Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 Praktische handleiding Kopopleiding 2014-2015 Fase Leerroute Datum Hoofdfase Voltijd Augustus 2014 -1- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 Voorwoord Deze kopopleiding waar jij nu aan begonnen bent, maakt het mogelijk dat je in een jaar je tweedegraads lesbevoegdheid hebt, een bevoegdheid om les te geven in de onderbouw van het Havo/vwo, het VMBO en het MBO. Een jaar is kort. In deze handleiding kun je daarom lezen wat er komend jaar van je verwacht wordt! Namens het docententeam van de kopopleiding wens ik je een succesvol jaar toe! Marieke Lyppens Coördinator Kopopleiding -2- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 1. Overzicht van het studiejaar Een van de eisen van de kopopleiding is dat je al een afgeronde Hbo of wo opleiding behaald hebt. Het gaat nu nog om het aanleren van beroepsvaardigheden, vaardigheden om docent te worden. Uitgangspunt voor de opleiding zijn de zeven competenties1 die zijn vastgelegd door de wet Beroepen In het Onderwijs (de “wet BIO”). Kort samengevat houden de zeven competenties het volgende in: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Interpersoonlijk competent. De leraar zorgt ervoor dat er onder de leerlingen een prettig werkklimaat heerst. Hij geeft op een goede manier leiding, schept een coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Pedagogisch competent. De leraar begeleidt en ondersteunt zijn leerlingen in hun ontwikkeling tot zelfstandige en verantwoordelijke personen. Hij zorgt voor een veilige leeromgeving in zijn lessen. Vakinhoudelijk en didactisch competent. De leraar zorgt ervoor dat zijn leerlingen zich de kennis van het schoolvak eigen maken en vertrouwd raken met de wijze waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van hun toekomstige werk wordt gebruikt. Organisatorisch competent. De leraar zorgt voor een goede organisatie van zijn lessen en zorgt ervoor dat zijn werk en dat van zijn collega’s op school goed op elkaar zijn afgestemd. Competent in het samenwerken met collega’s. De leraar werk samen met zijn collega’s op school. Hij draagt bij aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school en aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Competent in het samenwerken met de omgeving. De leraar onderhoudt contacten met de ouders of verzorgers van de leerlingen. Hij werkt mee aan een goede samenwerking van zijn school met andere instellingen, stage- en leerbedrijven. Competent in reflectie en ontwikkeling. De leraar zorgt ervoor dat hij zich voortdurend verder ontwikkelt en aan zijn verdere professionalisering werkt. Hij denkt na over zijn beroepsopvattingen en weet wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat. Deze competenties staan centraal in de opleiding en zullen terugkomen in de vier onderdelen waaruit de opleiding is opgebouwd; algemene beroepsvoorbereiding, metawerk (begeleiding in de professionele ontwikkeling), werkplekleren (stage) en vakdidactiek. Voor de hele opleiding moet je 60 studiepunten halen. De uitwerking van dit alles in een leerplan ziet er als volgt uit Module/ onderdeel ABV Didactiek & diversiteit ABV Adolescentiepsychologie & LLB Onderzoek Metawerk 1 / Kopassessment 1 Metawerk 2 / Kopassessment 2 Ect 10 11 2 2 3 Werkplekleren 1 (stage) 12 Werkplekleren 2 (stage) Vakdidactiek 1 kopopleiding Vakdidactiek 2 kopopleiding Vakdidactiek 3 kopopleiding Vakdidactiek 4 kopopleiding 12 2 2 2 2 Het schooljaar is verdeeld in 2 semesters (1 en 2) en 4 perioden (1A, 1B, 2A en 2B). 1 Zie ook de website van de Onderwijscoöperatie: http://www.onderwijscooperatie.nl/ -3- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 2. Het studiejaar per onderdeel 2.1 Metawerk Semester 1 Dit vak is zoals eerder beschreven een begeleiding van jouw professionele ontwikkeling tot docent. De docent bij wie jij de lessen volgt is tevens jouw mentor. Bij hem of haar kun je terecht met vragen over de opleiding of andere dingen waar je tegenaan loopt. Om te zorgen dat jij kunt aantonen dat je je aan het ontwikkelen bent om docent te worden, maak je een portfolio. In de lessen metawerk krijg je uitleg welke eisen aan welk document gesteld worden. Je werkt toe naar een kopassessment aan het einde van het 1e semester. De volgende documenten zitten dan in jouw portfolio; Een actueel Curriculum Vitae Vier complete dossiers ( een beschrijving van het niveau en ontwikkeling t.a.v de vier dossiers) Leerdoelen voor de lio-fase Beoordeling Werkplekleren semester 1 Vakdidactisch archief Beschrijving visie op het onderwijs Videocompilatie en kijkwijzer Aanbiedingsbrief. Semester 2 Als je aan semester 2 begint, heb je al enige ervaring met lesgeven. Je zult merken dat je niet meer alleen bezig bent met welke stof je behandelt en het houden van orde. Daarom ga je nu in de lessen metawerk de verdieping zoeken wat betreft jouw visie op onderwijs. Daarnaast vul je je portfolio aan zodat voor het kopassessment 2 de volgende documenten aanwezig zijn; Vier complete dossiers (waarin jouw ontwikkeling van het 2e semester zichtbaar is) Leerdoelen voor de fase van startbekwaam docent Beoordeling Werkplekleren semester 1 Vakdidactisch archief Beschrijving visie op het onderwijs Videocompilatie en kijkwijzer Voor alle documenten geldt dat het niveau van het Nederlands zowel wat betreft spelling, grammatica en formulering voldoende moet zijn! 2.2 Algemene Beroepsvoorbereiding (ABV) Semester 1 Naast kennis over het vak behoort elke docent zich te bekwamen in de kunst van het onderwijzen. Deze kennis en vaardigheden leer je bij Algemene Beroepsvoorbereiding -4- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 (ABV). Het ABV-programma gaat dus over algemene (generieke) didactiek en pedagogiek. Kennis hebben is één ding, deze overbrengen is een volgende stap. In de module Didactiek & Diversiteit in semester 1 leer je onder andere hoe je, rekening houdend met een (culturele) diversiteit aan leerlingen, een lesopzet maakt, hoe je activerende werkvormen ontwerpt, hoe je leerlingen motiveert en instrueert, etcetera. De ‘kunde’ van het onderwijzen leer je met name door ‘doen’. Dat wat je bij Didactiek & Diversiteit aangereikt krijgt, spiegel je of pas je zoveel mogelijk toe tijdens je stage. Een deel van het lesgeven bestaat ook uit non-verbale communicatie, de manier waarop je voor de klas staat. Daarom krijg je een aantal lessen drama. Semester 2 De module Adolescentiepsychologie & Leerlingbegeleiding gaat over de puber en zijn ontwikkeling. Kennis over de adolescent is voorwaardelijk om les te kunnen geven in het middelbaar beroeps- en/of voortgezet onderwijs. In deze module komen verschillende thema’s aan bod: identiteitsontwikkeling, cognitieve en morele ontwikkeling en seksualiteit. Je leert hoe je als docent en als mentor met deze ontwikkelingen om kunt gaan. Een substantiële component van de bijeenkomsten is gereserveerd om gespreksvaardigheden te oefenen. Deze vaardigheid is onontbeerlijk voor elke docent en mentor. Ook in deze module worden de lessen ABV aangevuld met drama. 2.3 Vakdidactiek Zoals je in het studiepunten overzicht hebt kunnen zien, kun je 4x2 punten halen voor vakdidactiek. Het verschilt echter per opleiding op welke manier dit over het studiejaar verdeeld wordt. Als het goed is heb je met de coördinator van jouw vakopleiding afspraken gemaakt op welke momenten jij vakdidactiek gaat volgen. Mocht je niet weten wie de coördinator is van jouw vakopleiding dan vind je onder het kopje ‘Algemene informatie’ naam en emailadres. NB Voor alle lessen geldt dat er een aanwezigheidsplicht is van 80%. Voldoe je daar niet aan dan kun je in principe de module het volgend schooljaar opnieuw volgen. 2.4 Werkplekleren De stage is zo opgebouwd dat je langzaam groeit in de rol van leraar. Je begint met observeren en aan het einde van het schooljaar sta je alleen voor de klas. Het is niet de bedoeling dat je alleen voor je lessen naar jouw stageschool gaat. Wij willen dat je 2 tot 3 dagen per week stage loopt. Het docentschap bestaat namelijk uit meer dan alleen lesgeven en door hele dagen aanwezig te zijn maak je ook kennis met de andere aspecten van het beroep. Per semester is de opbouw als volgt; Semester 1a; van observeren (max 2 weken) naar het overnemen van stukken van de les naar evt het geven van een hele les. De eis is dat je per week 4 lessen actief bijwoont. Het is verstandig aan het einde van dit blok om een tussenevaluatie te vragen met jouw -5- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 werkbegeleider en schoolopleider (docent van de stageschool die de stages coördineert). Semester 1b; dit blok geef je het hele uur les. Er zit nog wel een bevoegd docent (werkbegeleider) achter in de klas die jou van feedback voorziet. Per week geef je 6 uur les. Semester 1a en 1b sluit je af met een beoordeling. De begeleider van de HvA, de instituutsopleider, kan voor deze beoordeling een les van jou bijwonen. Het verschilt per school welke rol de instituutsopleider heeft. Vraag dit na bij jouw schoolopleider. De handtekening van de instituutsopleider moet echter altijd op het beoordelingsformulier staan. Semester 2a en 2b; de eerste paar weken geef je nog les onder het toeziend oog van jouw werkbegeleider. Zorg er echter voor dat je zo snel mogelijk zelf verantwoordelijk wordt voor een paar klassen. Dit heet de Lio-fase (Leraar in Opleiding). Er wordt nu van je verwacht dat je 8 uur lesgeeft per week. Voorwaarde om aan de Lio-fase te mogen beginnen is dat je het kopassessment 1 voldoende gehaald hebt (zie ook het kopje toetsing). Ook voor dit tweede deel van de stage wordt je beoordeeld. Meer informatie over bijvoorbeeld de eisen van de stage, beoordelingsformulieren en dergelijke vind je in de handleiding WPL voor kopstudenten. 2.4.1 Registratie van de stage Het heeft de voorkeur dat je solliciteert naar een leerwerkplek binnen de groep van onze opleidings- en samenwerkingsscholen. Dit zijn de scholen die in Centuri, het stage registratie systeem, hun plaatsen aanbieden. Via de link https://extranet.doo.hva.nl/nl/stage_werkplekleren/tweedegraads/Paginas/Informatie. aspx, onder het kopje ‘Onze vaste scholen’ kun je zien welke scholen dat zijn. Alle stages moeten in Centuri geregistreerd staan. Zonder registratie wordt geen HvA begeleider aangewezen, zonder begeleider kan geen beoordeling plaatsvinden. Er worden dus geen studiepunten toegekend voor een niet geregistreerd leerwerktraject. Door via Centuri een leerwerkplek te accepteren gaan de partijen automatisch akkoord met de Overeenkomst Werkplekleren. Deze overeenkomst geldt voor jou als student, de school en de HvA. Als je toch stage wilt lopen op een zogenaamde ‘losse’ school moet je de leerwerkplek zelf rechtstreeks aanmelden in Centuri. Bij het stagebureau kun je een formulier halen dat ondertekend moet worden door de coördinator van de opleiding en jouw mentor. 2.4.2 Verklaring omtrent het gedrag (VOG) Scholen zijn voor LiO’s verplicht om een ‘verklaring omtrent het gedrag (VOG)’ te -6- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 vragen. De ervaring leert echter dat veel scholen ook van niet Lio’s een VOG willen hebben. Het advies is de verklaring hoe dan ook aan te vragen. Dit kun je doen in de gemeente waar je woont. Het aanvraagformulier moet mede ingevuld en ondertekend zijn door de instantie die de VOG verlangt, de school dus. De lerarenopleiding speelt geen rol in de aanvraagprocedure. Bezoek voor meer details de website van de Rijksoverheid: http://www.justis.nl/producten/vog 3. Toetsing Naast de toetsen en opdrachten die je bij ABV en vakdidactiek krijgt, worden twee assessments afgenomen, de kopassessments 1 en 2. In het kopassessment 1 toon je aan dat klaar bent om de Lio-fase in te gaan. Dit doe je in een gesprek met twee assessoren aan de hand van jouw portfolio. Zie ook het stukje metawerk, semester 1. Dit kopassessment vindt in de regel plaats rond februari. In d eles metawerk krijg je het beoordelingsformulier van dit assessment. In het kopassessment 2 laat je zien dat je startbekwaam bent aan de hand van materiaal in je portfolio. Je wordt nu beoordeeld door je mentor. 4. Registratie studieresultaten In het Studenten Informatie Systeem (SIS) staat alles wat met je studie te maken heeft, zoals je studievereisten en je resultaten. Let op dat je SIS ook gebruikt om je in te schrijven voor tentamens, opdrachten en straks de diploma-aanvraag! Het ‘studentencentrum’ van SIS is de omgeving waar je onder andere je cijfers en persoonsgegevens kunt bekijken. Op http://www.hva.nl/sis/ wordt toegelicht wat je verder onder de verschillende tabs in SIS kunt vinden. 5. Rooster Het rooster is te vinden op https://mytimetable.hva.nl/ Rooster groep Klaas van der Laan; Semester 1 Maandag ABV 9.20-11.50 Patrick Bour KSH5A35 Donderdag vakdidactiek 12.00- 13.40 Sultan Goksen KSH 5A35 Donderdag metawerk 13.40- 15.20 Klaas van der Laan KSH 5A04 Semester 2 Maandag ABV 9.20-11.50 Patrick Bour KSH5A35 Donderdag vakdidactiek 12.00- 13.40 Sultan Goksen KSH 5A35 Donderdag metawerk 13.40- 15.20 Klaas van der Laan KSH 5A04 -7- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 Rooster groep Zineb Lekbir; Semester 1 Maandag ABV 10.20-12.50 Marieke Lyppens KSH5A36 Maandag Metawerk 13.40- 15.20 Zineb Lekbir KSH8A20 Semester 2 Maandag Metawerk 13.40- 15.20 Zineb Lekbir KSH8A20 Maandag ABV 16.10-18.40 Marieke Lyppens KSH5A02 NB Het kan zijn dat lokalen wijzigen. Houd daarom het rooster in de gaten. Zie boven genoemde site. Op de economiestudenten na, hebben de studenten van de andere opleidingen afspraken gemaakt met hun opleidingscoördinator wanneer zij de lessen vakdidactiek volgen. 6. Benodigde literatuur Verplicht Donk, C. van der & Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de School. Bussum: Coutinho. Ebbens, S. & Ettenkoven, S. (2013) Effectief leren. Basisboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Geel, V. van (2012). De orde in orde. Het voorkomen en oplossen van ordeproblemen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Hajer, M. & Meestringa, T. (2009). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho. Marzano. R. & Miedema, W. (2013). Leren in 5 dimensies. Assen: Van Gorcum. Wal, J. van der, Mooij, I. de, & Wilde, J. de (2011). Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Geerts & van Kralingen, (2011) Handboek voor leraren: Bussum: Coutinho Hierbij komt nog de literatuur voor vakdidactiek. Aanbevolen Ebbens, S. & Ettenkoven, S. (2013) Samenwerkend leren. Praktijkboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Ebbens, S. & Ettenkoven, S. (2013) Actief leren. Bronnenboek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Hajer, M., Hanson, M., Hijlkema, B. & Riteco A. (2007). Open ogen in de kleurrijke klas. Perspectieven voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho. Hoogeveen , P & Winkels, J, (2011) Het didactische werkvormenboek, Assen: van Gorcum Website www.multicultureelopleiden.nl -8- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 7. Algemene informatie 7.1 Mentor en docenten Mentoren van de twee kopgroepen zijn; Klaas van der Laan: [email protected] Zineb Lekbir: [email protected] Docenten ABV; Patrick Bour: [email protected] Marieke Lyppens: [email protected] Docent drama; Fransje Christiaans: [email protected] 7.2 Coördinatoren van de verschillende opleidingen; Nederlands Jiska Kniep: [email protected] Engels Michelle Willems: [email protected] Frans Martine Thoraval: [email protected] Aardrijkskunde Els Dieleman: [email protected] Geschiedenis Frans Groot: [email protected] Maatschappijleer Mieke Bernaerts: [email protected] Economie Harry Westenberg: [email protected] NaSk Gert de Goede: [email protected] Biologie Hein Dirks: [email protected] Wiskunde Jantien Stam: [email protected] Techniek Dineke de Rijk: [email protected] Voor algemene informatie kun je terecht bij de coördinator van de kopopleiding Marieke Lyppens: [email protected] 7.3 Onderwijsbureau Voor vragen over Sis, stage en andere onderwijs gerelateerde zaken kun je terecht bij Onderwijsbureau (Balie 4e etage) Kohnstammhuis, Wibautstraat 2-4, 1091 GM Amsterdam Tel 020 - 599 5762 Email onderwijsbureau; [email protected] Email resultatenadministratie; [email protected] Email voor stage gerelateerde zaken; [email protected] -9- Kopopleiding Praktische informatie 2014-2015 - 10 -
© Copyright 2024 ExpyDoc