TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID ACV – Studiedag Industrie 18 februari 2014 Mijnheer de Voorzitter van het Vlaams ACV, Mevrouw de Nationaal Secretaris, Dames en heren, 3 jaar geleden was ik te gast op jullie seminarie over nieuw leven voor de industrie. Op dat moment was de Vlaamse regering de laatste hand aan het leggen aan het Witboek voor de industrie. Met dat witboek kozen we resoluut voor een nieuwe aanpak voor onze industrie. Een aanpak die gefocust was op de transformatie van ons industrieel weefsel door innovatie. Een aanpak die moet leiden tot Fabrieken van de Toekomst. En een aanpak waarin de mens centraal staat. 1 Sinds jaar en dag is ons menselijk kapitaal onze kostbaarste grondstof. Onze arbeidsproductiviteit ligt op 72.400 euro per capita, meer dan 17% hoger dan het Europees gemiddelde. Maar in de afgelopen jaren is gebleken dat dit op zich niet langer volstaat. Aan de globalisering valt niet te ontsnappen. De concurrentie komt vandaag uit alle windstreken. Daardoor is de industrie onder druk komen te staan. Vandaag werken in Vlaanderen nog 375.000 mensen in de industrie; 60.000 minder dan 10 jaar geleden en 20.000 minder dan bij het begin van de crisis. De economische crisis hebben we in de afgelopen jaren allemaal gevoeld, maar de industrie werd bijzonder zwaar getroffen. Dat hebben jullie jammer genoeg elke dag op het terrein kunnen voelen. De impact van de talloze herstructureringen, ontslagen, faillissementen en sluitingen, sluiting verlies van van was Ford 10.000 enorm. Genk, jobs, De met was aangekondigde een een verwacht triest dieptepunt. 2 De industrie blijft echter cruciaal voor onze welvaart. Ze economie. En andere is ze de is bedrijven motor een en van onze ankerpunt open waarrond onderzoekscentra zich vestigen, waardoor de kennis bij ons blijft. In de kennisgedreven economie van de toekomst zijn onderwijs, opleiding en onderzoek de bouwstenen van innovatie, samen met ondernemerschap en creativiteit. De industrie verbindt kennis en innovatie met de materiële productie, waardoor we betere producten en diensten kunnen leveren, betere oplossingen maatschappelijke dus een hogere voor de behoeften individuele kunnen toegevoegde vinden, waarde en en kunnen produceren. Om die kracht van de industrie te behouden, moeten we handelen. Daarom heeft de Vlaamse regering drie jaar geleden, net als het ACV, de analyse gemaakt dat we de industrie nieuw leven moeten inblazen. Daarom hebben wij het Nieuw Industrieel Beleid uitgetekend. 3 In de afgelopen drie jaar hebben we hard gewerkt aan de uitvoering van dat NIB. En ik ben blij dat het ACV, als lid van de Industrieraad, ons daarin volop ondersteunt. In heel Vlaanderen zijn projecten en initiatieven opgestart om de transformatie van de industrie te realiseren. De Vlaamse regering ondersteunt tientallen projecten die werken aan de toekomst van de industrie. Aan de producten van morgen. De projecten die we steunen moeten onze bedrijven internationaal weerbaarder maken. Ze moeten sterker worden op energievlak, op duurzaamheidsvlak en op digitaal vlak, maar ook op het vlak van de arbeidsorganisatie. Flanders Synergy stimuleert deze laatste evolutie. Maar ook een project als Kracht, waarbij we laag geschoolde mensen matchen met high-tech bedrijven, effent het pad. De projecten die we steunen, zorgen ook voor clustering, voor nieuwe industrie die het verlies aan jobs in de oude industrie opvangt. 4 Door offensief en resoluut te kiezen voor die nieuwe industrieën nanotechnologie, van - van agrofood biotechnologie tot tot Bike valley, van waterstofindustrie tot 3D printing - creëren we hier in Vlaanderen de jobs van de toekomst. Die ontwikkeling ondersteunen we met het Nieuw Industrieel Beleid. En dat we daarmee het juiste pad hebben gekozen, blijkt uit het feit dat zowel de Europese Commissie, als de andere industriele regio’s in Europa, Vlaanderen als voorbeeld nemen voor de transitie van hun industrie. We hebben nood aan nieuwe producten die ons helpen om de uitdagingen van deze tijd aan te pakken. De klimaatverandering, de vergrijzing, het energievraagstuk en noem maar op. De industrie van morgen zal veel meer bestaan uit kleinere bedrijven die modulair kunnen inspelen op de vraag. Kijk bijvoorbeeld naar 3D- printing. Daar zijn schaalvoordelen veel minder belangrijk. Automatisatie en robotica zullen steeds meer taken uitvoeren naast werknemers en niet in de plaats van werknemers. 5 De focus op innovatie en toegevoegde waarde zal er bovendien voor zorgen dat de industriële tewerkstelling voor een deel terugkeert naar de Westerse landen. Dat neemt echter niet weg dat de kosten opzichte belangrijk van onze blijven. Zeker buurlanden, ten moeten we concurrentieel blijven. Dat is geen eenvoudige discussie. Elke stem in dit debat, heeft een andere mening. Maar over één ding kunnen we het allemaal eens zijn: meer concurrentiekracht betrokkenen op is goed voorwaarde concurrentiekracht dat omzetten voor we in die meer alle extra jobs, betere jobs en duurzame jobs. Daarom heb ik in de afgelopen maanden zo hard gehamerd op de noodzaak om een competitiviteitspact af te sluiten. Dat pact is er nu. optelt, Als dan je alle vastgelegde investeren de inspanningen Vlaamse en de federale regering samen in totaal 4,7 miljard euro om die concurrentiekracht te versterken. 6 Die investeringen zullen zorgen voor meer zuurstof voor onze eigen bedrijven, zodat zij nieuwe mensen zorgen voor zodat ook kunnen een aanwerven. beter En het zal investeringsklimaat, buitenlandse bedrijven hier investeren en extra jobs creëren. Dames en heren, Ik ben er dus van overtuigd dat de industrie een mooie toekomst heeft in Vlaanderen. Maar we zullen daar alleen in slagen als iedereen aan hetzelfde zeel trekt. We hebben inzet en creativiteit nodig, de wil om risico’s te nemen en het lef om keuzes te maken. We moeten focussen op die domeinen waar we sterk in staan of kunnen worden. Die domeinen waarin onze mensen het verschil kunnen maken. De Vlaamse regering durft die keuzes te maken. Door projecten te ondersteunen. Door 200 miljoen euro via het TINA-fonds te investeren in Fabrieken van de Toekomst. En door resoluut de kaart van de innovatie te trekken. 7 Elk jaar besteedt de Vlaamse regering 2 miljard euro aan innovatie. Deze legislatuur hebben we, ondanks de zeer moeilijke budgettaire situatie, 245 miljoen euro extra vrijgemaakt. Daardoor besteden we vandaag een recordniveau van 2,4% van ons BBP aan onderzoek en ontwikkeling, en blijven we op koers richting het Europees streefdoel van 3%. Het Nieuw Industrieel Beleid genereert in heel Vlaanderen dus een Nieuw Industrieel Ondernemen. Maar vandaag moeten we ook nadenken over de volgende stap. We moeten ervoor zorgen dat het Nieuw Industrieel Beleid ook leidt tot Nieuw Industrieel Werk. Een Fabriek van de Toekomst kan maar floreren als ze de werknemers mens zich centraal bij het zet en bedrijf als de betrokken kunnen voelen. Want een fabriek zonder mensen, dat is letterlijk en figuurlijk een lege doos. Wanneer we van het Nieuw Industrieel Beleid een succes willen maken, dan moeten we dus absoluut rekening houden met die cruciale ‘human factor’. 8 Toegevoegde waarde creëren we met onze handen en onze hersenen. De jobs van de toekomst zullen dan ook gericht zijn op technologische skills, op innovatie-capaciteit, op het vinden van nieuwe markten, op samenwerking in plaats van ongebreidelde concurrentie. Dat is de volgende stap in ons verhaal. De Vlaamse regering werkt daaraan. Door technische talenten te ontdekken via het STEM-actieplan. Door innovatie in de arbeidsorganisatie te stimuleren via Flanders Synergy. En door onze bedrijven aan te zetten om voldoende aandacht te besteden aan de vorming en opleiding van hun medewerkers. Met Transformatiesteun de ondersteunen Strategische we bedrijven die grote investeringen doen. Maar daar zijn belangrijke randvoorwaarden aan gekoppeld. Ten eerste moeten de investeringen passen binnen het beleid van de Vlaamse regering, en dan vooral het Nieuw Industrieel Beleid. En ten tweede moet aan deze investeringen een duurzame creatie van werkgelegenheid vasthangen. 9 Dames en heren, De Vlaamse regering blijft de transformatie van de industrie stimuleren. En daarvoor rekenen we op alle betrokkenen. vakbonden. Werkgevers Sectorfederaties én werknemers. én Samen moeten we zoeken naar de juiste antwoorden op de grote uitdagingen. Hoe kunnen we bijvoorbeeld de samenwerking tussen bedrijven en opleidingsorganisaties verbeteren met het oog op permanente kennisontwikkeling? Er zijn al interessante proefprojecten, zoals het Audiproject waar naast de werkcomponent ook de leercomponent plaatsvindt in het bedrijf. Maar ook andere vragen verdienen een antwoord. Hoe kunnen loopbanen duurzaam uitgebouwd worden, ook als de job van de toekomst niet meer de job tot aan de pensioenleeftijd blijkt te zijn? Hoe kunnen we systemen als Mijn Loopbaan en het Persoonlijk Ontwikkelingsplan voor elke werknemer uitbouwen? Hoe gaan lager geschoolden deze ontwikkelingen oppikken? 10 En hoe zullen de sociale relaties veranderen? Zullen de relaties fundamenteel tussen baas veranderen en als werknemer we meer projectmatig gaan werken? Dat zijn de belangrijke vragen in de volgende fase van de uitvoering van het NIB. We moeten leren uit de praktijk, uit concrete cases die het goede voorbeeld geven. De vakbond heeft daarin een belangrijke stimulerende rol. Zij moeten de werknemers en hun vertegenwoordigers sensibiliseren om de transformatie mee door te voeren. Ik ben het ACV dan ook dankbaar om dit op de agenda te zetten. En ik nodig jullie van harte uit om op 13 en 14 maart deel te nemen aan ons seminarie over het Nieuw Industrieel Beleid. Ik nodig u uit om de conclusies brengen in van deze het studiedag debat. Zodat daar het in te Nieuw Industrieel Werk een volwaardige plaats krijgt in ons Nieuw Industrieel Beleid. Want dat is waar het allemaal om draait. Het Nieuw Industrieel Beleid, dat gaat uiteindelijk over de jobs van morgen. Ik dank u. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc