Download PDF

CONGRESVERSLAG
Verzekeringsgeneeskundige dagen 2013
Elke 2 jaar organiseren GAV (Nederlandse vereniging van Geneeskundig Adviseurs in particuliere
Verzekeringszaken) en NVVG (Nederlandse Vereniging voor VerzekeringsGeneeskunde) gezamenlijk een verzekeringsgeneeskundig congres.
Was u er niet bij? TBV biedt u een selectie van redenen waarom u volgende keer wellicht niet afwezig wil blijven!
1 . D e v g- d ag e n zi j n i n N e d er l and h ét
c o ng res vo o r ve r ze ke r i ng s ar ts en (VA )
De vg-dagen, 6 tot en met 8 november 2013 in Almere Nederland, in cijfers:
• 330 participanten. Dit is 20% meer dan vorig
jaar. De verplichte aanwezigheid vanuit de
NSPOH voor de VA in opleiding draagt daartoe bij.
• 1/3 representativiteit. De vg-dagen bereiken
1/3 van de ruim 900 Nederlandse verzekeringsartsen.
• 50/50. De 50-50 verhouding van verzekeringsartsen uit de publieke verzekering en uit de
private verzekeringen bevordert de dialoog
tussen beide groepen. Het congresdiner, georganiseerd aan ronde tafels, bevordert networking.
2. De vg-dagen boden een moment van
respec t betoon
Sir Mansell Aylward van het Verenigd Koninkrijk,
spreker op de eerste vg-dag over ‘dependency on
disability benefits’ opende met één minuut stilte
ter ere van de Belgische Prof. Dr. P. Donceel. Prof.
Donceel overleed op 20 oktober 2013. Een ‘In Memoriam’ las u in TBV van december. Dr. Donceel
praktiseerde als VA, doceerde en superviseerde
verzekeringsgeneeskundig onderzoek aan de Katholieke Universiteit Leuven. Vijf dagen na zijn
overlijden promoveerde één van zijn doctorandi
Corine Tiedtke met ’Return-to-work experiences
after breast cancer’. De proefschriftbespreking
vindt u op pagina 66 van deze TBV.
3. De vg-dagen bieden een blik op
internationale research
Niet alle Nederlandse verzekeringsartsen hebben
de kans om het EUMASS-congres in september
2014 in Stockholm bij te wonen. Met de Engelstalige dag op de vg-dagen slagen de organisatoren
erin internationale sprekers aan te trekken: zo
kan het publiek proeven van wetenschappelijk
onderzoek en praktijken in het buitenland. Ple-
90
nair trok de presentatie van Prof. Dr. A. Frances
van de Verenigde Staten de aandacht. Hij besprak
de DSM-V. De normen worden verlaagd om een
psychische diagnose te stellen waardoor de kans
op levenslange etikettering van patiënten toeneemt. Het blijft belangrijk om ruimschoots de
tijd te nemen om een correcte diagnose te stellen.
In de postersessies zagen we een Hongaarse bijdrage van Dr. M. Medgyaszai over ‘Changing environment in health care insurance of Europe. De
implementatie van een Europese directive versterkt de mogelijkheden van werknemers op
high-care health care binnen de EU. In de parallelle
sessies werd de rol van de verzekeringsarts in België toegelicht door Dr. Katrien Mortelmans. In
België zijn arbeidsongeschikte werknemers
slechts 1 maand financieel ten laste van de werkgever. Onderzoek bij 675 bedrijven toonde aan dat
slechts 1/4 van de steekproefbedrijven beschikt
over gedetailleerde verzuimdata.
4. De vg-dagen bieden stof voor
discussie voor Nederlandse
praktiserende verzekeringsar tsen én de
beleidsmakers
In Nederland zag men in 2002 een omslagpunt in
de levensverwachting. De kostenbeheersingsmaatregelen in de Nederlandse gezondheidszorg
werden losgelaten. Hierdoor kwam meer geld vrij
voor de behandeling van oudere patiënten met
een stijging van de levensverwachting (Prof. Mackenbach).
Eén arts voor Arbeid en Gezondheid was ook op
de vg-dagen een ‘hot item’. Dr. J. Vink gaf in de parallelsessie tal van tegenargumenten.
De vroegtijdige detectie van Alzheimer is geëvolueerd. De moderne diagnostiek vereist niet enkel
klinische criteria maar ook biomarkers. PET-scans
en inkleuring van eiwitten zijn geïndiceerd voor
jonge patiënten met moeilijke differentieeldiagnose die consulteren omwille van vage neurologische
klanten. Paula Ekers wierp vervolgens een ethisch
dilemma op: willen jonge patiënten, vrij van klachten, wel weten of ze Alzheimer zullen krijgen?
Onderzoekster Dr. Batstra laakte de overdiagnosticering en overbehandeling van ADHD bij kinderen én bij volwassenen. Een kritische blik op de
wetenschappelijke evidentie voor de medicamenteuze behandeling van ADHD noopt alvast tot bescheidenheid.
Katrien Mortelmans
T BV 22 / nr 2 / f ebru ari 2014