© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 02 augustus 2014 achtergrond Planetenstelsels elders in het heelal zien er heel anders uit dan ons eigen zonnestelsel. Draaien rond de zon slechts twee soorten planeten, andere sterren worden vergezeld door een heel scala aan zonderlinge objecten. Zijn we een buitenbeentje in het heelal? Ons zonnestelsel, ‘uniek maar niet bijzonder’. Onder: ‘mega-aarde’ Kepler-10C (voorgrond). Op ZONDERLING door Servé Vaessen S uperaardes, gasdwergen, hete Jupiters. Het zijn slechts enkele varianten uit de rijke planetenverzameling die astronomen rond een groot aantal sterren hebben opgespoord. Heel andere werelden dan de planeten die samen met de aarde rond de zon draaien. Begin juni werden de nieuwste vondsten gepresenteerd op de bijeenkomst van de American Astronomical Society (AAS) in Boston. Wellicht is ons zonnestelsel een uitzonderlijk geval in het heelal. Ignas Snellen, onderzoeker van planeten rond andere sterren dan de zon (exoplaneten) aan de universiteit van Leiden, denkt daar genuanceerder over: „Geen enkel planetenstelsel zal precies dezelfde eigenschappen hebben als ons zonnestelsel. We zijn misschien wel uniek maar niet bijzonder.” Ons zonnestelsel kent een opvallende tweedeling. Dichtbij de zon staan vier relatief kleine planeten met een rotsachtige samen- stelling. Ook de aarde valt onder deze categorie. Verder weg bevinden zich vier gasreuzen waaronder Jupiter, grote planeten die voornamelijk uit waterstof, helium en andere lichte gassen bestaan. Deze scheiding tussen aardachtige en reuzenplaneten gaat terug op de ontstaansgeschiedenis van het zonnestelsel. Dat ontstond 4,5 miljard jaar geleden uit een platte, roterende schijf rondom de pasgeboren zon. Dichtbij de zon klonterde vanwege de hoge temperatuur alleen steenachtig materiaal samen tot planeten. Verder weg was het een stuk kouder en vormden zich ook ijsachtige brokstukken waaruit uiteindelijk de gasreuzen ontstonden. Rond andere sterren voltrekt de planeetvorming zich op ongeveer dezelfde wijze, dachten sterrenkundigen lange tijd, waardoor het zonnestelsel model staat voor andere planetenstelsels. Maar niets blijkt minder waar. Zo zijn er ‘hete Jupiters’, gasreuzen die anders dan in ons zonnestelsel op zeer korte afstand rond hun ster cirkelen. Reuzenplaneten die wel verder weg rond hun zeer korte afstand van de ster Kepler-10 draait ook nog Kepler-10b, die, waarschijnlijk omdat hij vlakbij zijn moederster staat, roodgloeiend is. bron: IAU en David A. Aguilar. Zonnenstelsel ster draaien, doen dat vaak in langgerekte ellipsbanen terwijl de planeten rond de zon vrijwel cirkelvormige banen volgen. Vooral de Kepler-ruimtetelescoop haalde de afgelopen jaren een rijke oogst aan exoplaneten binnen. Telkens wanneer een planeet van ons uit gezien voor zijn ster langs draait, onderschept hij een klein beetje licht. Kepler registreert nauwkeurig de hoeveelheid onderschept sterlicht, waaruit onderzoekers de baan en de afmetingen van de verder onzichtbare planeet afleiden. Langs deze weg heeft de ruimtetelescoop onder meer een groot aantal compacte planetenstelsels ontdekt waarin soms wel vijf exoplaneten een ruimte innemen die kleiner is dan de baan van Mercurius, de planeet die het dichtst bij de zon staat. Snellen: „Planeetvorming blijkt een stuk ingewikkelder dan we voorheen dachten. Een belangrijk nieuw inzicht is dat de huidige baan van een planeet niet de plek hoeft te zijn waar deze is ontstaan. Hete Jupiters en andere planeten in zeer nauwe banen zijn waarschijnlijk verder weg van hun moederster gevormd.” Kan uit de Keplergegevens de diameter van een exoplaneet worden afgeleid, met andere waarnemingen is de zwaartekrachtinvloed te achterhalen die de planeet op zijn moederster uitoefent. Daaruit volgt de massa, die in combinatie met de diameter de gemiddelde dichtheid en daarmee ook de globale samenstelling van de planeet oplevert. Daaruit volgt onder meer het bestaan van ‘superaardes’, planeten die tot 1,7 keer zo groot zijn als de aarde en waarvan de relatief hoge dichtheid op een steenachtige samenstelling wijst. Exoplaneten groter dan vier keer de aarde zijn veelal gasreuzen, zo valt uit hun gemiddelde dichtheid af te leiden. Daartussenin bevinden zich de gasdwergen, met waarschijnlijk een steenachtige kern en een uitgestrekt gasvormig omhulsel. Sommige van deze planeten zijn misschien bedekt met een planeetomvattende oceaan, echte ‘waterwerelden’ dus. Op de AAS-bijeenkomst presenteerde Xavier Dumusque van het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics de nieuwste gegevens van Kepler-10c, een rotsachtige planeet die 17 keer zwaarder is dan de aarde en 2,5 keer zo groot. Deze ‘mega-aarde’ zou eigenlijk tot de gasdwergen moeten beho- ren maar mist een uitgestrekte atmosfeer. De zoveelste planetensoort die in ons zonnestelsel niet voorkomt. „Het is nog onbekend hoe we deze grote verscheidenheid moeten verklaren”, zegt Ignas Snellen. „De massa en temperatuur van de ster kan een rol spelen, maar ook de verhouding tussen de hoeveelheid gas en stof in de schijf waaruit de planeten ontstaan. Het onderzoek hieraan is nog maar pas begonnen.” Ondanks de grote diversiteit aan exoplaneten gaat het Snellen te ver om ons zonnestelsel als buitenbeentje te beschouwen. „Het hangt er vanaf hoe je er tegenaan kijkt. Ik ben 1 meter 87, weeg 90 kilo, heb donker haar en blauwe ogen. Op zichzelf allemaal heel normaal, maar slechts 0,01 procent van alle Nederlanders heeft deze eigenschappen. Maakt mij dat een zonderling? Zo is het ook met exoplaneten. Sterrenkundigen delen nieuwe objecten altijd meteen in in hokjes. Dat betekent niet dat het hier om hemellichamen gaat die op een andere manier gevormd zijn. Daar weten we nog te weinig van af.”
© Copyright 2024 ExpyDoc