Mondhygiënisten Vademecum Deze uitgave is gerealiseerd met redactionele medewerking van Jeroen Craandijk, tandarts-parodontoloog Pieter Dissel, mondhygiënist Annet den Hartog, mondhygiënist Teatske Kramer, mondhygiënist dr. Jaap Veerkamp, tandarts-pedodontoloog Verschijnt maandelijks Jaargang 12 nr. 1 24 januari 2014 www.bsl.nl AU T E U R J.P. van Hoeve, tandarts, Oosterbeek V R A AG Wat is het effect van lokale applicatie van chloorhexidine en het gebruik van chloorhexidine tijdens ultrasone gebitsreiniging (met bijvoorbeeld EMS)? ANTWOORD Het gebruik van chloorhexidine heeft, zoals blijkt uit de literatuur, geen praktisch relevant therapeutisch effect op het resultaat van een initiële parodontale behandeling. Dit geldt voor de diverse vormen van therapeutisch gebruik van chloorhexidine. Wel is chloorhexidine van groot belang in de preventie. De meest voorkomende manieren van het therapeutisch gebruik van chloorhexidine bij de initiële therapie zijn: – de ‘full-mouth disinfection’, – irrigatie van de pockets met een chloorhexidine-oplossing, – chloorhexidine-oplossing als koelvloeistof van een ultrasoon apparaat, – het aanbrengen van chloorhexidinechips in de pockets, – het appliceren van chloorhexidinegel of chloorhexidinelak. Bij de full-mouth disinfection wordt voor de mechanische reiniging de mond gespoeld met chloorhexidine, de tong met gel gepoetst, de pharynx gesprayd en worden de pockets geïrrigeerd. Thuis dient de patiënt, naast de mechanische plaqueverwijdering, twee maal daags met chloorhexidine te spoelen, de tong te borstelen en de tonsillen te sprayen. Alle methodes zijn in de afgelopen jaren onderzocht en de conclusies zijn eensluidend: – de afname van de pocketdiepte, de afname van de bloeding na sonderen en de aanhechtingswinst zijn voornamelijk te danken aan de goede mechanische reiniging van de worteloppervlakken; – in enkele studies lijkt het irrigeren en spoelen een iets beter resultaat te geven maar dit heeft geen klinische relevantie; – het gebruik van chloorhexidinechips heeft, evenals het aanbrengen van chloorhexidinegel of chloorhexidinelak, hoogstwaarschijnlijk geen effect (1-6). Een en ander betekent geenszins dat chloorhexidine geen nuttig middel is. In therapeutische zin is de effectiviteit gering, in de preventie daarentegen heeft het een zeer grote waarde. In de parodontologie en preventieve tandheelkunde is het met stip nummer een. In de vormen waarin chloorhexidine beschikbaar is; als gel, spoelmiddel of spray, is het het meest effectieve ondersteunend middel bij parodontale behandelingen en plaquebestrijding in het algemeen. Voorbeelden hiervan zijn het spoelen na parodontale chirurgie, bij de behandeling van ANUG en spoelen als ondersteuning of vervanging van de mondhygiëne bij mensen die niet in staat zijn het gewenste niveau van plaquebeheersing te handhaven (7). Verder is het gebruik van chloorhexidine nuttig bij de behandeling mucositis rond implantaten (8). Referenties: 1. Lang NP, Tan WC, Krähenmann MA, Zwahlen M. A systematic review of the effects of full-mouth debridement with and without antiseptics in patients with chronic periodontitis. J Clin Periodontol 2008; 35(suppl.8): 8–21. 2. Carvalho J, Novak MJ,Mota LF. Evaluation of the effect of subgingival placement of chlorhexidine chips as an adjunct to scaling and root planing. J Periodontol 2007; 78: 997-1001. 3. Bonito AJ. Impact of local adjuncts to scaling and root planing in periodontal disease: a systematic review. J Periodontol 2005; 76: 1227-36. 4. Cosyn J, Bruyn H de, Sabzevar MM. Subgingival application of chlorhexidine in the treatment of periodontitis. Rev Belge Med Dent 2007; 62: 176-82. 5. Berchier CE,Slot DE,Weijden GA van. The efficacy of 0.12% chlorhexidine mouthrinse compared with 0.2% on plaque accumulation and periodontal parameters: a systematic review.J of Clin Periodontol 2010;37,9.829-839. 6. Adjunctive effect of chlorhexidine antiseptics in mechanical periodontal treatment: first results of a preliminary case series. Calderini A, Pantaleo G, Rossi A, Gazzolo D,Polizzi E. International Journal of Dental Hygiene 201311, 3,180–185 7. Beertsen W,Quirijnen M, Steenberghe D van, Velden U van der. Parodontologie. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2009. 8. Miriam Thöne-Mühling, Katrin Swierkot,Claudia Nonnenmacher, Reinier Mutters, Lavin Flores-de-Jacoby,Reiner Mengel. Comparison of two full-mouth approaches in the treatment of peri-implant mucositis: a pilot study.Clinical Oral Implants Research 2010;21, 5, 504–512.
© Copyright 2024 ExpyDoc