een brief aan de staatssecretaris

Landelijke Werkgroep Professionele Schapenhouders
Secretariaat: Luuc Bos * Oranjekanaal Nz 47 * 7825 TK Emmen* tel / fax: 0591-630754 * e-mail: [email protected]
Aan
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Postbus 20410
2500 EK Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
datum
5 juni 2014
onderwerp
bijlagen
elektronische I&R voor schapen
Geachte mevrouw Dijksma,
Vanaf 1 januari 2010 zijn schapenhouders in Nederland verplicht om hun schapen
overeenstemmend met de Verordening (EG) nr. 21/2004 (identificatie en registratie schapen
en geiten) te identificeren en te registreren. Voor Nederland is deze verplichting uitgewerkt in
het Besluit Regeling identificatie en registratie van dieren. In dit besluit zijn een deel van de
in de EG-verordening vastgelegde regels verscherpt, de zogenaamde bovenwettelijke
verplichtingen. Het betreft hierbij vooral het vastleggen van de diergegevens in een door de
overheid beheerde centrale database, de termijn waarop dit moet gebeuren en de financiering
hiervan.
Door de elektronische identificatie en registratie van schapen in het algemeen en de alleen in
Nederland geldende bovenwettelijke verplichtingen ondervinden de Nederlandse
schapenhouders grote problemen met
1.
De centrale database
2.
Oormerken
3.
Controles door inspecteur van de NVWA
4.
De financiering van de overheidskosten voor de I&R
Add. 1 Centrale database
De centrale database wordt onderhouden door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(voorheen Dienst Regelingen). Tot op heden is het deze Dienst niet gelukt om de database
storingvrij en klantvriendelijk te laten werken. De database biedt vele mogelijkheden om
Voorzitter: Erich Rhöse * Oude Molenbeekweg 2 * 6101 PA Echt * tel: 0475-333378 * mobiel: 0622-498021 *
e-mail: [email protected]
Pag. 1 van 5
Penningmeester: Luuc Bos * Rekening: 1491.00.302 *
schapen te registreren, maar alleen een klein gedeelte hiervan is door de Rijksdienst op
functionaliteit getest en functioneert zonder noemenswaardige problemen. Indien een
schapenhouder van de niet geteste mogelijkheden gebruik maakt loopt hij het risico dat zijn
dieren helemaal niet of niet correct geregistreerd worden, meestal wordt hij hierover niet door
het systeem geïnformeerd. Eerst bij een volgende melding van deze dieren komt hij er achter
dat er met de eerder gedane registratie iets mis is. Ook worden door de database zonder
toedoen van de schapenhouders meldingen doorgevoerd. Zo is het gebeurd dat na invoering
van een geboortemelding direct een doodmelding geregistreerd wordt. Voor al deze
tekortkomingen van de centrale database dragen de schapenhouders geen enkele
verantwoording, zij hebben voldaan aan hun verplichtingen om de minister in kennis te stellen
van geboorte, dood, afvoer etc. conform artikel 38 d Regeling identificatie en registratie van
dieren .
Het gebeurt ook regelmatig dat de database überhaupt niet bereikbaar is wegens technische
storingen. Ook is het mogelijk om van de centrale database gebruik te maken nadat de
schapenhouder zich uit gelogd heeft. Dit opent alle deuren voor misbruik van de database.
Ook de gebruiksvriendelijkheid van de database is niet van deze tijd. Vaak moeten onnodige
gegevens ingevoerd worden, de opbouw van meldingen is onlogisch en daardoor voor de
schapenhouder zeer irriterend en verwarrend. Dit alles leidt tot hoge administratieve lasten bij
de schapenhouders.
Wij willen in deze brief niet op alle details ingaan, een groot gedeelte van onze bevindingen
hebben wij aan de Dienst gemeld, maar er is heel weinig veranderd. Indien u het wenst zijn
wij bereid om de ondervonden problemen nogmaals aan u voor te leggen.
Wij hebben ook vaker een verzoek ingediend om de database op functionaliteit en
gebruiksvriendelijkheid door een onafhankelijk bedrijf te laten onderzoeken en certificeren,
maar dit is keer op keer door uw ministerie afgewezen. Wij verzoeken u hierbij nogmaals om
een onafhankelijk onderzoek en certificering van de centrale database.
Add. 2 Oormerken
Ondanks het feit dat al vanaf 1997 de verplichting tot het oormerken van schapen bestaat is
het probleem rond de verwonding van de oren bij het inbrengen van de oormerken nog niet
opgelost. Dit probleem wordt ook door verschillende wetenschappelijke studies over dit
onderwerp bevestigd (zie ook Praktijk Rapport Schapen 02 Elektronische oormerken voor
I&R bij schapen en geiten). Vele schapenhouders voelen zich door de overheid in de steek
Voorzitter: Erich Rhöse * Oude Molenbeekweg 2 * 6101 PA Echt * tel: 0475-333378 * mobiel: 0622-498021 *
e-mail: [email protected]
Pag. 2 van 5
Penningmeester: Luuc Bos * Rekening: 1491.00.302 *
gelaten omdat het wel verplicht is om de
schapen te oormerken maar de overheid
zich van de voor de dieren nadelige
gevolgen hiervan absoluut niets aantrekt.
Een ander probleem is de wettelijke
verplichting dat de schapen met twee
oormerken gemerkt moeten zijn en bij
verlies van een oormerk opnieuw gemerkt
moeten worden (Regeling identificatie en
registratie van dieren, Artikel 36 lid 2:
Indien een schaap dat, of een geit die
geboren is na 9 juli 2005, door middel van twee merken is gemerkt, één merk heeft verloren,
.... hermerkt het schaap of de geit zodra het merk in zijn bezit is). Vaak scheuren een of beide
oormerken bij schapen uit het oor, het oor wordt gespleten en het inbrengen van een nieuw
oormerk is niet meer mogelijk.
Het inbrengen van nieuwe oormerken wordt ook door het ingrepenbesluit expliciet verboden:
§ 2, lid 2 ingrepenbesluit: Voorts worden aangewezen de navolgende ingrepen, voorzover zij
dienen ter identificatie van een dier, met
dien verstande dat bij het dier ten hoogste
twee van die ingrepen mogen worden
verricht: a. het aanbrengen van een oormerk
in één oor bij runderen, varkens, schapen en
geiten. Deze zich tegensprekende
regelgevingen hebben wij bij uw ambtenaren
regelmatig onder de aandacht gebracht, maar
er is niets gebeurd. Men heeft ons
geadviseerd dit probleem schriftelijk bij u te
melden. Wij verzoeken u hierbij om een
oplossing van dit conflict in de wetgeving.
De laatste tijd gebeurt het vaker dat oormerken überhaupt niet meer uit te lezen zijn, hetzij
visueel hetzij elektronisch. Door het verouderingsproces loopt de uitleesbaarheid sterk terug,
hierdoor gaat de individuele identiteit van het dier verloren. Wij willen hierbij wel opmerken
dat alle typen oormerken door uw ministerie goedgekeurd zijn conform § 3.2. Merken van
schapen en geiten van de Regeling identificatie en registratie van dieren. Ook hiervoor vragen
wij om een oplossing.
Voorzitter: Erich Rhöse * Oude Molenbeekweg 2 * 6101 PA Echt * tel: 0475-333378 * mobiel: 0622-498021 *
e-mail: [email protected]
Pag. 3 van 5
Penningmeester: Luuc Bos * Rekening: 1491.00.302 *
Add 3 Controles door inspecteur van de NVWA
Door de complexiteit en de zich soms tegensprekende wet- en regelgeving voor I&R van
schapen zijn vele inspecteurs van de NVWA niet op de hoogte van de geldende regels.
Regelmatig wordt bij controles een proces-verbaal tegen schapenhouders opgemaakt wegens
het vermoedelijke niet naleven van de regelgeving of worden schapenhouders gedwongen
administratieve handelingen uit te voeren die niet voorgeschreven zijn. Een groot probleem
voor de NVWA-inspecteurs is bij voorbeeld de stallijst zoals deze is opgeslagen in de centrale
database. De inspecteurs denken dat de schapenhouders verplicht zijn om regelmatig een
cross-check van de stallijst met de op het bedrijf daadwerkelijk aanwezige dieren uit te voeren.
Dit is in de regelgeving niet voorgeschreven. Wij verzoeken u om ervoor te zorgen dat uw
ambtenaren altijd van de vigerende regelgeving kennis hebben en hierna handelen.
Add. 4 De financiering van de overheidskosten voor de I&R
In 2013 moesten de schapenhouders voor het voorhanden of het in voorraad hebben van een of
meer schapen of geiten jaarlijks een bedrag van € 33,50 per aan de houder toegekend UBN
betalen. Voor de financiering van de centrale database waren in aanvulling hierop houders van
UBN’s waar op 1 november van het voorgaande jaar meer dan 100 schapen of geiten worden
gehouden, jaarlijks een bedrag van € 540 verschuldigd. Vanaf 1 juli 2014 moeten de
schapenhouders voor het registreren van hun dieren het volgende betalen:
•
•
•
•
•
•
Het UBN tarief voor de diersoort schapen en geiten voor 2014 wordt € 26,Tarief voor de registratie, aanvoer en importmelding wordt per dier € 0,25
Tarief voor aanvoermeldingen op erkende verzamelplaatsen en slachthuizen wordt per
dier €0,05
Herstel op verzoek uitgevoerd door uitvoerende EZ-organisatie bedraagt € 10,-.
Meldingen die buiten de meldingstermijn vallen worden belast met een extra bedrag
van € 0,50.
Het UBN tarief gaat ook in rekening gebracht worden indien er geen dieren worden
gehouden op het UBN, en het UBN niet beëindigd is.
De EU-commissie heeft verschillende subsidieregelingen voor schapenhouders opengesteld
om eventueel aanvallende extrakosten voor de elektronische I&R te compenseren. Nederland
heeft van een gedeelte van deze regelgeving gebruik gemaakt. In 2010 is een vergoeding voor
de gemaakte kosten voor het omnummeren van de dieren gesubsidieerd, eveneens was subsidie
van het jaarlijkse bedrag van € 540 geheel of gedeeltelijk mogelijk. Er bestaan ook nog andere
subsidiemogelijkheden voor de extra kosten van de elektronische I&R. Nederland maakt
Voorzitter: Erich Rhöse * Oude Molenbeekweg 2 * 6101 PA Echt * tel: 0475-333378 * mobiel: 0622-498021 *
e-mail: [email protected]
Pag. 4 van 5
Penningmeester: Luuc Bos * Rekening: 1491.00.302 *
hiervan geen gebruik. Op navraag bij uw ambtenaren moesten deze toegeven dat zij van deze
mogelijkheden niet op de hoogte waren. Later kregen wij medegedeeld dat Nederland vanaf
2014 niet meer bereid is om subsidie voor de elektronische I&R te verlenen, dit ondanks de
mogelijkheden die Brussel biedt.
In geen enkele andere EU-lidstaat moeten schapenhouders voor de uitvoering van de verplichte
I&R een bedrag aan de overheid betalen. Hierdoor zijn de Nederlandse schapenhouders zwaar
benadeeld. Van een same level playingfield op Europees niveau kan absoluut geen sprake zijn.
Door de algemene kostenstijging en inflatie enerzijds en de lage prijzen voor lammeren en
schapen anderzijds is het voor de grote schapenhouders in Nederland onmogelijk om nu ook
nog voor de financiering voor de I&R op te draaien. Vele van deze kosten zijn veroorzaakt
door de alleen in Nederland ingevoerde bovenwettelijke maatregelen.
Samengevat moeten wij vaststellen dat wij na meer dan 5 jaar na invoering van de
elektronische I&R nog steeds geen sluitende I&R voor de schapenhouderij hebben. De
oorzaken hiervan hebben wij aangegeven. Het is nu aan de tijd om over een realistische en
voor de schapenhouder ook uitvoerbare I&R na te denken. Zolang voor de uitvoering van de
I&R ingewikkelde boekhoudkundige kennis van de schapenhouders gevraagd wordt lukt het
niet om een sluitende I&R te realiseren. Niet aanscherping maar juist vereenvoudiging van de
regelgeving zal tot een verlaging van de hoge administratieven lasten leiden. Indien alle
schapenhouders hun dieren op een eenvoudige manier kunnen registreren is het doel van de
I&R, namelijk tracking and tracing van de dieren in het geval van een uitbraak van een
besmettelijke dierziekte bereikt. Onder de huidige omstandigheden is dit onmogelijk.
In afwachting van uw antwoord verblijven wij,
met vriendelijke groeten,
namens het bestuur
Erich Rhöse
voorzitter
cc: Vaste commissie voor Economische Zaken
Voorzitter: Erich Rhöse * Oude Molenbeekweg 2 * 6101 PA Echt * tel: 0475-333378 * mobiel: 0622-498021 *
e-mail: [email protected]
Pag. 5 van 5
Penningmeester: Luuc Bos * Rekening: 1491.00.302 *