VEILIGHEIDSREGLEMENT SCHIETVERENIGING All Arms 6-10-2014 SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 1 INHOUDSOPGAVE 1. Algemeen 2. Functionarissen 3. Veiligheidsregels 4. Baanreglement BIJLAGEN I Calamiteiten- en ontruimingsplan (aanwezig in boek bij entree) II Memorie van toelichting betreffende gebruik gele kamervlaggen en transport vuurwapens III Begrippenlijst SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 2 (p.m.) 1. Algemeen 1.1 Het bestuur van de Schietvereniging All Arms verplicht zich om de middelen die redelijkerwijs tot haar beschikking staan, in te zetten ten behoeve van de veiligheid in en om de schietsportaccommodatie. Ter handhaving van de veiligheid heeft één van de bestuursleden Veiligheid in portefeuille. Het bestuurslid Veiligheid is belast met de volgende zaken: a. Het beheren van een calamiteitenplan, inclusief vluchtroutes, enzovoorts. b. Aansturen en op de hoogte brengen en houden van de Verenigings Veiligheidsfunctionarissen c.q. baancommandanten. c. Houden van toezicht op de correcte naleving van het Veiligheidsreglement. 1.2 1.3 2. Functionarissen 2.1 Tijdens oefen- en trainingavonden kent de vereniging de volgende functionarissen: a. Dienstdoend bestuurslid b. Verenigings Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant c. Barbeheerder 2.2 Verantwoordelijkheden functionarissen 2.2.1 Het dienstdoend bestuurslid is namens het bestuur verantwoordelijk voor het correct en veilig verlopen van de oefen- c.q. trainingsavond en neemt, indien nodig, de uiteindelijke beslissing. Alle functionarissen zijn aan hem/haar verantwoording verschuldigd. Bovendien is dit bestuurslid en alle andere leden van het dagelijks bestuur gemachtigd om personen de toegang tot de accommodatie te ontzeggen, dan wel te (laten) verwijderen. 2.2.2 Het dienstdoende bestuurslid is als verenigingsverlofhouder verantwoordelijk voor de procedure van uitgifte van munitie en verenigingswapens. De Verenigings Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant is verantwoordelijk voor de handhaving van de regels in verband met veiligheid op de schietbaan en op de schietpunten. Deze Verenigings Veiligheidsfunctionaris c.q. baancommandant zijn door het bestuur volgens rooster aangewezen personen. 2.2.3 De Barbeheerder is verantwoordelijk voor de exploitatie van de kantine en de hygiëne in de kantine 3. Veiligheidsregels 3.1 Bij afwezigheid van zowel de Bestuurder als de Verenigings Veiligheidsfunctionaris mag er niet geschoten worden. Iedere schutter (lid van de vereniging) dient de door hem of haar meegenomen introducé, te melden en zich te laten identificeren bij een bestuurslid. De introducé moet daarbij (een kopie van) een geldig identificatiebewijs overleggen en daarvan moet aantekening worden gemaakt in het introducéregister. Een schutter dient een door hem of haar meegebrachte introducé tijdens het gehele verblijf in de verenigingslocatie te begeleiden en is voor deze introducé 3.2 3.3 SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 verantwoordelijk. Schieten door een introducee is uitsluitend mogelijk onder directe begeleiding van een wapenbeheerder in het bezit van een verenigingsverlof (zoals KNSA trainers of bestuursleden). Introduceren en begeleiden kan uitsluitend plaats vinden door een lid dat minimaal één jaar gewoon lid is van de vereniging. Iedere schutter dient alle elementaire en noodzakelijke vaardigheden zelfstandig te kunnen uitvoeren. Dit wil zeggen het kunnen nemen van de veiligheidsmaatregelen, de storingsreactie kunnen uitvoeren en de handelingen volgend op het commando “Start” en “Stop, Stop, Stop” en "Vast vuren" kunnen verrichten. Een wapen dient altijd zodanig behandeld te worden alsof het geladen is. Wapens dienen, indien onverpakt transport noodzakelijk is, te worden vervoerd met geopend grendelmechanisme. Dit moet voor een ieder zichtbaar zijn door middel van plaatsing van een geel vlaggetje in de kamer of achterzijde van de loop. Iedere schutter is verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van zijn/haar wapen. Wapens die niet in gebruik zijn, dienen ontladen en verpakt in gesloten foedraal of kist te zijn opgeborgen op een daarvoor bestemde plaats die door het bestuur wordt aangewezen. Niemand mag het wapen van een ander aanraken, tenzij de eigenaar hiertoe uitdrukkelijke toestemming geeft. Beginnende schutters (aspirant leden) mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegde persoon (dit is een door de KNSA opgeleide Basistrainer met een geldige kaderlicentie, of een gewoon lid dat minimaal één jaar lid is). Het gebruik van alcohol/drugs door een schutter en functionarissen, vóór en tijdens het schieten, is verboden. Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen. Onverpakte wapens zijn slechts toegestaan op het schietpunt, of op de daartoe door de Bestuur / Verenigings Veiligheidsfunctionaris, aangegeven plaats en dienen in dat geval voorzien te zijn van een geplaatste gele kamervlag. Onderhoud of andere manipulatie van of met ongeladen wapens waarbij de gele kamervlag ongewenst is, kan plaatsvinden op een door het bestuur aangewezen plaats. Demonstraties van of met wapens, mogen uitsluitend op de schietpunten plaatsvinden. De Verenigings Veiligheidsfunctionaris cq baancommandant is een door het bestuur aangewezen persoon, en deze is als zodanig herkenbaar door middel van een pet, of armband. Gebruikers van medicijnen of andere stoffen die de schietveiligheid kunnen beïnvloeden mogen niet aan schietoefeningen deelnemen. Men dient zich te onthouden van elke handeling die de veiligheid in gevaar kan brengen. Iedereen die een duidelijk en direct veiligheidsrisico constateert is verplicht allereerst degene die dit risico veroorzaakt en vervolgens de veiligheidsfunctionaris c.q. baancommandant hiervan in kennis te stellen. Iedereen die andere vormen van onveilig gedrag constateert, is verplicht de SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 4 Verenigings Veiligheids-functionaris c.q. baancommandant hiervan in kennis te stellen. 3.19 Het richten van een wapen op personen is ten strengste verboden. 3.20 Overtreding van één of meer der bovengenoemde punten kan leiden tot ontzegging van de toegang tot de schietbanen en/of de accommodatie. 3.21 In gevallen waarin dit “Veiligheidsreglement” niet voorziet, beslist het Bestuur, of de Verenigings Veiligheidsfunctionaris namens het bestuur. 4. Baanreglement 4.1.1 Behoudens tijdens internationale wedstrijden, dient iedereen die zich op de schietbaan bevindt, de Nederlandse spreektaal machtig te zijn voor zover het schiet- en veiligheidscommando’s betreft, hieronder begrepen de commando’s en opdrachten tijdens een ontruiming van de accommodatie. 4.1.2 Alle schutters dienen bekend te zijn met de voor die schietbaan geldende veiligheidsbepalingen. 4.2 Toezicht 4.2.1 Op de schietaccommodatie moet tijdens de uitvoering van schietoefeningen een door het bestuur van de vereniging aangestelde Veiligheidsfunctionaris aanwezig zijn. De Verenigings Veiligheidsfunctionaris (VVF) is belast met en verantwoordelijk voor de veiligheid en het naleven van het Baanreglement De Veiligheidsfunctionaris dient duidelijk herkenbaar te zijn aan de band om de bovenarm of een pet met opschrift. De functie van VVF kan worden gecombineerd met die van Baancommandant. Het dragen van uiterlijke kenmerken wordt in dat geval gehandhaafd. Op elke schietbaan waar vuurwapens worden gebruikt (geweerbaan, pistoolbaan e.d.) dient een VVF c.q. Baancommandant toezicht te houden. Daarnaast dient op elke baan, waar dynamische disciplines zoals "militair pistool" worden verschoten, een afzonderlijke baancommandant aanwezig zijn die de schietoefening/wedstrijd leidt. 4.2.2 De VVF dient kennis te hebben van het Calamiteitenplan. 4.2.3 De VVF moet de EHBO-kist tot zijn beschikking hebben binnen de schietlocatie 4.2.4 De VVF is op de hoogte van de te voeren commando’s ten aanzien van veiligheid en de daaraan gekoppelde acties 4.2.5 De VVF heeft kennis van de universele commandovoering op de schietbaan 4.3 Betreden van de baanzool 4.3.1 Het is verboden om zonder toestemming van de Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant het terrein dat zich bevindt vóór de schietpunten te betreden. 4.4 Het commando “Stop-Stop-Stop” en "Vast-Vuren" 4.4.1 Op een schietbaan is iedereen die constateert dat de veiligheid in gevaar komt verplicht “Stop-Stop-Stop” te roepen. 4.4.2 Het vuren dient onmiddellijk gestaakt te worden. De schutters dienen dan het wapen te ontladen en de gele kamervlag te plaatsen en het schietpunt te verlaten door een paar stappen achteruit te doen. Uitsluitend op bevel van de Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant mogen de schutters naar voren stappen, hun wapens weer ter hand nemen en mag het vuren worden hervat. SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 5 4.4.3 Zodra het signaal “STOP VUREN” of "VAST VUREN" hetzij mondeling, hetzij door middel van een geluidssignaal (fluit) of door middel van een lichtsignaal is gegeven, dienen de schutters onmiddellijk het vuren te stoppen en vervolgens direct hun wapens te ontladen en een gele kamervlag te plaatsen. 4.5 Gehoor- en oogbescherming 4.5.1 Op schietbanen moet elke daar aanwezige tijdens de schietoefeningen gehoorbeschermende middelen dragen. 4.5.2 Afhankelijk van de discipline (in het bijzonder bij de dynamische disciplines zoals "militair pistool") dienen oogbeschermende middelen te worden gedragen door de schutters. 4.6 Munitie 4.6.1 Alleen die munitie mag worden gebruikt die is toegestaan in enige, door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline en bovendien gebruikt mag worden binnen de aangegeven technische- en/of gebruiksbeperkingen van de betreffende baan. Sommige banen kennen bijvoorbeeld een verbod op het gebruik van mantel munitie, of zijn beperkt tot een bepaald kaliber zoals .22 lr Bovendien is het slechts toegestaan herladen munitie te gebruiken indien dat geen gevaar oplevert voor de schutter zelf en aanwezige medeschutters en omstanders. Het gebruik van herladen munitie in verenigingswapens is niet toegestaan, behoudens toestemming door het bestuur. Het schieten met "zwart buskruit" of zwart kruit vervangers als "Pyrodex" of "Triple 7" is verboden, ook in gepatroneerde munitie. 4.7 Roken 4.7.1 Het is verboden om op de schietbaan, de schietpunten en de kantine te roken. 4.7.2 Roken is uitsluitend toegestaan op die plaatsen die door het bestuur zijn aangewezen. 4.8 Een wapen zonder geplaatste kamervlag oppakken achter het schietpunt waar de schutters zich bevinden de schutters is verboden. 4.9 Het manipuleren van wapens, zoals schoonmaken, herstellen, tonen aan derden, ontspannen, ontladen, monteren of demonteren, verpakken in foudraal of kist e.d. achter het schietpunt waar de schutters zich bevinden is altijd verboden. 4.10 Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen. Het opbergen kan plaatsvinden door het ontspannen van een ontladen wapen op het schietpunt met de loop richting kogelvanger, indien de baan is vrij gegeven voor schieten. Het wapen dient vervolgens op het schietpunt in een foedraal, koffer of kist opgeborgen te worden, waarna de het foedraal, koffer of kist wordt gesloten. Het wapen kan ook van het schietpunt worden verwijderd door de grendel/cylinder te openen en een gele kamervlag te plaatsen. Tijdens schietoefeningen of wedstrijden is het toegestaan het wapen op de schietbaan tijdelijk te bergen op een daartoe aangewezen plaats zoals een geweerrek of tafel op de baan. Daarbij is het absoluut noodzakelijk dat het wapen is ontladen en de gele kamervlag is geplaatst tijdens het verplaatsen van hen wapen van het schietpunt naar de bergplaats en omgekeerd. Op de GKG baan is het niet toegestaan wapens voorzien van gele kamervlag SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 6 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18 op het schietpunt achter te laten tijdens een periode van 'vast vuren', bijvoorbeeld tijdens het wisselen van de schijven, omdat vanaf 100 meter geen toezicht mogelijk is op die wapens. De geweren dienen met gele kamervlag in het geweerrek geplaatst te worden nadat 'vast vuren' is gegeven. Pas als alle geweren met gele kamervlag in het rek van de GKG baan zijn geplaats kunnen schutters naar voren om de schijven te wisselen. Tijdens het schieten mag een schutter, met uitzondering van de daartoe bevoegde baanofficials, niet worden gestoord met uitzondering van veiligheidsredenen. Zie ook 3.18 Er mag uitsluitend geschoten worden vanuit de schietpunten voor de desbetreffende discipline. Op het schietpunt mag zich alleen de schutter bevinden. Een uitzondering daarop kan worden gemaakt voor training/toezicht zoals vermeld in art. 3.10 Bij weigering van een schot moet het wapen 10 seconden met de loop (monding) in de richting van de kogelvanger worden gehouden. Het laden en ontladen van wapens mag uitsluitend geschieden met de loop in de richting van de kogelvanger. Het is verboden zich van het schietpunt te verwijderen wanneer het wapen nog geladen is. Het is verboden wapens onbeheerd op de schietpunt achter te laten. Het is niet toegestaan met een onverpakt wapen zich buiten het gebouw te begeven. Bij verplaatsing binnen het gebouw dient het wapen verpakt te zijn in een gesloten kist of foedraal. Het is toegestaan een KKG geweer onverpakt van het uitgiftepunt van verenigingswapen via de kortste weg naar de KKG baan te verplaatsen indien een gele kamervlag is geplaatst en de loop omhoog wordt gehouden. Het is niet toegestaan zich in de kantine te bevinden met een onverpakt wapen. Instructies van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris c.q. Baancommandant dienen onvoorwaardelijk te worden opgevolgd. SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 7 BIJLAGEN I Calamiteiten- en ontruimingsplan (aanwezig in boek bij entree) II Memorie van toelichting betreffende gebruik gele kamervlaggen en transport vuurwapens III Begrippenlijst SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 8 (p.m.) Bijlage III Begrippenlijst Verenigings Veiligheidsfunctionaris(VVF) Baancommandant - Functionaris, aangesteld door het bestuur van de schietsportvereniging, belast met en verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid op de schietbaan tijdens trainingsactiviteiten en/of wedstrijden. Dagelijks bestuur - Voorzitter, secretaris en penningmeester Barbeheerder - Door het bestuur van de schietsportvereniging benoemde persoon die bardiensten verricht conform de Drank- en Horecavergunning Gele kamervlag - Gele vlag met langwerpige uitstulping die in de geopende kamer van een geweer of pistool wordt geplaatst. Bij een revolver wordt de vlag in de loop geschoven vanuit de geopende cilinder van de revolver. Calamiteitenplan/ Ontruimingsplan - Een plan dat in werking treedt bij calamiteiten De aanwijzingen uit dit plan dienen onverwijld gevolgd te worden. SV All Arms Veiligheidsreglement, blz. 9
© Copyright 2024 ExpyDoc