Michel Smithuis* Kwaliteitswaarborging van forensisch deskundigen: de stand van zaken In 2010 Is het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) bij wet ingesteld ore de kwaliteit van (‘oren sisch deskundigen in het strafrecht te waarborgen. Er bleek in de maatschappij, de rechtspraak en de politiek behoefte aan een objectieve en transparante waarborging van de kwaliteit van deskundigenrapportages. Nu 4 jaar later is het register op 10 deskundigheidsgebieden gevuld: 700 deskundigen zijn getoetst. 20% van hen is nier geregistreerd. Dit artikel bestaat uit drie onderdelen.- allereerst zullen de resultaten van het NRGD en zIjn register worden be sproken. Vervolgens komen andere nationale ontwikkelingen aan de orde, in het bijzonder bijde politie en bij andere aanbieders van forensische deskundigheid. Ten slotte zal kort stilgestaan worden bij overige veelbelovende Internationale ontwikkelingen. NRGD Register gevuld Na vier jaar Is 85% van het totaalaantal (forensische) deskundigen in Nederland beoordeeld door hei NRGD. althans voor zover vallend onder de Wei deskundigen in strafzaken (hierna- de Wet). Let wel, de door de politie ingezette externe deskundigen en de forensisch-techni sche medewerkers werkzaam bij de politie vallen (nog) niet onder de Wet. De overige 15% Is werkzaam op gebie den dle nog moeten worden genormeerd en getoetst. Er zijn door het NRGD 700 registeraanvragen ontvangen. Die hebben geleid tot een registratie van meer dan 500 deskundigen op tien verschillende ldeei)gebieden. Het gaat hierbij om de volgende deskundigheidsgebieden en aantallen deskundigen: DNA-anaiyse en -interpretatie op bronniveau (22); handschriftonderzoek (3); forensische psychiatrie, psychologie en orthopeda gogiek telkens onderverdeeld In de twee discipii nes: volwassenen en jeugd (459): forensisrhe toxicologle (7); verdovende middelen analyse en interpretatie (3); forensisrh wapen- en munineonderzoek (6): en toetsing aan de Wet Wapens en munitie (2). — — — — — — — — — Een 20% van alle aanvragers voldeed niet aan de vereisten van forensische geschiktheid. Opvallend is verder het geringe aantal deskundigen op sommige gebieden-In onderdeel Overige nationele ontwikkelingen zal hier nader op in worden gegaan. Zorgvuldigheid (oetsingsprocedure justice must not only be done, It must also be seen to be donet Het NRGD streeft naar een zo transparant en objectief mogelijke toetsing. Het beleid Is daarop ingericht. iedere aanvraag wordt beoordeeld door een onafhankelijke toetslngsadviescommissle (TAC) bestaande uit drie leden: twee vakdeskundigen en één ervaren strafrechtjurlst. Mocht een aanvrager bezwaar maken legen een bepaalde toetser dan kan deze door hem worden ‘gewraakt’. Ook kan een toetser zich verschonen. Bij ‘kleine’ deskundig heidsgebieden wordt daarom ook meestal gebruikge maakt van buiienlandse toeisers. De TAC beoordeelt hel niveau van de deskundige aan do hand van vier tot zes doskundigenrapporten en van overige informatie, waar onder het curriculum vitae. Als de TAC nadere vragen aan de aanvrager heeft of bedenkingen over zijn forensi sche deskundigheid, volgt altijd een bijeenkomst met de aanvrager. De TAC stelt na afloop van de beoordeling een advies voor het College van het NRGD op. Het onaf hankelijke College gerechtelijk deskundigen (hierna: het College), hei zelfstandige hostuursorgaan, dat eindver antwoordehk is voor de kwaliteiisbewaking en -bevor dering van de geregistreerde deskundigen voigt in begin sel het bedoelde advies. De aanvrager ontvangt met het Collegebesluit altijd het onderilggende TAC-advies. Mocht een aanvrager het niet eens zijn met het College besluit, dan bestaat de mogelijkheid om In bezwaar te gaan. De bezwaaradviescommissie (BAC) bestaat uit drie ieden, een bestuursrechter en twee ‘nieuwe’ vakinhoude lijke leden. In de afgelopen vier jaar zijn 36 bezwaren ingediend. In één geval adviseerde de BAC het vooraf gaande besluit om vakinhoudelijke redenen te herover wegen, svai door het College werd overgenomen. Er zijn vier beroepszaken bij de gewone bestuursrechter (rechtbank) aanhangig gemaakt. In aile vier is het besluit van het College op bezwaar in beroep, in stand gebleven. Analyse ervaringen NRGD Het NRGD heeft tweemaal een analyse uitgevoerd op een 100’iai gedragsdeskundige TAC-adviezen. Het wil name lijk niet alleen een regiser met gekwalificeerde deskun digen bieden, maar ook verdere verbetering stimuleren door voor de gedragsdeskundlgen verbeterpunten te publiceren. Het NRGD consiateert in belde analyses dat hoewel de meeste rapporteurs zeer betrokken en gemo tiveerd zijn veel voorkomende tekortkomingen worden geconstateerd In de onderbouwing In de deskundigenrapporten Een aanzien van de diagnostische conclusies, de relatie stoornis-delict, de risicoprognose en ten aan- Mr 1.1 MA. Smtnu,,. aren, is vanaf ce co’,ch regio 2010 d,recleur van hel tuteau NRCO en neCretarln van hel Cn2ege gerecrlel,jk denkur.e:gen. Ce aaeue cankt me. JA. conre’ van Voorhoul. voorallee college ge’echteFjk deskundigen, coat z,,r. waa,CesDSe commentaar op een eerdere verse. t . brd Ch,ef J snee Hewart. t. v. Expertise en Recht 2014’2 susnex 119231. 57 KwaUieitzwnrborgi van torensisch dskuadigen: de stand van raken zien van advies en behandeling.2 In verband met het af ronden van de eerste beleidscyclus heeft het NRGD een start gemaakt met een brede beleidsanalyse. Deze zal in eerste instantie bestaan uit een terugblik op de eerste vier jaar. Op grond hiervan en van de mogelijk gewenste ontwikkelingen op forensisch gebied zullen aanbevelin gen voerde NRCD-meerjarenvisie 2014-2018’ worden gedaan, welke te zijner tijd zullen worden gepubliceerd. Daarnaast is naar aanleiding van de ervaringen een aantal Juridische en inhoudelijke aanpassingen van het Besluit register deskundige in strafzaken voorgesteld welke momenteel door hei ministerie worden beoordeeld. Hel ministerie heeft, conform de planning, het WODC ge vraagd een evaluatie van de Wet deskundige in strafzaken uit te voeren met een focus op het NRGD. Eisen herregistrarie vanaf 2014 In 2014 vinden de eerste herregistraties plaats van foren sisch rapporteurs die in 2010 voor de wettelijke gestelde termijn van vier jaar zijn geregistreerd. Naar aanleiding daarvan zijnde registratie-eisen van de eerste drie bo venvermelde gebieden met behulp van een expertmeeting en openbare consultaiie opnieuw tegen het licht gehou den. Een tweetal voor alle gebieden geldende herregistra tie-eisen zijn vermeldenswaardig (zie www.nrgd.nl) de verplichting van het opmaken van ieder rapport onder collegial rcview; de verplichting tot het volgen van een minimumaan tal uren forensisch relevante deskundigheidsbevor de ring. — — Gevolgen voor advocatuur en rechtspraak (gebruikers) Op die gebieden die gevuld’ zijn spelen twee aandachts punten: schijnzekerheld en benoeming afgewezen rap porteurs. Het register mag niet leiden tot schijnzekerheld, de voetstootse aanname dat als iemand in het register staat, deze voor elke strafzaak gekwalificeerd zal zijn. Aan de andere kant hoeft iemand dle niet in het register staat vermeld niet a priori ongekwalificeerd te zijn, maar dan is er wel reden om na te gaan waarom deze deskundige niet geregistreerd is. Het NRGD adviseert gebruikers van het register dan ook het volgende: Stel vooraf de vraag welke deskundigheid in het onderhavige geval nodig is. Twee opmerkingen zijn in deze van belang, Ten eerste dat de gebruiker van de rapportages zich goed bewust is van de specihe ke door het NRGD gepubliceerde omlijning van het gebied waarop de geregistreerde deskundige werkzaam is. Zo is de NRGD-toetsing voor DNA-ex pertise op dit moment nog beperkt tot het bronni veau, de deskundigheid beperkt zich dan telde beantwoording van de vraag: ‘Van wie Is het biolo gische spoor afkomstig?’ De geregistreerde DNA deskundige is vooralsnog niet getoetst op activitei tenniveau: ‘Hoe is het biologische materiaal achter gelaten op de plaats delict?’ Ten tweede heeft het NRGD zich in de eerste periode van zijn bestaan — — — 2. 3. 58 — vooral gericht op het toetsen van de meest voorko mende vaardigheden binnen elk gebied (zie DNA bronniveau), Voor meer specialistische kennis kan mogelijk een (nog) niet geregistreerde deskundige betergeschikt zijn. Het NRGD zal in 2014 onderzoe ken welke mogelijkheden bestaan om ook verder gespecialiseerde kennis te ontsluiten, Blijf op Ieder deskundigenrappori kritisch. Hoewel het NRGD alle geregistreerden individueel heeft getoetst en zal hertoetsen, blijven fouten mogelijk, Mocht daar in het overlegde rapport evident sprake van zijn dan kan dat aan het NRGD worden gemeld. Dat geldt ook voor de geregistreerde die zich niet aan de Gedragscode (zie www.nrgd.nl) heeft gehou den. Het NRGD heeft de mogelijkheid tot doorhaling van de inschrijving van de deskundige. Om nog meer aan de gebruiker tegemoet te komen werkt het NRGD momenteel aan een verbetering van de ‘meldingsregeling’. Het NRGD heeft vastgesteld dat het, in het bijzonder bij de gedragsdeskundigen, nog regelmatig voorkomt dat een afgewezen regislratleaanvrager desalniettemin be noemd wordt om rapporten op te stellen. Daarvoor is voor de rechtspraak, het Openbaar Ministerie en het Mi nisterie van Veiligheid en Justitie bijzondere aandacht gevraagd, Het mag niet zo zijn dat NRGDbesluiten als vrijblijvende adviezen worden gezien. Tegelijkertijd geldt ook het volgende. Naarmate het re gister meer gevuld raakt, zal het voor de afgewezen rapporteurs moeilijker worden om als gerechtelijk des kundige te worden benoemd, Immers, alleen geregistreer de deskundigen mogen in principe benoemd worden, [let NRGD beleid houdt hier rekening mee. Om toch een hernieuwde aanmelding mogelijk ie maken, kunnen af gewezen rapporteurs onder supervisie van een wel gere gistreerde deskundige zaaksrapporten opstellen. Aldus is de kwaliteit voor de rechtspraak gewaarborgd en blijft individuele verbetering van de gesuperviseerde kandi daat deskundige mogelijk, De gebruiker die een opdracht verleent dient zich ten tijde van de benoeming dan ook ervan te vergewissen dat inderdaad sprake is van een benoeming van een NRGD geregistreerde deskundige. Mocht het in uitzonderlijke gevallen toch nodig zijn dat een afgewezen aanvrager rapporteert, dan dient hiervoor expliciet een onderbouwing te worden gegeven, zodat de rechter commissaris de bedoelde benoeming kan motiveren. De ofriciervanjustilie heeft deze ruimte niet, hij zal slechts een geregistreerde deskundige kunnen benoemen. Toekomstige uitbreiding NRGD Het NRGD zal het vullen van het register in het strafrecht voortzetten, onder meer met deskundigen uit het des’ kundigheidsgebied forensische pathologie. Het NRGD evalueert momenteel een vijftal andere gebieden. Inte ressant is in dit verband ook het op verzoek van het Mi nisterie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap opgestelde advies van de Gezondheidsraad ‘Forensische geneeskun De bevindLnqen zaten b,rnenkort In een aparte publicatie wo,den toe9ellchl, Co[letlal revlew Is hei door een vakinhoudelijke colleta laten beoordelen van een deskundigenrapport. Expertise en Recht 2014-2 Kwalitettswaarborgiag van forensisch deskundigen: de stand van raken de ontieed’ (april 2013). Het rapport adviseert om de forensische geneeskunde een volwaardige plaats te geven door le investeren in opleiding. kwaiiteitswaarborging, evidence-based-rlchtlijnen en professionalisering van de organisatie. en het NRGD te betrekken bij het opstel len en toetsen van forensisch geneeskundigen. Voorts starten binnenkort besprekingen tussen hei departement. de Raad voor de rechtspraak en hei NRGD over mogelijke uitbreiding van het NRGD met te registreren deskundigen werkzaam binnen het civiel recht en het bestuursrecht. Overige nationale ontwikkelingen Zon 989; van alle forensisch-technische onderzoeken in Nederland vindt plaats bij de politie ofbij hei Nederlands rorensisch Instituut (NH). Het gevolg hiervan is dat deze deskundigheid dan ook in hoofdzaak daarwordt geprak tiseerd. Deze situatie weerspiegelt zich ook in het aantal niet-NFI-deskundigen in het register. Dp die gebieden waar slechts een of geen enkele deskundige voor tegen Onderzoek in het register staat is dit voor verbetering vatbaar, vooral waarde verdediging het wenselijk acht om tegenonderzoek te laten verrichten. Minister Opsielten van Veiligheid en Justitie heeft mede daarom de Commissie-Winsemius (hierna, de commissie) ter zake in april 2013cm advies gevraagd. De commissie heeft in september 2013 advies aan de minister ulige bracht. Ten aanzien van de mogelijkheden voor tegenonderzoek en kwaliteitsborging in de breedte adviseert de commis sie: t. ‘Groelmodel. De commissie ziet een toegevoegde waarde van gespecialiseerde onderzoeksruimten bij de politie. Deze dienen uiteraard een hoge kwa liteit te waarborgen. 2. Accredltatle. Anticiperend op het Europees Kader besluit,6 is het wenselijk zo spoedig mogelijk speci fieke kwallteitsstandaarden en normen die interna tionaal zijn vastgesteld om de kwaliteit van foren sisch onderzoek te kunnen garanderen, toe te pas sen op de werkzaamheden die in de onderzoeks ruimten van de politie worden verricht. De commis sie adviseert bij de verdere uitwerking (vastiegging, handhaving) de Raad voor accreditatie, het Neder lands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) en de Landelijke Deskundigheids Makelaar (LDM) van de Politieacademie te betrekken om zo de kwaliteit van het forensisch onderzoek, ook In de fase van het opsporingsonderzoek, optimaal te borgen. 3. Uitwisseling bevorderen. Deconcentratie van NFI medewerkers kan tevens een oplossing bieden voor de uitvoering van specialistische taken die in de toekomst, door de ontwikkeling van nieuwe technie ken, kunnen worden voorzien. Wanneer nabijheid, directe betrokkenheid bij het vooronderzoek of (cultureel) leereffect dat wenselijk maakt, kan het ook zinvol zijn om specialistische, privale aanbie 1. S 6 - S 4. ders “in te passen” binnen de onderzoeksrulmten van de politie’. Tevens adviseert de commissie om driejaarlijks een signalering te verrichten onder andere ten aanzien van ‘Kwaliteitsbewaking van vooronderzoek,’ De minister neemt het advies op deze punten over en onderschrijft het belang van regie, onder andere, op het aspect van ‘kwaliteitsbewaking van vooronderzoek’.’ Mogelijkheden tegenondenoek De minister heeft in lijn met het advies van de Commls sie-Winsemius geen fundamentele wijziging van de hui dige financiering voor ogen en zal over een periode van drie jaar, jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar stellen voor onderzoek bij particuliere instituten. Voor het opbouwen van voldoende expertise is uiteraard een zeker aanbod van zaken en daarmee samenhangende adequate en structurele financiering essentieel. Of € 2 miljoen genoeg zal blijken ie zijn om voldoende mogelijkheden voor tegenonderzoek tot stand te brengen valt te bezien. Het NRGD heeft los hiervan het initiatief genomen een bijdra ge te leveren aan het vergroten van de beschikbaarheid van deskundigen voor tegenonderzoek in Nederland. Het heeft buitenlandse deskundigen uitgenodigd zich te laten registreren in het NRGD-reglster, zodat daarmee voor elk gebied enkele deskundigen voor tegenonderzoek in het register zuilen zijn opgenomen. Onduidelijk Is verder nog hoe het Kaderbesluir 2009/905/jHA door de politie zal worden geinterpreteerd met name op het punt van welke activiteiten wel of niet onder de reikwijdte van het kaderbesluit vallen en of ook andere verrichtingen, zoals voor bijvoorbeeld het bloedspoorpatronenonderzoek, op termijn zullen worden geborgd. Vermeldenswaard Is een recent rapport van het Technology Committee van het House of Commons over de staat van het forensisch onderzoek in Engeland.8 Het rapport stelt onder andere; ‘We have strongly recommended that pollce laboratories that conduct forensic science should achieve arcredita tion(.), De Commissie-Wlnsemlus volgt mijns inziens in haar advies eenzelfde lijn (zie advies 1 en 2)Internationale ontwikkelingen Ook op internationaal niveau vinden interessante ontwik kelingen plaats. Naast het al eerder vermelde Europese Kaderbesluit voor DNA en vingersporen gaat het om de ontwikkeling van specifieke Europese forensische CEN normen voor alle fasen van het onderzoek zoals de ‘plaats delict’, het nadere onderzoek én de wijze van in- Lezondhe,dt,aad Forensische teceetkunde ortieed: naar ee nvotwaatt:3e otaats voor eer. bp-zo-idem optc,pI;e’ Dec Haag: 20’ 3 tpublicaie-r-r- 20’ 3/04) Toekomstig em,, t httng Fc,ent: oche -Onderzoek aDvies aan de Min; oset San Ve;Ipghe;C en Jusi iiie, t t teotrmber 2 t t 3counut Framewo,k Derts:on 2 cco/aDS/JHA ot 33 Novrmaer 23t0 Dr- Acc,ea tot on ot foeens.c service gros-idem s carryng Out abotaloty aci,v,titb Art Je 3 de’uTttons tabcratory act-v,tv rn ears 0fl meabore taker :n aabotatnt ntrn tocot:ng and recoveting traces oh ,temo. al we:) as developirg, araysmng art ‘aterpreting toreruic eviderce. w,tn 0 view to pioviding etpeet op,n,ofls 0, eachangng toreno,c evtdence 6,iel aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten -Cere,aal. datum t 2 november 20 t 3. Ond erwerp Toekomutite mnrictting toreneisch Onderzoek’. House ce commons, Science and Technotogy committee, Foreniic Sc,ence. Second ,eport. HC 603- july 20)3- Expertise - - L’n Recht 2014’2 59 Kwatileit,wnrbnrling van forenals ch deskundigen: de stand van zaken terpretatieY Deze normen moeten leiden tot uniforme en minimale normen in heel Europa. De daarin opgeno men zogenoemde paraplunormen zijn op algemene wijze kadersteliend en geven aan waaraan moet worden vol daan in het kader van kwallteltswaarborging. Voor wat betreft de competenties gaat het om het opstellen van de competentiedoelen per deskundigheid en een opiei dingsplan als ook de wijze van begeleiding en een ade quate eindbeoordeling van de forensisch-technische deskundige-rechercheur alvorens deze zeifstandig aan het werk kan. Ook worden eisen gesteld aan bij- en na scholing. Aangezien het een paraplunorm betrefi dienen deze competenties vervolgens nader per deskundigheid gespecificeerd te worden. Zo dient een DNA-deskundlge verstand te hebben van door hem veel gebruikte speci fieke populatlestatistiek en een forensisch psychiater dient over specifieke kennis te beschikken voor het ma ken van een juisie risicoprognose. De door het NRGD opgestelde normen zouden hierbij prima kunnen worden aangehaakt. Verder heeft de Europese Raad een oproep gedaan aan de Commissie en de lidstaten om te komen tot een Europese forensische ruimte mei minimale kwallielts standaarden’° normen en het toetsen van 700 ‘deskundigen’ duidelijk heid helpen bevorderen. Het is van belang dat adequate kwallteitswaarborging wordt voortgezet en dat ook het NRGD over voldoende bevoegdheden beschikt kwaliteit te borgen voor alle forensisch-technische activiteiten ongeacht wie deze uitvoert; zowel binnen het strafrecht als daarbuiten, In order to foster cooperation between police and judi ciai authorities across the European Union with a view to creating a European Forensic Science Area by 2020. Member States and the Commission will work together 10 make progress in the following areas, aiming to ensure the even-handed, consistent and efficient adminisiration of justice and the security of citizens: accreditation of forensic science institutes and laboratories; respect for minimum compeience criteria ror foren sic science personnel; (- — — Tot slot De — met het NRGD vergelijkbare Engelse Regulator heschiktin tegenstelling tot het NRGD niet overwetielij ke bevoegdheden, maar adviseert daarentegen wel weer ien aanzien van politie en gebruikers. De Engelse parie mentaire commissie stelt tea aanzien van de bevoegdhe den van de Regulator vast dal: — ‘The Forensic Science Regulator ([SR) has had a key roie in ensuring complianee with quality standards. We have reiterated our 2011 calI for the Government to bring forward proposals for statutory powers for the FSR.’ Het streven naar kwaliteit wordt breed onderschreven, maar daadwerkelijke invoering vereist (niet alleen in het VK) een combinatie van ‘sticks and carrots’. De Engelse regering heeft gehoor gegeven aan de parlementaire oproep en is in het najaar van 2013 een consultatie ge start om na te gaan in hoeverre de Engelse Regulator voortaan wettelijke bevoegdheden dient te krijgen. Nederland heeft met de invoering van de Wet deskundi gen in strafzaken en daarmee het NRGD deze les in de praktijk gebracht. Het NRGD heeft met het stellen van 9, ctN IT N 883 t - creation of a new Ptoject commitree en fotentic science nrocesses. ctNrrc4 tO. 0. council of the turopean union. council conctusinne en the vision for turopean Forentic Science 2020 inciading the creatlon of a turopean Forentic Science Area and the devetopment of forentic tel mce infrastructure in turope. 3 t 3Stftl ustice and Home Affairs Counci t meeting - Srueueis, t 3 and t 4 Oecember 20 t 1. 60 Expertise en Recht 2014’2
© Copyright 2024 ExpyDoc