“België engageert zich”, Dimensie 3, januari

GROTE MEREN
VREDE EN ONTWIKKELING IN DE GROTE MEREN:
© DGD/E.Pirsoul
België
engageert zich
In oktober 2013 bezocht de minister van Ontwikkelingssamenwerking het Congolese parlement. Hij wou poolshoogte nemen
van de inspanningen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking om te helpen bij de relance van beide Kivu’s.
Geen welvaart zonder vrede.
Geen vrede ook zonder welvaart. Dat is de gezonde redenering achter het relanceplan voor de Grote Meren dat
België voorstelt. Vooreerst
dienen Noord- en Zuid-Kivu
vrede te kennen. Nadien komt
het erop aan ontwikkelingsprojecten te financieren die
de banden tussen de economieën van de landen van de
Grote Meren versterken. Het
relanceplan komt bovenop
de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in de rest van
DR Congo.
Instabiliteit in een hele regio
De provincies Noord- en Zuid-Kivu in OostCongo waren vroeger een voorbeeld van
zelfontwikkeling. Maar 10 jaar strijd door
rebellenmilities tegen het regeringsleger
en de bevolking heeft de sociale en economische structuren grondig verwoest. De
milities (CNDP, FDLR, Maï-Maï, en onlangs
nog M23) terroriseren de bevolking:
slachtpartijen, folteringen, gedwongen
inlijving van kindsoldaten, systematische
en bijzonder gruwelijke verkrachting
van vrouwen en meisjes. De gevolgen
zijn desastreus: bevolking op de vlucht,
armoede, vernietiging van het sociale
weefsel, de centrale overheid die er niet
in slaagt haar opdracht naar behoren te
vervullen, maar ook een stagnerende
economie en dalende investeringen.
Door de oorlog had de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – Congo is
veruit de eerste partner – zich uit deze
provincies teruggetrokken. ‘In een land
in oorlog is er nood aan humanitaire hulp,
niet aan ontwikkelingssamenwerking’, zegt
P. Detheux, adviseur van de minister van
Ontwikkelingssamenwerking J.-P. Labille.
Een veranderende context
In december 2012 behaalden de opstandelingen in Goma een overwinning op
het Congolese leger. De Verenigde Naties
stelden toen een akkoord voor aan de
regionale spelers om de dieperliggende
oorzaken van de crisis aan te pakken.
Uiteindelijk werd in februari 2013 met
11 landen het Kaderakkoord van Addis
Abeba gesloten. Het verbiedt de landen
van de regio zich in het conflict op het
Congolese grondgebied te mengen, terwijl Congo belooft zijn veiligheidsbeleid
te hervormen. Daarnaast versterken de
VN het mandaat van de Monuscobrigade
(VN-Blauwhelmen) en stellen ze een
speciaal gezant voor de Grote Meren
aan: Mary Robinson. Tot slot doet de
Wereldbank een toezegging van 1 miljard
dollar voor infrastructuur en energie als
‘vredesdividend’.
32 JANUARI-FEBRUARI 2014 I dimensie 3
Belgische en internationale
inspanningen
De donoren grepen met beide handen de
mogelijkheden die de akkoorden van Addis
Abeba boden. Zoals de Belgische minister
van Ontwikkelingssamenwerking het stelde,
‘België heeft de morele plicht om iets te
ondernemen’, omwille van de historische
banden tussen beide landen en gezien de
strategische positie van Congo. België zal
aan dit ‘vredesdividend’ een bedrag van
30 miljoen euro toevoegen. ‘Het gaat om
‘quick wins’: aantonen dat vrede beter is dan
oorlog, en werk creëren voor de voormalige
rebellen’, aldus de adviseur. Drie sectoren
komen in aanmerking voor hulp: drinkwater, waterkrachtcentrales en wegen. Maar
omdat België alleen niet veel kan verrichten
probeert het de andere donoren van Congo
te overhalen om de krachten te bundelen en
het eens te worden over een gemeenschappelijk actieplan. Een van deze donoren is
de Europese Unie.
Hoop …
De eerste overwinning van het Congolese
leger in november 2013 is wellicht te danken
aan het akkoord inzake de niet-inmenging.
De militie M23 legde de wapens neer. Dat
is een belangrijke mijlpaal omdat het weer
enig zelfvertrouwen geeft aan Congo, dat in
het oosten van het land nog voor heel wat
uitdagingen staat. Maar het land zal daarin
waarschjinlijk worden bijgestaan door
België en de internationale gemeenschap.
ELISE PIRSOUL