Def.vs. 26 mei 2014 Overeenkomst tot toetsen van regionale

Def.vs. 26 mei 2014
Overeenkomst tot toetsen van regionale
rijkskeringen en het opstellen van
verbeterplannen voor de eventuele
verbeteringsmaatregelen door het waterschap
Brabantse Delta.
De ondergetekenden:
De Minister van Infrastructuur en Milieu, handelende als bestuursorgaan en als
vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de directeur
Netwerkmanagement, de heer drs. ing. L.AJ. Smit, hierna te noemen "de Staat",
En
Het Waterschap Brabantse Delta, krachtens artikel 95 van de Waterschapswet,
vertegenwoordigd door mw ir. ing. C.P.M. Moonen, dijkgraaf, handelende ter uitvoering
van het besluit van het Dagelijks bestuur van 3 juni 2014, hierna te noemen "het
Waterschap",
Hierna tezamen te noemen "Partijen".
Overwegende dat:
-
-
-
-
in het kader van Doelmatig Waterbeheer van het Markkanaal, Oude Maasje en
Zuiderkanaal, westelijke Drongelense kanaaldijk ín de intentieverklaring afspraken
zijn gemaakt tussen de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat en de voorzitter
van de Unie van Waterschappen;
waterstaatswerken "schoon" moeten worden overgedragen;
waterstaatswerken in een goede staat van onderhoud moeten verkeren;
de dijken van het Markkanaal en de westelijke Drongelense kanaaldijk als
regionale waterkering getoetst moeten worden;
het Waterschap zich bereid heeft verklaard op kosten van de Staat deze toets en
eventuele verbeteringswerkzaamheden voor te bereiden en uit te voeren;
een snelle toetsing van belang is voor de programmering en het beschikbaar
stellen van de benodigde financiering van verbetervoorstellen;
in het bestuurlijk overleg van 28 maart 2014 tussen het Waterschap en de Staat
afspraken over de toetsing van regionale waterkeringen zijn gemaakt zoals
verwoord in het verslag van dat overleg.
Artikel 1. Taken van het Waterschap
1. De Staat draagt de uitvoering van de toetsing van de regionale waterkeringen en
het opstellen van de benodigde (dijk)verbeterplannen met de bijbehorende
kostenramingen over aan het Waterschap.
2. Het Waterschap zal deze werkzaamheden uitvoeren I uit laten voeren op basis
van de plannen van aanpak (documentnummers 14IT012392 en 14IT012395).
3. Het Waterschap stelt een plan van aanpak op voor het toetsen van de regionale
keringen langs het Markkanaal en stelt een plan van aanpak op voor het toetsen
Blz. 1 van 4
Def.vs. 26 mei 2014
4.
5.
6.
7.
8.
van de westelijke Drongelense kanaaldijk (P52). Hierin staan de producten
beschreven, die als eindproduct/resultaat worden verwacht en die als maat gelden
voor de te leveren prestatie. De resultaten van de toetsing, incl. de plannen voor
eventuele verbetermaatregelen met de bijbehorende kostenramingen, worden
verwerkt in een eindrapportage.
Het Waterschap zal voor de uitvoering van de toets een projectgroep
samenstellen. De Staat neemt deel aan deze projectgroep. Ook de Provincie zal
gevraagd worden hieraan deel te nemen.
De projectgroep doet het voorbereidende en begeleidende werk van de toetsing
en het opstellen van de verbeterplannen incl. kostenraming.
Het Waterschap besteedt de opdracht voor de toets van de regionale waterkering
en het opstellen van de verbeterplannen incl. kostenraming uit.
Het Waterschap legt de plannen van aanpak, de definitieve opdrachtformuleringen
en de eindrapportage voor aan de Staat ter goedkeuring. Deze plannen worden
besproken in en voorgelegd aan het zgn. Directeurenoverleg.
De resultaten van het onderzoek zijn gereed op 1 oktober 2014.
Artikel 2. Financiën
1. De Staat vergoedt aan het Waterschap alle werkelijke kosten voor externe
opdrachten, die nodig zijn in het kader van de benodigde toets en het opstellen
van de verbeterplannen voor de keringen, zoals ook vastgelegd in de documenten
genoemd in artikel 1, zevende lid van deze overeenkomst.
2. De gemaakte interne uren houdt het Waterschap bij door middel van een
urenregistratie, zoals gebruikelijk bij het Waterschap in het kader van de
projectbegrotingen.
3. De Staat vergoedt de door het Waterschap gemaakte interne uren. Declaratie
vindt plaats op basis van een naar waarheid ingevulde, gecontroleerde en door
bevoegd management geaccordeerde overzichtsstaat. De te hanteren uurtarieven
staan gespecificeerd in de plannen van aanpak.
4. De kosten voor de toets van de waterkeringen worden geraamd op C 198.350,00
excl. btw (C 240.000,00 incl. btw). Dit is inclusief de interne kosten van
C 61.980,00 excl. btw (C 75.000,00 incl. btw).
5. Voor de betaalbaarstelling van kosten hanteert de Staat de volgorde van
1. de prestatie moet aantoonbaar zijn geleverd, conform de plannen van aanpak,
2. de prestatie moet zijn goedgekeurd door het Waterschap en de Staat, conform
de plannen van aanpak.
3. de kosten moeten conform de afspraken zijn gedeclareerd.
6. De Staat zal de bijdrage, als is voldaan aan het gestelde in het voorgaande lid,
binnen één maand betalen nadat het Waterschap een declaratie, onder
vermelding van bestelnummer 4500226319 bij heeft ingediend bij:
Rijkswaterstaat Zuid-Nederland
t.a.v. crediteurenadministratie
Postbus 8185
3503 RD Utrecht
Deze declaratie is voorzien van afschriften van de originele facturen van de
externe opdrachten en de overzichtsstaat van interne uren zoals bedoeld in artikel
2, derde lid van deze overeenkomst.
7. Er wordt uitgegaan van betaling van de volledige bijdrage ineens als alle
prestaties ļ de eindproducten zijn geleverd, d.w.z. 100 7o bij oplevering.
8. Het Waterschap treedt met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden
op als ondernemer voor de omzetbelasting. Over de van Rijkswaterstaat te
ontvangen vergoeding is omzetbelasting verschuldigd (ook over de interne kosten
is BTW verschuldigd).
o
BIz. 2 van 4
Def.vs. 26 mei 2014
Artikel 3. Onvoorziene omstandigheden
1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden
voordoen, welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet mag worden
verwacht. Zij zullen in goed overleg zo nodig de overeenkomst daaraan
aanpassen. Dit mag niet leiden tot extra kosten voor de Staat.
2. Partijen merken als onvoorziene omstandigheden in elk geval aan de situatie dat
formele regelingen en besluiten leiden tot niet of slechts gedeeltelijke
goedkeuring, de schorsing of vernietiging van besluiten die uit de overeenkomst
voortvloeien, een en ander met inbegrip van wijziging van regelingen,
beleidswijzigingen, bestuurlijke koerswijzigingen of onherroepelijke beslissingen
van een rechterlijke instantie of overheid.
3. De wijziging van de overeenkomst behoeft schriftelijke toestemming van alle
partijen.
4. De wijziging en de verklaring van toestemming met die wijziging wordt in afschrift
als bijlage aan deze overeenkomst gehecht.
Artikel 4. Ontbindende voorwaarden
1. Indien onvoorziene omstandigheden van dien aard zijn dat wijziging van de
overeenkomst geen uitkomst biedt, kan voor de partij die zich op die
omstandigheden beroept aanleiding geven zich te wenden tot de rechter met het
verzoek om deze overeenkomst te ontbinden.
2. Alvorens zich tot de rechter te wenden nodigt de in het vorige lid bedoelde partij
de andere partľj(en) uit om met haar in overleg te treden over de oplossing van
de gerezen problemen. Leidt dit overleg niet binnen drie maanden tot
overeenstemming dan kan de in het eerste lid bedoelde partij zich alsnog tot de
rechter wenden.
3. P artijen onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden voordoen die
weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot
ontbinding van deze overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die partijen ertoe
nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te
maken. Zij verbinden zich dan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en
voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de juiste nakoming van deze
overeenkomst.
4. Indien het in lid 2 en 3 bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal
herziening, wijziging of aanvulling van de overeenkomst worden vastgelegd in een
nader te sluiten wijzigings- c.q. aanvullende overeenkomst die als bijlage aan
deze overeenkomst wordt gehecht.
Artikel 5. Geschillen
1. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst,
dan wel nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, zullen
worden beslecht door de burgerlijke rechter te Den Haag.
3. Er is sprake van een geschil zodra een van de contractpartijen dit schriftelijk aan
de andere partij meldt. P artijen dienen hierop met elkaar in overleg te treden
teneinde te bezien of in der minne een oplossing kan worden bereikt.
Artikel 6. Looptijd overeenkomst
1. Deze overeenkomst heeft een looptijd van een jaar. De overeenkomst eindigt
nadat de toetsresultaten bekend zijn gemaakt, de eventuele verbetermaatregelen
Blz. 3 van 4
Def.vs. 26 mei 2014
zijn beschreven en geraamd, de eindrapportage is afgerond en de betaling van
alle kosten van het onderzoek door de Staat aan het Waterschap is voldaan.
Aldus opgemaakt en in tweevoud ondertekend te
's-Hertogenbosch ļ Breda
26 mei 2014 ļ
2014
DE DIJKGRAAF VAN HET WATERSCHAP BRTABANTSE DELTA
mevrouw ir. ing. C.P .M. Moonen
DE DIRECTEUR NETWERKMANAGEMENT VAN RIJKSWATERSTAAT ZUID-NEDERLAND,
Blz. 4 van 4