een inspirerend verhaal over speelnatuur

Inspiratietekst: Speelnatuur-Scharrelkids
De Wildernis
Silke is na de muziekles via de verkeersluwe straat in één adem naar huis gefietst. Ze neemt
een jump om van het fietspad op het terrein tussen de woonhuizen te geraken. Officieel is dit
het nieuwe stadspark maar voor de kinderen uit de buurt is dit: DE WILDERNIS. Als je geen zin
hebt om je huiswerk te maken of om op het pleintje te basketballen of te skaten, valt hier altijd
wel iets te beleven. Nadat de leegstaande fabriek gesloopt was en de overkapping van de beek
weggehaald, ontstond op de oevers een speelterrein met klimbomen, rollebolheuvels en hoog
verstoppertjesgras. Het oude waterreservoir heet nu zelfs ‘kreek’ en je kan er ’s winters op
schaatsen!
Geen tijd om haar fiets in de stalling aan de achtertuintjes te parkeren. Ze gooit hem tegen de
boom met de laagste takken, vanwaar je makkelijk in de boomhut geraakt. Die heeft ze zondag,
samen met Rajan en enkele papa’s gebouwd, in de kruinen van de linde en de drie essen. Ze
vormen een bosje naast een van de paadjes die dwars door de wildernis lopen. Ze verbinden de
achtertuintjes links met de winkelstraat en rechts met het bedrijventerrein en het
busstation. In de late lente zie je de kleinste kinderen hier amper met het hoofd boven het
maaiveld uit steken. Behalve vanuit de boomhut natuurlijk.
De honinggeur van de lindebloesems speelt met haar neusvleugels als ze zich vanop haar
fietszadel wankel omhoog hijst. Plots schuift haar fiets onder haar vandaan en tuimelt ze in de
beek. Er zit gras in haar mond, er krast zand tussen haar kiezen en met haar hand heeft ze een
slak geplet. Misschien had papa toch gelijk toen hij zei dat ze beter de touwladder kon
gebruiken. Hij zal niet blij zijn dat ze niet eerst haar speelkleren is komen aantrekken. Haar
broek zit vol groene grasvegen. Nog een geluk dat de beek eind juni aan deze kant van de
wildernis droog staat. De kinderen uit de buurt gebruiken de bedding om zich te verschansen.
Voor moeders die roepen dat ze hun bed in moeten bijvoorbeeld. Verderop heeft de bende van
het woonerf er zelfs een kamp in gemaakt. Met de braamstruiken er omheen is het een
oninneembaar waterslot. Ze kan het weten want ze heeft het samen met Rajan geprobeerd. Hun
armen en benen zaten onder de schrammen en ze moest op haar tanden bijten toen de
wondjes verzorgd werden.
De touwladder dus. Ze wil weten of Rajans bus al te zien is. Boven heeft ze een perfect zicht op
de hele buurt. Mama staat in de keuken in een pot te roeren en Rajans grote broer wordt twee
huizen meer naar rechts en een verdieping hoger verslonden door de monsters in zijn Nintendo.
De pestkop vindt de boomhut maar niets en dat is best. Kan ze haar beste vriend zonder
pottenkijkers verrassen met een beker zelfgemaakte ice tea uit haar thermos en koekjes die
haar mama heeft gebakken. Ze heeft ze op school niet opgegeten om nu een feestje te kunnen
bouwen waarmee ze hun nieuwe speelplek plechtig in gebruik nemen.
Pas op! Silke houdt zich muisstil. Daar, op 3 uur, komt een auto de parking op gereden. Is dat
niet buurman Luc? Gisteravond heeft Rajan een bal tussen zijn tomaten in de buurttuin geshot.
Een paar planten hebben de flitsende aanval op het doel helaas niet overleefd. Er volgt beslist
een standje. Terwijl Rajans bus geruisloos stopt aan de halte, stapt een man in maatpak uit de
auto. Die heeft duidelijk geen groene vingers, denkt Silke opgelucht. Voorlopig zijn ze gered!
Ze zwaait Rajan toe vanuit hun boom en even later zitten ze gezellig op een omgekeerde
wijnkist van de lekkernijen te smullen. Leve hun boomhut en lang leve de Wildernis!