Conclusies Koninkrijksconferentie

Conclusies van cle
Koninkrijlconferentje van 2 april 2014
te Aruba
De verte
5
genwoordiger
van de regeringen van Nederl
and, Aruba, Curaçao er Sirt Mrten.
Overwegende
-
-
-
dat de Pojftieke Stuurgroep
Staatkundige Veranderingen op ‘7 septe
mber 20C eeft bes;oter
dat met ingang van de
nieuwe staatrechtelijke status tenmin
ste
eermaa er jaar eer
Koninkrijksconferentje tussen
de regeringen van de landen van
het o r*r• wot
georganiseerd;
dat op 14 december 2011 te Den
Haag de eerste Koninkrijksconferentie is
get’cder:
dat tijdens het Koninkrijksberaad
gehouden in Aruba op 10 juni 2013 Nedert
ar.d, Aruba e”
Curaçao zijn overeengekomen dat de
eerstvolgende Komnkrijksconferentie eri
r’aart 201
zal plaatsvinden in Aruba;
Zijn het volgende overeengekomen:
Reglement van Orde van de lConinkrijksconferentie
Het Reglement van Orde van de Koninkrijksconferentie,
zoals gevoegd aan deze
conclusies als bijlage 1, wordt vastgesteld.
Verbinden: Cohesie in het Koninkrijk
1. De Conferentie erkent het belang van verbondenheid van de burger
s van de
landen van het Koninkrijk met het Koninkrijk. De Conferentie acht
het wensebjk dat
verdere initiatieven worden ondernomen om die verbondenheid
te versterker. De
Conferentie onderkent dat voor het bevorderen van elke vorm van
samenwerking de
regeringen zich dienen in te spannen om het juiste politieke klimaa
t te scheppen.
2. De Conferentie besluit om een werkgroep in te stellen onde
r voorzitterschap
van Aruba, die binnen drie maanden aan de regeringen van de
tanden concrete
aanbevelingen zal doen over nieuwe initiatieven, alsmede
intensvenng van
bestaande initiatieven ter bevordering van de verbondenheid
met het Koninkfl. Tot
de initiatieven kan onder meer behoren twinning tussen
naa thappelijke en
overheidsorganisatres.
iii
Economische samenwerking
1. De Conferentie eikeM het beang en de wederzijdse
voordelen mn
economische samenwerking voor de landen van het konink
rijk, m het bigonder van
de strategische voordelen van de d)verse landen van het IConin
krijk als potentreel hub.
2. De Conferentie stemt in met samenwer
king tussen de landen van het Koninkrijk
door middel van het uitwisselen van
kennts en expertise op het gebied van
buitenlandse handel, belastingverdra
gen, mededinging, luchtvaart en maritieme
zaken, en andere aangelegenheden die
de concurrentiepositie van de tanden van het
Koninkrijk kunnen versterken.
3. De Conferentie stemt in met
de instelling van een werkgroep onder
voorzitterschap van Curaçao, die
de voor- en nadelen van en de randvoorwaarden
voor de invoering van een vrijhande
lszone tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de
openbare lichamen Bonaire, Sint Eust
atius en Saba nader zal bestuderen voorstellen
zal doen voor een eventuele impl
ementatie van een dergelijke vrijhandelszone en
aanbevelingen zal doen voor de bevo
rdering van de handel en ondernemerschap,
zoals de uitvoering van een Collegeto
ur tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de
openbare lichamen ?onaire Sint Eust
atius en Saba. De werkgroep rapporteert binnen
zes maanden na het tijdstip van deze
Conferentie aan de regeringen van de landen.
IV
Kleine landen, grote uitdagingen
1. De Conferentie is zich bewust van de
uitdagingen die inherent zijn aan de
kleinschaligheid van Aruba, Curaçao, Sint
Maarten en de openbare lichamen Bon
aire,
Sint Eustatius en Saba.
2. De Conferentie stelt een werkgroep
in onder voorzitterschap van Aruba
die
aanbevelingen zal doen die de inhe
rente kwetsbaarheden van deze kleinscha
ligheid
zal adresseren.
V
Rechten van het kind
1. De Conferentie vindt dat elk kind
van het Koninkrijk recht heeft op
een goede
jeugd zoals beoogd met het Internatio
naal Verdrag inzake de Rechten
van
het Kind.
De Conferentie acht het noodzakelijk
dat daarbij alle relevante secto
ren van de
maatschappij worden betrokken.
2. De Conferentie stelt een Task Forc
e met een roulerend voor
zitterschap in, ciie
de taak krijgt om de samenwerking in
het Koninkrijk ten aanzien van
kinderrechten te
bevorderen. De Task Force zal vana
f zijn instelling een actie
plan opstellen ten
behoeve van de samenwerking op
een aantal thema’s zoals
aanbevolen in de UNICEFrapporten. Een eerste opzet van het
actieplan wordt uiterlijk
20 november 2014 door
de Task Force gepresenteerd aan de
landen van het Koninkrijk.
3. De kiriderrechten worden opnieuw
geagerideerd voor de vo’g
zodat de Task Force over haar vord
ende Conferentie
eringen kan rapporteren.
Vi
WerIçgroeprapportg.s
a Samenwrk1n binnen het
Kon
inkrijk en
1. De Conferentie neemt
kennis van het rappo
Conferentie onderkent het
van de Werk
belari€ van en de behoefte
naar duutzame sam
e,jrj
tusen de landen ian het Yoninkrijk
2. Vooruitlopend op de iast’eggng in het
grer iar 9rt r e
Konmnkrijksconferente besluit cie C fernt
i€ at het
organiserende land zorg draagt vcor de
rtgangsbewag !‘ aanr
besiwten die in de voorafgaande Coriferenre
zijn gene.
b Praktische knelpunten in het func
tioneren van het koninkrijk en de vesdt4en m
interpretaties van het Statuut
De Conferentie neemt kennis van het rapport van
de Werkgroep. Zij
‘1 iocrts
kennis van het belang dat Curaçao en Sint
Maarten hechten aan de we.e
verankering van het opzegrecht in alle cons
ensu&-rujkswetten. Bij de eraaie var
consensus-rijkswetten, die in 2015 zal plaats’,’inden. zal
dat punt expliciet aan de
e
worden gesteld.
c Verkeer van personen en goederen binnen het Kon
inkrijk
1. De Conferentie neemt kennis van het rapport van de Wer
kgroep en -verzoekt de
landen verdere uitwerking te geven aan de voorstellen inzak
e de vereen.’oudiging van
het gebruik van de disembarkation card voor Nede
rlanders tVse reizen tussen de
landen van het Koninkrijk en het reizen met een iden
titeitsdocumerrc iusn Afa,
Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire,
Sint Etistatius en Saa.
2. In de werkgroep, bedoeld in 111.2, worden de voorstell
en van de landen van het
koninkrijk ten aanzien van de mogelijkheid van een vrijh
andelzone uitgeweilct
d GescNflnregellng
De Conferentie constateert dat Aruba, Cura
çao en Sint Maarten geen
overeenstemmIng met Nederland hebben
bereikt over de uitwerking van ee
gescNllencegeling voor het Kon.nkr* en dat
het onderwerp
ieder geval wordt
g.agendeerd voor de volgende Conferentie.
eu*neeT5te helft van april 2015 zal de volgende ConjetJe
c,
Aldus overeengekomen en ondertekent op 2 april
2014,
Voorzitter van de
MG. Eman
Minister van Financiën en
Minister van Binnenlandse
Konlnkrijksrelatles,
RM.A. Plasterk
Minister-president van Curaçao,
1. Asjes
Zaken
en