Verstegen G.

Chemische brandwonden
Dr Geert Verstegen
Belgisch Antigifcentrum
Nationale dagen BBVAG
H2SO4
• S30: Never add water to this product
• EUH014: Reacts violently with water
•Spoelen met water????
Chemische brandwonden
• Veel chemische producten
• Niet:
– oorlogsgassen (yperiet), witte fosfor, en andere
exoten
– Oxiderende agentia (permanganaat….)
– Etc.
• Wel:
– "Alledaagse" chemicaliën
Incidentie
• Relatief ‘weinig frequent’ in vgl. met thermische
brandwonden (3 à 10%)
• Weinig gegevens, geen systematische data-collectie
• Statistiek 6 maanden, jan 2014 t.e.m. juni 2014
•
•
•
•
•
629 blootstellingen ( 1
̴ 260/jaar)
122 professionele blootstelling <> 507 niet-professioneel
75 cutaan – 38 oculair – 3 oraal – 5 gecombineerd
Detectie van slechts een fractie van werkelijke casussen
Hoeveel onderrapportering?
• CREDOC-studie 1993
• http://www.securiteconso.org/avis-relatif-aux-deboucheurschimiques-de-canalisation/
• Extrapolatie tot 12.000/jaar voor België (enkel ontstoppers)
Professionele blootstellingen
Belangrijk?
• Ernst:
– Initiële onderschatting
– Diepe wondes – zware
chirurgische interventies.
– Tot 30% van alle mortaliteit
verbonden aan brandwonden ̴
chemische brandwonden
Luterman et al. Chemical burn injury. In: Jurkiewcz et al.
Plastic Surgery: Principles and Practice. Mosby: 1990.
Caustisch product
• Goldfrank’s Toxicologic Emergencies:
– « A caustic is a xenobiotic that causes both
functional and histological damage on contact
with tissue surfaces »
• Classificatie soms complex. Meest relevant:
– Zuur
– Base
• Herkennen:
Zuur? Base?
• Zuur:
– « proton-donor »
– H+Cl-  H+ en Cl-
• Base:
– « proton-acceptor »
– Na+OH-  Na+ en OH-
• Soms moeilijker herkenbaar:
– NH3, ZnCl, Acetaat– NH4+OH-  NH4+ en OH-
Sterke/zwakke base/zuur
• Volledig gedissocieerd in waterige oplossing = « sterk »
• Onvolledig gedissocieerd = « zwak »
– vb HCl in H2O ---> enkel H3O+, OH− en Cl− geen HCl
• Sterke zuren/basen:
– Zwavelzuur (H2SO4), Zoutzuur (HCl)
• Zwakke zuren:
– Azijnzuur, citroenzuur, mierenzuur, etc.
• Sterke basen:
– NaOH, KOH
• (Matig) zwakke basen:
– NH3, acetaat-
Waar (professioneel)?
• Zuren
– Ontstoppers
– Ontkalkers
– Batterijzuur
– Antiroestmiddelen
– Gevelreinigers
• Basen
– Ontstoppers
– Ontvetters:
• Oven en grill
• Vrachtwagens
–
–
–
–
Javel
Cement / kalk
Ontmossers
Ontsmettende
producten
– Afbijtmiddelen
Ernst van blootstelling
•
•
•
•
•
pH
Concentratie
Duur van contact
Hoeveelheid product
Andere
– Neutraliserende substanties (vb voedsel in de maag)
– Mogelijkheid om in weefsels door te dringen
(molecuulgrootte,…)
– Aard van het blootgestelde weefsel (mucosa vs huid).
Wat is een pH, pOH?
1,0
M
1,0
0,9
0,9
[OH-], M
[H+], M
0,8
0,8
0,7
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0,4
0,4
0,3
0,3
0,2
0,2
0,1
0,1
0,0
0,0
0
1
2
3
4
5
6
M
7
8
9
10
11
12
13
14
PH
Wat is een buffer?
(solution tampon)
• pH is ± stabiel (‘mild ’)
• Grote reserve aan « agressoren » OH- en H+
• Soms gekwantificeerd in de termen
– « alkali-reserve »
– « zuur-reserve »
H+
H+
H+
H+
H+
H+
H Ac-
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
H+
H+
H+
H+
H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
Ac-H+
+ H+
Alkalijne reserve / zuurreserve
p(O)H
pH zegt niet alles: let ook
op de concentratie!!
Acide acetique glacial = 99% = 16,5 M  pH
2,4
Acide chlorhydrique 0,1M = 0,36%
 pH 2
p(O)H-reserve
Toepassing: azijnzuur
Tafelazijn:
6% ~ 1 M
pH 2,88
Contact Dermatitis. 1997 Mar;36(3):169-70.
Chemical burn from acetic acid with deep ulceration.
Kuniyuki S, Oonishi H.
Toepassing: vaatwastabletten
Serious injuries from dishwasher powder ingestions
in small children Amy Bertinelli et al.
Journal of Paediatrics and Child Health 42 (2006) 129–133
Ernst van blootstelling?
•
•
•
•
pH
Concentratie
Duur van contact
Andere
– Neutraliserende substanties (vb voedsel in de
maag)
– Mogelijkheid om in weefsels door te dringen
(molecuulgrootte, graad van dissociatie,…)
Indringen /uitspoelen = diffusie = TRAAG
Volledigheid van uitspoelen wordt bepaald door:
1° Gradiënt (Sneller naar binnen dan naar buiten!)
2° Tijd
Indringen /uitspoelen = diffusie = TRAAG
Hoe en waarom spoelen? Diffusie!
• Diffusie vraagt tijd!
– SNELHEID:
• Spoelen voor er penetratie is voorkomt schade.
Vb ontstopper op de hand en binnen enkele seconden spoelen  vaak
geen schade ondanks afgrijselijk agressieve producten
• Hoe sneller, hoe beter
• Ter plaatse spoelen!
• Geen tijd verliezen: dichtsbijzijnde kraan!
– DUUR:
• Eens ingedrongen, kan men het alleen terughalen door LANGDURIG
spoelen, essentieel in het voorkomen van verdere schade
• Minimaal 15 minuten voor zuren, 30 minuten voor basen.
• Uurwerk in de hand!
Waarmee spoelen? Water!
• Water-based solutions are the best
decontaminating fluids for dermal corrosive
exposures: a mini review. Brent J. Clin Toxicol (Phila). 2013 SepOct;51(8):731-6.
• Neutraliserende oplossingen (Diphoterin®):
– Geen onafhankelijke prospectieve klinische studies
– methodologische problemen
• Vb beperkte debieten
• Vb zwakke eindpunten
– Risico van tijdsverlies en te beperkt debiet.
H2SO4
• S30: Never add water to this product
• EUH014: Reacts violently with water
•Spoelen met water????
Zuren versus basen?
Zuren:
Basen:
-Coagulatie-necrose met een korst 
minder diep
-Na grondige spoeling breiden deze
letsel vaak niet meer uit
-pH 2 à 3
-Ongeveer 1/3 van alle chemische
brandwonden
-Onmiddellijk symptomen
-Liquefactie-necrose: makkelijk
doordringbaar voor OH  diepe
letsels
-Letsel kunnen verder uitbreiden
-pOH 2 à 3 = pH 11 à 12
-Ongeveer 2/3 van alle chemische
brandwonden.
-Laattijdige symptomen!
Brandwonden door basen
worden onderschat!!!!!
Waterstoffluoride (HF)
• Toepassingen:
– Gevelreiniger
– Roetsverwijderaar
– Reiniger inox-lasnaden
• Bizar verloop, onderschatting
mogelijk:
• Geen symptomen  tintelingen
 felle pijn zonder zichtbare
letsels necrose tot op het bot
• Systemische effecten
• Calciumtherapie:
• Gel
• Infiltratie
• Intra-arterieel
Fluorwaterstofzuur: EHBO
• Bescherm uzelf als hulpverlener:
– Handschoenen (!): butyl, nitril of PVC
– Dampmasker: filter E
– Spatbril
• Huid:
– Na spoelen (minstens 20 minuten):
calciumgluconaatgel inmasseren op de
besmette huid
– Gel meegegeven met hulpdiensten (indien
hand(en): gel aanbrengen en handschoen
erover tijdens transport)
– Steeds ambulance; oppervlakte meer dan 1
hand: MUG
Fluorwaterstofzuur: EHBO
• Inademing:
– In frisse lucht brengen
– Halfzittende houding
– 200 ml calciumgluconaat 4% laten
drinken (indien mogelijk)
– Vernevelde oplossing van
calciumgluconaat 4% laten inhaleren
– Eventueel zuurstof geven
– MUG!
Fluorwaterstofzuur: EHBO
• Inslikken:
– Mond spoelen met water (water telkens uitspuwen)
– 200 ml calciumgluconaat 4% laten drinken (indien niet
aanwezig: 1 à 2 glazen water of melk)
– Niet laten braken
– MUG!
• Ogen:
– Na spoelen (minstens 15 minuten):
calciumgluconaatoplossing 1% in de ogen druppelen
– Ambulance/MUG: blijven druppelen, oogarts
Fluorwaterstofzuur: EHBO-benodigdheden
•
•
•
•
Klassieke benodigdheden blijven van toepassing
Calciumgluconaatgel:
R/
Calciumgluconaat 2,5 g
Hydroxyethylcellulose 3 g
Chloorhexidinegluconaat opl. 20% 2,5 g
Water q.s. ad 100 ml
Houdbaarheid 6 maand < > “HF antidote gel”: 2 jaar houdbaar
Calciumgluconaatoplossing 4%:
R/
Calciumgluconaat 8 g
Aqua ad 200 ml
Steriele ampoules Sterop (10%): 5 jaar houdbaar
Calciumgluconaatoplossing 1% (oogdruppels):
R/
Calciumgluconaat 0,5 g
Aqua ad 50 ml
Houdbaarheid 6 maand