Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 1 Melkveehouderij gezonde groei ■ ■ ■ ■ ■ Liefde voor het melken De uitdagingen van het ondernemerschap Visie ontwikkelen Strategische keuzes maken Ondernemers met pit en ruggengraat Meer mogelijk maken Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 2 De ontwikkelingen in de melkveesector gaan snel. Ondernemers reageren hierop door aanpassingen op hun bedrijf. Vaak gaat dit gepaard met groei in aantal dieren en/of het opstarten van andere activiteiten. Maar waar het uiteindelijk om draait, is ondernemerschap. Voor ABN AMRO staat dat centraal. In deze brochure kunt u, behalve van de sectoranalyse van ABN AMRO, ook kennisnemen van de visie van enkele melkveehouders en vertegenwoordigers van andere schakels in de melkveesector. Het kan u helpen bij het verder ontwikkelen van uw bedrijfsstrategie. De melkveehouderij Melk in de markt De melkveehouderij in Nederland heeft toekomst. De Nederlandse zuivelsector is voldoende sterk om in Europa en zelfs wereldwijd de concurrentie aan te kunnen. Met name in de afzet van producten met een hoge toegevoegde waarde - en specifiek in het segment van verse producten - heeft Nederland in de driehoek Londen-Parijs-Berlijn de beschikking over een aantrekkelijk afzetgebied met een grote bevolkingsconcentratie. Omringd door een omvangrijke groep consumenten die in toenemende mate vraagt om aantrekkelijk geprijsde (gemaks)producten van superieure kwaliteit, heeft Nederland een prima marktpositie. Deze positie zal bestendigd en zelfs verbeterd moeten worden. De uitdaging is duidelijk: de productie moet afgestemd worden op de marktvraag. Niet zozeer in volume, maar vooral in kwaliteit en toegevoegde waarde. Bij het genereren van die toegevoegde waarde is de inventiviteit van de zuivelindustrie op het gebied van productvernieuwing cruciaal. Evenals een goed samenspel tussen de melkveehouder en de partners in de zuivelketen. Uitdagend dankzij dilemma’s De melkveehouderij kende tot ruim twintig jaar geleden 2 nagenoeg geen beperkingen voor wat betreft groei. De ommezwaai kwam met de melkquotering in 1984: voortaan moesten, om te kunnen groeien, kosten worden gemaakt door de noodzakelijke aankoop van extra quotum. Uit die periode dateren ook de eerste milieuregels voor de veehouderij, die gaandeweg strikter werden. De nieuwe mestwetgeving vanaf 2006 legt een verdergaande beperking op: een melkveehouder, die te weinig eigen grond heeft, zal veel energie moeten steken in het verantwoord regelen van zijn mestafzet. Voor een levensvatbaar bedrijf is groei noodzakelijk. De Europese Commissie streeft ernaar de melkprijs in Europa te laten dalen in de richting van de wereldmarkt. De komende jaren worden de Europese restituties (exportsubsidies) op zuivelproducten verder afgebouwd, Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 3 waardoor de melkprijs in Europa daalt. Ter compensatie is een melkpremie geïntroduceerd die deze daling moet opvangen. De premie is in 2004 voor het eerst uitgekeerd en bedroeg toen € 1,18 per 100 kg melk; voor 2005 is de premie € 2,36. In beide jaren waren de premies overigens meer dan voldoende om de daling van de opbrengstprijs te compenseren. Bij verdergaande daling van de bodemprijs zal de premie – die vanaf 2006 € 3,55 bedraagt - onvoldoende zijn om de prijsdaling voor de melkveehouder te compenseren. In welke mate die prijsdaling beperkt blijft, hangt af van hoe succesvol het zuivelbedrijf is. De neerwaartse trend van het prijsniveau zet de marge van melkveebedrijven onder druk. Efficiënte bedrijven hebben onder deze omstandigheden meer zicht op continuïteit. Ontwikkelingen rondom melkquota De verwachting is dat de Europese Commissie de melkquotering per 2015 beëindigt en dat vervolgens hiervoor een andere regulering - publiek dan wel privaat - terugkomt. Het lijkt er op dat veel melkveehouders erop anticiperen dat na 2015 een systeem van ‘leveringsrecht’, al dan niet gekoppeld aan de zuivelfabriek, zal blijven bestaan. Dit komt ook tot uitdrukking in de prijs die voor melkquotum betaald wordt. De quotumprijs is anno 2005 hoog, hetgeen wellicht te maken heeft met het feit dat 31 maart 2007 als referen- tiepunt geldt voor het vaststellen van de toekomstige bedrijfstoeslag. De melkpremie wordt vanaf die datum ontkoppeld van het melkquotum en verandert in een toeslag per bedrijf. Het evenwicht in de quotummarkt zal langzaam verschuiven. Dalende melkprijsopbrengsten zetten het rendement in de sector onder druk. Hierdoor zullen bedrijven met een hoge kostprijs zich heroriënteren. Dit zal leiden tot een toename van het quotumaanbod. De groep bedrijven die zich bij de geldende melkprijzen als koper op deze markt begeeft, neemt af. Met als gevolg een verruiming van de quotummarkt en een dalende quotumprijs. Verwacht mag worden dat vooral vanaf 2007 de quotumprijs substantieel zal dalen. Strategische keuzes Afhankelijk van zijn bedrijfssituatie én zijn sterke punten, zal de melkveehouder een strategische keuze moeten maken. Hieronder zijn drie strategieën nader belicht. Staking Een aantal ondernemers zal de komende jaren het bedrijf afbouwen of staken. De redenen kunnen divers zijn: bijvoorbeeld het ontbreken van een opvolger, beperkte ontwikkelingsmogelijkheden op de huidige locatie of een dalend rendement. Het besluit is niet altijd gemakkelijk, maar bedrijfsbeëindiging kan ook een verstandige strategie zijn. Prijs per kg vet Notering koopmelk 2003 - 2004 - 2005 55,00 54,00 53,00 52,00 51,00 50,00 49,00 48,00 47,00 46,00 45,00 44,00 43,00 42,00 41,00 40,00 39,00 38,00 37,00 36,00 35,00 1 jan 31 jan 2003 2004 2005 1 mrt 31 mrt 30 apr 30 mei 29 jun 29 jul 28 aug 27 sept 27 okt 26 nov 26 dec Bron: Steegro Melkveehouderij: Gezonde groei 3 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 4 In de praktijk blijkt dat geleidelijke beëindiging de ondernemer de tijd geeft om - sociaal en emotioneel - dit afbouwproces goed te doorlopen. Om dit mogelijk te maken heeft ABN AMRO een stakingsregeling ontwikkeld. prijs. Vaak valt in de huidige bedrijfssituatie ook nog winst te behalen. Sleutelwoorden hierbij zijn: optimaliseren van de bedrijfsvoering, mechanisering, automatisering en arbeidsefficiëntie. Uit een analyse van Alfa Accountants en Adviseurs komt naar voren dat tussen goede en minder goede melkveebedrijven een saldoverschil van 5,5 cent per kg melk ligt. Bij een quotum van 600.000 kg is dat € 33.000,-. Verbreding Een andere groep melkveehouders maakt - innoverend en onderscheidend - de keuze voor groei van het bedrijf door verbreding. Bijvoorbeeld door de huisverkoop van kaas en andere zuivelproducten, onderhoud van natuurgebieden, of het opzetten van een zorgboerderij. Maar óók door bijvoorbeeld een deel van het bedrijf (bijv. de grond) te verhuren voor activiteiten die een hoger rendement opleveren dan melkproductie. Of door nevenactiviteiten als windmolens en mestvergisting. Die verbreding kan ook een deeltijdbaan zijn. Deze verbreding kan gunstig uitpakken voor het totaalrendement. Het zorgt voor een stabiele tweede inkomensbron. Topinvesteerders In Nederland is fors geïnvesteerd in de aankoop van melkquotum. Ons land is, met een gemiddeld bedrijfsquotum van 473.000 kg melk de nummer 3 van Europa, na Engeland en Denemarken. De helft van de Nederlandse bedrijven had in 2004/2005 zelfs meer dan 600.000 kg melkquotum. Blijft de vraag of degenen die willen groeien nu wel of niet moeten investeren in quotum. In feite gaat hier de vergelijking op die ook geldt voor aandelen: gespreid aankopen vermindert het risico dat te duur blijkt te zijn ingestapt. Voor degenen die willen groeien in melkproductie, is het gespreid in de tijd aankopen van melkquotum daarom een verantwoorde manier van investeren. Voor bedrijven met een goede basis en een groeistrategie biedt ABN AMRO extra financiële ruimte om deze groei te realiseren. Groeistrategie Een derde optie is schaalvergroting. Omdat de verwachting is dat de opbrengstprijs voor melk de komende jaren zal dalen, wordt volop ingezet op kostprijsverlaging. Schaalvergroting is hierbij een goede strategie. Voorwaarde voor een groeistrategie is een goede kost- 30% Structuurontwikkeling melkveehouderij o.b.v. quotum Aandeel in totaal geleverd quotum 25% 20% 15% 10% 5% 0% < 100 1999-00 2000-01 2001-02 4 100-199 2002-03 2003-04 2004-05 200-299 300-399 400-499 Grootteklassen 500-599 600-699 >= 800 Bron: Productschap Zuivel Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 5 Rentemanagement in de agrarische sector, jazeker! Beperk uw renterisico Een groot deel van de agrarische ondernemers in Nederland heeft een lening met variabele rente. Al deze ondernemers profiteren van de huidige lage rentestand, maar lopen ook een risico op het moment dat de rente stijgt. Elk procent rentestijging geeft bij een modern bedrijf al gauw een kostprijsstijging van 1,2 cent per kg melk. Voor ondernemers die wat dat betreft geen risico’s willen nemen, zijn er vele mogelijkheden om beide zaken te combineren. Profiteren van de huidige lage rente en toch beschermd zijn tegen een mogelijke rentestijging? Het kan. Bijvoorbeeld met de Rente Swap. Met een Rente Swap verzekert u zich tegen rentestijgingen en profiteert u van de historisch lage rente door deze nu vast te leggen. U ruilt als het ware de variabele rente van uw bestaande financiering tegen een vaste rente. Grafisch ziet dit er als volgt uit: Kredietovereenkomst Financiering Ondernemer Euribor + kredietopslag Rente Swap Vaste Rente Lening o.b.v. Euribor De rentebetalingen van de lening en de Rente Swap Euribor ABN AMRO Een voorbeeld Stel u heeft een lening op basis van Euribor van € 750.000,- met een resterende looptijd van vijftien jaar. Laten we aannemen dat Euribor momenteel 2,25% bedraagt. Dat is wat u aan uw bank betaalt plus de kredietopslag. U verwacht dat de rente gaat stijgen en besluit de rente voor de volledige hoofdsom (een deel ervan kan ook) voor de komende tien jaar vast te leggen door middel van een Rente Swap met een vaste rente van 3,60%. U ontvangt dan gedurende de looptijd van de Rente Swap het voor de lening te betalen Euribor-tarief terug, ongeacht de hoogte ervan. In ruil hiervoor betaalt u het vaste tarief van 3,60%. blijven gescheiden, maar resulteren in een betaling van 3,60% plus kredietopslag. Het vaste tarief van de Rente Swap is weliswaar hoger, maar met de Rente Swap heeft u zich verzekerd tegen een rentestijging. U weet dus precies waar u aan toe bent, gedurende de looptijd van de Rente Swap (in het voorbeeld tien jaar). Uiteraard kunt u de Rente Swap ook voor de gehele looptijd van de financiering afsluiten. Indien u echter de financiering (geheel of gedeeltelijk) voortijdig beëindigt, blijven de rechten en plichten voortvloeiende uit de Rente Swap onverminderd van kracht. Deze Rente Swap is nu ook met rentebedenktijd verkrijgbaar, voor bedragen vanaf EUR 1.000.000,- en met looptijden van 7, 10 en 15 jaar (inclusief de laatste 2 jaar rentebedenktijd). Dit biedt u de mogelijkheid om, in de laatste 2 jaar van uw rentevaste periode, de Rente Swap te beëindigen en zodoende zelf het meest geschikte moment te bepalen om de rente, voor het vervolg van uw financiering, opnieuw vast te zetten. Laat u informeren over de vele mogelijkheden die de bank u biedt om uw renterisico te beperken. Melkveehouderij: Gezonde groei 5 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 6 Ondernemers vol ambitie De ondernemer in de melkveehouderij ziet zich geconfronteerd met onzekerheid over de mate van voortbestaan van het melkquotum, met de noodzaak van een verantwoorde mestafzet en met weinig opbeurende prognoses over de melkprijzen in de komende jaren. Voor ondernemende melkveehouders die ‘de koe bij de horens’ willen vatten, zijn het flinke uitdagingen. ABN AMRO heeft daarom gesprekken gevoerd met melkveehouders en hun partners in de agribusiness om hun visie op hun bedrijf en de sector te vernemen. Ze roepen het beeld op van de melkveehouderij als een actieve sector. Een sector met ondernemers die uitstralen dat de Nederlandse melkveehouderij toekomst heeft. Ondernemers met dynamiek, die graag verantwoord verder willen groeien. Dat sluit precies aan bij waar ABN AMRO voor staat: hulp bieden bij gezonde groei. André en Marianne Vermüe Investeren in zaken die beter renderen dan quotum De ouders van André Vermuë zijn in 1953 vanuit Zeeland verhuisd naar Groningen. Voordat ze in 1969 besloten volledig over te schakelen op melkvee hadden ze een gemengd bedrijf. In 1982 werd een boerderij erbij gekocht. Ze molken toen zo’n 220 koeien. “Dan leer je wel werken”, aldus André. In 1985 is het bedrijf weer gesplitst. André en Marianne hebben het melkveebedrijf met een quotum van 700.000 kg in 1989 overgenomen. Ondernemers: Marianne en André Vermüe Locatie: Winsum (GR) Bedrijf: melkvee Grootte: ruim 1 miljoen kg quotum, 78 ha grond (waarvan 10-13 ha jaarlijks verhuurd wordt voor pootaardappelen) Het bedrijf van Marianne en André Vermüe is volop gemechaniseerd en geautomatiseerd. Een volautomatische houtkachel, beregening, twee melkrobots, een 6 kunstmelk-automaat voor de kalveren, een krachtvoerbox, vijf computergestuurde voerhekken, een combirondebalenpers: het is er allemaal. Volgens André is die automatisering ook de kracht van het bedrijf. “Waar je anders een extra medewerker voor zou moeten inhuren, kun je het nu zonder doen.” Zelfs houdt André nog tijd over voor weidevogelbeheer en de ontwikkeling van bonte weideranden: “Een ‘aardigheid’ die bovendien ook nog redelijk vergoed wordt door de overheid.” Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 7 Marianne en André Vermüe: Investeringen moeten renderen Dierenwelzijn André is zeer lovend over zijn melkrobots. “Ik heb nu ruim de tijd om mijn koeien regelmatig aan een gedegen inspectie te onderwerpen.” Zodra hij vermoedt dat de conditie van zijn dieren niet optimaal is, checkt hij meteen zijn computergegevens. “De koeien in mijn stal, zullen het goed hebben”, luidt zijn credo. Het gesprek komt bijna als vanzelf op de donkere periode in 1989, toen zijn veestapel werd geënt tegen IBR. Door verkeerde toediening van de entstof moesten meer dan honderd koeien het veld ruimen. Inmiddels heeft hij geleerd vooruit te kijken in plaats van achterom. André doet op zijn bedrijf aan beperkte weidegang. Het resultaat van zijn bedrijf: gemiddeld ruim 9.500 kg melk, 4,25% vet en 3,58% eiwit. Dat hij ook op een ander vlak nog voldoende handigheid in huis heeft, bewijst hij met de verbouwing van de werktuigberging tot ligboxenstal, drie jaar geleden. “Zoiets vind ik dus leuk om te doen”, aldus André. Géén quotumaankoop meer Met hun twee robots, voldoende grond en stalruimte en de grote mestopslag zouden de Vermuës gemakkelijk 1,4 miljoen kg melk kunnen produceren. Marianne en André zijn echter van mening dat verdere investering in quotum niet rendabel is. “De prijs is te hoog. We steken ons geld liever in beter renderende investeringen.” André heeft zich inmiddels georiënteerd op de mogelijkheden van een mestvergistingsinstallatie. Zeer waarschijnlijk wordt dat de volgende uitdaging. “Je moet als ondernemer een eigen visie hebben”, aldus André. “Je moet je niet al te veel te laten afleiden door anderen.” Waar anderen wellicht een beetje ‘bedrijfsblind’ zijn en alles investeren in nóg meer quotum, heeft hij voor zijn bedrijf doorgerekend dat andere investeringen beter renderen. Met een biogasinstallatie denkt André een veel hoger rendement op geïnvesteerd vermogen te behalen dan met een investering in quotum. Bovendien krijgt hij op deze manier meer poten onder het bedrijf, waardoor het nog solider wordt. Investeren in verbreding André vervolgt: “Wil je ondernemer blijven, zorg dan dat je voorop gaat en de uitdaging ziet als onderdeel van je ondernemerschap. Geen grijs gedoe, maar zwart-wit er tegen aan.” Vermuë wil daarbij graag de zaak in eigen hand houden, zonder afhankelijk te zijn van vaste medewerkers. Zijn doel is als bedrijf te blijven groeien, maar daarbij terdege ook te kijken naar wat het beste rendeert. In het geval van de Vermuës betekent dat: verbreding. Een modern, eigentijds bedrijf dus, dat stoelt op vijf stevige poten: melkproductie, verhuur van grond voor pootaardappelen, loonwerk, vogelbeheer en mestvergisting. Melkveehouderij: Gezonde groei 7 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 8 Kees en Tiny Beekmans Doorgroeien in melkquotum Tiny en Kees Beekmans hebben in 1990 het bedrijf overgenomen van de ouders van Kees, nadat hij het eerst vanaf 1984 in maatschap met zijn vader had gevoerd. Indertijd was het quotum 460.000 kg. Vanaf 1995 is bewust ingezet op schaalvergroting om op die manier een levensvatbaar bedrijf te creëren dat op de toekomst voorbereid is. Ondernemers: Tiny en Kees Beekmans Locatie: Oirschot (N-BR) Bedrijf: melkvee Grootte: 774.000 kg quotum, 80 melkkoeien, alle aanwas uit eigen jongvee Dat een bedrijf moet groeien, is bij Tiny en Kees met de paplepel ingegoten. Midden jaren ’80 probeerden ze die groei te verwezenlijken door de productie per koe omhoog te krijgen door driemaal daags te melken. Omdat dit - fysiek en sociaal - als een te zware belasting werd ervaren, is uitgekeken naar andere methoden. Zo’n zes jaar geleden is een melkrobot aangeschaft. Enerzijds omdat men nog steeds de melkproductie per koe wilde verhogen. Anderzijds om geen beroep te hoeven doen op externe arbeidskracht. Dat beviel goed. Omdat de melkrobot nauwelijks voldoende capaciteit had voor de tachtig koeien is onlangs een tweede robot aangeschaft. Dit ook omdat ze op korte termijn willen doorgroeien naar 850.000 kg melkquotum en misschien zelfs naar meer dan een miljoen kg in de jaren daarna. De stalruimte, de capaciteit van de melktank en van de voermengwagen zijn ruim voldoende om de productie van honderd melkkoeien aan te kunnen. Tiny en Kees gaan duidelijk voor de uitdaging.‘Gewoon’ verder gaan met het bedrijf in de huidige omvang is voor hen niet aan de orde. Uitbreiding en meegroeien met de andere melkveehouders is voor hen een vanzelfsprekende zaak. Ze verwachten de kostprijs van melk in de hand te kunnen houden door volop in te zetten op de melkveehouderij en door bijtijds de nieuwste snufjes toe te passen. Kees en Tiny Beekmans: Positief denken 8 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 9 Kees en Tiny Beekmans: We gaan voor de uitdaging Sturen op efficiëntie Tiny en Kees besloten nog vóór de komst van de melkrobot hun dieren binnen te houden. “In eerste instantie heeft de omgeving er wel een beetje vreemd naar gekeken”, aldus Tiny, “maar later kwam ook daar het besef dat de koeien nog steeds lekker gezond rondlopen in de stal. Bovendien is er volop begrip voor dat een moderne melkveehouder nu eenmaal van alles moet doen om de kostprijs te drukken.” In de stal geldt een aangepast lichtregime (16 uur licht; 8 uur donker). Ook hangen er lampen met voldoende lichtsterkte. Met hun 33 ha grond, moeten ze alles uit de kast halen om de bedrijfsvoering zo efficiënt mogelijk te doen, dat wil zeggen zomerstalvoedering, beregening en een optimale productie van gras en snijmaïs. Gerelateerd aan het aantal GVE is 33 ha te weinig. Voor de mestafzet wordt daarom een beroep gedaan op akkerbouwers in de buurt. Vanwege het nieuwe mestbeleid wordt ook scherp gestuurd op het ureumgehalte in de melk. En er zal minder jongvee aangehouden worden dan voorheen het geval was. één lijn, maar juist die afwijkende mening geeft de leukste discussies”, aldus Tiny. Ook het contact met de bank wordt op prijs gesteld. “Een bank die met je mee denkt, kritisch maar wél positief. Die náást je zit, niet tegenover je. En die concreet aangeeft waar je aan toe bent.” Zo hebben ze recent een Rente Swap afgesloten met het oog op het risico van rentestijging in de nabije toekomst. Doordat hun melkveebedrijf zich in een landbouwontwikkelingsgebied bevindt, hebben Tiny en Kees veel contact met mensen van buiten de melkveehouderij. “Dat verruimt het blikveld.” Voor collega’s hebben Tiny en Kees één advies: “Besteed niet te veel negatieve energie aan het aanhikken tegen regelgeving of moeilijke procedures. Gebruik liever positieve energie in het oplossen van problemen. Het glas is halfvol, niet half leeg.” Van elkaar leren Kees en Tiny stellen beiden erg prijs op uitwisseling van gegevens. In studieclubs met collega’s, maar óók met de voerleverancier en de boekhouder. “Je zit niet altijd op Melkveehouderij: Gezonde groei 9 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 ,, Pagina 10 Meningen uit de Melkveesector Koen Boonen (Landbouw-Economisch Instituut) “De betere boeren hebben nu eenmaal meer financiële mogelijkheden om te investeren in bedrijfsverbetering. Investeren in grond, gebouwen en werktuigen, maar óók in melkquotum. Of het quotum na 2015 nog behoorlijk wat waard zal zijn, is echter maar de vraag. Als het na dat jaar nagenoeg geen waarde meer heeft, is het voor bijna geen enkel bedrijf rendabel om nu nog hierin te investeren.” Bert Ipema en Kees de Koning (Animal Science Group, Wageningen Universiteit) “In de melkveehouderij worden de bedrijven steeds groter. Navenant nemen ook de automatisering en de mechanisatie toe. We zien dat ook gebeuren met het gebruik van melkrobots. In 2005 heeft amper 4% een melkrobot. Over tien jaar zal meer dan 20% van de bedrijven een volautomatische melkrobot hebben. Verder zal er dan ook veel spin-off vanuit de robottechniek zijn, zoals automatische aansluitsystemen en een verder geperfectioneerd systeem om de kwaliteit van melk, c.q. de gezondheid van de koe sensorisch te detecteren.” Jan Westers (Agrarisch Specialist, ABN AMRO) “Ik ben positief gestemd over de melkveehouderij. De bedrijven ontwikkelen zich steeds meer tot toekomstgerichte bedrijven. Sterk vakmanschap en ondernemerschap zijn voorwaarden om de concurrentiestrijd op de wereldmarkt aan te kunnen. De ondernemers moeten mondig genoeg zijn om volop de discussie aan te gaan met hun gesprekspartners in de agribusiness. Ondernemers met pit en ruggengraat: zó moeten we ze hebben.” 10 Gerard Heerink (Friesland Foods) “Voor een maximale verwaarding van de melk is het zaak dat er een optimale samenwerking en samenspel (partnership) is tussen melkveehouder en zuivelindustrie. Veelal zal laatstgenoemde als eerste signalen uit de markt oppikken, maar ook de melkveehouder moet zich hiervoor openstellen. Hier is beslist ook een rol weggelegd voor hem” Alfred Boeve (kalverintegratie Alpuro Group) “De kalfsvleesproductie is goed voor een waardevermeerdering in de melkveehouderij die neerkomt op 4 à 4,5 cent per kg melk. Dit betreft de extra opbrengst voor het kalf, als ook de verwaarding van grondstoffen als wei en melkpoeder. Deze waardevermeerdering geldt grosso modo voor de hele EU, maar melkveehouders in Nederland springen er nog een beetje beter bij uit, omdat de kalverintegraties hier zitten.” Herman Versteijlen (EU-Commissie, DG Landbouw: Melk en Melkproducten) “De melkprijs zal dalen omdat we bij verder opengaande grenzen meer richting wereldmarkt gaan. Met de prijsdalingen voor interventieproducten is al een behoorlijke stap gezet in de aanpassing naar dat niveau. Ter compensatie is de melkpremie ingesteld, die er overigens toe geleid heeft dat in 2004 en 2005 het inkomen uit melk (prijs plus compensatie) hoger was dan in 2003. De toekomstige prijs gaat richting wereldmarkt, maar er zijn natuurlijk verschillen. Dat is afhankelijk van het succes van een melkverwerker om waarde toe te voegen.” ,, “Ik verwacht niet dat de melkveehouderij zal verschuiven van West-Europa naar Midden- en Oost-Europa. Wél zal er een aanpassing in de structuur plaatsvinden: efficiënter en relatief groter.” ,, Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 11 Leo Senden (Steegro Agrarisch Advies- en Bemiddelingsbureau) “Sinds de introductie van het melkquotum in 1983 is de Regeling Superheffing telkenmale met een aantal jaren verlengd. In het begin met perioden van drie of vijf jaar. De laatste keer is afgesproken dat het melkquotum met tien jaar wordt verlengd, dus tot 2015. Zeker niet gezegd is, dat men bij de heroverweging in 2009 zal besluiten dat per 2015 het melkquotum volledig ophoudt te bestaan. De meeste melkveehouders gaan daar in ieder geval niet vanuit.” Jacques de Craen (Agrarisch Specialist, ABN AMRO) “De melkveehouder moet als ondernemer goed op de hoogte zijn van zijn zwakke en sterke punten. De zwakke moeten verbeterd worden. De sterke moeten - meer nog dan in het verleden - ten volle worden benut. Daarbij is het zaak om scherp de kosten in de gaten te houden en beslist niet terug te vallen op de automatische piloot. Je kunt het je in deze tijd nu eenmaal niet permitteren om niet alert te zijn.” Hendrik Arends (Agrifirm) “Het melkquotum, inherent aan een relatief gegarandeerde melkopbrengst, is jarenlang niet echt bevorderlijk geweest voor een stuk ‘Schwung’ in de sector. De laatste jaren komt hier echter verandering in. Weerstanden in de vorm van dalende melk-opbrengsten en hogere kosten voor mest-afzet maken de Nederlandse melkveehouder harder en zakelijker. Hij kan zich nu weer voluit profileren als een échte ondernemer!” niet per se de grote ondernemers te zijn. Als je de race om de efficiëntie wilt volhouden, moet je op alle fronten scoren: niet alleen een hoge melkproductie, maar óók letten op zaken als voerkosten, loonwerkkosten en financieringskosten.” Jan van der Zee (Bestra Consultancy) “Helaas is het zo dat veel melkveehouders groeien om te groeien, zónder een gedegen afweging wat het uiteindelijk effect is op rendement. Dat bij groei bovendien ook de werkdruk toeneemt, lijkt men zich onvoldoende te realiseren.” ,, Marcel Henst (vakblad Boerderij) “Als journalist zie ik de melkveesector als een vitale sector met enorm veel potentieel. Er gebeurt al heel veel, maar vooral ten aanzien van productinnovatie en genetica liggen nog tal van mogelijkheden in het verschiet.” “Liefde voor het melken. In al zijn facetten. Dat is de ‘drive’ van de meeste melkveehouders. De valkuil hierbij is dat men zich wellicht blind staart op de tonnen melk die men wil melken, en daarbij de zakelijke kant, het rendement, uit het oog verliest.” “Melkveehouders hebben behoefte aan partners in de agribusiness die aantoonbaar maken dat zij het bedrijfsresultaat op een hoger peil brengen, uitgedrukt in klinkende munt. Geen loze praatjes, maar concrete acties. Dit past in de verzakelijking die de moderne melkveehouder anno 2005 typeert. In alles geldt: alleen het resultaat telt!” Marco te Grotenhuis (Alfa Accountants en Adviseurs) “Er is zeker toekomst voor de melkveehouderij, maar dan alleen voor de betere ondernemers. En dat hoeven Melkveehouderij: Gezonde groei 11 Melkveehouderij 14-11-2005 12:30 Pagina 12 Onze agrarisch specialisten Groningen Gelderland Zuid-Holland Noord-Holland Groningen Ing. J. Westers 06.51301480 Doetinchem Ing. F.A.M. Dorresteijn 06.51300831 Alphen a/d Rijn Ing. J.J.A. van Leeuwen 06.51300708 Den Helder Dhr. A.J. Verbruggen 06.51301295 Groningen Dhr. H. Kasemier 06.22924637 Apeldoorn Ing. E. Pierik 06.51301789 Capelle a/d IJssel Dhr. C. Kroon 06.51300700 Hoorn Dhr. J.N.M. Velzeboer 06.53876425 Winschoten Ing. H.J. Kieft 06.51301268 Utrecht Ing. J. Sinke 06.20248168 Gorinchem Ing. J.J. Daalhuizen 06.51300683 Friesland Gorinchem Ing. J.J. Daalhuizen 06.51300683 Informatie en advies Brabant De agrarisch adviseur van ABN AMRO is vertrouwd met de Leeuwarden Dhr. T. Okkema 06.51301838 Breda Ing. M.R. Wortelboer 06.51478385 sector en met de ontwikkelingen en uitdagingen waarmee de Drachten Dhr. J. Dam 06.23362394 Eindhoven Dhr. C.J. Vergouwen 06.51458301 ABN AMRO-organisatie. Drenthe Tilburg Ing. J.A.M. de Craen 06.51478384 Assen Ing. T. Tempelmann 06.51474434 Groningen Dhr. H. Kasemier 06.22924637 Overijssel Hardenberg Dhr. G.H. Olthof 06.51478817 agrarisch ondernemer wordt geconfronteerd. Hij is financieringsspecialist en weet de weg binnen de Vast aanspreekpunt Bij de agrarisch adviseur kunt u in principe terecht met al uw vragen op financieel gebied. Of het nu gaat om bedrijfsfinanciering, verzekeren, pensioenvoorziening, privévermogen, fiscaliteit of beleggen. Doetinchem Ing. F.A.M. Dorresteijn 06.51300831 Kantoor in uw regio Limburg rechtstreeks met een van de agrarisch adviseurs bij u in de Roermond Dhr. A.H.M. Kessels 06.51458407 buurt. Zeeland U kunt een afspraak maken via uw ABN AMRO-kantoor of ABN AMRO is op verschillende manieren bereikbaar, 24 uur per dag, 7 dagen per week. Enschede Ing. J.H.M. Wilmink 06.51478816 Goes Dhr. A.B. Koole 06.51478386 Flevoland Breda Ing. M.R. Wortelboer 06.51478385 week). Via dit telefoonnummer kunt u tijdens kantooruren ook Utrecht Internet Drachten Dhr. J. Dam 06.23362394 Utrecht Ing. J. Sinke 06.20248168 Op www.abnamro.nl/agrarisch vindt u informatie over produc- Apeldoorn Ing. E. Pierik 06.51301789 Alphen a/d Rijn Ing. J.J.A. van Leeuwen 06.51300708 Emmeloord Ing. A.H. Broeze 06.53989807 12 Advies Voor vragen over de producten en diensten van ABN AMRO belt u met 0900-0024 (lokaal tarief, 24 uur per dag, 7 dagen in de een afspraak maken voor een persoonlijk adviesgesprek. ten en bankzaken, een overzicht van de agrarisch adviseurs, specifieke informatie over verschillende sectoren en nog veel meer. Kijk voor uitgebreide informatie over onze producten en dienstverlening op: www.abnamro.nl Meer mogelijk maken Nov. 2005 Leeuwarden Dhr. J.H. Dijkstra 06.53986383
© Copyright 2024 ExpyDoc