Klik

Sectorplannen benutten in Holland Rijnland
Tussenrapportage - Werkwijze en succesfactoren
8 september 2014
Doel
Overheden en ondernemers in Holland Rijnland willen gezamenlijk maatregelen treffen voor een
verbetering van de regionale arbeidsmarkt. Het doel is om 150 werkzoekenden aan een baan te
helpen. Overheden en ondernemers gebruiken de nationale regeling cofinanciering sectorplannen om
dit doel te bereiken. Het project is gestart op initiatief van de projectleider Actieplan
Jeugdwerkloosheid Holland Rijnland, waarvan Leiden centrumgemeente is, en beoogt niet alleen
jongeren, maar alle groepen werkzoekenden aan het werk te helpen.
Context
Het Sociaal Akkoord vormt de basis voor de regeling cofinanciering sectorplannen. De basis van het
sociaal akkoord is duurzame arbeidsinzet en het begeleiden van-werk-naar-werk. Intersectoraal
werken is een mogelijkheid om dit te bereiken. Leiden gebruikt bij de aansluiting op nationale
sectorplannen de beleidskaders van de betrokkenen in de regio, en bijbehorende activiteiten voor het
verhogen van de arbeidsparticipatie, als uitgangspunt. In het Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid
Holland Rijnland wordt al gesproken over sectorale projecten in de regio en de aansluiting op
maatregelen uit het Sociaal Akkoord. De samenwerking in de triple helix komt mede tot uiting in de
Economische Agenda Leidse regio 2020. Deze heeft tot doel de meest kennisintensieve regio van
Nederland te blijven en de ambitie een blijvende plek te hebben in de top van Europese kennisregio’s
met de focus op life sciences & health.
Aanpak
De werkwijze van de regio Holland Rijnland voor het regionaal benutten van nationale sectorplannen
staat hieronder beschreven en is weergegeven in Schema 1.
Eerste fase: oriëntatie op regeling en mogelijkheden in de regio
In april jl. is onderzocht of een regionale aanvraag ingediend kon worden. Na een tweetal
bijeenkomsten was de conclusie dat het op dat moment niet haalbaar was om zelf een aanvraag in te
dienen voor cofinanciering, want ondanks dat een regionale aanpak de visie is, is de financieringseis
gericht op werkgevers en sectoren in plaats van op intersectorale samenwerking met overheden. Wel
is een belangrijk besluit genomen om regionaal mogelijkheden te blijven zoeken voor het versterken
van de arbeidsmarkt.
Tweede fase: nationale coördinatie voor regionale vertaalslag
De regeling cofinanciering sectorplannen is voortgekomen uit het Sociaal Akkoord waar intersectoraal
werken centraal staat. In de praktijk zijn de ingediende sectorplannen vrijwel allemaal nationaal en op
één branche georiënteerd. Deze constatering hebben we besproken met de Stichting van de Arbeid en
verwoord in een notitie en voorgelegd aan het SterkTeam. Deze partijen hebben aangegeven dat ze
eventuele regionale invulling van nationale sectorplannen aan de regio’s overlaten.
Derde fase: nationale sectorplannen benutten
De Gemeente Leiden heeft het initiatief genomen om in regionaal verband te onderzoeken of acties in
Holland Rijnland gekoppeld kunnen worden aan maatregelen van de nationale sectorplannen. De regio
Midden Holland heeft gevraagd mee te liften. De Gemeente Leiden is hiermee akkoord, overwegende
dat het Regionale Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) werkt voor beide regio's. De werkgroep voor
1
deze exercitie bestaat uit Jos Valk en Joost Bruggeman (Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid
Holland Rijnland), Martin de Wolf (SBB), Klaske Sinnema (RPA Rijn Gouwe) en Arianne van der Meer
(EU-Advice Adviseur Arbeidsmarktbeleid). Arianne van der Meer werkt in opdracht van de Gemeente
Leiden en is de coördinator van dit project.
De werkgroep houdt verkennende gesprekken met coördinatoren van sectorplannen om de
mogelijkheden te onderzoeken. Als dit leidt tot concrete maatregelen, dan worden andere collega’s
betrokken voor het maken van de vertaalslag naar de regio Holland Rijnland. De werkgroep werkt aan
de hand van een plan van aanpak en werkdocument. In het werkdocument staat schematisch
aangeven wat de belangrijkste kenmerken zijn van bepaalde sectorplannen en of dit relevant is voor
de regio. Daarnaast is beschreven welke acties worden genomen in het contact met de coördinator
van een bepaald sectorplan en welke mogelijkheden zijn besproken, zoals de instroom via BBLtrajecten.
Vierde en huidige fase: concrete maatregelen voor de regio
De leden van de werkgroep hebben contact gehad met alle coördinatoren van sectorplannen die voor
de regio interessant zijn. Diverse coördinatoren zijn bezig met de oriëntatie op de uitwerking van het
sectorplan in de regio’s. De werkgroep onderhoudt contact en maakt afspraken over de concrete
instroom van werkzoekenden. In het werkdocument houden we de stand van zaken bij. Verder
gebruikt de werkgroep de tussenrapportage voor de externe communicatie over de aanpak en de
benodigde inzet voor het regionaal benutten van nationale sectorplannen.
Succes tot nu toe
De regio Holland Rijnland is gestart met de oriëntatie op de sectorplannen met als beoogd resultaat
150 werkzoekenden aan het werk te helpen. Sectortafels voor de verschillende sectorplannen zouden
het middel zijn om dit doel te bereiken. Na een intensieve inventarisatie heeft de werkgroep een
duidelijk beeld gekregen van de mogelijkheden in de regio. De mogelijkheden zijn beperkt. Het aantal
sectorplannen dat maatregelen voor instroom van werkzoekenden bevat is gering.
In gesprekken met de coördinatoren van sectorplannen hebben verschillende coördinatoren
aangegeven dat ze de aansluiting met gemeenten niet eerder hadden overwogen, maar dat nu wel
willen doen. Deze beweging kan bijdragen aan een verbetering van de aansluiting onderwijs –
arbeidsmarkt.
De werkgroep gaat door met aansluiting zoeken op sectorplannen, om zoveel mogelijk instroom van
werkzoekenden mogelijk te maken. Wel worden harde keuzes gemaakt met betrekking tot de inzet
van uren voor deze exercitie en wordt nog getracht ondersteuning te ontvangen vanuit Ministerie
SZW.
2
April 2014
•Mogelijkheid sectorplan Holland Rijnland onderzocht vanuit AJW:
•Bijeenkomst triple helix: regeling en aanpak andere regio's
•Factsheet en actiepunten Arbeidsmarkt Holland Rijnland
•Bijeenkomst werkgevers: cofinanciering en verantwoordelijkheden
•Conclusie: aansluiting op bestaande sectorplannen meest realistisch en zinvol
Fase 2:
•Onderzoek: wordt deze regionale vertaalslag nationaal gecoördineerd:
•Notitie voor SterkTeam over belang van triple helix voor sectorplannen
•Belang van de regio en ondersteuning besproken met Stichting van de Arbeid
Fase 1:
Mei - juli 2014
Fase 3:
Juli -augustus
2014
Fase 4:
Augustus - heden
•Mogelijkheid aansluiting op bestaande sectorplannen onderzoeken:
•Plan van Aanpak
•Werkgroep inventariseert mogelijkheden
•Werkdocument kansen voor Holland Rijnland per sectorplan
•Concrete afspraken aansluiting op nationale sectorplannen:
•Werkdocument kansen voor Holland Rijnland per sectorplan
•Tussenrapportage voor externe communicatie
•Werkgroep maakt afspraken voor instroom via sectorplannen
Schema 1: Werkwijze Holland Rijnland voor regionaal benutten van nationale sectorplannen
3
Succesfactoren
De werkgroep is nog actief aan de slag om de maatregelen uit sectorplannen in te vullen met
werkzoekenden uit de regio. Het is dus te vroeg voor absolute succesfactoren. De volgende
succesfactoren zijn dan ook gebaseerd op de ervaringen binnen dit project tot nu toe.
Interne succesfactoren
Zoals bij elk project is het succes mede afhankelijk van de betrokken organisaties en individuen.
Doordat de werkgroep bestaat uit een diversiteit aan partijen zijn er ideeën uit verschillende
beleidsvelden. De werkgroep bestaat uit vijf personen. Door dit beperkte aantal kan snel geschakeld
worden en bij afwezigheid van een lid van de werkgroep kunnen toch besluiten worden genomen. Bij
deze samenwerking is het essentieel dat de leden van de werkgroep op elkaar kunnen vertrouwen en
dat zij elkaar op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen. De werkgroep heeft een coördinator
die het werkdocument met de acties per sectorplan actueel houdt en de leden van de werkgroep
attendeert op te nemen acties.
Verder is het van belang dat harde keuzes worden gemaakt. In de vergaderingen van de werkgroep
worden keuzes gemaakt over de tijdsinvestering die wordt gedaan voor de oriëntatie op sectorplan.
Als een sectorplan en de coördinator van het sectorplan veel ruimte bieden voor instroom van
werkzoekenden in de regio en samenwerking, dan zal daar meer tijd in worden geïnvesteerd dan in
een sectorplan dat nog niet is goedgekeurd door Ministerie SZW en alleen gericht is op duurzame
arbeidsinzet.
Externe succesfactoren
De regio is voor de aansluiting op de sectorplannen afhankelijk van de ideeën en wensen van de
coördinatoren van sectorplannen. Waar de ene coördinator enthousiast reageert, heeft de ander
behoefte aan een sectorplan dat via de eigen kanalen binnen de sector wordt uitgevoerd. Daarnaast
bepaalt het tempo van de uitvoering van het sectorplan op welk moment de regio kan aansluiten.
Diverse coördinatoren van sectorplannen zijn nog aan het onderzoeken hoe ze het sectorplan gaan
uitvoeren en hoe dit in de regio uitgewerkt wordt. De werkgroep onderhoudt contact, maar concrete
afspraken kunnen pas gemaakt worden als de coördinator van het sectorplan de werkwijze voor
uitvoering heeft vastgesteld.
Naast de coördinatoren van sectorplannen zijn verschillende partijen op hoofdlijnen betrokken, zoals
de Stichting van de Arbeid en Ministerie SZW. De wijze waarop deze partijen vragen stellen over
ingediende sectorplannen en het plan begeleiden is bepalend voor de uitvoering, dus ook voor de
aansluiting van de regio Holland Rijnland. De initiatiefnemer van dit project en de coördinator van de
werkgroep onderhouden contact met deze partijen om aan te geven welke werkzaamheden verricht
worden om als regio aan te kunnen sluiten op nationale sectorplannen.
In opdracht van Gemeente Leiden
Auteur: EU-Advice - Arianne van der Meer MA
06 193 080 65
[email protected]
www.eu-advice.eu
4