WIJNAND BRUGGINK ‘Aan boord van MH17’ Van mama moet ik bij het raam zitten. Dat is niet omdat ik daar om gevraagd heb, maar dat is omdat zij mij dan beter in de gaten kan houden. Een uur of twee geleden zocht iedereen naar mij op het vliegveld. Ik was even van mama’s zijde geweken en daar was het; paniek. Mama is zuinig op mij, want ik ben het enige dat ze nog heeft. Vorige week gingen we uit eten met haar broer en zijn vrouw. Het was gezellig en ik kreeg patat en ijs. Mijn teddybeer, Brom, wil niet op reis. Hij wil in de tuin met mij en mijn andere knuffels spelen. We hebben het er gisteren voor het slapengaan uitvoerig over gehad. Ik vertelde Brom dat hij geen keus had en dat we toch wel gingen. Ik ben goed in het overhalen van mijn favoriete knuffelbeer. Mama is trots op mij omdat ik mij volwassen gedraag. Ik vind dat dit terecht is. Een medewerker van het vliegtuig heeft mij iets te drinken gegeven. Mama gaf mij een aai over m’n bol toen ik de eerste slok nam en kinderlijk met mijn voeten heen en weer wiebelde. De man vóór mij was hier eerst niet zo blij mee, maar toen hij mijn kinderlijke gelaat zag kon hij zich beheersen. De man is kaal en keek een beetje boos; ik denk dat hij ook een knuffelbeer heeft en deze kwijt is geraakt op het vliegveld. Dit gebeurt vaker. Mama zegt dat iedereen wel eens iets kwijtraakt. Mama is wijs en weet veel. Ik wil later ook mama worden. Ik wil veel kinderen en veel speelgoed. Misschien wil ik zelfs ook wel een papa hebben. Denk ik. Ik weet het allemaal niet want ik ben nog maar acht. Mijn speelgoed en nieuwe kleertjes zitten in de koffers die mama gisteren pas gekocht heeft. De vliegtuigmensen gaan hier goed op passen. Ondanks dat ik er niet om vroeg om bij het raam te mogen zitten, geniet ik er toch wel van. Het vliegtuig komt in beweging. Ik zwaai naar een man waarvan ik zeker weet dat hij mij niet kan zien. Een echte harde werker. Mama geeft mij een kus op mijn voorhoofd en vraagt naar wie ik zwaai. Ik wijs naar een man met een donkere huidskleur en een petje op. Ik denk dat hij een Amerikaan is. Amerikanen zijn vaak zwart en kunnen weinig met hun haar en daarom dragen ze vaak een petje. Mama ruikt vandaag heel lekker; naar bloemetjes en konijnen. Ik mag van mama geen konijn omdat ik nog maar acht ben en niet weet wat verantwoordelijkheid is. Soms moet mama heel veel huilen als ik om dingen vraag die ik wil hebben. Ik troost mama dan met zandtaartjes die ik in de zandbak met Brom gebakken heb. Brom mag geen taartjes eten want hij heeft diabetes en een gebrek aan aandacht. Mama en ik lezen een boek over Nijntje. Het is niet een spannend boek en zeker niet één van de beste. Soms vraag ik mij af waar de schrijver met zijn gedachten zit. Ik denk dat hij worstelt met het kapitalisme en egocentrisme van onze maatschappij en dit op een speelse manier aan kinderen duidelijk probeert te maken. Ik denk niet dat ik er te veel achter zoek, integendeel. Het is druk in het vliegtuig. Ik denk dat er wel duizend mensen zijn. Ik heb ze niet allemaal geteld. Mama legt Nijntje weg en laat mij plaatjes van Australië zien. Ik zie heel veel dieren die ik wel eens op de computer heb gezien, of in dierentuinen. Papa nam mij vroeger mee naar dierentuinen en vertelde mij daar altijd dat hij heel veel van mij houdt. Ik mis papa enorm. De dropjes die mama gekocht heeft mochten mee het vliegtuig in. Het ging allemaal heel stiekem. Het deed mij denken aan die keer dat ik tegen mama loog over de inhoud van de koekjestrommel. Mama zegt mij over welke landen we vliegen en hoeveel mensen er in deze landen wonen. Ook vertelt ze erbij wat voor taal deze mensen met elkaar spreken. Soms denkt ze dat ik twintig ben en dat ik dit allemaal begrijp. De namen van de landen kan ik niet uitspreken en zeker niet onthouden. Ik hou me bezig met belangrijkere dingen; zou er een betekenis achter de laatste Lego-film zitten? En zo ja, welke? Ik zie patronen en algoritmes die anderen niet zien of begrijpen. Af en toe zwaai ik naar de mensen die door het gangpad lopen om naar de wc te gaan. Waar gaat de plas en poep toch heen? Wanneer ik mama dit vraag zegt ze dat er een fee is die dit allemaal doet verdwijnen. Als ik vraag of dit net zo’n fee als de Tanden fee is, knikt ze en geeft ze mij een kus. Ik ben een braaf en nieuwsgierig kind. De mensen in het vliegtuig praten luid en veel. Het gaat veel over voetbal en over een derde plek. Ook het koningshuis wordt besproken. Daar vind ik allemaal niks van. De reis naar Australië vind ik belangrijker. Ik ben slaperig en denk dat ik even wil slapen in mama’s armen. Ze heeft dit door en neemt mij bij haar op schoot terwijl ik de duim van mijn linkerhand in mijn mond stop. Mama geeft mij een kus en ik voel mij zo veilig als het maar kan. Ze gaat met haar vingertoppen door mijn haren en fluistert in mijn rechteroor dat ik op het strand kastelen mag bouwen en dat ik al het ijs van de wereld mag hebben. Is het al het ijs van de wereld dan in Australië? Dat zou echt super chill zijn, want dat zou betekenen dat ik elke dag veel ijs zou kunnen eten. Brom is van de stoel gevallen en ik hoor hem snikken. Een aardige jongen naast mama zegt tegen mama dat Brom gevallen is. Ik word terug gezet op mijn stoel en al snel ben ik weer herenigd met mijn boezemvriend. Ik kreeg hem toen ik geboren werd. Daar kan ik mij niet veel meer van herinneren. Wat ik nog wel weet is dat ik onder het bloed zat en dat mama veel moest huilen. Papa was er ook bij en hij wilde mij maar niet loslaten. De vrouwen in het wit vonden mij een mooie baby. Dat is het enige dat ik mij nog kan herinneren. Dat vind ik jammer want een mens wil zich toch meer van zijn geboorte kunnen herinneren? Wel ben ik blij met deze enige herinnering, want vanaf dat moment is mijn leven echt begonnen. Ik weet niet waar mijn leven zal eindigen, maar ik hoop dat voordat ik sterf, ik mama nog even kan aankijken. Mama is even naar de wc. Mijn benen doen pijn van het zitten. De jongen naast mama past even op mij. Soms heb ik het gevoel dat mama er alles aan doet zodat mij niets overkomt. Dat vind ik terecht. Ik ben een lief kind, vooral wanneer ik slaap. Dan ben ik stil en snurk ik zachtjes en tevreden. Het vliegtuig begint heen en weer te schudden. Hier is een woord voor dat eindigt op ‘tie’. Het is een moeilijk woord en ik denk dat ik het woord over een paar jaar zonder problemen kan uitspreken en zeggen wat het betekent. Ik wil mama, maar mama is nog op de wc. Mama is vast even kletsen met een andere vrouw. Dit doet mama vaker. Vooral tijdens het winkelen doet ze dit. Soms denk ik dat mama een klankbord mist waar tegen ze kan kletsen. Ik ben nog geen volwassen iemand dus met mij is het moeilijk praten over van alles en nog wat. Democratie en oorlog interesseren mij niet en snap ik toch niet. Wat moet ik daar dan als een achtjarige van vinden? Ja mama, dat is ook erg, maar denk even aan de voordelen die we uit zo’n oorlog kunnen halen. Is dat wat ze wil horen? Dat denk ik niet. Het is stil in het vliegtuig. Iedereen is vast aan het slapen. Ik ben nog wakker. Dit lijkt wel op opblijven tijdens oud en nieuw. Ik mag nog geen vuurwerk afsteken, maar dat vind ik niet erg. Het is gevaarlijk en als je het niet goed afsteekt dan kun je jezelf echt goed bezeren. Daarnaast denk ik dat het meer iets is voor jongens met bruin of zwart haar. Ik ben blond en vind mijn haren heel mooi. Ik heb soms strikjes in die mama heel mooi vindt. Stiekem haal ik ze er wel eens uit zodat mama ze er weer in kan doen want ik vind het fijn hoe mama dit doet. Duimen probeert mama mij af te leren. Met opzet duim ik soms in haar bijzijn zodat ze er iets van kan zeggen. Haar zachte handen raken mij dan aan en dan voel ik mij kinds en klein. Ik hou van mama, echt. Dat doe ik echt. Het laatste wat ik zal zien in mijn leven is de zachte hand van mama die mijn duim uit mijn mond haalt. Ze zegt dat alles niet voor niks is geweest en dat we de dieren in Australië op een ander moment gaan bekijken. Al het ijs wat mij belooft is krijg ik ook, maar niet direct. Eerst moet er nog het één en ander worden afgehandeld door mannen met geweren en door mannen in pakken die heel moeilijk kijken bij het uitspreken van simpele woorden. Veel kinderen krijg ik later niet, maar veel kinderen huilen wel nu ik er niet meer ben. Mama huilt en kijkt vreemd uit haar ogen. De jongen naast mama is verdwenen en langzaam maar zeker val ik in slaap. Een deken van hard beton valt mij ten deel en ik denk dat dit het dan wel zo ongeveer was, mijn leven. Wijnand is een man die absoluut geen blad voor de mond neemt en zichzelf digital uit. Hij werkt momenteel aan zijn eerste kindje (althans, in e-boekvorm) en maakt hiervan, samen met De Nieuwe Uitgeverij, een mooi project. Wijnand: Een literair talent waar u nog veel over zult horen! Meer informatie : www.DeNieuweUitgeverij.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc