZ en
Wetsvoorstel Zorg en dwang psychogeriatrische en
verstandelijk gehandicapte cliënten toegelicht
20 mei 15.00 – 19.00 uur
Studiemiddag
Tijdens de studiemiddag komen wetgeving en praktijk samen. De sprekers belichten het wetsvoorstel vanuit
verschillende invalshoeken. Eerst leidt mevrouw Plomp de wetsontwerpen juridisch in, waarbij zij uiteraard
teruggrijpt op de Wet BOPZ. Daarna belichten sprekers uit de praktijk van de psychiatrie en de verstandelijk
gehandicapten zorg de (mogelijke) gevolgen voor de praktijk.
Wetsvoorstel verplichte GGZ
Stand van zaken
De afgelopen jaren is geprobeerd om met tal van wijzigingen de Wet BOPZ aan te passen aan nieuwe
ontwikkelingen in de psychiatrie, met meer aandacht voor ambulante behandeling. Niettemin concludeerde
de evaluatiecommissie Wet BOPZ in 2007 dat de wet BOPZ niet langer toekomstbestendig was. De
commissie adviseerde de regering om een nieuwe wet te ontwerpen voor de psychiatrie met daarbij het
accent op het begrip zorg op maat en niet langer op opname. In juni 2010 werd het Wetsvoorstel verplichte
geestelijke gezondheidszorg (Tweede Kamer nr 32 399) naar de Tweede Kamer gestuurd. Het verslag van
de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie dateert van 22 november 2010. De minister heeft gereageerd
met een Nota naar aanleiding van het Verslag en een Nota van wijziging, die zij op 30 september 2013 aan
de Tweede Kamer aanbood.
Doel
Het Wetsvoorstel verplichte GGZ beoogt de rechtpositie van patiënten met een psychiatrische stoornis, die
gedwongen worden behandeld, te versterken. Het wetsvoorstel spreekt niet van dwangbehandeling, maar
van verplichte zorg. De beslissing om verplichte zorg te verlenen zal zorgvuldiger moeten worden
voorbereid. Daarnaast beoogt het wetsvoorstel het verlenen van verplichte zorg zoveel mogelijk te
voorkomen en in duur te beperken. Een volgend doel van het wetsvoorstel is de kwaliteit van de verplichte
zorg te verbeteren en het toezicht op de juiste toepassing daarvan te intensiveren. Tenslotte streeft het
wetsvoorstel een integrale benadering van zorg op maat na.
Wat gaat er veranderen?
Met het Wetsvoorstel verplichte GGZ veranderen procedures voor gedwongen opname en behandeling van
patiënten in de psychiatrie ingrijpend. Uitgangspunt is dat verplichte zorg, dat wil zeggen zorg waartegen de
patiënt zich verzet, alleen mag worden toegepast als ultimum remedium. Het Wetsvoorstel verplichte GGZ
bepaalt onder welke voorwaarden deze verplichte zorg mag worden verleend. Het Wetsvoorstel is niet
locatiegebonden, zoals de Wet BOPZ, maar persoonsgebonden. Dat betekent dat een opname voor het
verlenen van verplichte zorg niet langer is vereist. Het wetsvoorstel hanteert voor het toepassen van
verplichte zorg het "schadecriterium" en het kent – in tegenstelling tot de Wet BOPZ - slechts één
rechterlijke machtiging, de zorgmachtiging. De rechter kan binnen deze machtiging differentiëren naar
zorgvorm en zo aansluiten bij de specifieke zorgbehoefte van de patiënt. De rechter bepaalt of de verplichte
zorg mag worden verleend en toetst daarbij aan de wettelijke beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit
en doelmatigheid. Voor noodsituaties is een aparte procedure in het wetsvoorstel opgenomen, vergelijkbaar
met de Inbewaringstelling uit de Wet BOPZ.
Wetsvoorstel Zorg en dwang psychogeriatrische en
verstandelijk gehandicapte cliënten toegelicht
Stand van zaken
Ook is al geruime tijd duidelijk dat de Wet BOPZ onvoldoende aansluit bij de specifieke behoeften van
cliënten in de verstandelijk gehandicapten zorg en de psychogeriatrie. Na de tweede evaluatie van de Wet
BOPZ in 2002 heeft de regering een aparte wet aangekondigd voor deze sectoren. Eind juni 2009 is het
langverwachte Wetsvoorstel zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
(hierna Wetsvoorstel zorg en dwang, Tweede Kamer nr 31 996) naar de Tweede Kamer gestuurd, die het
voorstel heeft aanvaard. Het wachten is op behandeling in de Eerste Kamer. Deze wil naar verluidt beide
wetsvoorstellen gezamenlijk behandelen.
Doel
Het wetsvoorstel beoogt primair de rechtspositie van cliënten in de psychogeriatrie en verstandelijke
gehandicaptenzorg te versterken. Dwang – ook dit wetsvoorstel spreekt van verplichte zorg - kan minder
snel worden toegepast. De afwegingen, die ten grondslag liggen aan het verlenen van verplichte zorg,
moeten op grond van het wetsvoorstel worden getoetst en geëxpliciteerd in het zorgplan. Daarnaast beoogt
het wetsvoorstel de kwaliteit van zorg èn van leven van cliënten met dementie of een verstandelijke
beperking te verbeteren door een meer integrale benadering van de zorg.
Wat gaat er veranderen?
Ook het Wetsvoorstel zorg en dwang is persoonsgebonden. Dit betekent dat de bepalingen uit de nieuwe wet
in beginsel van toepassing zijn op alle cliënten die zorg ontvangen in verband met hun dementie of
verstandelijke beperking, zowel binnen als buiten een instelling. Het wetsvoorstel onderscheidt drie
verschillende manieren van opname. Ook op de vrijwillig opgenomen cliënt is het wetsvoorstel van
toepassing. Het begrip gevaar wordt vervangen door ernstig nadeel. De meest opvallende wijziging is de
nieuwe gefaseerde procedure die het wetsvoorstel introduceert voor het verlenen van verplichte zorg. Nieuw
is ook dat de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid expliciet in de wet worden
opgenomen. Hieraan moet zowel bij opname als bij het verlenen van verplichte zorg worden getoetst. De
zorgaanbieder of zorgverlener moet bij het verlenen van verplichte zorg deze toetsing in het zorgplan
vastleggen. Het handelen moet voldoen aan de norm “verantwoorde zorg”, die in deze wet wordt
geïntroduceerd.
Doelgroep
De studiemiddag richt zich op professionals in de psychiatrie, de verstandelijk gehandicaptenzorg en de
psychogeriatrie. Te denken valt aan psychiaters, Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG), geriaters,
specialisten ouderengeneeskunde, GZ-psychologen, orthopedagogen, patiëntenvertrouwenspersonen,
verpleegkundigen, verzorgenden, klachtfunctionarissen, juristen, leidinggevenden en beleidsmedewerkers.
Zij allen zullen er behoefte aan hebben volledig te worden bijgepraat over recente ontwikkelingen.
Programma
Wetsvoorstel Verplichte GGZ en
Wetsvoorstel Zorg en Dwang
20 mei 15.00- 19.00 uur
14.30 – 15.00
Ontvangst met koffie en thee
15.00 – 16.20
Wetsvoorstel Verplichte GGZ en Wetsvoorstel Zorg en dwang toegelicht
Spreker: Mw. mr. dr. E. Plomp
16.20 – 17.30
Wetsvoorstel Zorg en Dwang; implicaties voor de praktijk van de
verstandelijk gehandicaptenzorg
Spreker: Mw. Drs. D. Brinkman-Traas
17.30 – 18.00
Soep en broodjes
18.00 – 19.00
Wetsvoorstel Verplichte GGZ; implicaties voor de praktijk van de
psychiatrie
Spreker: dr. A. Hondius
19.00 – 19.30
Afsluiting met borrel
NB: Kleine wijzigingen in het programma voorbehouden
Sprekers;
•
mr. dr. E. (Emke)Plomp studeerde farmacie, rechten en geneeskunde aan de Universiteit Utrecht en
promoveerde in 2011 aan de Universiteit van Amsterdam in het gezondheidsrecht (titel Proefschrift: Winst
in de zorg). Zij werkte zes jaar als advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en specialiseerde zich in de
psychiatrie in het UMC Utrecht. Op dit moment combineert zij haar werk als psychiater met onderzoek en
advisering op het gebied van gezondheidsrecht.
•
drs. D. (Deborah) Brinkman-Traas is als AVG (Arts Verstandelijk Gehandicapten) werkzaam bij Abrona, een
instelling voor mensen met een verstandelijke beperking in de regio Utrecht. Zij heeft interesse in het
gezondheidsrecht, met name met betrekking tot de verstandelijk gehandicaptenzorg. Mevrouw BrinkmanTraas is tevens bestuurslid van de NVAVG (Nederlandse vereniging voor Artsen voor Verstandelijk
Gehandicapten).
•
dr. A. J.K. (Adger) Hondius is sinds 1995 psychiater. In 1992 promoveerde hij in Leiden op onderzoek naar
medische klachten van vluchtelingen Van 1995-2006 werkte hij in Apeldoorn (PC de Wellen GGNet), eerst
als psychiater, later als geneesheer-directeur en psychiater crisisdienst. Van 2006 tot heden werkt hij als
geneesheer-directeur Wet Bopz Veluwe/Flevo en psychiater ambulatorium Meerzicht (sinds 2011 GGz
Centraal). Hij is tot medio 2014 voorzitter van de Commissie Wet en regelgeving (CWER) van de NVvP, lid van
de werkgroep interpretatie wetgeving (ggz nl). Hij is redactielid van het Journaal GGZ en recht en het MGv.
Praktische informatie
Plaats:
Educatorium
Leuvenlaan 19
De Uithof, Utrecht
Prijs:
165 euro per studiemiddag. U ontvangt hiervoor een factuur.
Aanmelding:
U schrijft zich in door het inschrijfformulier op onze website www.juliusacademy.nl
in te vullen en verzenden. Ongeveer twee weken voor de studiemiddag ontvangt u de
bevestiging en routebeschrijving.
Annulering:
Bij schriftelijke annulering voor 15 april 2014 berekenen wij € 25,- administratiekosten.
Na deze termijn wordt het gehele bedrag in rekening gebracht. Indien u onverhoopt
verhinderd bent, dan is een van uw collega's - in het bezit van uw bevestigingsbrief van harte welkom.
Accreditatie:
Accreditatie voor deze cursus wordt aangevraagd bij ABAN en V&V; voor overige
doelgroepen in overleg (dit dient uiterlijk 6 weken voor aanvang van de middag te
worden aangevraagd). Voor overige groepen ontvangt u een certificaat na afloop.
Informatie:
Petra Schimmel, coördinator nascholing, UMC Utrecht Julius Centrum
Telefoon: 088 – 756 9256, e-mail: [email protected]
Cursus Gezondheidsrecht najaar 2014
In september 2014 start onze Cursus Gezondheidsrecht weer.
De cursus gezondheidsrecht biedt u een uitstekende kans om snel en efficiënt op de hoogte te raken van de
achtergronden van deze ontwikkelingen. Wij bieden u theoretische kennis in woord en geschrift over het
Nederlandse gezondheidsrecht. Wetsontwerpen worden op deskundige wijze belicht. Zo nodig worden u
vóór een nieuwe bijeenkomst actuele Kamerstukken en/of tijdschriftartikelen per mail toegezonden.
Hoewel de overdracht van kennis door de sprekers centraal staat, is er ook ruimte voor het inbrengen van
eigen casus en voor het scherpen van uw inzichten aan die van medecursisten en docenten in discussies. Als
de actualiteit, nieuwe publicaties en recente rechtspraak daar aanleiding toe geven, spelen de sprekers hierop
in.
Tijdens de bijeenkomsten treden deskundige en gerenommeerde inleiders op. Wij zijn daar trots op; in
evaluaties wordt dat al jaren lang als uniek punt van deze cursus genoemd. Zij benaderen de verschillende
onderwerpen vanuit hun eigen achtergrond; dat kan zijn de juridische discipline of een functie als
hulpverlener. Wij beogen hiermee het gezondheidsrecht te belichten vanuit het recht én vanuit de
zorgpraktijk van alledag. Tevens komt hiermee het multidisciplinaire karakter van de cursus tot uitdrukking.
Uit evaluaties van de vele vorige cursussen – wij bieden deze cursus al decennia lang aan - is gebleken dat
de deelnemers de cursus goed tot zeer goed waarderen.
De cursus bestaat uit tien bijeenkomsten van 16.00 tot 19.00 uur en biedt plaats aan 25 personen.
Voor meer informatie en de volledige brochure kijkt u op onze website: www.juliusacademy.nl