kinderrechtelijke aspecten van de gewijzigde Transgenderwet

reportage
Kinderrechtelijke aspecten van de Transgenderwet
Buiten de hokjes
Volgens de biologieboeken ben je een meisje. Je hebt eier­
stokken, een vagina en een baarmoeder. Maar je voelt je een
jongen en dat gevoel gaat niet meer weg. Sterker nog, het maakt
je ongelukkig en eenzaam. Honderden jongeren in Nederland
hebben genderdysforie: een gevoel van onbehagen over het
eigen biologische geslacht.
A
ls Jonah Lamers (27) terugdenkt aan zijn jeugd is dat met
gemengde gevoelens. “Ik ben
geboren in een vrouwenlichaam
en opgevoed als meisje. Ik heb zo hard
geprobeerd om een meisje te zijn, maar
het voelde niet goed”.
Toen Jonah verliefd werd op een meisje
kreeg hij het stempel ‘lesbisch’, maar
ook dat klopte voor zijn gevoel niet. Pas
toen hij een studie genderstudies volgde,
kwam hij erachter dat er zoveel meer
is dan de stereotiepe onderverdeling
tussen man en vrouw. Lamers ontdekte
dat hij transgender is: een verzamelnaam
voor mensen met een genderidentiteitsstoornis, hoewel de term ‘stoornis’ vooral
als kwetsend wordt ervaren en genderdiversiteit een betere benaming zou zijn
(zie kader voor een uitleg van de verschillende termen).
Op dit moment heeft Jonah gesprekken
bij de psycholoog van het Kennis- en
Zorgcentrum Genderdysforie van het
VUmc, de eerste fase van een transitie
naar het andere geslacht.
Human Rights Watch. Grootste kritiekpunt: de eis van een operatie en onvruchtbaarheid was een grove schending van
het recht op lichamelijke integriteit en
privacy. Die ­mensenrechtenschending
geldt ook voor jongeren. Uit het
VN-Kinderrechtenverdrag volgt dat elk
kind recht heeft op een eigen identiteit
en dat de staat verplicht is om die identiteit te beschermen. En ook het recht
op bescherming van privacy geldt net
zo goed voor jongeren.
paspoort
Zestien jaar?
Voor transgenderjongeren van zestien
jaar of ouder wordt het vanaf 1 juli 2014
makke­lijker om het geslacht te wijzigen
in officiële documenten. Moest je voorheen een geslachtsveranderende operatie
ondergaan en aantoonbaar onvruchtbaar
zijn, door een wijziging van de wet is het
straks voldoende als je bij de ambtenaar
van de Burgerlijke Stand verklaart te
willen veranderen van geslacht, en een
deskundige jouw verklaring ondersteunt.
Een belangrijke ontwikkeling want
lang niet alle transgenders willen hun
geslacht ook daadwerkelijk veranderen.
Een aanpassing in het paspoort kan voor
­sommigen al genoeg zijn.
De nieuwe Wet Erkenning Genderidentiteit
(Transgenderwet) volgt na kritiek van de
Raad van Europa, het VN-Vrouwenrechten­comité en mensenrechtenorganisatie
6 Right!
door Sabine de Jong
Er is veel discussie geweest over de leeftijd waarop jongeren hun geslacht mogen
wijzigen in hun paspoort. Omdat jongeren
al vanaf hun twaalfde mogen starten met
puberteitsremmers die geslachtskenmerken remmen (zoals borstontwikke­ling
bij meisjes en een lage stem bij jongens),
pleitten sommigen voor een vervroeging
van de leeftijd. Een van hen was
Pia Dijkstra van D66. Zij diende een amendement in om de leeftijd waarop iemand
zijn of haar geslacht mag aanpassen in
officiële documenten, te ­verlagen naar
twaalf jaar. Ze refereert aan het onderzoek
van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Ongeveer de helft van de door het SCP
ondervraagde kinderen, wist al voor het
tiende levensjaar ‘dat er iets niet klopte’.
“Deze groep moet volgens het huidige
voorstel nog jaren wachten voordat de
registratie en identiteit met elkaar in
overeenstemming zijn”, legt Dijkstra in
het amendement uit. Bovendien geldt de
identificatieplicht voor minderjarigen al
vanaf veertien jaar en dat kan problemen
opleveren als een jongere al in het andere
geslacht leeft en zijn of haar uiterlijk niet
overeenkomt met het geslacht in het
identiteitsdocument.
Hoewel de meeste transgenderjongeren
al op jonge leeftijd vrij zeker weten dat
het lichaam dat hen omhult niet het
juiste is, bestaat er bij sommige mensen
de angst dat jongeren nog niet helemaal
kunnen overzien wat de gevolgen zijn van
het ­veranderen van geslacht. Dan is het
geruststellend te weten dat het wijzigen
van het geslacht in het paspoort altijd
weer ongedaan gemaakt kan worden.
Ondanks de roep om het verlagen van de
leeftijd, geldt de nieuwe Transgenderwet
voor jongeren vanaf zestien jaar.
School is een onveilige plek
Voor (jonge) transgenders is het wijzigen
van het geslacht in het paspoort een
belangrijke stap voorwaarts. Maar er valt
nog veel te verbeteren, zo blijkt uit het
rapport ‘LHBTI-kinderen in Nederland’
van het COC Nederland. De instantie
onderzocht de situatie in Nederland voor
Lesbische, Homoseksuele, Biseksuele,
Transgender kinderen en kinderen met
een Intersekse conditie (zie kader).
School blijkt voor LHBTI-kinderen een
sociaal onveilige plek, maar ook een
plek waar het meest te winnen valt om
het welzijn van deze groep kinderen
Kijk, lees en leer meer over genderdiversiteit
• The Genderbread Kit geeft workshops op middelbare scholen over gender­diversiteit.
De workshops zijn zowel voor scholieren als voor docenten.
www.thegenderbreadkit.com
•De Nederlandse Valentijn de Hing is een internationaal model. Valentijn, die shows
loopt voor veel grote modehuizen, was vroeger een jongen. In het tv-programma
’24 uur met…’ vertelt ze openhartig over haar leven.
•Expreszo is een tijdschrift en online community voor LHBT-jongeren.
www.expreszo.nl
•Worden wie je bent. Het leven van transgenders in Nederland, Sociaal en Cultureel
Planbureau. Den Haag: 2012.
•LBHTI-kinderen in Nederland. Rapportage over 2e leefwereld en rechten van een
vergeten groep kwetsbare kinderen. COC Nederland, 2013.
te verbeteren. Door onwetendheid bij
zowel scholieren als docenten worden
veel LHBTI-kinderen gepest, mishandeld
of uitgescholden. Ruth Kaufmann van
Transvisie Zorg vertelt in het rapport dat
docenten nog vol overtuiging kleurplaten
van prinsessen uitdelen aan meisjes,
en jongens een exemplaar met ridders
overhandigen. “Er is bewustwording
nodig over het eigen zwart-wit denken
om anders te handelen ten aanzien
van vastgeroeste man-vrouwpatronen,”
vindt Kaufmann.
Koekjes als uitleg
Op die bewustwording bij docenten wordt
nog eens de nadruk gelegd nu docenten
sinds 2012 verplicht zijn om voorlichting
te geven over gender- en seksuele diversiteit. Dat blijkt nog best lastig. Uitleggen
wat het betekent om lesbisch te zijn, of
homo- dan wel biseksueel, lukt de meeste
docenten nog wel. Maar voorlichting
geven over genderdysforie of het hebben
van een intersekse conditie, gaat de
meeste docenten de pet te boven.
Jonah Lamers ontwierp daarom, samen
met mede-oprichter Lea Buragiewicz
en met hulp van docente Graziella de
Guytenaere, The Genderbread Kit: een
workshop over genderdiversiteit. Om
leerlingen te laten zien dat er veel meer
bestaat dan de strikte man-vrouwverdeling, maar ook om docenten te
helpen bij het geven van voorlichting
7 Right!
een geslachtsveranderende operatie en
de therapieën daaromheen, niet langer
vergoed zouden worden. Daarom moet
nu wel iedereen die van geslacht wil
veranderen, eerst door een psycholoog
beoordeeld worden. “Ontzettend heftig,”
vond Jonah Lamers dat. “Het feit dat je
daarmee gelabeld wordt als iemand met
een stoornis is heel kwetsend.”
Wat is LHBTI?
De groep mensen met een van de norm afwijkende genderidentiteit, wordt vaak
omschreven met de afkorting LHBT, wat staat voor: Lesbisch, Homo, Biseksueel,
Transgender. Sinds enkele jaren is de afkorting uitgebreid met een I, refererend aan
de groep mensen met een Intersekse conditie. Kunnen de meeste mensen zich bij de
eerste drie termen nog wel wat voorstellen, bij de laatste twee ontstaat vaak verwarring.
Homo, lesbisch, biseksueel
Een (deels) seksuele voorkeur voor iemand van hetzelfde geslacht. Het hebben
van een seksuele voorkeur die afwijkt van de norm is iets anders dan iemand met
een genderidentiteit die afwijkt van wat als standaard wordt gezien.
Transgenders
Transgenders voelen zich niet helemaal thuis in hun eigen lichaam. Veel transgenders
zijn ontevreden over een deel van hun lichaam, bijvoorbeeld hun borsten, en willen
een gedeeltelijke medische behandeling. De term transgender wordt ook wel als
verzamel­naam gebruikt voor alle mensen die zich transgender, travestiet of trans­
seksueel voelen.
Transseksuelen
Transseksuelen hebben het gevoel geboren te zijn in het verkeerde lichaam en hebben
er vaak een geslachtsveranderende operatie voor over om dat gevoel weg te nemen.
Een man die een vrouw wil worden wordt een transvrouw genoemd. Transmannen
zijn vrouwen die liever een mannenlichaam hebben.
Intersekse conditie
Jongens komen ter wereld met een XY-chromosoom, een penis en testosteron. Meisjes
worden geboren met een XX-chromosoom, met een vagina, eierstokken en een baarmoeder. Maar er worden ook meisjes geboren met een XY-chromosoom, en er zijn
jongens met een vagina. Al deze mensen vallen onder de groep van mensen met een
intersekse conditie. De Stichting Nederlands Netwerk Intersekse/DSD (NNID) omschrijft
een intersekse conditie als het hebben van een geslacht dat verschilt van de norm.
De oude term hermafrodiet wordt als kwetsend ervaren en daarom niet meer gebruikt.
Genderdysforie
Tussen deze groepen zitten nog veel subgroepen met geslachtsuitingen die afwijken
van de standaard. Al deze groepen vallen onder de noemer genderdysforie.
Genderdysforie is een gevoel van onbehagen over iemands bio­logische geslacht.
Genderdysforie komt voor in allerlei gradaties. Sommige mensen willen alleen af en
toe kleding van het andere geslacht dragen, anderen kiezen voor een geslachtsveran­
derende operatie. Een andere term voor genderdysforie is gender­identiteitsstoornis.
8 Right!
over dit onderwerp. “Docenten komen
naar ons toe om te zeggen hoe blij ze zijn
met de voorlichting. Zelf hebben ze vaak
geen idee hoe ze de voorlichting moeten
aanpakken, terwijl het wel als verplicht
onderdeel in de kerndoelen van het
onderwijs is opgenomen.”
Inmiddels heeft The Genderbread Kit al
honderden leerlingen uitgelegd dat een
samenleving hokjes creëert en dat het
niet erg is als je niet per se in een van die
vaste hokjes past.Dat doen ze op een creatieve manier. “We zeggen dat iedereen
eigenlijk een ‘genderbread’ koekje is, en
dat we allemaal bestaan uit vier ingrediënten: sekse, genderidentiteit, expressie
en aantrekkingskracht. En dat sommige
mensen buiten de norm vallen, maar
dat dat eigenlijk heel normaal is.” Na de
workshop worden er koekjes uitgedeeld
en mogen ze deze opeten.
De leerlingen, allemaal rond de veertien
jaar, zijn in het begin vaak wat giechelig
en onwennig. Maar Lamers is verbaasd
hoe open de gesprekken vaak worden
en hoe de sfeer kan veranderen. Vooral
als de leerlingen aan de slag gaan met
foto’s van mensen die ze zelf in een hokje
moeten plaatsen, worden de deelnemers
zich bewust van hun eigen vooroordelen.
Lamers hoopt dat kinderen die worstelen
met hun genderidentiteit, door de voorlichting meer snappen van hun gevoelens.
“Als er geen woorden zijn om uit te leggen
hoe je je voelt, kun je je verschrikkelijk
alleen voelen”, legt Lamers uit.
Psychiatrisch handboek
De vooroordelen waar genderdysfore
kinderen tegenaan lopen, spelen eigenlijk in de hele maatschappij. Jongens
die liever met barbies spelen, meisjes
die zich meer een jongen voelen: ze
krijgen vaak te maken met onbegrip.
Het helpt dan niet mee als het internationale handboek voor de psychiatrie,
de DSM-V, genderdysforie omschrijft als
een psychiatrische ziekte. De werkgroep
die advies gaf over de vernieuwing van
de meest recente editie van het psychia­
trisch handboek adviseerde destijds
om genderdysforie toch in de DSM te
laten staan omdat gevreesd werd dat
Illustraties: The Genderbread Kit
Travestiet
Een travestiet is iemand die zich geregeld graag kleedt als iemand van het andere
geslacht. Het bekende beeld is dat van de dragqueen die zich, uitbundig verkleed
en opgemaakt, in het nachtleven begeeft. Maar er zijn ook dragkings: vrouwen
die zich subtiel verkleden als man, compleet met maatpak, snor of stoppelbaard.
En er zijn mensen die zich verzetten tegen de traditionele rolverdeling man/vrouw
en daarom expres kleding van het andere geslacht dragen: crossdressing, heet dit.
Kleine moeite om genderdysforie in
het psychiatrisch handboek te laten staan,
zou je denken. Want wat merk je daar nou
van: of gendersysforie wel of niet in een
handboek staat? Veel. Het belangrijkste
gevolg is dat transgenders in hun medisch
dossier de aantekening ‘­psychiatrisch
patiënt’ krijgen, wat in allerlei ­situaties
dan weer de kop op kan duiken.
Daarnaast heeft de inhoud van de DSM
wel degelijk invloed op hoe er door de
samenleving tegen bepaalde fenomenen
wordt aangekeken. Zo werd homoseksualiteit nog tot halverwege de jaren zeventig
vermeld in de DSM. Homoseksualiteit
stond daarmee in het rijtje van seksuele
stoornissen zoals s­ eksueel masochisme
en sadisme. Na druk van de homo­
beweging werd homoseksualiteit uiteindelijk verwijderd uit het handboek
van psychia­trische ziektes en nam de
maatschappelijke acceptatie flink toe.
Inmiddels is het haast niet meer in te
denken dat het daar ooit thuishoorde.
Belangenorganisaties hopen dat door
genderdysforie te schrappen uit de DSM,
hetzelfde effect optreedt.
Een oplossing voor het dilemma waar
veel transgenders nu tegenaan lopen,
zou zijn om genderdysforie in een ander
classificatie-handboek te vermelden.
De Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) heeft de International
Classification of Diseases (ICD) opgesteld.
Zorgverzekeraars vergoeden behandelingen voor aandoeningen die op deze
lijst staan.
De ICD verschilt van de DSM-omdat in
die laatste alleen psychiatrische stoornissen vermeld staan, en in de ICD ook
medische aandoeningen. De als kwetsend ervaren omschrijving van psychisch
gestoorden, kan hiermee veranderen in
een omschrijving van iemand met een
medische aandoening, zonder dat de
financiële vergoeding in gevaar komt.
Levensechte problemen
Het zijn allemaal technische omschrijvingen van levensechte problemen waar
vrijwel alle genderdysfore jongeren
tegenaan lopen. Niet alleen worstelen
zij met hun eigen verwarrende gevoelens, ze moeten ook nog eens opboksen
tegen vooroordelen, stigma’s en juridische
obstakels.
De gewijzigde Transgenderwet die op
1 juli 2014 in werking treedt is een belangrijke stap voorwaarts. De volgende stap
bestaat uit voorlichting en bekendheid
geven op scholen en in de samenleving.
Want diezelfde samenleving creëert de hokjes waar gelukkig nu eenmaal niet
iedereen in past.
9 Right!