Hulppunten bij het invullen van het beoordelings

Hulppunten bij het invullen van het beoordelings/begeleidingsformulier. Waaraan te denken bij: 1. Voorbereiding: DOEL: Uitstraling van de juiste opvatting van jouw sport  Op tijd aanwezig, minimaal 30 ‐ 45 minuten voor aanvang  Is er in de rust van de wedstrijd ervoor observatie bij het inschieten van de ploegen die er door de SR gefloten moet worden  Wordt tijdig de administratie (formulier en spelerskaarten) gecontroleerd  Is er kort contact met spelers en coaches van beide ploegen  Neemt de SR de tijd voor zijn warming up en concentratieopbouw  Fluit de SR 5 minuten voor de officiële aanvangstijd in  Straalt er professionaliteit van zijn voorbereiding af  Heeft de SR een afwijkend SR‐tenue gekozen t.o.v. de ploegen  Verkleedt de scheidsrechter zich niet in de zaal 2. De wedstrijd: DOEL: Het moet kloppen met de invulling van het formulier  Sportief  Fysiek  Grenzen zoekend  Wederzijdse acceptatie  Krachtverhouding  Verschil 1e – 2e helft  Ruw 3. Randvoorwaarden: DOEL: Rust en orde aan de kant  Aanvoerdersbanden, afwijkend van kleur en op de juiste plaats  Obstakelvrij veld  13 op de banken  Reclame op de korven  Coaches op de banken  Aanvoerdersband bij wissel aanvoerder  Er is maar 1 coach per ploeg 4. Positie/Looplijnen: DOEL: Alles willen waarnemen  Is dat gebaseerd op type spel van de ploegen: voor/achterverdedigen  Zijn de looplijnen altijd hetzelfde (stereotiep) of met verrassingen  Is er goed zicht op de insnijsituaties  Anticipeert de SR goed op balpositieveranderingen  Is er steeds een driepuntsopstelling waarbij de paal altijd in beeld is  Is de SR statisch in zijn positie  Hoe stelt de SR zich op bij de verschillende worpen  Is hij actief of passief  Gebruikt de SR het hele veld  Is de SR op het juiste moment op de juiste plek, ook bij uitverdedigen 5. Spelregel‐ en spelkennis: DOEL: Lezen van de wedstrijd.  Treedt SR preventief op  Stelt hij duidelijk grenzen  Ziet hij het verschil in gecontroleerd en ongecontroleerd contact  Het aanvoelen van de sfeer  Het herkennen van lastige koppels  Consequente aanpak  Is de Sr duidelijk in wat lichte en wat zware/bewuste overtredingen zijn  Is voordeel altijd voordeel  Herkent de SR wanneer er herhaling van overtreding is, zowel bij SH als bij VW  Is er de juiste aanpak van overtredingen bij een VW 6. Duidelijkheid: DOEL: Gezeur en discussie trachten te voorkomen  Met verplichte SR‐gebaren  In woord  In non verbaal (lichaamstaal) gedrag  Durft hij impopulaire maatregelen te nemen  Komt hij geloofwaardig over  Kan hij vriendelijkheid afwisselen door waar nodig boosheid te spelen  Stelt hij duidelijk grenzen aan gedrag van spelers en coaches 7. Communicatie: DOEL: Helderheid en transparantie  Naar de spelers en coaches in het algemeen  Naar lastige koppels  Naar individuele spelers  Gebeurt dat verbaal en/of non verbaal en in gebaren  Gebeurt dat preventief, op tijd of te laat  Houding en gedrag van SR naar spelers en coaches  Kan hij onder de paal verbaal coachen zonder te fluiten 8. Samenwerking: DOEL: Zijn ze een echt koppel  In communicatie met ASR  Houding en gedrag van ASR naar spelers en coaches  Waar kijkt de ASR naar  Is de ASR terughoudend of op voorgrond tredend  Zijn er goede onderlinge afspraken over de tijdklok/schotklok  Is er goede communicatie met de juryvoorzitter  Durft men elkaar te respecteren, vertrouwen en accepteren  Steunen ze elkaar bij verschillende interpretaties van de overtredingen Geeft nooit meer dan 3‐4 verbeterpunten mee. Meer heeft geen zin. Gesprek: 
DOEL: De SR/ASR beter maken Geef de SR/ASR stof tot nadenken mee 







Leg hem geen dingen op, SR moet die dingen doen die bij zijn persoonlijkheid past, maar wel binnen de korfbalregels Probeer henzelf dingen te laten verwoorden, zowel goed als minder goed Hoe is hun zelfbeeld en motivatie Wees duidelijk en eerlijk, zonder verborgen agenda Hou altijd in de gaten dat er verschil in waarneming door SR/Begeleider zal zijn Ga nooit over futiliteiten (zoals wel/geen strafworp) in discussie, maar praat over de rode lijn van de wedstrijd Laat het altijd een dialoog blijven Zorg altijd alleen die dingen in het rapport te beschrijven die u ook heeft besproken Aan alle begeleiders: Dit is een leidraad. Ik pretendeer niet volledig te zijn. Al deze punten komen puur voort uit mijn ervaring en beleving die ikzelf in al die jaren heb opgebouwd door kritisch naar collega’s, spelers en coaches te luisteren. Doe er je voordeel mee. Zijn er punten die je mist? Schroom niet de DMC dat mede te delen, zodat we er allemaal ons voordeel mee kunnen doen. Niemand is ooit uitgeleerd. Samen weten en kunnen we heel veel en dat is ons doel: Scheidsrechters beter te maken. Veel plezier met het leuke en mooie werk wat we mogen doen. Hulppunten invulling beoordelingsformulier april 2014 DWAZW