affectie = warm, liefdevol gevoel voor iemand

affectie = warm, liefdevol gevoel voor
iemand. synoniemen: sympathie,
genegenheid
Ik voel erg veel affectie voor
mijn kleine babynichtje.
angst = gevoel van bang zijn voor iets.
adj = bang
Ik heb erg veel angst als ik ´s
avonds alleen thuis ben en het
is al donker.
boosheid = lichte vorm van agressie. Je
bent lichtjes kwaad. adj = boos
Wanneer ik denk aan de keer
dat mijn mama mijn mooie Tshirt verkeerd had gewassen,
voel ik de boosheid opkomen.
eenzaamheid = bij gebrek aan contacten
met andere, een gemis van werksituatie of
andere belemmeringen om deel te nemen
aan het maatschappelijke leven. adj =
eenzaam
An ligt met haar been in de
gips. Daarom is ze er nu niet bij
op kamp, ze voelt zich erg
eenzaam.
geluk = gelukkig (adj) zijn. blij/tevreden
zijn met de situatie
Nu ik mijn diploma in handen
heb, voel ik me zo gelukkig!
jaloezie = gevoel waarbij men iets wenst
te krijgen wat een ander heeft, of bang is
om iets wat men heeft, te verliezen;
daarbij kan het zowel om materiële als
immateriële zaken gaan. adj = jaloers
Tanja was zo jaloers toen ze
men nieuwe rok zag! Ik zag dat
ze hem stiekem ook wel wou.
liefde = het gevoel dat je van hiemand
houdt, dat je iets er fijn vindt.
Ik voel erg veel liefde voor mijn
vriendje, hij is de allerleukste
van de hele wereld.Mijn pa doet
zijn job met erg veel liefde. Hij
gaat altijd fluitend naar zijn
werk.
onmacht = machteloosheid,
onmogelijkheid om iets te doen wat je
eigenlijk wel graag wilt doen.
Veel agressief gedrag komt
voort uit een gevoel van
onmacht.
onrust = nervositeit, situatie waarin
mensen opgewonden zijn. Mix van angst,
bekommernis, beroering.
De arrestatie van die
werknemer veroorzaakte veel
onrust bij de collega's.
Schuldgevoelens = gevoelens die je
Ik was gesnapt op spieken bij
besluipen nadat iets is mis gegaan waar jij mijn buurmeisje. Daarna had ik
je verantwoordelijk voor voelde.
een erg groot schuldgevoel.
somberheid = tijdelijk bedruk zijn en de
toekomst somber inzien.
Het regent nu al dagen. Marie
voelt zich erg somber, ze wil zo
graag gaan zwemmen en
zonnen.
tevredenheid = goed gestemd zijn over
een situatie waarin iemand zich bevindt of
bijvoorbeeld over diensten of producten
adj = tevreden
Mijn haren was ik altijd met
dezelfde shampoo, ik ben er erg
tevreden over.
verdriet = gevoel dat gepaard gaat met
Nadat onze hond was gestorven
verlies en ook bij rouwverwerking. Je voelt had mijn zusje erg veel
je triestig en weent soms. adj = verdrietig verdriet.
verliefdheid = de amoureuze gerichtheid
op een persoon, dit gaat verder dan liefde.
Gevoel dat je hebt in het begin van een
liefdesrelatie, je loopt op wolkjes, zweeft,
lacht altijd,… adj = verliefd
Tijdens de lente hangt de
verliefdheid in de lucht.
Iedereen lijkt wel verliefd en er
ziet veel koppeltjes kussend op
straat.
verveling = lichte vorm die kan overslaan
in frustratie. Verveling is een
onaangenaam gevoel van lusteloosheid,
desinteresse, grenzend aan ergernis.
Verveling treedt op als dingen die leuk zijn
om te doen niet mogen of kunnen. Alles
wordt aanzien als saai. Ergernis of
irritatie is een volgend stadium, je bent
prikkelbaar door de verveling.
Op het einde van de vakantie
verveel ik me altijd, ik weet niet
meer wat te doen. Ik erger me
eraan dat ik niet naar school
kan gaan en ben daarom soms
boos.
vriendschap = persoonlijke band tussen
mensen die elkaar leuk vinden en
vertrouwen.
Rozemieke en Annemieke zijn al
sinds ze geboren hebben beste
vriendinnen. Er komt niemand
tussen hun vriendschap.
zinervaring = gevoel van verbondenheid,
van deel uit te maken van een groter
geheel dat iemand onverwacht kan krijgen
wanneer hij terminaal ziek is en dit onder
ogen ziet.
Mijn opa begon pas de zin van
het leven te ervaren toen hij
wist dat hij stervende was. Hij
profiteerde er nog van en
maakte nog vele reizen.
Druk deze kaartjes af (op gekleurd papier) en knip ze uit. lln moeten de kaartjes
omdraaien en dan de correcte paren zoeken. Laat de leerlingen de eerste keer dat ze het
kaartje zien de tekst ook hardop voorlezen.
Materiaal Hoek 1
De Zimmertoren
Vraag een willekeurige toerist waarom hij Lier bezoekt, en de
kans is groot dat hij antwoordt: "Om de Zimmertoren te zien".
Hoewel de toren in zijn huidige vorm in feite zeer recent is, is
er geen enkel ander Liers beeld zo bekend als de Zimmertoren.
Louis Zimmer, naar wie de toren genoemd is, was dan ook een
buitengewoon man. Van eenvoudige afkomst, zonder speciale
studies, klom hij op tot de absolute top in de uurwerkmakerij.
De vroegere Corneliustoren uit de 14de eeuw, werd in 1930
omgebouwd tot Zimmertoren. In 1960 werd het
Zimmerpaviljoen gebouwd, waar je ook Zimmers atelier kan
bekijken.
De Jubelklok en de Astronomische Studio waren hun tijd ver
vooruit qua originaliteit, precisie en
vakmanschap. De wonderklok in het
witte gebouw heeft Zimmer ontworpen
voor de wereldtentoonstelling van 1935.
Dit indrukwekkend horloge wordt
beschouwd als zijn meesterwerk. Hij
kreeg er zelfs felicitaties van Albert
Einstein voor. Hierin is onder andere de
traagst bewegende mechanische wijzer ter wereld te zien.
De "Jubelklok", met: klok, fasen van de maan, de cyclus van
Meton, de epacta1 en de tijdsvereffening, de zodiac 2 , de
zonnecyclus en de zondagsletter 3 , de week, de globe 4 , de
maanden, de datum, de seizoenen, de getijden en de
schijngestalten van de maan.
'Pallieter' van Felix Timmermans
1
De epecta van een jaar is de ouderdom van de maan op 1 januari van dat jaar.
2
De zodiac of dierenriem
3
De zondagsletter van een jaar is de letter van de eerste zondag van dat jaar als de
dagen van de week cyclisch aangeduid worden met de letters A, B, C, D, E, F en G,
beginnend met A voor 1 januari.
4
De globe of wereldbol
Materiaal Hoek 1
Pallieter, de hoofdpersoon uit de gelijknamige roman (1916),
is het beroemdste ontwerp van de Vlaamse auteur Felix
Timmermans uit Lier. Pallieter staat voor een levensgenieter,
één die "de dag plukt".
Pallieter is een symbool geworden van het Vlaamse volk, hoewel
Timmermans hem niet als symbool bedoeld had.
De roman Pallieter is in meer dan 40
talen vertaald, en werd ook verfilmd. Ter
gelegenheid van het vijftigste sterfjaar
van Timmermans werd in 1997 te Lier een Pallieter-musical
opgevoerd.
Op 25 mei 1986 werd door het Felix Timmermans Herdenkingscomité een beeld van
Pallieter onthuld. Het beeld staat voor het Koninklijk Atheneum aan de Netelaan te
Lier. In het begijnhof van Lier staat eveneens een beeldje dat een
passage uit het boek van Pallieter uitbeeld van de hand van
Pierre Van Eester.
Materiaal Hoek 2
Het gebruik van perfectum (V.T.T.) en imperfectum (O.V.T.)
1. Het perfectum (V.T.T.)
Een situatie of handeling in het verleden die afgelopen, klaar is.
- Wat heb je gisteravond gedaan? Ik ben naar het Begijnhof in Lier geweest.
- Ik heb een afspraak met de gids gemaakt.
- Bij de organisatie zijn er veel problemen geweest met betalingen.
2. Het imperfectum (O.V.T.)
-
-
-
-
o Een beschrijving van een historische situatie of gebeurtenis.
In 1258 kregen de begijntjes de toelating om over een eigen kerk te beschikken.
o Een beschrijving van een situatie in het verleden.
Aangezien huisnummers vroeger onbekend waren, gaven ook de begijntjes hun
woning een naam zoals bijvoorbeeld het Stalleken van Bethlehem.
o Een serie kort op elkaar volgende handelingen in het verleden.
De begijntjes hokten samen in de 13de eeuw, ze kregen toelating om over een eigen
kerk te beschikken, het begijnhof breidde uit, de begijntjes stierven uit, het laatste
begijntje overleed in 1994.
o Een steeds terugkerende handeling in het verleden, een gewoonte.
Vanaf mijn twaalfde ging ik wekelijks naar het begijnhof en ik wandelde vaak door de
straatjes.
Afwisseling van het perfectum (V.T.T.) en het imperfectum
(O.V.T.)
Voorbeeld 1
Ik ben gisteren naar het Begijnhof in Lier geweest. Het regende daar, maar ik vond dat
niet erg omdat ik een paraplu bij me had.
Voorbeeld 2
In de zomer van 1994 is het laatste begijntje overleden. Zij bracht haar dagen door in de
gezellige straatjes. De laatste dagen was ze slecht te been. Ze vertoefde weken in bed en
had een verpleegster aan haar zijde. Zo stierf ze in bed.
Materiaal Hoek 3
Praten over … (een sportevenement):
• Heb jij die voetbalwedstrijd, tenniswedstrijd, hockeywedstrijd gezien?
• Nee, die heb ik gemist.
• Ja, het was een fantastische wedstrijd!
• Ja, wat speelden ze goed, hè!
Een reactie, een oordeel geven
• Ze hebben verdiend gewonnen. (positief)
• Ze hebben terecht verloren. (negatief)
• Ze hebben het aan zichzelf te wijten. (negatief)
• Het was waardeloos. (negatief)
Teleurstelling uiten en relativeren
• Wat jammer dat ze verloren hebben.
• Daar ben ik niet goed van.
• Wat was dat waardeloos, zeg!
• Volgende keer beter!
• Er kan er maar één de beste zijn, hè
Aanmoedigen
• Vooruit, pak die bal!
• Kom op, scoren!
• Kom op jongens, we gaan ervoor!
• We gaan ertegenaan!
Praten over mentaliteit en inzet
• Je moet je volledig inzetten.
• Je moet je voor de volle 100% geven.
Let op !!!
de voetbal: de ronde bal waarmee gespeeld wordt.
het voetbal: het spel voetbal waarnaar gekeken kan worden.
Waardering over de inzet
• Ze blijven doorgaan tot de laatste minuut. (positief)
• De spelers tonen gebrek aan inzet. (negatief)
• Jullie missen de winnaarsmentaliteit. (negatief)
• Wat een slappe vertoning! (negatief)
Uitdrukkingen
• Als je een gemakkelijke kans laat liggen, kun je zeggen:
Dat was een kans voor open doel.
• Als je weinig middelen hebt waar je toch je doel mee moet bereiken, zeg je:
Wij moeten roeien met de riemen die we hebben.
• Als je de tegenstander samen onder druk houdt, zeg je:
De bal in de ploeg houden.
• Als er geen één leuk programma op televisie is, zeg je:
Er is geen bal op de televisie.