KWARTAALRAPPORTAGE Modules AGH en IAJ 1 e kwartaal 2014 T.b.v. Provincie Groningen Modules `Ambulante Gezinshulpverlening'(AGH)en `Intensieve Ambulante Jeugdhulp'(IAJ) MJD Groningen H. Colleniusstraat 18 9718 KT Groningen Tel.: 050-3126123 Fax: 050-3132603 [email protected] Inhoudsopgave 1. Aanbiedingsbrief 2. Beleidsuitvoering 2.1 Inhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod 3. Prestatie-indicatoren 4. Clientaantallen 5. Financiele cijfers Bijlagen 1 2 3 4 5 6 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim Budgetvergelijkingsoveaicht Jaaroverzicht Bekostigingseenheden Handelingskader Methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 2 MJD Groningen Aanbiedingsbrief Aan het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Geacht College, Met genoegen bled ik u de kwartaalrapportage van de MJD over het eerste kwartaal van 2014 aan. Ook in 2014 blijven wij ons onverminderd inzetten voor kwalitatief goede zorg aan jeugdigen en gezinnen. Met het verder experimenteren en ontwikkelen van diverse pilots in samenwerking met ketenpartners willen we blijven anticiperen op de komende transities en transformatie van de Jeugdzorg. Ons doel is om een stevige sociale context to helpen creeren waarin kinderen, jeugdigen en hun ouders veilig en gezond kunnen opgroeien, mee kunnen doen in de maatschappij en een voldoende mater van welzijn ervaren. Als MJD willen wij hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Ik vertrouw erop u met deze rapportage voldoende to hebben geinformeerd. Mocht u nadere toelichting wensen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw T. van den Berg of met ondergetekende. _~4. Met vriendelijke groet, Bering drs. J.E. direcfeur-bestuurder Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 3 MJD Groningen 2. Beleidsuitvoering Voor 2014 heeft de MJD een subsidiebeschikking ontvangen voor het zorgaanbod geindiceerde jeugdzorg bestaande uit Ambulante Gezinshulpverlening(AGH)en Intensieve Ambulante Jeugdhulp (IAJ). Op basis van de subsidiebeschikking (inclusief de AREZgelden) kan er in 2014 uitvoering gegeven worden aan 100 geindiceerde jeugdzorgtrajecten (52 instroom en 48 doorstroom). Instroom en wachttijden Op peildatum 31 maart 2014 komen we uit op in totaal 61 gebruikers. De gemiddelde wachttijd voor de zorgstart in het eerste kwartaal ligt op 24 kalenderdagen. Ten opzichte van het vorige kwartaal is de gemiddelde wachttijd redelijk gelijk gebleven en ligt het keurig onder onze streefnorm om binnen vier weken to starten. Voor de meeste nieuw gestarte trajecten in 2014 is de wachttijd minder dan vier weken, voor vier clienten lag de wachttijd tussen de vier en negen weken. Er hebben geen clienten langer dan negen weken moeten wachten op zorgstart. In totaal zijn er 16 trajecten afgesloten in het eerste kwartaal van 2014. De gemiddelde doorlooptijd van deze trajecten bedraagt 8.4 maand. De doorlooptijd ligt hiermee ook onder onze streefnorm van negen maanden. Instroomplanning De instroom stagneerde in het afgelopen kwartaal kortdurend. Er bleek sprake to zijn van een misverstand bij BJZ waardoor men meende niet meer voor ons jeugdzorgaanbod to kunnen indiceren. Dit misverstand is opgelost en de aanmeldingen zijn inmiddels weer op gang gekomen. De instroomplanning ligt op peildatum 31 maart 2014 weer goed op schema. Beleidsontwikkelingen In het kader van de transitie Jeugdzorg (Routekaart Jeugd) is een inventarisatie uitgevoerd bij gemeenten en jeugd(zorg)instellingen Welke experimenten/pilots er al in uitvoering zijn en Welke plannen er liggen om experimenten/pilots uit to gaan voeren, gekoppeld aan de thema's uit het gezamenlijke Routekaarttraject. De MJD heeft hiervoor een aantal projecten voorgedragen aan de gemeente Groningen. Hiervan zijn een tweetal projecten door de gemeenten geselecteerd die in aanmerking kunnen komen voor de subsidie eerste tranche van experimentengelden. Beide projecten zijn nog in de startfase, ze zijn vernieuwend en passen in het Groninger Functioneel Model. Op basis daarvan heeft de gemeente twee van de door ons aangevraagde projecten ingediend ter subsidiering: Ouders voor Altijd Verbinding jeugdwerk en JHV met behandeling in Poortje gericht op resocialisatie. Verbinding jeugdwerk en jeugdhulpverlening met behandeling in Het Poortje gericht op socialisatie Het afgelopen jaar is de MJD gestart met een samenwerkingsproject met het Poortje. Het project heeft tot Joel om jongeren die een tijdje in het Poortje zijn behandeld, weer op een positieve manier actief to laten participeren in de maatschappij. Het project is er op gericht om een betere en warme overdracht to realiseren tussen de fase waarin de jongeren nog in Poortje verblijven en het moment waarop ze terugkeren in de maatschappij. Een mooie kans hierbij is het inzetten van reguliere jeugdwerkers van de MJD in de laatste fase van de behandeling binnen Het Poortje. Hierbij wordt ingezet op talentontwikkeling van de jongeren en het benutten van hun eigen kracht en sociale netwerk zodat ze op een goede wijze een plek na Het Poortje kunnen hervinden door opleiding, werk en/of andere zinvolle dagbesteding. Ook zou de expertise die Het Poortje bezit rondom het begeleiden van deze ingewikkelde doelgroep vooraf of in een vervolgtraject een plek kunnen krijgen waardoor enerzijds voorkomen kan worden dat een jongere uberhaupt in het Poortje behandeld moet worden en anderzijds terugval voorkomen kan worden. Dit project is bedoeld om to onderzoeken op Welke wijze de schakelproblematiek het beste Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 4 MJD Groningen aangepakt kan worden. We richten ons in het project op jongeren die vanuit Het Poortje Haar zelfstandigheid toewerken (met eventueel begeleid wonen als tussenfase). Het Joel is niet om het werk van de professionals van beide organisaties over to nemen. Het is nadrukkelijk de bedoeling aanvullend to werken opdat de jongere een begeleiding op mast krijgt. Er is een subsidie toegekend om dit project goed vorm to geven met als beoogd resultant: Acht casussen waarbij intensief is samengewerkt en op basis van een vast format geevalueerd met als resultant in beeld to krijgen: • wat bijdraagt aan soepele resocialisatie van jongeren die in Poortje behandeld zijn; • Welke factoren in deze samenwerking bijdragen aan een verblijfsverkorting van de jongere in het Poortje; • Welke factoren in de samenwerking bijdragen aan het voorkomen van terugval na verblijf; • op Welke gebieden uitwisseling van expertise bijdraagt aan het op maat begeleiden van de jongeren. Het project wordt fasegewijs opgebouwd, steeds afhankelijk van de input en de opbrengst van de eerdere fasen. Op dit moment lopen er meerdere casussen. Het proces wordt gevolgd door een projectteam bestaande uit 2 beleidsmedewerkers en 2 gedragswetenschappers van beide organisaties, twee jeugdhulpverleners van de MJD en een individueel trajectbegeleider van Poortje. Ouders voor Altijd Ouders voor Altijd is een methodiek waarbij ingezet wordt om ouders positief to laten communiceren ten behoeve van hun kinderen. Ouders leren daarbij onderscheid to maken tussen contact op expartner niveau en contact op ouder niveau. Blokkades in de communicatie op ouder niveau worden opgespoord en opgeruimd. Ouders zijn dan in staat om zelf zorg to dragen voor een goede omgangregeling en een onbedreigde omgang van de kinderen met beide ouders. Scheidingsproblemen staan zelden los van andere problemen, zoals opvoedingsproblemen, problemen in het netwerk, financiele problemen en individuele kind problemen. Het project is er op gericht het aanbod van `Ouders voor Altijd' o.a. binnen het CJG aan to bieden waardoor het laagdrempelig, snel, effectief en integraal in to zetten is in samenwerking met overige hulp/ dienstverleners en dus zo preventief mogelijk. Het CJG is als laagdrempelige basisvoorziening in de wijk gericht op het bevorderen van de Pedagogische Civil Society, met o.a. als belangrijke tank het versterken van het opvoedkundig klimaat binnen gezinnen en het op tijd signaleren van zorgen en signalen. Door de methodiek van OvA aan to bieden vanuit het CJG wordt hieraan een bijdrage geleverd. Met de subsidietoekenning voor het project Ouders voor Altijd is het mogelijk om de methodiek verder to kunnen ontwikkelen en to kijken Haar de mogelijkheid van een collectief aanbod in het kader van consultatie en advies aan gescheiden ouders. In de volgende kwartaalrapportages zullen we verder rapporteren over de inhoudelijk ontwikkelingen van beide projecten. Jongerenwerk Nieuwe Stijl Zoals beloofd in de vorige kwartaalrapportage zal in de bijlage het handelingskader en de methodiekbeschrijving m.b.t. Jongerenwerk Nieuwe Stijl worden toegevoegd. Inspiratiemiddag `De School als Wijk' Op 11 maart jongstleden organiseerde de MJD samen met de MBO instellingen en de GGD een inspiratiemiddag met als thema'De school als wijk'. Maar liefst 100 mensen uit zowel de gemeentelijke-, onderwijs- en zorg en welzijnswereld bezochten deze middag. Aanleiding was een inspirerend voorbeeldproject'De school als werkplaats' uit Leeuwarden. In dit project is een Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 5 MJD Groningen vertegenwoordiging van verschillende hulpverleners uit de eerste en tweede lijn als een team werkzaam in school en in de klas naast de docent(coach). Na drie jaar School als Werkplaats is het resultant in Friesland als volgt: de voortijdige schooluitval is het laatste schooljaar met 7% afgenomen de preventieve inzet werkt: 90% van de cursisten heeft gesprekken op school, zonder doorverwezen to hoeven worden Haar de tweedelijns zorg de lijnen tussen cursisten, docenten (coaches)en (jeugd)hulpverlening zijn kort We hebben de deelnemers aan de inspiratiemiddag willen enthousiasmeren voor het project. Daarnaast zijn we samen in gesprek gegaan om de mogelijkheden to bekijken of en hoe een dergelijke aanpak in de provincie Groningen gerealiseerd zou kunnen worden. Dit heeft heel wat inspirerende ideeen opgeleverd en we hopen binnenkort vervolg to geven aan deze middag. 2.1 Inhoudelijke ontwikkelingen zorgaanbod Netwerkbijeenkomsten Het Beraad De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn bedoeld als handreiking om de transitie in cultuuromslag van 'hulpverlener die problemen oplosY Haar 'hulpverlener die de eigen kracht van de client faciliteert' to maken. In dit nieuwe jaar is verder gewerkt aan de ontwikkeling van de methodiek van "Het Beraad", een methodiek waarbij er een netwerkbijeenkomst georganiseerd wordt door de client aan de eigen 'keukentafel'. Baken 2: 'de eigen kracht van de burger, zijn netwerk, straat of wijk moet gestimuleerd worden door de professional' en baken 4: `participatie van de burger wordt bevorderd door een beroep to doen op de eigen mogelijkheden, inzet van sociale netwerken, vrijwilligersinitiatieven en wijkverbanden', spelen hierbij een belangrijke rol. Op dit moment is ook de 2e fase van het opleidingstraject van 8 medewerkers binnen de MJD, een Beraad organiseren samen met een client, bijna afgerond. Er staan nog twee afspraken voor een Beraad in de planning. Ondertussen wordt er een afstudeeronderzoek uitgevoerd door 2 studenten van de Hanze Hogeschool Groningen (SPH) metals onderzoeksvraag: "Welke kne/punten komen hulpverleners tegen bij de invoering van Het Beraad en we/ke voorwaarden zijn nodig om deze methodiek breed toepasbaar in to zetten voor de doelgroep binnen de MJD" N.a.v. literatuuronderzoek en semi-gestructureerde interviews met respondenten zullen de deelvragen worden beantwoord, conclusies worden getrokken en er zullen aanbevelingen worden gedaan. In de volgende kwartaalrapportage zal hierover verder worden gerapporteerd. Deskundigheidsbevordering Signs of Safety: Signs of Safety is een oplossingsgerichte werkwijze, bedoeld voor gezinnen waar (vermoedelijk) kindermishandeling plaatsvindt of de risico's hierop groot zijn (Turnell &Edwards, 1999). Het doel is een samenwerkingsrelatie op to bouwen met gezinnen, gezamenlijk een veiligheidsplan to ontwikkelen en zo veiligheid voor het kind to creeren. Zoals benoemd in eerdere rapportages wordt er op dit moment hard gewerkt aan de implementatie van de werkwijze van Signs of Safety binnen de MJD. Zowel tijdens de casu~istiek als binnen de MDO's wordt geexperimenteerd met deze nieuwe manier van werken. Er zijn reeds verschillende `good practices' gedeeld en er wordt gekeken hoe deze werkwijze nog breder ingezet kan worden binnen de organisatie. Medewerkers zijn gemotiveerd en weten elkaar to vinden voor feedback. Gezinnen geven aan zich actiever betrokken to voelen bij het hulpverleningsproces en het meer Kwartaalrapportage 1a kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 6 MJD Groningen betrekken van kinderen in dit proces blijkt een werkzame factor. Een nieuwe methodiek implementeren kost tijd en energie en we vinden het van belang hierin to blijven investeren. In januari heeft een gezamenlijke evaluatie plaatsgevonden met verschillende ketenpartners. Door het met meerdere ketenpartners volgen van de training SofS en de door BJZ georganiseerde casu~istiekoverleggen, lijkt er meer eenheid to ontstaan tussen werkwijzen van de verschillende organisaties. Ook komt er meer begrip voor elkaars werkveld en ontstaat er door het delen van expertise een positieve, inspirerende samenwerking. Afgesproken is dan ook om door to gaan met deze intercollegiate casu~istiekoverleggen en daarnaast op casusniveau elkaar meer op to zoeken. Gedacht kan worden aan het vaker uitnodigen van betrokken ketenpartners bij eigen casu~istiekbespreking of MDO. Ook het gezamenlijk organiseren van zorgconferenties met gezinnen is een belangrijk punt. Daarnaast is besloten per organisatie een aandachtsfunctionaris SofS aan to stellen die zorg draag voor verdere implementatie. Het onderzoek vanuit de RUG, afdeling Orthopedagogiek zal i.p.v. in februari in mei 2014 starten met als onderzoeksvraag : `wat hebben medewerkers van de MJD nodig om de werkwijze van Signs of Safety goed to kunnen imp/ementeren binnen hun hulpver/eningstrajecten'. Hierover zal verder bericht worden in komende rapportages. Triple P In 2013 heeft de groepstraining Triple P voor ouders van tieners plaatsgevonden in het CJG Beijum. De training bestond uit 5 groepsbijeenkomsten en 3 telefonische consultaties en werd gegeven door 2 geaccrediteerde medewerkers vanuit de zorgafdeling. Een belangrijk aspect van deze training is het bevorderen van autonomie en zelfregulatie van ouders in het omgaan met hun tiener. Ook het geven van informatie over de (nieuwe) ontwikkelingsfase van de tiener is een onderdeel van de training, waarbij veel aandacht wordt besteed aan het leren omgaan met heftige emoties of uitbarstingen van pubers. Gezien de positieve resultaten in het CJG Beijum is besloten een vervolg to geven aan het bieden van deze trainingen binnen de verschillende CJG's in Groningen. In samenwerking met geaccrediteerd trainers van Elker zijn daarom in maart 2014 groepstrainingen aangeboden in het CJG Zuid en het CJG Oosterpark. Beide trainingen zijn goed bezocht door ouders van tieners. Uit onderzoek van het Trimbos Instituut (2010) blijkt de groepstraining Triple P voor ouders van tieners significant positieve effecten to laten zien op zowel kind gedrag als op opvoedingsvaardigheden en welzijn van ouders. Het collectieve aanbod past goed binnen de gedachte van Welzijn Nieuwe Stijl. Het biedt de gelegenheid om kwetsbare en niet-kwetsbare burgers bij elkaar to brengen- aan elkaar to verbindenen vanuit dat contact de sociale netwerken op to bouwen die nodig zijn om zelfredzaamheid vanuit de eigen kracht to bevorderen. Binnen de groepstrainingen Triple P zien we deze verbindingen ontstaan en zien we ouders die vanuit herkenning in de eigen opvoedsituatie elkaar motiveren en stimuleren. De effecten en resultaten van bovenstaande groepstrainingen zullen in de volgende rapportage vermeld worden. Op gemeentelijk niveau heeft opnieuw een overleg Triple P plaatsgevonden met de aandachtsfunctionarissen van de verschillende ketenpartners(GGD/COP/Elker/MEE/MJD). Op dit moment worden binnen de verschillende CJG's opfriscursussen/intervisiebijeenkomsten gegeven en het lijkt een goed idee medewerkers van de zorgafdeling van de MJD hierbij aan to laten sluiten. Op deze manier wordt een verbinding gemaakt met de verschillende interventieniveaus van Triple P en kan men leren van elkaars expertise. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 7 MJD Groningen Het werken met een evidence based programme als Triple P vraagt inhoudelijk, praktisch en methodisch het nodige van medewerkers. Aangezien er vanuit de zorgafdeling van de MJD met name Triple P niveau 4 en 5 wordt gegeven binnen gezinnen wordt de intervisie gericht op deze specifieke niveaus nog enkele keren per jeer aan het team aangeboden. Ethische dilemma's In november 2013 heeft, in het kader van de professionalisering jeugdzorg, een training over onder meer beroepscode en ethische dilemma's voor de jeugd- en gezinshulpverleners van de zorgafdeling plaatsgevonden. De deelnemers waren zeer enthousiast over deze training en gaven aan vaker to willen discussieren met college's over ethische dilemma's. Ook tijdens interne audits binnen de MJD over onder meer privacy en veiligheid kwam diverse keren Haar voren dat medewerkers behoefte hebben aan kaders voor het handelen. Hier werden ook dilemma's ingebracht wear medewerkers in de praktijk tegen aan lopen. Op dit moment is een inventarisatie onder medewerkers gaande over de manier waarop we dit onderwerp systematisch onder de aandacht kunnen brengen/houden. Gedacht ken bijvoorbeeld worden aan het periodiek organiseren van workshops/discussiebijeenkomsten voor medewerkers of een uitwisseling via een digitaal forum. Na de inventarisatie zal hierover verder gerapporteerd worden. Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Binnen de MJD is in 2010 de meldcode `bottom-up' vorm gegeven. Met het basismodel van het ministerie van VWS als uitgangspunt hebben medewerkers van verschillende disciplines actief meegewerkt in co-creatiesessies aan de verder ontwikkeling van de meldcode. Het resultant is een overzichtelijk stappenplan en een klant- en gebruiksvriendelijke handleiding. Deze meldcode wordt nu gebruikt als richtlijn voor het ontwikkelen en implementeren van de meldcode binnen de CJG's. Inzet is om de implementatie van de meldcode to verbinden met het werkproces Zorg voor Jeugd en to komen tot heldere afspraken hoe om to gaan met zorgsignalen. Zo moet er een duidelijke richtlijn komen voor alle medewerkers zodat ze efficient en adequaat kunnen handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Middels interactieve sessies met verschillende CJG teams wordt hier op dit moment vorm aan gegeven. Met het team van aandachtsfunctionarissen KM/HG binnen de MJD dat eens in de zes weken bijeenkomt, is besloten met grote regelmaat casu~istiek op de agenda to zetten. Mede door de reeds veranderende rot van BJZ komen veel complexe casussen tangs in de wijkteams en bij de zorgafdeling. Het werken met de meldcode, het gebruik van de verwijsindex Zorg voor Jeugd en de inzet van de werkwijze van Signs of Safety met daarin interventies als oplossingsgerichte vragen stellen, maken van een genogram en veiligheidsplan en het organiseren van zorgconferenties zijn hierin belangrijke onderdelen. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 8 MJD Groningen 3. Prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren 2012 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Mate van doelrealisatie Doel niet ehaald 3% Doel deels ehaald 36% Doel gehaald Mate van clienttevredenheid Gemiddeld rapportcijfer Jeugdigen Ouders/verzorgers Mate van reguliere beeindiging Door client eenzijdig of ebroken Door BJZ/MJD voortijdig of ebroken In overeenstemming tussen client, BJZ en I MJD beeindigd I Andere redenen 61 9,6 8,4 6% - 94% - - - Toelichting: De scores van de mate van doelrealisatie worden gemeten per einddoel (maximaal 10 per client) van de afgeronde trajecten. De cijfers van doelrealisatie in het vierde kwartaal zijn gebaseerd op 89 indicatiedoelen. Het percentage behaalde doelen ligt op 61%Het percentage behaalde doelen en deels behaalde doelen ligt samen op 97%. Het aantal respondenten van de afgeronde trajecten die de exitvragenlijst hebben ingevuld, ligt op 71 %Van totaal 16 afgeronde trajecten zijn 12 exitformulieren ingevuld door ouder en/of jeugdige. De afsluitingen betroffen zowel ambulante gezinshulpverleningtrajecten als jeugdhulpverleningtrajecten. In geval van gezinnen met jeugdigen ouder dan 12 jaar zijn de exitvragenlijsten zowel door de ouder(s) als de jeugdigen ingevuld. Zowel ouders als jeugdigen waarderen onze hulpverlening met een gemiddeld rapportcijfer van respectievelijk een 8,4 en een 9,6. In het eerste kwartaal 2014 is een traject voortijdig beeindigd. Kwartaalrapportage 1a kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 9 MJD Groningen 4. Clientaantallen Aanmeldingen In eerste kwartaal van 2014 mochten we in totaal 13 aanmeldingen ontvangen. Zes aanmeldingen hebben we in december 2013 ontvangen maar in verband met de planning van de zorgstart hebben we deze meegenomen in de instroomcijfers van 2014. Voor 10 van deze aangemelde clienten is op peildatum 31 maart 2014 de zorg daadwerkelijk gestart. Het totaal aantal gebruikers (instroom 2014 en doorloop 2013) komt in het eerste kwartaal uit op 61. Wachttijden De gemiddelde wachttijd van de nieuwe aanmeldingen tot zorgstart ligt in het eerste kwartaal op 24 dagen. De gemiddelde wachttijd ligt iets onder onze streefnorm van vier weken. Voor 9 clienten (69%) is de zorgstart gepland binnen de termijn van vier weken, voor 4 clienten bedraagt de wachttijd vier tot negen weken. Van de in totaal 13 aangemelde clienten is op peildatum 31 maart 2014 voor 10 clienten de zorg daadwerkelijk gestart, 3 clienten wachten op peildatum nog op zorgstart. Uitstroom trajecten In het eerste kwartaal van 2014 zijn er totaal 16 trajecten uitgestroomd, een traject is voortijdig beeindigd. De gemiddelde doorlooptijd van de uitgestroomde trajecten betreft 8.4 maanden, dit ligt ook iets onder onze streefnorm van 9 maanden. Op peildatum 31 maart 2014 zijn er totaal 45 actieve trajecten. Kernaantallen voor 2014 Conform de afspraak met de Provincie Groningen biedt de MJD in 2014 op basis van de subsidie beschikking (inclusief AREZgelden) plaats aan 100 geindiceerde jeugdzorgtrajecten in twee hulpvarianten, de Ambulante Gezinshulpverlening en de Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (52 nieuwe instroom en 48 doorstroom). Aantal gebruikers Hulpvariant waarvoor de client is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (IAJ) Totaal Stand per 01-012014 Instroom Instroom Instroom Instroom Kwartaal 1 Kwartaal 2 kwartaal 3 Kwartaal 4 Totaal aantal gebruikers 36 12 48 12 1 13 48* 13 61 Er heeft een correctie plaatsgevonden op het aantal doorstroom trajecten uit 2013. Het betreft indicatiebesluiten die we in december 2013 hebben ontvangen en gematched maar waarvan de feitelijk zorgstart in januari 2014 ligt. Deze trajecten zijn niet meegenomen als doorstroomtrajcten maar als instroom in 2014. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 10 MJD Groningen Wachttijden instroom eerste kwartaal (kalenderdagen) Wachttijd start zorg Module AGH kalenderdagen Totaal gemiddelde wachttijd Module IAJ 24 34 15 Toelichtinq: Het totaa/ gemidde/de wordt berekend Haar verhouding van het aantal instroomclienten per module. Wachtlijst op peildatum 31 maart 2014 Hulpvariant waarvoor de client is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening AGH) Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (IAJ) Aanmeldingen Totaal Wachttijd 4 weken < 12 8 1 1 13 9 Wachttijd 4 9 weken - Wachtlijst Wachttijd 9 weken > 4 0 - - 0 - 4 0 - Aantal afgesloten trajecten (uitstroom) Hulpvariant waarvoor de client is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Uitstroom Kwartaal 1 Uitstroom kwartaal 2 Uitstroom kwartaal 3 Uitstroom kwartaal 4 Totaal 11 11 Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (IAJ) 5 5 Totaal 16 16 Gemiddelde doorlooptijd trajecten (in maanden) Hulpvariant waarvoor de client is aangemeld Ambulante Gezinshulpverlening (AGH) Doorloop Kwartaal 1 Doorloop kwartaal 3 Doorloop kwartaal 2 Doorloop kwartaal 4 Totaal gemiddeld 9.5 9.5 Intensieve Ambulante Jeugdhulpverlening (IAJ) 7.3 7.3 Totaal gemiddeld 8.4 8.4 Kwartaalrapportage 1a kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 11 MJD Groningen 5. Financiele cijfers Stichting MJD is op 6 januari 2014 gefuseerd met stichting Stiel to Groningen, waarbij stichting MJD is aangemerkt als de verkrijgende stichting en stichting Stiel als verdwijnende stichting. Het gehele vermogen van Stiel is onder algemene titel verkregen door MJD. De werkzaamheden van Stiel worden door MJD voortgezet. De financiele gegevens van Stiel zijn met ingang van 1 januari 2014 opgenomen in de administratie van MJD. In 2013 is een stelselwijziging doorgevoerd. Geplande inzet vanuit de beleidsagenda wordt nu gedekt vanuit de bestemmingsreserves. Na dekking door de geplande inzet vanuit bestemmingsreserves, last het resultaat van het eerste kwartaal van 2014 een licht positief resultaat zien. Doordat organisatiekosten niet precies `matchen' in de tijd, kan het beeld gedurende het jaar vertekenen. De prognose gebaseerd op de begroting en voortschrijdend inzicht is dat geheel 2014 ook met een neutraal tot positief resultant zal worden afgesloten. Mogelijke toekomstige bezuinigingen kunnen gaan leiden tot een noodzakelijke reorganisatie. Dit kan het resultant van 2014 mogelijk wel negatief gaan beinvloeden. De toegerekende bedrijfsopbrengsten aan het resultant met betrekking tot de geindiceerde jeugdzorg, zijn circa 4% van de totale baten van de MJD. De balansposities zijn ook zeer wisselend in de tijd bijvoorbeeld als gevolg van vooruit ontvangen subsidie termijnen. Dit verlengt de balans en dit geeft wel enige vertekening van de berekende kengetallen. Kengetallen Vorderingen op korte termijn Liquide middelen Eigen vermogen Schulden op korte termijn ** Totaal passiva Liquiditeit(A+B)/D Solvabiliteit(C/E) A B C D E Ultimo 1e kwartaal 2014 1.919.000 6.674.000 4.736.000 3.897.000 8.846.000 2,2 53,5% 31-12-2013* 1.031.000 6.912.000 4.791.000 3.185.000 8.185.000 2,5 58,5% Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden: betreft consolidatie van Stiel en MJD "NB: exclusief voorzieningen Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 12 MJD Groningen Bijlagen 7 8 9 10 11 12 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim Budgetvergelijkingsoverzicht Jaaroverzicht Bekostigingseenheden Handelingskader Methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt Kwartaalrapportage 1e kwartaa~ 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 13 MJD Groningen Bijlage 1 Formatie jeugdzorg en ziekteverzuim De afdeling die onder andere werkzaamheden verricht ten behoeve van de geindiceerde jeugdzorg, bestaat uit circa 16 medewerkers. Het ziekteverzuim tot en met het eerste kwartaal van 2014 bedroeg: Inclusief zwangerschap: 6,12% exclusief zwangerschap: 4,31 Langdurig ziekteverzuim beinvloedt niet de uitvoering omdat er dan sprake is van ziektevervanging. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 14 MJO Groningen Bijlage 2 Budget vergelijkingsoverzicht realisatie t/m 1e kw 2014 begroting t/m 1 e kw 2014 begroting 2014 Subsidie 2014 119.399 119.399 477.596 Totaal Baten 119.399 119.399 477.596 Normatieve lasten (uren x tarief) * resultaat 134.708 15.309- 119.399 - 477.596 - "Op basis van geschreven wren op clientdossiers, gewaardeerd tegen integrate kostprijs De lineair toegerekende baten en de normatieve lasten laten per saldo een negatief resultaat zien. Dat is to verklaren doordat conform afspraak MJD iets meer formatie inzet dan op basis van de subsidie ingezet zou kunnen worden. Dit wordt gedaan om het afgesproken aantal gebruikers to halen. De extra formatie-inzet is gedekt vanuit de egalisatiereserve Jeugdzorg. Daarnaast last het eerste halfjaar een seizoenpatroon zien, de ureninzet is dan hoger dan gemiddeld op het hele jaar. Kwartaalrapportage 18 kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 15 MJD Groningen Bijlage 3 Jaaroverzicht Stichting MJD to Groningen Concept, tussentijdse cijfers BALANS 31 -14 -mrt ACTIVA 31-12-2013" ■ Vaste activa Materiele vaste activa Financiele vaste activa Totaal vaste activa 231.000 22.000 253.000 242.000 0 242.000 Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Totaal vlottende activa 1.919.000 6.674.000 8.593.000 1.031.000 6.912.000 7.943.000 Totaal activa 8.846.000 8.185.000 31 31-dec-10 Vlottende activa PASSIVA -14 -mrt € Eigen vermogen Collectief gefinancierd gebonden vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves en -fondsen tussentijds resultaat Totaal eigen vermogen € 348.000 1.566.000 2.877.000 348.000 1.566.000 2.877.000 -55.000 4.736.000 4.791.000 213.000 209.000 Kortlopende schulden en overlopende passiva 3.897.000 3.185.000 Totaal passiva 8.846.000 8.185.000 Voorzieningen Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden: betreft consolidatie van Stiel en MJD. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 16 MJD Groningen Stichting MJD to Groningen Concept, tussentijdse cijfers RESULTATENREKENING 31-mrt-14 Som der bedrijfsopbrengsten 2013 2.982.000 14.486.000 2.603.000 11.527.000 16.000 62.000 440.000 2.773.000 Som der bedrijfslasten 3.059.000 14.362.000 BEDRIJFSRESULTAAT -77.000 124.000 Financiele baten en lasten 22.000 92.000 RESULTAAT BOEKJAAR -55.000 216.000 mutatie bestemmingsreserves Te verdelen resultaat -71.000 16.000 112.000 104.000 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriele en materiele vaste activa Overige bedrijfskosten " Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden: betreft consolidatie van Stiel en MJD. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 17 MJD Groningen Bijlage 4 Bekostigingseenheden De MJD hanteert in overleg met haar grootste opdrachtgever, de Gemeente Groningen, een kostprijssystematiek metals resultant een prijs per uur dienstverlening. Op basis van de subsidie die MJD ontvangt ten behoeve van de geindiceerde Jeugdzorg, wordt de formatie bepaald die ingezet kan worden. Op jaarbasis zal een eventueel positief resultant behaald bij de geindiceerde jeugdzorg gereserveerd worden in een egalisatiereserve. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 18 MJD Groningen Bijlage 5 Handelingskader Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 19 MJD Groningen Jong, Zelf en Samen Visie en handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt Kwartaalrapportage 1B kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 20 MJD Groningen • Inleiding Voor u ligt de visie en het handelingskader uan Jeugdwerk Nieuwe Stijl; Jong Zelf & Samen. De visie en het handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl zijn van onderop opgebouwd, van jeugdwerker tot manager, iedereen draagt zijn steentje bij. Een visie en handelingskader, ontstaan vanuit ervaring, met onderbouwing vanuit de organisatie. Onze missie, de pedagogische visie en de visie op het sociale domein in Groningen zijn het kader waarbinnen Jeugdwerk Nieuwe Stijl vorm krijgt. Aansluitend op dit document is er de methodiekbeschrijving 'Jong, Zelf en Samen, methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt', Welke meer ingaat op hoe we in de praktijk invulling kunnen geven aan deze visie en het handelingskader. Motto Jong, Zelf en Samen is het motto dat de ambitie van Jeugdwerk Nieuwe Stijl bij de MJD weergeeft. Jong, Zelf en Samen staat voor de eigen kracht van jeugdigen, de professionele ruimte van de jeugdwerker en het gezamenlijk werken aan de bevordering van democratisch burgerschap onder jeugdigen. Legitimatie De tendens is al lange tijd zichtbaar. We willen een samenleving waarin we zelf verantwoordelijk zijn voor ons leven, niemand buitensluiten, ons verbonden voelen met elkaar en samen dingen tot stand brengen. De verzorgingsstaat transformeert tot participatiemaatschappij waarin zelf doen en samen doen centraal staan. Zelf en samen. Dat vragen we van de jeugd, en dat vragen we ook van onszelf. Het jeugdwerk is al jarenlang stevig verankerd in de wijken van de Groningse samenleving, en maakt proactief deze ontwikkeling door. Jeugdwerk Nieuwe Stijl laat dit zien en geeft hier een krachtige impuls aan. Visie Jeugdigen van 4 tot 18 jaar staan centraal. Elke jeugdige mag er zijn en dat dragen wij uit. Jeugdwerk Nieuwe stijl activeert en stimuleert jeugdigen zich to ontwikkelen tot zelfredzaamheid, emancipatie en participatie in de samenleving. Jeugdigen krijgen de ruimte en de veilige omgeving die nodig is om to leren en zich to ontwikkelen. ledere jeugdige heeft talenten en kwaliteiten en wij stimuleren hen in de ontwikkeling hiervan. We zien hierbij de jeugdige als onderdeel van zijn sociale omgeving. De jeugdwerkers krijgen en nemen de professionele ruimte om hun werk goed uit to oefenen. Wij werken vraaggericht en outreachend. We werken samen, in de wijk, met de jeugd, de professionals en de buurtbewoners en gaan hierbij uit van ieders eigen kracht en professionele ruimte. Onze benadering is er op gericht een veilige leeromgeving to creeren en samen met de jeugdigen to werken aan ontwikkelen van hun talenten, het bevorderen van de zelfredzaamheid en het versterken van het eigen probleemoplossend vermogen zodat ze (weer) grip krijgen op het leven door controle, bewustzijn en participatie (empoweren)(zie pedagogische visie MJD). Wij werken met heldere plannen en doelstellingen. Wij geven onze partners, opdrachtgevers en bestuur inzicht in onze doelen en resultaten. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 21 MJD Groningen • Handelingskader met link Haar 8 bakens Welzijn Nieuwe Stijl(WNS) We gaan uit van acht uitgangspunten die samen het handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl vormen. Deze uitgangspunten zijn gerelateerd aan de 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl en de methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl. (zie: Jong, Zelf en Samen, methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt). 1) Ruimte om to leren Bakens WNS: gericht op de vraag achfer de vraag, gebaseerd op eigen kracht van de burger. Jeugdigen krijgen de ruimte om to leren. We dragen zorg voor een positieve band en sfeer met/onder de jeugdigen en scheppen een positief leerklimaat. We benadrukken de kwaliteiten en talenten en maken een inschatting van de eigen kracht waarbij we de eigen verantwoordelijkheid van de jeugdigen aanspreken. We gaan hierbij uit van de pedagogische visie van de MJD: `Jeugdigen zijn immers de volwassenen van de toekomst. In het (leren) ontdekken van de eigen identiteit en het (leren) nemen van eigen verantwoordelijkheden mogen jeugdigen, passend bij de /eeftijdsfase, ruimte nemen om to leren. Dat betekent dat ze ook fouten mogen maken om daarvan to /eren, dus ervarend /eren of /eren door to doen. Hiervoor is een veilige (leer)omgeving nodig en vindt in de context van hun eigen /eefomgeving of netwerk (gezin, vrienden, school, buurt, etc.) p/aats. Binnen dit sociale netwerk is ruimte om to oefenen in het ontwikke/en of versterken van sociale competenties.' We stimuleren actieve jeugdigen en buurtbewoners die anderen kunnen ondersteunen en zoeken contact met de sociale omgeving van de jeugdigen voor ondersteuning in dit proces. 2) Profileren Bakens WNS:formeel en informeel in optimale verhouding, integraal werken. We nemen als basis onze visie op Jeugdwerk Nieuwe Stijl en het communicatieplan Jeugdwerk Nieuwe Stijl. Onze jeugdigen, hun omgeving en onze netwerkpartners weten precies waarvoor zij bij ons moeten zijn. Wij zetten onszelf op de (sociale)kaart, we zijn flexibel en voorspelbaar. Wij zijn zichtbaar en bekend voor iedereen in de wijk en het is duidelijk wat wij doen. Onze expertise wordt waar nodig ingezet. We doen dit door consequent to zijn in ons handelen en dragen zorg voor continu'iteit in onze werkzaamheden. We gebruiken ons netwerk als medium om ons to profileren en werken hiervoor samen met netwerkpartners, jeugdigen en buurtbewoners. Daarnaast zorgen we ook intern voor de juiste profilering zodat bij collega's bekend is wat we doen, hoe we dat doen en voor wie. We gebruiken daarvoor verschillende (sociale) media, wijkkranten, het Intranet van de MJD, verschillende werkoverleggen etc. We zijn hierbij proactief in het profileren van ons werk. 3) Methodisch werken Bakens WNS: Nief vrijblijvend, maar resultaatgericht. We werken methodisch. Dat wil zeggen dat het van belang is dat er op basis van een goede analyse gekeken wordt wat er nodig/wenselijk is binnen een wijk. Wij brengen signalen, observaties en vragen vanuit de wijk (jeugdigen) bijeen en maken de eerste aanzet voor een stappenplan/werkplan. Op basis hiervan wordt gekeken wie er betrokken moet worden bij het maken van een definitief stappenplan/werkplan. We definieren hierbij duidelijke doelen en gaan na hoe we deze kunnen halen. Bovenstaande werkwijze kan zowel op grote schaal (wijkniveau) als op kleine schaal (individuele jeugdige) worden toegepast. Dit zijn Been uitgebreide rapportages maar concrete stappenplannen/werkplannen waarin beschreven wordt wie, wat, waar en hoe doet. Voorwaarden om op deze manier methodisch samen to kunnen werken zijn: - stabiliteit binnen de teams - een duidelijke (pedagogische) visie Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 22 MJD Groningen We zijn in het proces van methodisch werken flexibel, vraaggericht, zelfstandig, nieuwsgierig, niet vrijblijvend en verantwoordelijk voor het resultaat. Doelen van het methodisch werken: • Uitdragen van normen en waarden en bijbrengen sociale vaardigheden; • Doelgericht werken: activiteiten zijn middelen om samenwerkingsvaardigheden aan to leren talenten, to ontwikkelen, to leren organiseren, rekenen, talent aanspreken, zelfstandigheid bevorderen etc.; • Structuur bieden aan zowel de professional als de kinderen. En het is niet vrijblijvend. Professionalisering en professionele ruimte 4) Bakens WNS: gebaseerd op ruimte voor de professional We ontwikkelen Jeugdwerk Nieuwe Stijl door van elkaar to leren, Haar elkaar to kijken en betrokken to zijn in het proces. We creeren `vrije ruimte' om to kunnen experimenteren met Jeugdwerk Nieuwe Stijl. Dit doen we samen met onze collega jeugdwerkers, onze vrijwilligers, actieve wijkbewoners, ouders, maar ook met onze interne en externe partners in de wijk. We maken gebruik van onze eigen talenten, ideeen en ervaringen en staan open voor `nieuwe dingen'. We gebruiken onze samenwerking, ons gezamenlijke doel en de mogelijkheden die dit biedt hierbij als basis. We realiseren ons dat de maatschappij en ons werk continu in ontwikkeling zijn en dat wij hierin een proactieve rol kunnen nemen. We profileren onszelf, waarbij we fouten mogen maken en nieuwe mogelijkheden moeten onderzoeken. Dit is onderdeel van het proces van professionalisering en deze accepteren we ook als zodanig. We zien continu'iteit als voorwaarde voor professionalisering en professionele ruimte: goede ideeen en sterke professionals worden gekoesterd met de kwaliteit van het werk als graadmeter. We hebben een helikopterview. Dat wil zeggen, we hebben de professie om boven de materie to kunnen hangen en to kunnen zien wat er nodig is. De professional bepaalt wat en hoe. Er ligt een plan van de organisatie onder, die jij op jouw manier mag invullen. Scholing is een belangrijk onderdeel van onze professionalisering: niet alleen collectief en aanbodgericht. Maar ook individueel en vraaggericht is scholing belangrijk in de (door)ontwikkeling van jeugdwerkers. Het i.s.m. de leidinggevende vanuit je eigen idee professionele doelen en resultaatafspraken vaststellen. Het wijkplan ligt onder deze afspraken. Het is maatwerk en in samenwerking met andere partners. Hierbij hebben we professionele ruimte en vertouwen nodig. Integraal samenwerken (in de pedagogische civil society) 5) Bakens WNS: formeel en informeel in optima/e verhouding, direct erop af, doordachte balans van individueel en collectief integraal werken. Wij zijn sterk in samenwerken en onze signalerende en coachende rol in de wijk is daarbij belangrijk. We zijn professioneel, we hebben kennis van de sociale kaart en we zijn proactief in het samenbrengen van mensen en jeugdigen in de buurt. Daarnaast kunnen we ook een stap terug nemen waar nodig en geven de jeugdigen en hun omgeving de ruimte om hun eigen verantwoordelijkheid to nemen. We hebben een heldere positie in de wijk, het is duidelijk wat wij voor de jeugdigen en buurtbewoners kunnen betekenen. We bewaken hierbij de balans tussen overleg en uitvoering. We werken integraal en methodisch Haar een gezamenlijk doel. De samenwerking is integraal met verschillende disciplines. Jeugdwerk, straathoekwerk, jeugdhulpverlening en buurtsportwerk, vrijwilligers en actieve buurtbewoners. werken nauw samen. Hierbij werken we vanuit de vraag van de jongere aan de hand van een gezamenlijk gemaakt stappenplan. Hierbij staan de talenten, mogelijkheden en vaardigheden van de jeugdigen centraal. De basishouding van het integraal samenwerken is gericht op het tonen van interesse, geduld, oprechtheid, respectvol zijn, consequent zijn en duidelijk zijn. Het `dreamteam' van het samenwerken binnen Jeugdwerk Nieuwe Stijl ziet er als volgt uit: Kwartaalrapportage 1a kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 23 MJD Groningen Kernteam: Jeugdwerk Vrijwilligers en stagiaires buurtsportwerk straathoekwerk jeugdhulpverlening Schilteam: opvoedingsondersteuning (bib, Iph) schoolmaatschappelijk werk externe (wijk) ketenpartners 6) Eigen kracht en talentontwikkeling Bakens WNS: gebaseerd op eigen kracht van de burger Ons uitgangspunt is dat iedereen iets kan. Wij hebben de taak uit to zoeken wat dat dan is. We gaan daarbij uit van de eigen kracht en talenten en zijn in dit proces niet probleem gestuurd. De individuele vrijheid van jeugdigen hierin is belangrijk, als jeugdwerker scheppen wij hierbij het veilige kader om zich to kunnen ontwikkelen. We hebben geduld wanneer het gaat om talentontwikkeling en eigen kracht en we nemen onze netwerkpartners mee in onze werkwijze hierin. Een goed voorbeeld van eigen kracht en het hierbij samenwerken in de wijk is de Vreedzame wijk. Om volledig de eigen kracht en talenten van jeugdigen aan to kunnen spreken hebben we een positieve houding, geduld, denken we buiten de kaders om en geven we de jeugdigen/kinderen vertrouwen. Hiernaast zorgen we voor kennis en vaardigheden om peer-support toe to kunnen passen. Jeugdigen voor jeugdigen is de ultieme uiting van eigen kracht en talentontwikkeling. 7) Participeren Bakens WNS: gebaseerd op eigen kracht van de burger We onderscheiden 3 hoofdthema's, namelijk: 1. We belonen participatief gedrag (consumptief niet belonen); 2. We doen het samen met extra aandacht voor eigen kracht en eigen waarde; 3. We creeren draagvlak. 1) We belonen participatief gedrag. We zorgen ervoor dat we geen gras voor de voeten wegmaaien van de doelgroep. (We geven de jeugdigen 'ruimte' om to kunnen participeren); We nemen de tijd en we geven de tijd; We benoemen wat we doen, we geven inzicht in het process We geven positieve aandacht aan actieve jeugdigen, we laten zien wat participeren oplevert. 2) We doen het samen met extra aandacht voor eigen kracht en eigen waarde. We maken een inschatting wat de eigenkracht van een jongere is, we waken voor overschatting; We maken jeugdigen bewust van het felt dat iedereen goed is in ie We geven jeugdigen de tijd en complimenteren; Het proces is minstens net zo belangrijk als het doel; We focussen op het positieve, we blijven doorgaan. 3) We creeren draagvlak. We hebben als doel draagvlak voor onze werkwijze to creeren onder jeugdigen, ouders, hun omgeving en collega's; We hebben een werkwijze die voor iedereen duidelijk is; We zetten naast talent ook in op ontwikkeling; We profileren Haar buiten toe wat het oplevert om to participeren. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 24 MJD Groningen Samen met vrijwilligers 8) Bakens WNS: gebaseerd op eigen kracht van de burger, gebaseerd op ruimte voor de professional, integraal werken. Belangrijk is dat vrijwilligers ingezet gaan worden op hun talenten. We zorgen ervoor dat we inzichtelijk hebben wat deze talenten zijn en dat de vrijwilligers daarop worden ingezet. Daarnaast zorgen we voor duidelijke kaders waarbinnen gewerkt wordt met vrijwilligers. Waar begint en waar stopt hun eigen verantwoordelijkheid en waar ligt de verantwoordelijkheid van de professional? Wanneer de jeugdwerker verantwoordelijkheden krijgt voor het begeleiden van vrijwilligers moet deze hierin gefaciliteerd worden. Er vindt een verschuiving plaats van taken voor jeugdwerkers, van meet uitvoerend Haar ondersteunend, coachend, signalerend en verbindend. De basis van de professional blijft in de wijk! Van daaruit werken ook de vrijwilligers. Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 25 MJD Groningen Bijlage 6 Methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt Kwartaalrapportage 1e kwartaal 2014 ten behoeve van de provincie Groningen 26 MJD Groningen Inleiding Deze methodiekbeschrijving is geschreven om praktische handvatten en methodieken to bieden aan de huidige jeugdwerkers en aankomende jeugdwerkers van de MJD. De jeugdwerker nieuwe Stijl werkt vanuit de 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl en binnen het handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl van de MJD. Jong, Zelf en Samen In deze beschrijving wordt per baken antwoord gegeven op de vraag hoe het jeugdwerk met de 8 bakens kan werken. Bij elke baken wordt benoemd Welke uitgangspunten van het handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl (JWNS) van de MJD hieraan gekoppeld zijn. Bij elke baken staat als eerste beschreven wat Frank van Strijen in zijn boek 'Jongerenwerk Nieuwe Stijl' zegt over dit baken en Jongerenwerk Nieuwe Stijl. Daarna worden er handvatten en methodes geboden/beschreven die als hulpmiddel kunnen dienen om binnen het handelingskader Jeugdwerk Nieuwe Stijl to werken. Methodiekbeschrijving Jeugdwerk Nieuwe Stijl in de buurt Als jeugdwerker kan je deze methodiekbeschrijving erbij pakken om to leren hoe je met de 8 bakens Jeugdwerk Nieuwe Stijl kan werken. Ook kan je het gebruiken om to evalueren of er nog op de manier gewerkt wordt die aansluit bij Jeugdwerk Nieuwe Stijl. De MJD en jeugdwerk De belangrijkste 10 kwaliteiten van een jeugdwerker nieuwe Stijl Volgens Frank van Strijen De M1D is bezig met een ontwikkelingstraject Jeugdwerk Nieuwe Stijl. De MJD had als missie voor het jongerenwerk: 'longeren stimuleren om een actieve rol to spelen in de samenleving, kwetsbare jongeren een steuntje in de rug of hulp bieden, zodat iedereen het beste uit zichzelf kan halen.' Vanuit deze missie gaan we samen aan de slag. We willen: • • • • • • een integrate aanpak van hetjeugdwerk; jongeren stimuleren om actief mee to doen; jongeren en hun ouders informeren en adviseren; knelpunten op tijd signaleren en passende hulp bieden; jeugd maatschappelijk werk ontwikkelen; de zorg goed op elkaar afstemmen. Als jongerenwerkers streefden we verschillende doelen na, zoals: talent ontwikkeling, stimuleren van zinvolle vrijetijdsbesteding, stimuleren in het volbrengen van hun ontwikkelingstaken, het signaleren, doorverwijzen bij zorg, voorkomen van jongerenoverlast op straat, jongeren voorbereiden en leren mee to doen aan maatschappelijke activiteiten en aan laten sluiten bij de maatschappij. Jong,Zelf en Samen Als jeugdwerkers nieuwe Stijl slaan we een nieuwe weg in. Jong, Zelf en Samen is het nieuwe motto. Met deze termen wordt eigen kracht van jeugdigen, de professionele ruimte van de jeugdwerker en het gezamenlijk werken aan de bevordering van democratisch burgerschap onder jongeren uitgedragen. Als jeugdwerkers nieuwe Stijl activeren en stimuleren wij jeugdigen zich to ontwikkelen tot zelfredzaamheid, emancipatie en participatie in de samenleving. Om dit to bereiken bieden de jeugdwerkers jeugdigen in de wijken een veilige omgeving geboden om zich to ontwikkelen, wordt er vraaggericht en outreachend gewerkt en wordt er samengewerkt in de wijk en met netwerkpartners. De 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl bieden handvatten om dit to bereiken. eevoegd Stijl heb je de relevante aangeleerde kennis om als Als jeugdwerker nieuwe jeugdwerker to werken. Deze kennis kan je zo gebruiken dat het resulteert in constructief jeugdwerk. eekwaam Bekwaamheid leer je in de praktijk, als nieuwe jeugdwerker heb je tijd en ruimte nodig om het vak in de praktijk to leren en ervaringen op to doen. Body Een jeugdwerker nieuwe Stijl is niet gemakkelijke van zijn stuk to brengen, de persoon van de jeugdwerker wordt belangrijker en heeft het unieke, herkenbare en persoonlijke van een jeugdwerker. eewust De jeugdwerker nieuwe Stijl is bewust(met aandacht) aan het werk. Beinv/oedend Als jeugdwerker nieuwe Stijl ben je je bewust van de invloed die je hebt op de jongeren en maak je daar op een positieve manier gebruik van. eenaderbaar en bevraagbaar alleen niet Je bent benaderbaar en bevraagbaar voor jongeren maar voor de totale omgeving, buurtbewoners, professionals en netwerkpartners. Betrokken Als jeugdwerker ben je betrokken, het welzijn van de jongeren doet er voor je persoonlijk toe. eeweeglijk en beschikbaar Je bent beweeglijk, flexibel en beschikbaar als jeugdwerker nieuwe Stijl. Die ruimte moet door de organisatie ook gegeven worden. Bestendig Je kan als jeugdwerker een bestendige plek hebben in het leven van de jongeren. Bevlogen 1e moet bevlogen zijn van het vak en van jongeren. De omgeving moet bevlogenheid inspireren en werkervrijlaten. Baken 1: gericht op de vraag achter de vraag Uitgangspuni handelingskader JWNS: ruimte om to leren Is mijn handelen gerelateerd aan een vraag/Hood van jongeren? Richt je samen met de client op de werkelijke vraag in p/aats van dat het aanbod de vraag stuurt. Nee Bij vraaggericht werken ligt de focus niet altijd op de uitgesproken vraag, maar juist op de onuitgesproken vraag. Soms is het dus belangrijk eerst de 'praktische' Hood to ledigen, voordat je toekomt aan de echte vraag. De jeugdwerker die present werkt, gaat nog een stap verder. Hij zoekt aansluiting om de aansluiting, los van de vragen die er eventueel kunnen leven. Door present to werken zal hij zowel de gestelde als Is er een andere legitimering voor datgene wat ik doe? Nee Activiteit/beleid staken Ja Handelen uitvoeren, maar legitimering bliiven controleren. la de onuitgesproken vraag sneller en beter in beeld krijgen en kunnen beantwoorden. • Bij vraaggestuurd werken last je je leiden door de ander, bij vraaggericht werken neem je de ander als vertrekpunt. • Laat ik jongeren participeren in het handelen? Je sluit bij de jeugdigen hun hulpvraag aan, zo nodig begeleid je hun Haar andere hulp. • Wanneer de vraag helder is dan moet er gekeken worden wie wat doet. Wat kunnen ze zelf doen en wat kunnen anderen in de omgeving betekenen. • Je neemt de onuitgesproken vragen en de vraag achter de vraag serieus, ziet ze en anticipeert erop. Het is continu proactief anticiperen op de vragen achter de Nee Nee Activiteit/beleid pauzeren en jongeren laten participeren. la Handelen uitvoeren maar legitimering bliiven controleren. Ja vragen. • Is er een legitieme reden om dit niet to doen? Goed vormgegeven vraaggericht- en participatief werken levert een positief eigendoms gevoel op bij de jeugdigen. Laat ik jongeren de wijze waarop ze participeren zelf formuleren? "De belangrijkste vragen zijn: 'Wie kan je daarbij helpen? Wat heb je zelf al gedaan om deze situatie to veranderen? Wat heb je nodig om Nee verder to komen?' Ook een realisatievraag is zinvol: `Hoe ga je dat voor elkaar krijgen?"' Is er een legitieme reden om dit niet to doen? Nee Ja~ Handelen uitvoeren maar legitimering blijven controleren. la Leestip: http://www.aandachtvooriedereen.nl/wmo/op-zoek-Haar-devraag-achter-de-vraag-3145.html U bent vraaggericht en participatief bezi~. Boon: Jeugdwerk Nieuwe Stijl, Frank van Strijen Activiteit/beleid pauzeren en ~ongeren manier van participeren laten formuleren. Baken 2: gebaseerd op de eigen kracht van de burger Uitgangspunt handelingskader JWNS: ruimte om to leren, eigen kracht en talentontwikkeling, participeren, samen met vrijwilliger Ga eerst na wat de burger zelf kan (met hulp van de directe omgevingJ en bepaal daarna of verdere ondersteuning nodig is. Waarderend onderzoeken Appreciative Inquiry / Waarderend onderzoeken(AI) is een aanpak voor verandering waarbij mensen samen onderzoeken wat er werkt in plaats van wat er verkeerd gaat. AI verlegt de focus van problemen Haar perspectief en van ontkennen, klagen en kritiek geven Haar verantwoordelijkheid nemen, eigenaarschap en samenwerken. Dit levert de creativiteit, betrokkenheid, acties en initiatieven op die nodig zijn om Het risico zit hem voornamelijk in het over- of onderschatten van deze eigen kracht. Het is goed om telkens to beginnen bij de ander en bij zijn niveau (van leven). De veranderingen succesvol to realiseren. groei die de persoon doormaakt moet ook steeds gemeten worden vanuit zijn vertrekpunt en niet vanuit het punt zoals het, gemiddeld genomen, zou moeten zijn. Vier vragen om kennis met AI to maken Het is een precaire balans tussen enerzijds de ander niet overvragen in zijn onvermogen en anderzijds hem prikkelend activeren. • • Als jeugdwerker spreek je de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de • Beschrijf een piekervaring in jouw leven, iets wat heel goed ging, waar je heel tevreden over bent. Wat vind je het leukst van jezelf? Jouw hobby? Jouw school, jouw relatie met jouw vrienden? Wat maakt jou heel blij, vertel eens een hele concrete situatie, wat zie je voor • • je? Welke Brie wensen, dromen, ambities heb jij voor de komende 1-3-5- jaar? Wat van de dingen die je goed kunt kun je gebruiken om jouw wens/droom to • jongeren aan. • Jeugdigen zelf activeren en laten participeren maakt dat ze gaan zien wat ze kunnen, ze leren hun eigen kracht kennen. • Als jeugdwerker heb je een afwachtende rol om jeugdigen een kans to geven het zelf to doen. • Op microniveau: last de jeugdigen meewerken aan het dagelijks reilen en bereiken? zeilen van het jeugdwerk. • Mesoniveau: leugdigen worden/zijn betrokken bij werkzaamheden die zich meer op inhoudelijk en organisatorisch niveau afspelen. • Macroniveau: laten meedenken op beleidsniveau. De jeugdigen krijgen in stemming in beleidsmatige zaken in het jongerencentrum of in de gehele [liscevcr wee ~rt~e~re~r~~? organisatie. • Je helpt en stimuleert jeugdigen om hun eigen talenten to ontdekken en ontwikkelen. Als jeugdwerker spreek je de eigen kracht en talenten aan om vertellen de jongeren zelfredzamer to maken. ..,~ ~`t r+a~dor+wrdr~ Als jeugdwerker stel je je op als coach; het bedenken, organiseren, uitvoeren en evalueren van activiteiten doen jeugdigen zelf. Zo nodig betrek je andere organisaties, ouders en buurtbewoners. Het jeugdwerk smeedt coalities met alle personen en organisaties die van ~^~r'~"""^w~ +~'~ "~, ,AIM Vice-andcrtl~ema V~rb~Nden M ou~~~~ V1St fciezern wy? (BY~Y!fxlhVV~ll~pNgJ belang zijn in het leven van de jeugdigen. Vernfeuwen Leestip: Jeugdwerk Nieuwe Stijl hoofdstuk 8.1 t/m 8.5 F3YL~4tCi1 W`tismoy~l~'~ ~'~~ De 5 stappen van de ABCD methode ABCD methode Met de ABCD methode kan de jeugdwerker werken met de eigen kracht van de buurt, deze methode kan ingezet worden om de positie van de jongeren in de wijk to versterken. De jeugdwerker werkt dan niet alleen vanuit de jongeren maar vanuit het versterken van de buurt. De jongeren hun krachten kunnen daarbij ingezet worden. De ABCD methode heeft als Joel: Het van binnenuit werken aan een in economisch, cultureel en sociaal opzicht leefbare buurt, door sociale relaties tot stand to brengen en onvermoede capaciteiten van bewoners, organisaties en instellingen binnen de lokale gemeenschap to mobiliseren. De wijk • • • Welke potenties zijn er in de wijk, hoe willen de buurtbewoners hun talenten en vaardigheden inzetten Eigen bronnen van de wijk staan centraal Er wordt constant gewerkt aan relaties tussen de bewoners van de wijk, de groepen in de wijk, professionals in de wijk en ondernemers. Stap 1 Inventarisatie capaciteiten Capaciteiten en vaardigheden worden in beeld gebracht. `Over Welke bronnen beschikken we om deze problemen zelf op to lossen? Bestaande maar nog onvoldoende aangeboorde krachtbronnen in en rond een gemeenschap worden gezocht, in plaats van met het benoemen van behoeften, gebreken en problemen. Bouwen aan relaties Stap 2 Er komt een actieplan waarin staat hoe individuen in contact kunnen worden gebracht met andere bewoners, groepen en organisaties. De bewoners nemen samen met de professionals de leiding. Activering van de wijk Stap 3 Met de inventarisatie van de capaciteiten in de wijk en de mogelijkheid om mensen in contact to brengen kan er gewerkt worden aan de relaties tussen bewoners, groepen en instellingen. Samenbrengen van de wijk Stap 4 Een wijk wordt versterkt wanneer bewoners de handen ineenslaan met het doel een probleem uit de wereld to helpen. Mensen gaan geloven dat ze zelf aan het roer kunnen staan van probleemoplossing en mogelijkheden in de buurt. Het tastbare resultaat is belangrijk, maar het is de kwaliteit van persoonlijke relaties die zorgt voor de duurzaamheid. Stap 5 Mobiliseren van een gemeenschap Als er een basis in de wijk ligt dan kunnen ze opzoek gaan Haar steun en economische steun van buiten. Boon: Methodebeschrijving ABCD, www.movisie.nl Baken 3: direct eropaf Uitgangspunt handelingskader JWNS:integraal samenwerken Benader ook mensen die niet om ondersteuning kunnen, durven of willen vragen. De eropaf/aanpak is met name bedoeld voor degenen die zorg mijden en voor wie de acute crisissituaties dreigen. Het gaat om een proactieve aanpak. Het komt dikwijls voor dat jongeren de neiging hebben om zorg to mijden. Dan is het van groot belang dat jeugdwerkers weten wat doorpakken in dergelijke situaties inhoudt. • • De enige inzet is aanvankelijk om `er to zijn', to observeren en goed contact to leggen, door zoveel mogelijk aan to sluiten bij de leefwereld van mensen. Door er to zijn wordt het gedrag van binnenuit be~invloed. De eerste stap in het outreachend werken is het respectvol contact leggen, het nu van het contact bewijzen en het beginnen met ondersteunen. Vervolgens is het voorkomen dat de jongere terugvalt en sterk genoeg wordt om uit de problemen to blijven. Als jeugdwerker sluit je aan bij de jongeren hun leefwereld, je bent dus waar zij zijn.le stapt in de leefwereld van de jongeren, de inside/out benadering. • Door standvastig present to werken zal je op lange termijn door de zorgmijders opgezocht worden. Presentiebenadering Als je als jeugdwerker nieuwe Stijl gaat werken ben je een presentwerker. BEWEGING, PLAATS EN TUD De presentwerker werkt niet vanuit een locatie, je komt Haar de ander toe in plaats van omgekeerd. De presentwerker past zich aan aan het leefritme en leefmilieu van de betrokkenen. Ook in overdrachtelijke zin wordt er niet gewerkt vanuit de theoretische, theologische, ideologische plannen. RUIMTE EN BEGRENZING De presentwerker is niet touter aanspreekbaar op een type probleem of hulpvraag. Je bent open, domein overschrijdend en breed inzetbaar. De betrokkenen hoeven de aandacht en hartelijkheid van de presentwerker niet to verdienen en kunnen het ook niet gemakkelijk verbruien. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met de zaken, de verhalen en de sociale structuren zoals ze zich voordoen. Kenmerken betreffen Strekking 1. beweging, plaats en De beroepskracht volgt de ander ijd 2. ruimte en begrenzing Kenmerken van professionals die outreachend werken: • Een open en contactmakende houding • Steunend en respectvol (in plaats van het omgekeerde) uit een stuk werken / integralisme (in plaats van fragmentatie en specialisering) bij het geleefde leven zijn 3. aansluiting in plaats van bij de bureaucratische schematisering ervan het goede van de ander centraal zetten 4. zich afstemmen • Zacht op de relatie (in plaats van de eigen - goede - bedoelingen • Waar nodig hard, confronterend en moraliserend op de de ander is minstens bij een in tel (de ander staat op inhoud en ook dan: • 5. betekenis Hummer een) (erkenning en relatie wegen het zwaarst) Werkend vanuit de interesse voor en contact met de belevingswereld • Gericht op het herstellen van verbindingen AANSLUITING • Gericht op het versterken van draagkracht en participatie van clienten, families en groepen. De presentwerker deelt in het leven van de betrokkenen. Bovendien staat niet de jacht op problemen voorop, maar het vinden van een bevredigende verhouding tot het leven. De present werker is aanwezig en denk niet aan zware hulpverlening gesprekken, maar eerder aan met elkaar optrekken en daar doorheen ernstige zaken aansnijden. Leest(p: Manifest Eropaf! 2.0 Baken 4: formeel en informeel een optimale verhouding AFSTEMMING EN OPENHEID Doelen liggen niet vast, zeker niet van tevoren er wordt gesproken van een Uitgangspunt handelingskader JWNS: profileren, integraal samenwerken doelrichting. De presentwerker heeft een open agenda die de ander mag invullen. De sturing van het werk is dus ook problematisch: reflectief, zonder vaste patronen, Zoek Haar de ideate verhouding voor de toekomst tussen formele hulp (en zonder een legitimatie vooraf, zonder veilige regels of een beschermende professionele status. afhankelijkheid daarvanJ en ondersteuning vanuit het sociale netwerk van de burger. De nieuwe jeugdwerker moet de kunst verstaan om jongeren 'op eigen benen' to zetten. In dit proces zal hij zich veelvuldig terughoudend moeten opstellen. BETEKENIS Het blijkt vooral betekenisvol voor mensen die maatschappelijk uitgestoten zijn. Juist die mensen worden door presentwerkers uitgekozen, gevonden, gesterkt en erkend. • Doordat de presentwerker zich (nauwgezet) positioneert in het netwerk van de reguliere zorg en het welzijnswerk, vormt deze vaak een brug. • Je kijkt wat het netwerk kan doen voor de jongeren, als professional neem je het niet over. Het jeugdwerk zal meer gaan samenwerken met het sociale netwerk van de jongeren. Er moet gekeken worden of er ondersteuning uit dit netwerk kan komen. • De jeugdwerker beseft dat mensen gelukkiger zijn als ze zelf hun problemen • Als jeugdwerker zoek je de balans tussen wat de jongere(n) op eigen kracht kunnen doen en waar ondersteuning bij nodig is. • Als jeugdwerker stet je je terughoudend op. De kracht ligt er in om samen met de jongeren to bezien op Welke wijze de jongeren zelf de problemen of Br0~1: www.presentie.nl oplossen of zich nuttig maken voor anderen. klachten kunnen oplossen. • Het probleemoplossend vermogen,zowel van individuen als groepen moet • Structurele afhankelijkheid van de jeugdwerker en professional moet geactiveerd worden. vermeden worden. Maak met jongeren een netwerkschema om het netwerk in kaart to brengen en bij wie ze terecht kunnen met hun vragen en problemen. Als daar niemand uitkomt kan professionele hulp gezocht worden. J ~ Leestip: Gronings Goud Supportgerichte benadering mogelijke ondersteunings gebieden meegenomen In de supportbenadering wordt gekeken Haar: de mogelijkheden van de persoon: gericht op zelfontplooiing en zelfbepaling • de mogelijkheden van het sociale netwerk: gericht op optimale inzet en • wederkerigheid de wensen en ondersteuningsbehoeften van de persoon • het functioneren in/van de samenleving: sociale inclusie en volwaardig • burgerschap De client helpen keuzes to Alternatieven op een rij maken en doelen to stellen. zetten. 3. Doelen stellen Het stellen van Prioriteiten stellen. ondersteuningsdoelen. --- -Fase 3: Op basis van de wens die voor de client de hoogste prioriteit heeft, wordt een doel gesteld. Het is van belang om to weten wat voor de persoon belangrijk is in verband met het doel. We noemen dit persoonlijke voorkeuren. Deze maken concreet en inzichtelijk wat belangrijke aspecten zijn van het doel. Het kiezen uit beschikbare methoden en strategieen. Het opstellen van een plan Het bepalen hoe deze ingezet waarin activiteiten zijn Worden. Het uitstippelen van opgenomen die passen bij 4. Plan maken een tijdpad. de wensen, doelen en Het ondersteunen van de behoeften van de client. client door samen to werken aan een plan. Fase 4: Een plan bevat de acties die leiden tot het realiseren van het doel. Supportgericht Werken is er op gericht om to helpen een zo krachtig mogelijk persoonlijk steunsysteem to ontwikkelen. De kern bestaat uit de mogelijkheden om zichzelf to helpen. Op de tweede en derde plaats komt het'natuurlijke' netwerk en professionele ondersteuning. Afhankelijk van inhoud plan. Het uitvoeren van het plan. 5. Plan uitvoeren Fase 5: De regie bij de uitvoering van het plan ligt bij de client. Bij complexe situaties waarbij meerdere hulpverleners nodig zijn, kan de inzet van een zorgcoordinator nodig zijn om to coordineren, en er op toe to zien dat het plan kwalitatief goed uitgevoerd wordt Het volgen van de uitvoering Bijhouden van een logboek; 6. Monitoren, houden van een zodat waar nodig evalueren, bijstellen _evaluatiebespreking. _ worden. kan bi~gestuurd -- __ Fase 6: Het gaat erom om na to gaan: • of de relatie op het goede spoor zit (vragen: is er voldoende vertrouwen? Is er sprake van een bevredigende wederzijdse communicatie? Handel ik vanuit de belangen en het perspectief van de client?); of de activiteiten in de betreffende Ease goed verlopen; • • of er een goede en logische aansluiting is tussen de ene en de andere fase. Als professional stel je je primair op aan de kant van de client. Je zult ook regelmatig persoonlijke overwegingen moeten maken. Bij evalueren hoort dus ook zelfevaluatie, de evaluatie van je eigen handelen. Fries Doelen Voorbeelden van activiteiten 1. Ontmoeting en kennismaking Elkaar wederzijds leren kennen. Leren kennen van de leefwereld van de client inclusief zijn leefomgeving en het sociale netwerk. Contactzoeken. Koffie drinken. Luisteren Haar het levensverhaal. Ervaringen uitwisselen. Fase 1: De relatie met de client wordt centraal gesteld. Het gaat in de eerste plaats niet om het oplossen van problemen, maar vooral om het 'aandachtig aanwezig zijn'. De relatie moet gekenmerkt worden door hoop en vertrouwen, en het geloof dat ontwikkeling mogelijk is. Deze steun kent een grote mate van 'presentie', continu~iteit en consistentie; het handelen is gericht op ontwikkeling en empowerment. Je kijkt waar de ander zich prettig bij voelt. Gegevens op een rij zetten Informatie verzamelen die met betrekking tot: wensen, nodig is om tot een goed I persoonlijke voorkeuren, Plan van Aanpak (en evt. ~ 2. Informatie mogelijkheden en verzamelen, ordenen ondersteuningsplan)to beperkingen, gewenste en komen. ~ en analyseren noodzakelijke steunbronnen, De client helpen in een ondersteuningsvragen. zoekproces. Fase 2: Het verzamelen, ordenen en analyseren van de informatie die nodig is om uiteindelijk tot de juiste acties to komen. Het gaat om het verkennen en analyseren van de ervaren problemen of belemmeringen, het inventariseren van wensen, persoonlijke voorkeuren en opties met betrekking tot het oplossen of verminderen van de ervaren belemmeringen. Bij het verzamelen van informatie worden alle ~I, 'i ~I ' ( Bton: Supportgerichtwerken in de WMO, www.wmowerkplaatsen.nl l 1 1 Baken 5: doordachte balans van collectief en individueel Baken 6: integraal werken Uitgangspunt handelingskader lWNS: integraal samenwerken Uitgangspunt handelingskaderJWNS: profileren, iniegraal samenwerken,samen met vrijwilligers Ga uit van het stepped-care principe: doe collectief wat collectief kan en bled individuele hulp als dit nodig is. De jeugdwerker nieuwe stijl moet een goede verhouding hanteren tussen het individu en de groep. De inzet hierachter is meer van pedagogische aard dan een Werk samen met de keten (en netwerk)partners om tot een samenhangend en volledig pakket van ondersteuning to komen, waarin de regie duidelijk is geregeld. Goede zorg voor mensen (jong en oud) komt niet tot stand door losstaande individuele organisaties. financieel vraagstuk. Jeugdwerk speelt zich of in een groep, er is respect voor ieder individu in die • • Integraal werken is iets anders dan gezamenlijk overleg hebben met andere • Problemen die met elkaar samenhangen worden ook in samenhang worden aangepakt. Niet het eigen aanbod of de rationaliteit van de eigen professionals. groep. • Collectieve aanpakken zijn niet alleen goedkoper, maar bieden ook vaak een • Activiteiten zijn een collectief middel met als doel jeugdigen optimaal to laten participeren in de samenleving. Participatie vraagt van de individu betere oplossing. acceptabel gedrag. Het jeugdwerk kan dit op een collectieve manier aan de organisatie vormt het vertrekpunt, maar de behoefte aan ondersteuning van de klant • jeugdigen overbrengen. het jeugdwelzijnswerk gebruikt primair methodieken van het groepswerk die kinderen, tieners en jeugdigen uitnodigen om zich zowel individueel als • • Goed met elkaar samenwerken is belangrijk. De aanbieders van ondersteuning moeten zelf de verantwoordelijkheid voor ketenregie dan ook oppakken. sociaal to ontwikkelen. • Bij integraal werken is de klus of als het doel is behaald, niet als je als partner je deeltaak hebt afgerond. Individuele aandacht is er in de vorm van informatie en advies en • Bij integrate aanpak wordt een eigen beleid gecreeerd. Deze wordt weer • Als jeugdwerker kan je een verbindende schakel zijn tussen de openbare meegenomen Haar de eigen organisaties. probleemsignalering. ruimte/vrije tijd, de thuissituatie en de diverse ketens, signaleren, informatieleverancier, doorverwijzen en bieden van (lichte) ondersteuning. Groepen zijn een essentiele meerwaarde voor: Bij een integrate aanpak functioneer je als een geheel. Alle identiteitsbeleving, zelfontplooiing, maatschappelijke emancipatie en doelgroepen waar professionals/netwerkpartners zich op gericht verantwoordelijkheid. ~ ~ hebben zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als jeugdwerker kan je dus ook in gesprek moeten gaan met ouders van jongeren, waarvan de ouders overlast veroorzaken. L998~ip: www.nji.nl-jeugdwelzijnswerk Leestlp: ~eugdwerk Nieuwe Stijl hoofdstuk 5.3 Baken 7: niet vriJblijvend, maar resuitaatgericht Uitgangspunt handelingskaderJWNS: methodisch werken Definieer duidelijke doelen voor de korte en lange termijn en ga na hoe die to halen. Als Jeugdwerk Nieuwe Stijl present wordt opgezet, is dit present zijn een doel op zichzelf. Met als gevolg dat gewenste resultaten behaald worden. • De inzet van het jeugdwerk moet niet vrijblijvend zijn. Met de jeugdigen worden concrete afspraken gemaakt over de vraag Welke ondersteuning er geboden gnat worden, wat de eigen inzet er is en Welk resultant ze willen behalen. • Als jeugdwerker kies je op Welke manier je wil werken. Na het signaleren en verzamelen van de hulpvraag kies je met Welke methode je het wil aanpakken. • Als presentwerker werk je vanuit wat de jeugdigen het meest belangrijk vindt om to kunnen winnen of verliezen. Hiermee kan je met de jeugdigen resultant halen op wat zij belangrijk vinden. • De afspraken moeten voor de jongeren haalbaar zijn, je sluit je als jeugdwerker dus aan bij het niveau van leven van de jongeren. • Als presentwerker stop je niet als de vraag van de jeugdige is beantwoord, je kijkt wat je kan doen in plants wat je moet doen om de vraag en eventueel de vraag erachter to beantwoorden. • Je doelen als jeugdwerker hebben niet altijd een einddoel maar zijn constant groeiende samen met de ontwikkelingen van de jongeren. JongerenEffectWijzer Jongerenwijzer is een kompas voor het jeugdwerk. Het geeft richting, maakt slimmer en laat resultaten zien. De JongerenEffectWijzer maakt de resultaten van het jeugdwerk inzichtelijk. Het kan goed gebruikt worden voor begeleiding en ondersteuning, maar ook om inzichtelijk to maken wat de jeugdwerker doet en methodisch to werken. Jongerenwijzer bestaat uit drie modules. Jongere en jeugdwerker stellen samen een persoonlijk plan op zodra een professionele relatie is opgebouwd. Dit stimuleert de jongere om meer eigen verantwoordelijkheid to nemen en geeft houvast aan de jeugdwerker. Jeugdwerkers maken via groepsformulieren ontwikkelingen en resultaten van het groepsgericht jeugdwerk duidelijk. Zij koppelen concrete werkdoelen aan de status van de groepen. Zo houden ze goed zicht op het groepsproces en —deelname. Instellingen krijgen via een gestandaardiseerde vragenlijst feedback van samenwerkingspartners op de geleverde kwaliteit, informatie-uitwisseling en hun meerwaarde. Dit geeft verbeterpunten voor de instellingen. Voordelen van Jongerenwijzer • longeren krijgen een duidelijker beeld van het jeugdwerk. Zij leren dat zij zich verder kunnen ontwikkelen via het jeugdwerk. • Jeugdwerkers leren nadenken over hun rol. Zij krijgen een meer coachende rol en stimuleren individuele ontwikkeling. Managers zetten het instrument in voor coaching van medewerkers. Het geeft handvatten om doelen en resultaten to bespreken. Gemeenten krijgen beter zicht op de vraag en behoefte van jongeren en de opvattingen van ketenpartners. De volgorde waarin handelen zich ontpiooit: eerst wordt de betrekking op een specifieke, intense wijze aangegaan (aandachtig, toegewijd), dan pas (of: daardoor) kan blijken wie de hulpverlener voor de ander kan zijn en om Welk verlangen of om Welke Hood het zal gaan en wat zorg behoeft. De relatie staat dus voorop, het probleemoplossende handelen is opgeschort en de identiteit van de hulp- of zorgverlener ('wie kan ik voor jou zijn?') staat niet vast maar vormt zich in een gedeeld leerproces. Leestip: https://www.jongerenwijzer.com/ JongerenEffectWijzer voor groepen Met de JongerenEffectWijzer voor groepen mask je de resultaten van het groepsgerichte jeugdwerk duidelijk. Het is een manier waarmee je de ontwikkelingen in de groepen volgt, afgezet tegen jouw inzet als jeugdwerker. Zo kun je resultaten van het werken met groepen zichtbaar maken en bijsturen. De lijst is onderverdeeld in kenmerken, groepsproces en de mate van deelname. Je beschrijft ook werkdoelen (bijvoorbeeld bijleren acceptabel gedrag in en om het jongerencentrum, meer actief maken van de groep). Na drie maanden meet je de ontwikkelingen binnen de groep nogmaals. 1e maakt daarmee de ontwikkelingen en resultaten zichtbaar. JongerenEffectwijzer voor individuen Als het fundament van de professionele relatie met de jongere is opgebouwd, kan met een deel van de jongeren een persoonlijk ontwikkelingsplan worden opgesteld. Deze lijst helpt je bij resultaatgericht werken en ook bij het meer eigen verantwoordelijkheid laten nemen door de jongeren. De JongerenEffectWijzer voor individuen is een individueel plan dat je samen met de jongere opstelt om to komen tot een aantal doelen. Uitgangspunt is dat jij samen met de jongere samen verantwoordelijkheid bent voor de uitvoering. Dit maken jullie duidelijk door een handtekening to zetten. De vraag van een jongere is het aanknopingspunt. De afspraken zijn heel praktisch en moeten haalbaar zijn en prikkelend. De JongerenEffectwijzer maakt inzichtelijk op Welke vlakken jullie resultaten en vooruitgang boeken. Baken 8: gebaseerd op ruimte voor de professional Uitgangspunt handelingskader JWNS: professionalisering en professionele ruimte, samen met vrijwilligers Creeer ruimte voor de goed opgeleide professional om to werken en to handelen volgens zijn of Naar kennis, ervaring en vaardigheden. Autonomie staat behoorlijk hoog op de agenda. Dit is Been vrijblijvende zaak. Als de werker zijn autonomie verantwoordt en kwalitatief vormgeeft, moet hij wel bereid zijn om zijn kennis en vaardigheden continu op peil to houden. Jeugdwerk Nieuwe Stijl: meer autonomie, maar ook meer verantwoordelijkheid. • Als jeugdwerker nieuwe stijl heb je ruimte om zelfstandig to handelen op basis van een vrije beslissingsruimte. • Als jeugdwerker ben je dus bewust aan het werk, je kan je doelen, methoden en resultaten verantwoorden. Hierdoor zorg je dat je de vrije beslissingsruimte krijgt die je nodig hebt. Als jeugdwerker investeer je in de 10 kwaliteiten die je zou moeten bezitten om een goede jeugdwerker to zijn. Ruimte voor de professional kan alleen bestaan wanneer er vooraf goede afspraken zijn gemaakt over de to behalen resultaten en daarover achteraf verantwoording wordt afgelegd. Als jeugdwerker nieuwe stijl investeer je in kennisontwikkeling, je blijft zelf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen het jeugdwerk. Als jeugdwerker moet je het vertrouwen verdienen. De kwestie is dan niet of, maar hoeveel ruimte de professionals gegund wordt. En onder Welke condities. • • • • 'Het nieuwe stelsel moet gebaseerd zijn op een fundamenteel vertrouwen en geen fundamenteel wantrouwen!' Leesdp: Jeugdwerk Nieuwe Stijl hoofdstuk 10 Bron: Amsterdams Jeugdwerk Nieuwe Stijl, www.invoeringwmo.nl De vragende professional ~ I _ I~ De actieve - er op uittrekkende professional ~ De bevlogen professional De ondernemende I professional ~ ~ De nieuwe professional heeft als uitgangspunt dat de vraag van de burger centraal staat en niet het aanbod van de professional of organisatie. Hij laat de burger zijn hele verhaal vertellen, sluit aan bij de vragen en behoeften van de burger en zet in op het vergroten van de zelfregie van de burger. --_ ____ __ _ De nieuwe professional maakt proactief contact met de burgers. Hij bouwt een vertrouwensrelatie op met wijkbewoners en is aanwezig om burgers to ondersteunen op de manier die de burger zelf als prettig ervaart. De nieuwe professional is alert op signalen en onderneemt actie waar dit nodig is De nieuwe professional is een professional die passie en plezier beleeft in het werken in de wijk en het preventief aankloppen bij wijkbewoners. De bevlogen professional vindt het een uitdaging om de vraag van de burger helder to krijgen en met een open onbevoordeelde houding samen to werken met wijkbewoners. Hij heeft vertrouwen in de kracht van de burger. De nieuwe professional neemt initiatief tot het aandragen van strategieen die het beste aansluiten bij de vraag van de burger. Hij onderneemt actie om bij burgers tangs to gaan en samen to werken met andere werksoorten. Hij houdt zich bezig met het toeleiden Haar specifieke hulpverlening of het Sluit aan bij baken 1 WNS: vraaggericht werken. De autonome professional _ __ Sluit aan bij baken 2 WNS: direct er op af. De effectieve professional Sluit aan bij baken 1 WNS: vraaggericht werken, baken 3 WNS: eigen kracht van deburger baken 8 WNS: ruimte professional. Sluit aan bij baken 4 WNS: collectief versus individueel baken 6 WNS: integraal werken. De reflecterende professional initieren van collectieve voorzieningen De nieuwe professional kan vertrouwen op zijn eigen oordeel over de aanpak, strategie en begeleidingsstijl. Hij functioneert autonoom binnen de kaders van de organisatie. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid richting alle betrokken partijen, weet wat zijn rol is binnen het grotere geheel en kan zijn eigen grenzen in kennis en kunde aangeven. Hoe sneller er contact is met de burgers, hoe eerder (dreigende) problemen vroegtijdig, licht en gericht kunnen worden aangepakt door de burger. Waar mogelijk schakelt hij het formele en informele netwerk in. De nieuwe professional kan prioriteiten stellen, ingrijpen en sturen, maar vooral ook op de juiste momenten de regie loslaten. De professional reflecteert regelmatig op zijn eigen houding en handelen en op zijn positie binnen het grotere geheel. Zijn professionele identiteit blijft hij ontwikkelen door actief feedback to vragen aan burgers en collega's en door open to staan om to blijven leren (in de praktijk). Sluit aan bij baken 7 WNS: resultaatgericht baken 8 WNS: ruimte professional. Sluit aan bij baken 3 WNS: eigen kracht van de burger, baken 5 WNS: informele versus formele zorg baken 6 WNS: integraal werken. Sluit aan bij baken 8 WNS: ruimte professional. BfOn: Zeg, bent u misschien die nieuwe professional, www.movisie.nl Bronnen: www.nesbi.nl Frank van Streijen — leugdwerk Nieuwe Stijl www.invoeringwmo.nl http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/files/Goud%20delven.pdf http://www.aand achtvooriedereen.nl/wmo/op-zoek-naa r-de-vraag-achter-de-vraag3145.html icipatiefjeugdwerk.pdf /www.traversadvies.nl/fjc_documents/part http:/ Van presentie tot correctie Manifest Eropaf 2.0 http://www.hva.n I/ken n iscentru m-d mr/wp-content/uploads/2011/06/Pages-fromVangnet_mei2011_RK.pdf http://www.jeugdkennis.nl/jgk/Artikelen-Jeugdkennis/Talentontwikkelingstimuleert-participatie-en-zelfvertrouwen?highlight= Amsterdams Jeugdwerk Nieuwe Stijl http://3d2010.vvj.be/sessies/1_identiteitJeugdwerk_visietekst_versie_maart.pdf Niki Jelier 16 november 2013
© Copyright 2024 ExpyDoc