reinier de valkenier < 57 eigen ambacht reinier de vries - valkenier uit loenen niets mooier dan een roofvogel > t ekst andré meulman, fotografie arthur batenburg > Niet dat ik had verwacht dat de Loenense lucht zwart zou zien van de roofvogels, maar iets meer beweging, daar had ik wel rekening mee gehouden. Maar zo werkt het dus niet met roofvogels. In plaats daarvan zie ik drie valken op een rij, elk op een paaltje voor hun hok zitten. Verder geen vogel te zien of te horen. Pas wanneer ik met de sympathieke valkenier Reinier de Vries neerstrijk aan de tuintafel, weet ik mij omringd door roofvogels. Linksachter op nog geen twee meter afstand zitten een bosuil, een kerkuil, een steenuil en een enorme oehoe. De steenuil hipt, vreemd genoeg, zonder dat zijn poten van zijn blok los komen, en probeert mij te hypnotiseren. Ik wend mijn blik af. Aan de overkant van het gazon zitten de drie eerder genoemde valken en ontwaar ik tussen de struiken twee enorme buizerds en een oehoe. “Oehoe!”, roept de oehoe en Sultan de buizerd krijst dat ik wel weer weg mag. Tamme kraai “Ja, dat krijsen is voor jou”, zegt Reinier de valkenier met een grijns, terwijl hij een lap over de tuintafel haalt. Reinier is een van de tweehonderd officiële valkeniers die Nederland rijk is. Hij beschikt dan ook over een valkeniersakte en een jachtakte om met de valken te mogen jagen. De fascinatie voor vogels was al heel vroeg aanwezig. Als kind hield de Apeldoornse Reinier al een tamme kraai, die hem naar school begeleidde en hem na schooltijd weer ophaalde. Reinier: “Eind jaren negentig kwam ik voor het eerst in aanraking met de valkerij. Een jaar later meldde ik me aan bij een valkeniersvereniging en leerde onder leiding van een aantal mentoren ‘het vak’. Maar misschien eerst even wat geschiedenis. Ik kom uit Apeldoorn. Na mijn schooltijd ben ik snel aan het werk gegaan. Want handen uit de mouwen, daar hou ik erg van. Ik zat uiteindelijk in het internationale transport en was verantwoordelijk voor de sales in heel Europa bij een van de grootste transportondernemingen. Het is verschrikkelijk hard bikkelen en uiteindelijk werd ik door mijn gezondheid gedwongen te stoppen met werken. Ik zal je daar niet verder mee vermoeien. In ieder geval is stilzitten niks voor mij.” ▷ reinier de valkenier < 59 eigen ambacht ▷ Annelies Dröge “Mijn goede kennis Wim Eendenburg is organisator van fairs en events. Ik bezocht de fair in Vorden en kwam daar in aanraking met, de helaas overleden, Annelies Dröge. Naast kunstenares bleek zij ook valkenier te zijn. Ik vond het fantastisch wat ze met haar vogels deed. Ik had zelf inmiddels weer een tamme kraai, maar ja, die gaan toch op een gegeven moment weg. Een jaar nadat ik Annelies Dröge had ontmoet en haar had zien werken met valken zit ik hier thuis en hoor een enorm kabaal. Allemaal kraaien. Ik kijken. Zit er een oehoe! Dus ik bel Annelies. Ze geloofde het niet want de oehoe kwam hier in het wild niet voor. Nu wel overigens. Vorig jaar hebben meer dan een miljoen mensen de oehoes in Winterswijk bekeken via de webcam van ‘Beleef de Lente’. Enfin, zij is gekomen en we hebben hem gevangen. Annelies informeerde of ik al met vogels begonnen was. Niet dus. Ik zag er een beetje tegenop. Maar Annelies overtuigde me dat vogels in gevangenschap niet zielig zijn en de hoeveelheid werk meevalt. Een roofvogel vangt een prooi of eet wat hij gevoerd krijgt en slaat dat heel snel op in zijn krop. Het verteren duurt 24 uur tot 48 uur. In die periode doet hij niks en zit een roofvogel op zijn blok. Dus tijd genoeg.” Een loer draaien “Het is puur hobby. Ik ben begonnen met Sultan de buizerd, Cato de oehoe en een slechtvalk. Annelies was mijn mentor en heeft mij begeleid om de valkeniersakte en een jachtakte, nodig voor jagen met een valk, te bemachtigen. Alle vogels die ik hier heb, zijn door mij getraind. Doordat ze in gevangenschap geboren zijn - overigens zonder ooit in contact te zijn geweest met mensen, waardoor ze nog wild zijn - hebben ze van hun ouders niet geleerd om te jagen. Onze taak is het om de vogels dat te leren. Wij, de valkeniers, gaan met ze vasten, zodat ze honger krijgen. Daardoor stappen ze over een drempel en zijn ze bereid om op de handschoen te komen, waar een stukje aas op ligt. We gebruiken daarvoor een huif, een leren hoofdkap waardoor de vogels niets zien, die dient om de vogel rustig te houden. Na een kleine week trainen zetten we de vogel op een blok en vragen we hem op de vuist te komen. Die afstand maken we steeds groter. Daarna laten we ze de loer met aas zien. Een loer is een leren voorwerp waar aas op zit en wat de valkenier rondslingert om de aandacht van de vogel te trekken. De vogel zit nu op grote afstand en reageert op de valkenier die de loer ronddraait. Als de vogel bijna bij het aas is trekt de valkenier de loer weg. Waardoor de vogel de loer mist. Zo leert de vogel jagen. We draaien ze echt een loer.” “Nee, ik hoef er niet van te leven. Ik geef demonstraties en lezingen om de kosten een beetje te dekken, want het is geen goedkope hobby. En ik ga met kleine groepjes een middag met de vogels het bos in.” ■ www.valkenier.info
© Copyright 2024 ExpyDoc