Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS)

Kwaliteitsrapport
Bijstandsuitkeringen
Statistiek (BUS)
15-1-2014 gepubliceerd op cbs.nl
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 1
Verklaring van tekens
. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
xGeheim
–Nihil
– (Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0)
Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2013–2014
2013 tot en met 2014
2013/2014
Het gemiddelde over de jaren 2013 tot en met 2014
2013/’14
2011/’12–2013/’14
Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2013 en eindigend in 2014
Oogstjaar, boekjaar, enz., 2011/’12 tot en met 2013/’14
In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven
totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
Colofon
Uitgever
Centraal Bureau voor de Statistiek
Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag
www.cbs.nl
Inlichtingen
Tel. 088 570 70 70, fax 070 337 59 94
Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2014.
Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 2
Inhoud
1. Inleiding 5
2. Tabellen 5
3. Wet- en regelgeving 5
4. Beschrijving van de statistiek 5
4.1
Algemeen 5
4.2
Statistische eenheid 6
4.3
Populatie 8
4.4
Variabelen 9
4.5
Classificatiesystemen 9
4.6
Meeteenheid 9
4.7
Verslagperiode 9
4.8
Tijdreeks 10
4.9
Land 10
5. Statistisch proces 10
5.1
Primaire waarneming 10
5.2
Secondaire waarneming 10
5.3
Steekproeftrekken 10
5.4
Respons 10
5.5
Gaafmaken 10
5.6
Imputeren 11
5.7
Uitbijterdetectie- en afhandeling 11
5.8
Wegen en ophogen 11
5.9
Transformeren 11
5.10
Koppelen 11
5.11
Corrigeren 11
6. Externe bronnen 12
7. Publicatiebeleid 12
7.1
Frequentie 12
7.2
Persberichten 12
7.3
Publicaties 12
7.4
Microdata 12
7.5
Revisies en bijstellingen 13
7.6
Overig 13
8. Kwaliteitsmanagement 13
9. Relevantie 14
9.1
Behoeften van gebruikers 14
9.2
Volledigheid 14
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 3
10. Nauwkeurigheid 14
11. Vergelijkbaarheid 15
11.1
Vergelijkbaarheid tussen landen 15
11.2
Vergelijkbaarheid in de tijd 15
12. Samenhang en consistentie 16
12.1
Samenhang van concepten 16
12.2
Consistentie tussen voorlopige en definitieve cijfers 16
12.3
Consistentie tussen korte en lange termijn cijfers 16
12.4
Consistentie met andere statistieken (plausibiliteit) 16
12.5
Modelmatige consistentie 17
12.6
Consistentie tussen aggregaten en microdata 17
Gerelateerde tabellen 17
Afkortingen en begrippen 18
Referenties 19
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 4
1. Inleiding
Dit rapport beoogt gebruikers inzicht te geven in onder meer doel, proces, methodiek en
publicatiebeleid bij de totstandkoming en gebruik van de Bijstandsuitkeringenstatistiek
(BUS). Ook wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van de output.
Maatregelen die gelden voor alle statistieken, komen in dit rapport niet aan de orde. Denk
hierbij aan maatregelen om de vertrouwelijkheid van de data en de kwaliteit van de output
en processen te waarborgen. Raadpleeg hiervoor de CBS Kwaliteitsverklaring.
2. Tabellen
Dit rapport heeft betrekking op de volgende StatLinetabellen:
WWB-uitkeringen; uitkeringsgrondslag, regio’s
Personen met WWB; persoonskenmerken
Zie voor gerelateerde tabellen hoofdstuk 13.
3. Wet- en regelgeving
In de “Regeling statistiek WWB, IOAW, IOAZ” (Rijk, 2005) wordt beschreven dat het CBS
op reguliere wijze informatie van de gemeenten ontvangt over uitkeringen in het kader van
onder meer de Wet werk en bijstand (WWB). Naast informatie over bijstandsuitkeringen en
bijstandsontvangers voor een statistiek conform het eigen werkprogramma, verzamelt en
verwerkt het CBS ook informatie voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De gezamenlijke informatiewens wordt in de vorm van een overeenkomst vastgelegd en jaarlijks
herzien. Voor uitvraag en verwerking van de gegevens betaalt het ministerie een vergoeding.
4. Beschrijving van de statistiek
4.1 Algemeen
De BUS geeft inzicht in zowel het aantal uitkeringen in het kader van de Wet werk en
bijstand, als het aantal personen met een bijstandsuitkering. Hierbij worden kinderen binnen
het huishouden niet geteld als zij geen zelfstandig recht hebben op een bijstandsuitkering.
De WWB is op 1 januari 2004 in werking getreden ter vervanging van de Algemene
bijstandswet (Abw), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en
Doorstroombanen (ID-banen).
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 5
Een WWB-uitkering is bedoeld voor huishoudens. Hoewel voor (echt)paren geldt dat beide
partners voor gelijke delen recht hebben op de uitkering, is er toch sprake van één uitkering.
De wet streeft na dat iedereen zoveel mogelijk in eigen onderhoud moet voorzien, met als
uitgangspunt: ‘Werk gaat voor inkomen’. Wie hier niet toe in staat is en ook geen beroep kan
doen op een andere sociale verzekeringswet of sociale voorziening, komt in aanmerking voor
bijstand.
Met ingang van 1 januari 2013 is in de BUS een aantal wijzigingen doorgevoerd. Het gaat
om de volgende zaken: meer nadruk in publicaties op personen met een bijstandsuitkering,
aanpassing van de meetmethodiek, introductie van een raming voor de eerst gepubliceerde
cijfers en aanpassing van de leeftijdscategorieën als gevolg van de nieuwe AOW-gerechtigde
leeftijd per 2013.
In tellingen is er een verschil tussen aantallen bijstandsuitkeringen en aantallen personen
die een bijstandsuitkering ontvangen, omdat een deel van de bijstandsuitkeringen, het deel
dat aan een (echt)paar wordt uitgekeerd, zowel bedoeld is voor de aanvrager als voor de
partner. Om dit onderscheid duidelijker herkenbaar te maken zal in publicaties van aantallen
uitkeringen niet langer een uitsplitsing getoond worden naar de persoonskenmerken van de
(hoofd-)ontvanger van die uitkering. Er zal uitsluitend nog worden onderscheiden naar de
wettelijke regeling op grond waarvan de uitkering wordt uitgekeerd, en de financiële norm
die bepalend is voor de hoogte van de uitkering.
Per januari 2013 wordt een statistiek toegevoegd waarin tellingen worden getoond
van personen die een bijstandsuitkering ontvangen, met uitsplitsingen naar een aantal
persoonskenmerken.
4.2 Statistische eenheid
Onderwerp van meting
Onderwerp van de Bijstandsuitkeringenstatistiek is zowel het aantal personen dat een
bijstandsuitkering ontvangt als het aantal bijstands­uitkeringen. In de praktijk is gebleken
dat het aantal bijstandsuitkeringen vaak wordt verward met het aantal personen met
een bijstands­uitkering. Er is echter een belangrijk verschil: een deel van het totaal aantal
bijstands­uitkeringen is zowel bedoeld voor de aanvrager als voor zijn of haar partner. Voor de
duidelijkheid zal de nadruk in het vervolg liggen op de presentatie van het aantal personen
met een bijstandsuitkering en zullen uitsluitend in publicaties over bijstandsgerechtigden
uitsplitsingen naar persoons­kenmerken zoals geslacht of leeftijd worden gepresenteerd.
Meetmethodiek
Tot 2013 werden maandcijfers van de Bijstandsuitkeringenstatistiek gebaseerd op het
aantal bijstandsuitkeringen zoals die voor de desbetref­fende maand, vastgelegd waren in
de gemeentelijke uitkeringsadministraties. Dit maakt een relatief snelle publicatie mogelijk,
maar heeft ook een belangrijk nadeel. Een aanzienlijk deel van de gemeentelijke besluiten
over aanvang en beëindiging van uitkeringen wordt pas na enkele weken tot zelfs enkele
maanden vertraging in de uitkeringsadministraties verwerkt. Om de werkelijke ontwikkeling
van het aantal uitkeringen en het aantal uitkeringsontvangers nauwkeurig te kunnen volgen,
is het wenselijk om deze informatie, hoewel die vertraagd bij het CBS binnenkomt, te
verwerken samen met de eerder ontvangen gegevens.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 6
Vanaf het verslagjaar 2013 zal “vertraagde informatie” afkomstig uit de
uitkeringsadministraties van de drie maanden volgend op de verslagmaand worden
verwerkt in de statistieken van de bijstand. Het gaat om zowel de statistieken over personen
met een bijstandsuitkering als om de statistieken over het aantal bijstandsuitkeringen.
De vertraagde informatie is vooral van belang voor een juiste bepaling van aanvang en
beëindiging van een uitkering. Ook de betalingen die zijn gedaan in het kader van die
uitkering zijn belangrijk. Een uitkering die meer dan drie opeenvolgende maanden niet
daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, zal als beëindigd worden beschouwd.
De nieuwe methodiek wordt ook wel kort aangeduid als een transactie-methodiek in
tegenstelling tot de registratie-methodiek die tot en met december 2012 is gehanteerd.
Raming
Om kwalitatief hoogwaardig én toch snel te kunnen publiceren zijn de eerste cijfers over
de bijstand voor een bepaalde verslagmaand vanaf 2013 geba­seerd op een raming. Naast
informatie verkregen uit de registerafslag wordt een raming gemaakt van het effect van
nagekomen informatie over de verslagmaand. Dit kan de aantallen zowel naar boven als
naar beneden bijstellen. De onzekerheid van deze ramingscijfers is kleiner dan 1 procent.
De cijfers gebaseerd op deze ramingsmethodiek verschijnen twee maanden na afloop van
een verslagmaand. Van het laatste kwartaal in het persbericht over de bijstand zijn de twee
meest recente maanden gebaseerd op deze ramingsmethode. Vijf maanden na afloop van
de verslagmaand volgen nadere voorlopige cijfers, gebaseerd op de transactiemethodiek.
Deze bevatten gedetailleerde uitsplitsingen naar persoonskenmerken en regionale
kenmerken. Zowel de statistiek over personen met een bijstandsuitkering als de statistiek
over de aantallen bijstandsuitkeringen worden op StatLine gepubliceerd.
Trendbreuk
De overstap van registratie-methodiek naar transactie-methodiek brengt met zich mee
dat er een beperkte trendbreuk is met eerder gepubliceerde cijfers. Vertraagde informatie
waaruit blijkt dat uitkeringen al zijn beëindigd, of waaruit blijkt dat er geen betaling heeft
plaatsgevonden, heeft tot gevolg dat aantallen bijstandsuitkeringen, c.q. aantallen personen
met een bijstands­uitkering, lager uitvallen dan op basis van de registratie-methodiek
zou worden bepaald. Daarentegen heeft vertraagde informatie over de aanvang van
bijstandsuitkeringen een verhogend effect op deze aantallen. Om dit in beeld te brengen zijn
voor 2012 de cijfers beschikbaar volgens zowel de registratie-methodiek als de transactiemethodiek.
In figuur 1 zijn deze cijfers grafisch weergegeven.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 7
an kleurenpalet van
t 2013
1 Aantallen bijstandsuitkeringen en aantallen personen met een bijstandsuitkering tot de
AOW-gerechtigde leeftijd in 2012, volgens het oude en het nieuwe concept
x 1 000
390
380
370
360
350
340
330
320
310
0
201201
201202
201203
201204
201205
201206
201207
201208
201209
201210
201211
201212
Bijstandsuitkeringen (WWB tot AOW-gerechtigde leeftijd) Oud concept
Bijstandsuitkeringen (WWB tot AOW-gerechtigde leeftijd) Nieuw concept
Personen met bijstand tot AOW-gerechtigde leeftijd: Nieuw concept
Personen met bijstand tot AOW-gerechtigde leeftijd: Oud concept
Begin 2012 is er slechts weinig verschil te zien tussen de aantallen volgens het oude en
volgens het nieuwe concept. Naarmate het jaar vordert is te zien dat de administratief
vertraagde verwerking van gegevens over aanvang en over beëindiging van uitkeringen
elkaar niet meer geheel opheffen. Vooral in het laatste kwartaal van 2012 is er duidelijk meer
vertraagde instroom dan vertraagde uitstroom zodat in het nieuwe concept de aantallen
uitkeringen hoger uitkomen dan in het oude concept.
Bij de statistieken over personen met een bijstandsuitkering is het verschil stabieler. Dit
komt omdat in de bestaande statistiek over Personen met een uitkering (PMU) al een deel
van de administratief vertraagde informatie werd meegenomen, maar niet alle informatie.
In het bijzonder de informatie over vertraagde betalingen en beëindigingen is met ingang
van de nieuwe methodiek verbeterd. Daardoor ligt de nieuwe reeks voor personen ongeveer
twee duizend personen met een bijstandsuitkering lager dan in de oude reeks.
4.3 Populatie
Voor de statistieken over het aantal personen met een bijstandsuitkering bestaat
de populatie uit alle personen die op grond van de WWB een periodiek algemene
bijstandsuitkering ontvangen. Het betreft zowel alle bijstandsontvangers tot de AOWgerechtigde leeftijd als alle personen met een uitkering op grond van de Aanvullende
inkomensvoorziening ouderen (AIO als onderdeel van de WWB). Voor de statistieken over
het aantal bijstandsuitkeringen wordt de populatie gevormd door alle uitkeringen in het
kader van WWB en AIO. Het gaat dan om periodiek algemene uitkeringen aan personen
van 18 jaar en ouder, wonend in Nederland. In principe worden er geen bijstands­uitkeringen
verstrekt aan personen jonger dan 18 jaar. In uitzonderlijke gevallen mogen gemeenten
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 8
hiervan afwijken. Deze gevallen zijn wel opgenomen in de statistiek.
In alle gevallen gaat het om personen die niet zelfstandig in de kosten van het bestaan
kunnen voorzien en geen recht hebben op een andere, zogenaamde voorliggende
voorziening. De bijstand is het sluitstuk van het Sociale Zekerheidsstelsel in Nederland.
In de tabellen op StatLine zijn bijstandsgerelateerde uitkeringen niet altijd opgenomen.
Het betreft hier uitkeringen in het kader van: de Wet Inkomens­voorziening
Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW), de Wet
Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
(IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), uitkeringen aan (overige)
adreslozen en uitkeringen aan personen die in een inrichting verblijven.
4.4 Variabelen
De teleenheden, personen in het geval van de statistieken over bijstandontvangers en
uitkeringen bij de tellingen over het aantal bijstands­uitkeringen, worden in de statistieken
uitgesplitst naar zowel persoons­kenmerken van de ontvangers als uitkeringskenmerken bij
de bijstands­uitkeringen. De persoonskenmerken zijn vooralsnog geslacht, leeftijd en her­
komst­groepering. Het belangrijkste uitkeringskenmerk is de uitkerings­grondslag.
Ook vindt uitsplitsing plaats naar regio. Wanneer bijstandsuitkeringen geteld worden dan
is de variabele ‘Regio’ de woonregio van de uitkeringsontvanger, afkomstig uit de opgaven
van de gemeenten. Als het gaat om personen met een bijstandsuitkering, dan zijn de
woongemeente en de daarop gebaseerde andere regionale uitsplitsingen, afkomstig uit de
Gemeentelijke Basis Administratie (GBA).
4.5 Classificatiesystemen
De cijfers zijn onderverdeeld naar de volgende categorieën:
Geslacht, leeftijd uitkeringsontvanger, regio (Nederland, landsdeel, provincie en gemeente)
en ‘Uitkeringsgrondslag’.
Het kan voorkomen dat een waarde van een van deze variabelen voor een persoon
of uitkering niet bekend is. In dat geval wordt de persoon of uitkering wel geteld en
meegenomen in het totaal, maar wordt de persoon of uitkering niet geteld in de
desbetreffende categorie. Er is geen categorie ‘Onbekend’ in de tabel opgenomen.
4.6 Meeteenheid
Bijstandsuitkeringen of personen met een bijstandsuitkering.
4.7 Verslagperiode
Maand.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 9
4.8 Tijdreeks
Vanaf januari 1998 – heden.
4.9 Land
Nederland.
5. Statistisch proces
5.1 Primaire waarneming
Niet van toepassing.
5.2 Secondaire waarneming
Maandelijks leveren gemeenten, door gemeenten gemandateerde bericht­gevers,
waaronder loketten voor zelfstandigen, gemeentelijke samenwer­kings­verbanden, en de
SVB, gegevensbestanden aan over de uitkeringen en uitkeringsontvangers zoals die aan het
eind van die desbetref­fende maand in de uitkeringsadministratie staan geadministreerd.
5.3 Steekproeftrekken
Niet van toepassing. Alle gemeenten leveren een volledige registratie aan.
5.4 Respons
Binnen zes weken na het einde van de verslagmaand is alle input doorgaans ontvangen. Zo
nodig wordt gerappelleerd. Mocht een gemeente voor de verwerking van alle gegevens, nog
niet hebben geleverd, dan vindt imputatie plaats (zie 5.6). Doorgaans is alle informatie van
alle gemeenten binnen voor het bepalen van de definitieve cijfers.
5.5 Gaafmaken
Bestanden worden automatisch gaafgemaakt. De relevante velden worden ge­contro­leerd
op het juiste waardenbereik en er vinden relationele controles plaats. In de richtlijnen voor
de gemeenten is het juiste waardenbereik opgenomen (CBS, 2010c). Onjuiste waarden
worden op een code voor onbekend gezet. Zo nodig wordt hierover contact opgenomen
met gemeen­ten. Als het aantal signaleringen relatief hoog is, wordt gevraagd om een
herlevering.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 10
Gekeken wordt verder naar de ontwikkelingen tussen gemeenten in dezelfde grootteklasse
en regio. Verwacht mag worden dat die een gelijke ontwik­keling vertonen. Verder mogen
geen onverklaarbare verschillen voorkomen met de cijfers van de vorige maand. De
geautomatiseerde gaafmaak­procedure signaleert opmerkelijke verschillen.
5.6 Imputeren
Gegevens van ontbrekende gemeenten worden geïmputeerd. Hierbij wordt het bestand van
de laatste kwalitatief goede en volledige inzending genomen. In de praktijk vindt imputatie
over het algemeen alleen plaats bij de voorlopige cijfers en worden de gegevens van alle
gemeenten verwerkt in de definitieve cijfers.
5.7 Uitbijterdetectie- en afhandeling
Als een record slecht is gevuld, wordt het record in overleg met de bericht­gever verwijderd.
Als dit (relatief) vaak voorkomt, wordt gevraagd om herlevering van het gehele bestand.
5.8 Wegen en ophogen
Weging en ophoging vinden niet plaats, omdat er sprake is van integrale waarneming.
Ontbrekende waarnemingen worden geïmputeerd.
5.9 Transformeren
Er is geen noodzaak om de betekenis van velden aan te passen.
5.10 Koppelen
De bestanden met bijstandsuitkeringen worden binnen het CBS gekoppeld met gegevens
van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Hieruit worden gegevens zoals geslacht,
geboortedatum en herkomst overgenomen. De gegevens kunnen afwijken van de input
van de gemeenten, maar het GBA is hierin leidend om consistentie binnen het CBS te
waarborgen. Wanneer de definitieve cijfers zijn gepubliceerd, worden de gegevens in
bestandsvorm verder verwerkt voor opneming in het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). In
het SSB kunnen gegevens worden gekoppeld met andere registraties voor nieuwe analyses.
5.11 Corrigeren
Er vindt geen seizoencorrectie plaats noch een correctie voor werkdagen of iets dergelijks.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 11
6. Externe bronnen
Tijdens de verwerking van de data wordt de informatie uit de uitkeringsbestanden
verrijkt met informatie uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) ter bepaling van
het woonadres van de uitkeringsgerechtigde (alleen bij de statistiek over personen met
een bijstandsuitkering) en voor informatie over de samenstelling van het huishouden.
Daarnaast wordt informatie over de geaggregeerde regio’s via de woongemeente aan het
uitkeringsbestand toegevoegd.
7. Publicatiebeleid
De voorlopige cijfers in de vorm van een raming worden binnen twee maanden na het
verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de
maand). Vijf maanden na de verslagmaand worden nadere voorlopige cijfers gepubliceerd
die verkregen zijn via de transactie-methodiek (zie 4.2). Een jaar na het verschijnen, worden
de data definitief van karakter.
7.1 Frequentie
Maandelijks.
7.2 Persberichten
Een keer per kwartaal. Op de CBS-website staat onder het thema Sociale Zekerheid in de
rubriek Nieuw een agenda voor de persberichten.
7.3 Publicaties
Op de CBS-website onder het thema Arbeid en sociale zekerheid is informatie over
bijstandsuitkeringen (CBS, 2011d) te vinden.
In het Statistische jaarboek 2012 staan twee tabellen met het aantal bijstandsuitkeringen
eind 2011 (CBS, 2012 e, tabel 4.22 en 4.23).
Op de webpagina wordt in de elektronische publicatie Arbeidsmarkt in vogelvlucht aandacht
besteed aan de ontwikkeling van de bijstand (2012j).
7.4 Microdata
Aan gebruikers die van de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS) toestemming hebben
gekregen, kunnen onder voorwaarden microdata­bestanden voor specifiek onderzoek
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 12
beschikbaar worden gesteld via het Centrum voor Beleidsstatistiek. Op dit moment zijn de
bestanden met bijstandsuitkeringen beschikbaar vanaf 2005 (2012k).
7.5 Revisies en bijstellingen
Bijstelling van voorlopige cijfers tot definitieve cijfers vindt altijd plaats. Aanpassing
(herziening) van de definitieve cijfers wordt alleen overwogen in geval van calamiteiten.
Dit beleid is geldig voor alle uitkeringsstatistieken. Dit beleid is vastgelegd in een intern
protocol.
Herziening heeft tot op heden slechts één keer plaatsgevonden, doordat de kwaliteit van
de input goed wordt bewaakt (intensieve inputcontrole). In voorkomende gevallen wordt er
eerder voor gekozen het definitief maken van de cijfers uit te stellen.
7.6 Overig
Er is een visualisatie van personen met een bijstandsuitkering per gemeenten genaamd
Personen met een uitkering. Deze staat op de CBS-website onder CBS Interactief onderdeel
Personen met een uitkering naar gemeente.
In CBS in uw buurt kan het aantal bijstandsuitkeringen in een wijk worden opgevraagd onder
het thema Inkomen en sociale zekerheid.
8. Kwaliteitsmanagement
In het statistisch proces vinden zowel een technische controle plaats op het waardebereik
van de velden in de records als een statistische controle waarbij relaties tussen kenmerken
onderling en bepaalde volgtijdelijke ontwikkelingen tussen opeenvolgende verslagmaanden
worden beoordeeld. Verder vindt er controle plaats op de tijdige binnenkomst van
bestanden. Tot slot is er sprake van een eindcontrole op diverse kwaliteitsaspecten van het
gehele proces.
De definitieve bijstandscijfers zoals deze gepubliceerd worden op StatLine vormen de
input voor het Sociaal Statistisch Bestand. Hierbij vindt nog een micro-integratieslag plaats
waarbij de cijfers worden geconfronteerd met dezelfde soort cijfers (indien beschikbaar)
uit andere registraties. Daarbij worden inconsistenties opgeheven. Zo doende ontstaat een
binnen het CBS inhoudelijk gecoördineerde gegevensverzameling, die intern consistent is.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 13
9. Relevantie
9.1 Behoeften van gebruikers
Een belangrijke gebruiker is het ministerie van Sociale Zaken en Werk­gelegenheid. Met het
ministerie wordt jaarlijks een contract afgesloten over het leveren van een aantal reguliere
producten en onderzoeken.
Mede op basis van de bijstandsinformatie worden de door het Rijk beschikbaar gestelde
bijstandsbudgetten verdeeld over de gemeenten. Volgens het zogenoemde verdeelmodel
wordt geschat wat elke gemeente het komende jaar aan financiën redelijkerwijs nodig heeft
voor het verstrekken van de bijstands­uitkeringen.
Een andere belangrijke gebruiker is het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties aan wie bijstandsinformatie wordt geleverd in het kader van de
Financiële-verhoudingswet. In dit verband speelt de bijstandsinformatie een rol bij de
verdeling van gelden uit het gemeente­fonds.
De gemeenten zijn ook belangrijke gebruikers. Het Bureau Keteninfor­matisering Werk en
Inkomen (BKWI) publiceert op de website ‘Kernkaart Werk en Bijstand’ een jaarlijks overzicht
van de belangrijkste kerncijfers over de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) per
gemeente. Dit geschiedt in de vorm van indicatoren die afzonderlijk of in samenhang met
elkaar een beeld geven van de uitvoering van de WWB. Om de indicatoren enigszins in
een context te kunnen plaatsen, vermeldt de Kernkaart ook enkele achtergrondgegevens,
zoals de gemeentegrootte. Doel van de Kernkaart is aan de afzonderlijke gemeenteraden
informatie verschaffen over de bereikte WWB resultaten. Tevens is de Kernkaart een
belangrijke informatiebron voor (vertegenwoordigers van) cliënten van de Gemeentelijke
Sociale Dienst. Voor Internet gebruikers kan het interessant zijn om te weten hoeveel
huishoudens er met een bijstandsuitkering in hun wijk zijn.
9.2 Volledigheid
Alle statistieken, (maatwerk-)producten en onderzoeken worden gepubli­ceerd conform het
jaarplan van het CBS (2012d).
Alleen als de brongegevens van onvoldoende kwaliteit zijn, wordt er niet gepubliceerd. Dit
is met deze statistiek nog niet voorgekomen. Aanloop­problemen bij nieuwe of aangepaste
regelingen kunnen aanleiding zijn om niet of later dan gebruikelijk te publiceren.
10. Nauwkeurigheid
Er is sprake van integrale waarneming: alle gemeenten leveren aan. Dit is onder meer vereist
omdat de statistiek input is voor het verdelen van gelden door het Rijk aan de gemeenten
(verdeelmodel).
Belangrijkste foutenbron zijn ontbrekende of onjuiste gegevens van een of meer variabelen
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 14
in de administratieve data. Als het recht op een uitkering vaststaat, dan is er wel een record
opgenomen maar deze kan soms incom­pleet of onjuist zijn. Dit wordt dan later alsnog
bijgewerkt door de gemeenten. Ook burgerservicenummers kunnen ontbreken of fout zijn.
Wanneer er sprake is van (relatief) veel fouten wordt gevraagd om een herlevering.
11. Vergelijkbaarheid
11.1 Vergelijkbaarheid tussen landen
Het sociale stelsel van de verschillende landen wijkt te veel van elkaar af om de gegevens
direct te kunnen vergelijken. Er zijn wel soortgelijke regelingen in de landen van de EU
maar de voorwaarden voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering als ook de bedragen
verschillen sterk.
11.2 Vergelijkbaarheid in de tijd
De cijfers zijn in de periode 1965 tot heden in zekere mate vergelijkbaar, omdat de bijstand
altijd het karakter heeft gehad van een sociaal vangnet. De wetgeving met betrekking tot de
bijstand is in de loop van de tijd echter flink gewijzigd.
De Algemene Bijstandswet (ABW) is van start gegaan in 1965. Deze wet is in 1996 ingrijpend
gewijzigd en heette daarna de Abw. In 2004 is de Abw vervangen door de WWB. Volgens
deze laatste wet worden mensen eerder naar werk begeleid.
In 1987 zijn er specifieke regelingen gekomen voor werknemers (IOAW), zelfstandigen
(IOAZ, Bbz) en kunstenaars (WIK later WWIK). Deze worden niet meegeteld in het aantal
bijstandsuitkeringen WWB maar hebben wel effect op het totaal aantal bijstandsuitkeringen.
Deze groepen zaten, m.u.v. de kunstenaars in de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR:
is voorganger van de WIK) voor 1987 wel in de bijstand. Met ingang van 2012 is de WWIK
opgeheven, wel is er nog een overgangsperiode geweest tot juli 2012.
Een aantal sociale zekerheidsuitkeringen werken als communicerende vaten. Zo is er sprake
(geweest) van toestroom uit andere regelingen. De Algemene Weduwen- en Wezenwet
(AWW) is bijvoorbeeld in 1996 vervangen door de versoberde Algemene nabestaandenwet
(Anw). Dit heeft geleid tot een toename van het aantal bijstandsuitkeringen.
De tabellen in StatLine starten in 1998. Voor de introductie van StatLine was er sprake van
diverse papieren publicaties met detailtabellen.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 15
12. Samenhang en consistentie
12.1 Samenhang van concepten
De bijstandsuitkering wijkt ten opzichte van bijvoorbeeld een WW- of de
arbeidsongeschiktheidsuitkering af, omdat de bijstandsuitkering bedoeld is voor het
huishouden en niet voor de persoon, c.q. ontvanger. Daardoor is ook de populatie breder.
Voor de gebruikte classificaties geldt het volgende:
−− Voor de variabele ‘geslacht’ wordt een CBS standaard gevolgd.
−− De indeling naar leeftijdklassen is specifiek gemaakt voor de bijstand vanwege de
bijzondere behandeling van jongeren tot 27 jaar.
−− Voor de regio’s worden een CBS-standaard gevolgd: Nederland, landsdeel, provincie en
gemeente.
−− De variabele ‘uitkeringsgrondslag’ is specifiek voor de bijstand. Voor de bijstand zijn
maar drie uitkeringstypen relevant voor het bepalen van de hoogte van de uitkering:
‘alleenstaanden’, ‘alleenstaande ouders’ en ‘(echt)paren’. Het uitgekeerde bedrag is
afhankelijk van het type ‘uitkeringsgrondslag’.
Naast bijstandsuitkering, wordt via de BUS ook gepubliceerd over personen met een
bijstandsuitkering (zie ook 4.2). Hierbij worden zowel de aanvrager als zijn of haar partner
geteld als bijstandsontvanger.
12.2 Consistentie tussen voorlopige en definitieve cijfers
Verschillen tussen voorlopige en definitieve cijfers worden veroorzaakt doordat:
a) voorlopige cijfers worden samengesteld op basis van een ramings­methode en in
voorkomende gevallen van non-respons door imputatie, en
b) bij de definitieve cijfers vertraagde informatie tot drie maanden wordt meegenomen
voor het vaststellen van het aantal bijstandsuitkeringen en het aantal personen met een
bijstandsuitkering.
12.3 Consistentie tussen korte en lange termijn cijfers
De gepubliceerde jaarcijfers komen overeen met de cijfers van ultimo december. Jaarcijfers
staan in andere tabellen waaronder de ‘kerncijfertabel’. De kerncijfers bevatten ook
gemiddelden, maar deze zijn volgens een vaste rekenregel afgeleid van de maandcijfers.
12.4 Consistentie met andere statistieken (plausibiliteit)
De statistiek vormt geen input voor de Nationale Rekeningen, omdat deze een andere
meeteenheid hanteert (Euro en %) en ook andere concepten hanteert. Bij Nationale
Rekeningen worden ook de uitvoeringskosten meegerekend. Consistentie met de Nationale
Rekeningen is daarom niet van toepassing.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 16
12.5 Modelmatige consistentie
Modelmatige consistentie met andere cijfers is niet van toepassing.
12.6 Consistentie tussen aggregaten en microdata
Na het gaafmaken en eventuele imputatie zijn de microdata en de definitieve cijfers
consistent.
Gerelateerde tabellen
Hieronder staan de tabellen genoemd waarin ook cijfers voorkomen over
bijstandsuitkeringen.
Personen met een bijstandsuitkering:
1. Personen met een uitkering; aantal per uitkeringssoort
2. Personen met een uitkering; soort uitkering naar regio
3. Personen met een uitkering; naar geslacht, leeftijd en herkomstgroepering
De tabellen geven inzicht in het aantal personen in Nederland dat een uitkering heeft. Het
betreft uitkeringen die te maken hebben met
onder meer arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of bijstand. Het is mogelijk dat een
persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dit kunnen zijn:
−− uitkeringen van eenzelfde type, bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op
de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) of
−− twee uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering).
In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste
geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de categorie personen met een uitkering (totaal)
wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Middellange tijdreeks (kerncijfers):
4. Sociale zekerheid; kerncijfers uitkeringen naar uitkeringssoort
Deze reeks loopt van 1998 tot heden. Dit worden ook wel de kerncijfers genoemd. Het
betreft maandcijfers.
Lange tijdreeks
5. Tijdreeksen sociale zekerheid (1905 – heden)
Deze reeks loopt van 1905 – heden en bevat jaarcijfers.
Stopgezet maar nog wel toegankelijk via het archief:
6. Algemene bijstand, uitkeringen naar leeftijd en geslacht (perioden 1998-2010
september)
7. Algemene bijstand, uitkeringen naar geslacht, leeftijd en regio (perioden 1998-2010
september)
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 17
8. Algemene bijstand; uitkeringen op grond van de WIJ, 2009-2011
9. Toekenningen en beëindigingen van bijstandsuitkeringen (perioden 2000-2004)
Dit zijn de voorgangers van de tabellen die in dit rapport worden besproken.
Maatwerktabellen:
10.Aantal huishoudens, waarvan aanvrager thuiswonend, met periodieke algemene bijstand
WWB of inkomensvoorziening WIJ naar nationaliteit, ultimo december 2009.
11.Overgang van bijstand naar werk 2008–2009.
12.Standen en stromen van bijstandsuitkeringen per gemeente, 1999-2009.
Bovenstaande maatwerktabellen zijn, in verband met de hoeveelheid tabellen, slechts een
selectie van alle maatwerktabellen.
De sector Economie Overheidsfinanciën en Consumentenprijzen (EOC) publiceert financiële
gegevens over bijstand. Er zijn conceptuele verschillen met de financiële gegevens uit de
BUS. Zo worden bij EOC publicaties bijvoorbeeld ook uitvoeringskosten meegerekend.
Verder zijn er tabellen over bijstandsdebiteuren en bijstandsfraude maar deze zullen hier
niet verder worden benoemd.
Afkortingen en begrippen
Aantal uitkeringen op registratiebasis
Het aantal uitkeringen zoals vastgelegd in de gemeentelijke uitkeringsadministratie op het
einde van de verslagmaand.
Aantal uitkeringen op transactiebasis
Het aantal uitkeringen zoals vastgelegd in de gemeentelijke uitkeringsadministratie
op het einde van de verslagmaand, gecorrigeerd voor nagekomen informatie in de drie
maanden volgend op de verslagmaand (in het bijzonder informatie over het begin of
einde van de uitkering), rekening houdend met betalingen. Een uitkering die meer dan
twee opeenvolgende maanden niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, zal als
beëindigd worden beschouwd.
ABW
Algemene Bijstandswet sinds 1965. Voorganger van de Abw
Abw
Algemene bijstandswet sinds 1996. Opvolger van de ABW en voorganger van de WWB 2004
Bbz
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen
IOAW
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze Werknemers
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 18
IOAZ
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
Zelfstandigen
Uitkeringsgrondslag
Samenstelling van het huishouden, die uitgangspunt is voor het bepalen van de hoogte van
de uitkering.
WIJ
Wet investeren in jongeren
WIK
Voorganger van de WWIK
WIW
Wet Inschakeling Werkzoekenden
WWB
Wet werk en bijstand sinds 2004. Opvolger van de Abw
WWIK
Wet werk en inkomen kunstenaars. Voorheen WIK
Referenties
Websites
CBS (2011d). Themapagina Arbeid en sociale zekerheid. Webpagina met Nieuws, Cijfers,
Publicaties en Methoden onder andere over bijstandsuitkeringen. CBS website.
CBS (2011i). CBS in uw buurt. Website met onder andere bijstandsuitkeringen per wijk.
CBS (2012a). Informatie over de bijstandsstatistieken en de re-integratiestatistiek. CBS
website.
CBS (2012j). Arbeidsmarkt in vogelvlucht. Webpagina. Wordt elke kwartaal uitgebracht. CBS
website.
CBS (2012k). Catalogus beschikbare microbestanden. Arbeid en sociale zekerheid. CBS
website.
Publicaties
CBS (2011 e). Statistisch jaarboek 2012.
CBS (2011h). Personen met een uitkering. Webpagina met een visualisatie.
Methodologie
CBS (2010b). Tabeltoelichting Algemene bijstand; uitkeringen op grond van de WWB.
CBS (2010c). Richtlijnen voor de Bijstandsuitkeringenstatistiek met ingang van januari 2013.
Versie januari 2013.
CBS (2011a). Korte onderzoeksbeschrijving Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS).
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 19
CBS (2012a). Documentatierapport Bijstanduitkeringen Statistiek (BUS) 201201-06V1. Versie
17 september 2012.
CBS (2012b). Documentatierapport Bijstandsuitkeringenstatistiek op transactiebasis (BUSTRANS) 2011-VI. Versie 14 augustus 2012.
Wet- en regelgeving
Rijk (2004). CBS Wet.
Rijk (2005). Regeling statistiek WWB, IOAW, IOAZ
Overig
CBS (2012d). Jaarplan en jaarverslag CBS. Versie 10 april 2013.
CBS (2011b). Kwaliteitsverklaring. Versie 1 oktober 2012.
CBS | Kwaliteitsrapport Bijstandsuitkeringen Statistiek (BUS) 20