2014_03_14 Montessori College Arnhem SOP defintief

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL
Definitief
Datum : 14-03-2014
Status : definitieve versie SOP t.b.v. Schoolleiding, CvB, SWV
Goedkeuring MR d.d.
Inhoudsopgave:
1. Inleiding
2. Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens
2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren
3. Basisondersteuning
4. Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben
4.1 in de school aanwezige experts
4.2 Voorzieningen
4.3 Gebouw
4.4 Samenwerking met partners
5. Grenzen aan het onderwijs
6. Conclusies en ambities
2
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
Hoofdstuk 1: Inleiding
Binnen Passend Onderwijs is iedere school verplicht een schoolondersteuningsprofiel (SOP) op te
stellen. Dit SOP laat zien wat de school zelf aan mogelijkheden voor ondersteuning van leerlingen in
huis heeft. Het geeft daarnaast ook aan wat de grenzen aan deze ondersteuningsmogelijkheden zijn
en wat de ambities van de school op dit gebied zijn.
Het SOP kent, net als het Ondersteuningsplan (OP) van het Samenwerkingsverband, een looptijd van
4 jaar. De SOP’s van alle scholen samen vormen de basis voor het OP van het
Samenwerkingsverband. De SOP’s van de verschillende scholen worden met elkaar vergeleken
waardoor bepaald kan worden of er in onze regio een dekkend aanbod is voor leerlingen waarvan de
ondersteuningsvraag de basisondersteuning van scholen overstijgt.
Brondocumenten voor het SOP:
- Auditrapporten M&O-groep
- Streefbeeld 2013 van het samenwerkingsverband 13-1
- Huidig zorgplan (2012-2013) en laatste zorgverslag (2011-2012) van de school
- ZEK 2010
- Document ‘Basisondersteuning VO/VSO SWV 25.06’
- Referentiekader Passend Onderwijs definitieve versie d.d. januari 2013
De volledige versies van bovengenoemde documenten vormen samen het totaalbeeld van de
mogelijkheden en grenzen van onderwijsondersteuning die de school kan bieden. Dit SOP is een
sterk gecomprimeerde weergave van deze documenten, bedoeld om in een kort bestek een overzicht
te schetsen.
Het Quadraam bestuur onderscheidt de volgende vormen van ondersteuning:
3
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
Dit School Ondersteunings Profiel richt zich derhalve vooral op de beschrijving van de extra
ondersteuning van de school en de mogelijke voorzieningen. Het heeft als doelgroep de Schoolleiding,
het CvB en het SWV.
Hoofdstuk 2: Algemene gegevens
2.1 Contactgegevens
Montessori College Arnhem
Utrechtseweg 174
6812 AL Arnhem
T: 026 320 9830
E: [email protected]
W: www.montessoriarnhem.nl
2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept
Het Montessori College Arnhem biedt onderwijs op MAVO en HAVO niveau vanuit de
onderwijsprincipes van Maria Montessori. Wanneer leerlingen de school verlaten, moeten ze
beschikken over een ruime mate van zelfstandigheid, zelfkennis, zelfvertrouwen en
zelfverantwoordelijkheid. “Leer me het zelf te doen” is daarbij de leidraad. Dit gebeurt in een
pedagogisch klimaat dat zich kenmerkt in vrijheid krijgen, veiligheid bieden en het geven van
vertrouwen en verantwoordelijkheid. De school kan deze missie alleen realiseren in nauwe
samenwerking met de ouders. De school verzorgt immers naast het onderwijs ook een deel van de
opvoeding.
De onderbouw (leerjaren 1 en 2) werkt met vijf leergebieden: Internationale Communicatie, Mens &
Maatschappij, Mens & Natuur, Kunst/Cultuur/Bewegen, wiskunde, Nederlands en Keuzeprogramma. In
het tweede leerjaar wordt op basis van de persoonlijke ontwikkeling en de behaalde resultaten een
trajectadvies uitgebracht dat de leerling toegang geeft tot 3 HAVO of 3 MAVO. Vanaf leerjaar 3
(bovenbouw) wordt gewerkt met de ‘standaardvakken’ en aan de hand van PTA’s wordt er gewerkt
richting examen.
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en afgelopen drie schooljaren
In totaal zijn er ongeveer 620 leerlingen 1-10-2011, verdeeld over 29 klassen. Het klassengemiddelde
is ongeveer 21 leerlingen.
Het aantal leerlingen op 1-10-2012 was 659, volgens opgave van de school:
Afdeling
Onderbouw
MAVO bovenbouw
HAVO bovenbouw
Aantal lln.
295
139
183
Aantal klassen
16
6
7
Aantal rugzakleerlingen Onderbouw
Cluster 1
1
Cluster 2
1
Cluster 3
0
Mavo bovenbouw
Havo bovenbouw
1
1
4
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
Cluster 4
1
2
4
Met 1,5% lgf leerlingen zit de school onder het landelijke percentage van 1,8.
Aantal leerlingen met een dyslexieverklaring
1-10-2011
Onderbouw
61
Mavo bovenbouw
29
Havo bovenbouw
41
Dit aantal komt neer op ruim 21% en is daarmee flink hoger dan de landelijke percentages (15% voor
VMBO en 11% voor Havo).
Aanvragen LWOO
2007/2008
2008/2009
2009/2010
2010/2011
Onderbouw LWOO onderzoekaanvragen
-
1
1
7
Onderbouw aantal ll met LWOO
?
10
16
27
Bovenbouw Mavo aantal ll met LWOO
?
2
3
7
Totaal LWOO schoolbreed
6
12
19
34
Omdat er geen afzonderlijke gegevens beschikbaar zijn over Havo en Mavo leerlingen in de
onderbouw, is er geen aandeel Lwoo leerlingen te berekenen. Op de hele populatie is het aandeel
5,5%, hetgeen laag is vergeleken met andere VMBO scholen in de regio. De meeste LWOO leerlingen
komen van de Jan Ligthart (Olympus College).
De school kent een tussentijdse instroom, van ongeveer 10 à 15 leerlingen per jaar. Het betreft dan
afstromers van andere VO-scholen. Zij komen om verschillende redenen: zoals demotivatie,
leerproblemen, thuisproblematiek en (faal)angststoornissen. Ongeveer twee à drie leerlingen per klas
binnen de school hebben speciale behoeften op begrenzing van gedrag, stimulering tot activiteit of
inzicht in gedrag.
Uitstroomgegevens schooljaar 2010-2011:
Vanuit
onbekend
werken
vakantie
TL 3
andere
school
havo
vwo
mbo
hbo
wo
2
TL 4
6
39
HV 1
H3
H5
1
2
6
2
1
1
22
5
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
In onderstaande tabel staat een overzicht van de verwijzingen naar het speciaal onderwijs:
Schooljaar
2007/2008
2008/2009
2009/2010
Verwijzingen so cl. 1
2010/2011
1x onderbouw
Verwijzingen so cl. 2
Verwijzingen so cl. 3
1x Mavo bovenbouw
Verwijzingen cluster 4
2007/2008
2008/2009
2009/2010
2010/2011
onderbouw
1
2
1
1
Mavo bovenbouw
1
Havo bovenbouw
Hoofdstuk 3: Basisondersteuning
Onder basisondersteuning wordt verstaan de leerlingondersteuning die op iedere school van het
samenwerkingsverband minimaal gegarandeerd is en bekostigd wordt uit de reguliere lump sumbekostiging van de school.
De basisondersteuning wordt gekenmerkt door preventieve en licht curatieve interventies:
a. binnen de onderwijs ondersteuningsstructuur van de school;
b. onder regie en verantwoordelijkheid van de school;
c. waar nodig met inzet en expertise van andere scholen en kernpartners;
d. zonder indicatiestelling en
e. planmatig en op overeengekomen kwaliteitsniveau
worden uitgevoerd.
Binnen SWV VO 25.06 streven wij naar een sterke basis binnen de scholen zelf; het zwaartepunt voor
begeleiding en ondersteuning bevindt zich in de scholen. Een voorwaarde voor passend onderwijs is
een goed werkende ondersteuningsstructuur in en om de school.
Om de doelstellingen van Passend Onderwijs te realiseren is een hoog ambitieniveau voor
basisondersteuning nodig. Het streefniveau voor SWV VO 25.06 wordt aan de hand van de acht
ijkpunten nader uitgewerkt in het document ‘Basisondersteuning SWV VO 25.06’. Alle scholen binnen
dit samenwerkingsverband behoren vóór 1 augustus 2014 aan het niveau van de basisondersteuning
te voldoen.
Hoofdstuk 4: Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben
Er is een groep leerlingen waarvoor de gezamenlijke afspraken zoals vastgelegd in de standaard voor
basisondersteuning, niet afdoende zijn. Deze leerlingen hebben behoefte aan extra ondersteuning,
beschreven in een ontwikkelingsperspectief (OPP). Vaak kan dit intern binnen de school, of met hulp
van buitenaf (van de kernpartners leerplicht, jeugdgezondheidszorg en/of het samenwerkingsverband)
worden georganiseerd.
6
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
4.1 In de school aanwezige experts
De opbouw van onze ondersteuningsstructuur is dusdanig ingericht dat de mentor de spil is in de
leerlingenbegeleiding. We hebben de overtuiging dat de meest adequate begeleiding zo dicht mogelijk
bij de leerling en zo geïntegreerd mogelijk in de dagelijkse onderwijspraktijk georganiseerd is. We
kiezen dus voor een geïntegreerde benadering en niet voor het expertmodel. Experts worden pas laat
ingezet en het liefst adviserend aan de professionals van de school.
Onderstaande aandachtspunten komen uit de audit en MR.
• Door de organisatie in leerwerkteams, de cultuur en de rol van de mentor binnen de school
ervaart het team minder snel de aanwezigheid van zorgleerlingen. De zorgvraag wordt minder
snel als een probleem ervaren, omdat de aandacht voor de leerlingen geen extra werk is.
Hierdoor gaat het team wellicht meer zorgvragen aan dan men zich bewust is. Voor de
betreffende leerlingen is dat geen probleem, maar voor de positie van de school binnen het
SWV kan het een vertekend beeld geven. (audit)
• Door het sterk pedagogisch klimaat zijn veel ondersteuningsactiviteiten en – interventies al
geïntegreerd. Belangrijk is om hier aandacht voor te hebben, zodat er geen situatie ontstaat dat
de scholen die al van oudsher veel inspanningen leveren, zoals het Montessori College Arnhem,
straks minder middelen krijgen toegewezen dan scholen die een minder sterke traditie hebben in
het verlenen van passend onderwijs en nu een enorme inhaalslag moeten maken. (audit)
• Door de zorgvraag die wij verwachten binnen Passend Onderwijs is het nodig dat docenten
ondersteuning krijgen. Professionalisering in differentiatie is een belangrijk aandachtspunt. (MR)
Schoolniveau
Functionaris(sen)
Orthopedagoog inhuur via EeCee 18 u/jr (ZAT), trekkingsrechten 120 uur + 50 uur per jaar extra
Vrijwilliger (remediërende werkzaamheden) 2-9 uur per week
Onderwijsassistenten (klasgrootte lj1 20 ll en klasgrootte lj 2 26 ll:vanuit LWOO gelden) 1,8 fte
Veiligheidscoördinator 4 uur per week
Vertrouwenspersonen 30 uur per jaar
Ambulante begeleiding inhuur via REC 8 rugzakken
Zorgcoördinator 500 uur per jaar (0,31 fte)
Rugzakmentoren 8x40 u = 320 uur per jaar
Zorg- en studiebegeleider 140 uur per jaar
Mentoren 0,9 + 1,25 fte = 2,15 fte
Dyslexiecoördinatoren 80 uur per jaar
Pedagogisch conciërge 0,8 fte
Huiswerkbegeleider voor LWOO en rugzakleerlingen
7
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
4.2 Extra Groepsondersteuning (EGO)
EGO
Vooralsnog niet. Zie voor ambities punt 6.
4.3 Ruimtelijke omgeving
In de school zijn de volgende ruimtes beschikbaar / is voldaan aan de volgende ruimtelijke eisen:
Voor speciale bewegingsbehoeften
rolstoeltoegankelijkheid
time-out ruimte
Opmerking: een pedagogisch conciërge vangt leerlingen op.
Voor speciale leerbehoeften
keuken (voor leerlingen)
gymlokaal
Opmerking: De school heeft ruime lokalen en leerpleinen in de patio’s. De leerpleinen galmen nogal
door de zeer hoge ruimte.
4.4 Samenwerking met partners
Contacten andere instellingen:
Nooit
Sporadisch Regelmatig
Vaak
GHP
Contactpersoon
SMW
M + zc-er
Bureau Jeugdzorg
M+zc-er
GGD
M+zc-er
GGZ
M+zc-er
MEE
Zc-er
Kinderziekenhuis
Revalidatiekliniek
Justitiële inrichting
KDC
MKD
Gemeente: brede school
Gemeente: VVE
Gemeente: schakelklassen
Gemeente: ketenzorg
8
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014
Samenwerkingsverband
Zc-er
( m= mentor, zc-er = zorgcoördinator)
In het Ondersteuningsplan (OP) van het samenwerkingsverband wordt vermeld op welke wijze de
specifieke expertise van samenwerkende scholen wordt benut en welke afspraken zijn gemaakt met de
gemeente over de uitvoering van jeugdgerelateerde zorgtaken.
Hoofdstuk 5: Grenzen aan het onderwijs
Grenzen voor wat betreft het onderwijsconcept:
• De aantallen zorgleerlingen per klas. Er moet een goed evenwicht zijn; verdunning in de klas.
NB dyslexie, externaliserende gedragsproblematiek, LWOO, rugzak, etc.
• Blijvend en niet-beïnvloedbaar grensoverschrijdend gedrag;
• De ernst van de problematiek; vooral in het geval van complexe thuissituaties en ernstige
psychische stoornissen waarbij behandeling noodzakelijk is, loopt de school tegen grenzen
aan;
• De mate van veiligheid voor medeleerlingen en docenten;
• De verzorgingsbehoefte van leerlingen; leerlingen moeten volledig zelfredzaam zijn
• Van de leerlingen wordt veel zelfwerkzaamheid en activiteit gevraagd. Daarnaast wordt het
samenwerken gestimuleerd en wil men de leerlingen uitdagen en prikkelen. Leerlingen die sterk
prikkelgevoelig zijn, kunnen hierdoor snel worden afgeleid. Voor leerlingen met ernstig ADHDgedrag lijkt het onderwijsconcept daarom minder passend.
• Door de sterke groei van de afgelopen jaren is het belangrijk de onderwijskwaliteit te borgen.
Dat betekent dat we niet meer dan 160 leerlingen aannemen in het eerste jaar in 2014.
Hoofdstuk 6 Conclusies en ambities
Ambities:
Groepsarrangement ontwikkelen in de vorm van een Trajectklas. Dit groepsarrangement is voor
leerlingen die tijdelijk niet in staat zijn de lessen in een reguliere lessetting te volgen. Zij worden in de
trajectklas adequaat ondersteund, zodat leerlingen zonder achterstanden kunnen terugkeren in de
reguliere klas.
Conclusies:
Buiten een onderzoek naar mogelijkheden om een trajectklas te starten wordt er niet ingezet op
nieuwe activiteiten in de lichte ondersteuning in de vorm van groepsarrangementen. De nadruk in de
komende periode blijft liggen op het verder versterken van de basisondersteuning
9
SOP Montessori College Arnhem
14 maart 2014