Voorbeeldles - Uitgeverij Zwijsen BE

le
5
Zie zo
Spelling
o
b
r
o
lessen
d
l
e
e
r
e
5
r
a
ja
v
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 1
17/09/14 10:08
1
Zie zo Spelling
blok 1
Lesverloop
Doelen
Woorden met meer klankgroepen
correct schrijven (ook
samenstellingen en woorden met
vaste stukjes).
Materiaal
-
R1 en stappenplan
klankgroepen
blok 1 les 1
verrijkingsopdrachten
Didactische info
- In deze les schrijven de leerlingen
woorden met meerdere
klankgroepen die eindigen
op een lange of een korte
klinker, een medeklinker of een
tweetekenklinker.
Ook samenstellingen en
afleidingen komen aan bod.
- Het stappenplan klankgroepen
kennen de leerlingen al van het
tweede leerjaar. Sta nog even
stil bij het begrip ‘klankgroep’.
Verwoord daarbij heel duidelijk het
verschil tussen Wat hoor ik? en
Wat schrijf ik?.
- De term klankgroep verwijst naar
de manier waarop woorden in
stukjes worden uitgesproken:
/boe//ken/.
Klankgroepen komen niet altijd
overeen met lettergrepen, bv.
klankgroepen /vi/ /ssen/ versus
lettergrepen vis-sen.
Op verkenning
Zeg de volgende woorden: trappen, slapen,
lapen, lopen, sluipen, meppen,
snoepen, koprol, huppelen, zwakkeling, mopperen.
peren.
De leerlingen proberen er zoveel mogelijk van
n te onthouden.
De woorden die ze onthouden hebben, schrijven ze op.
op
Overloop de woorden en schrijf ze in kolommen op het bord:
- kolom 1 (klankgroep eindigt op een korte klinker):
): trappen, meppen
meppen,
huppelen, zwakkeling, mopperen;
- kolom 2 (klankgroep eindigt op een lange klinker): slapen, lopen;
- kolom 3 (klankgroep eindigt op een medeklinker of op een
tweetekenklinker): sluipen, snoepen, koprol.
Vraag de leerlingen wat ze doen na schooltijd. Schrijf activiteiten,
waarvan het woord uit meerdere klankgroepen bestaat, in de juiste
kolom op het bord en bespreek telkens het einde van de klankgroepen.
1 De leerlingen kruisen aan wat ze op het einde van de
klankgroep horen.
Uitleg
2 Overloop samen uitlegkaart R1 en het stappenplan
klankgroepen. Schenk voldoende aandacht aan: ‘Welke stap uit het
stappenplan heb ik nodig?’
Lees samen de woorden van de week en eventueel de extra woorden.
8
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 2
17/09/14 10:08
omgeving • 25 minuten
Aan de slag
De leerlingen
leerling maken de opdrachten individueel. Na één of meer
oefeningen
eningen controleren
co
ze met z’n tweeën hun resultaten.
Wijs hen erop dat ze bij
b twijfel het stappenplan klankgroepen en
uitlegkaart R1 kunnen raadplegen.
raadpleg
Moedig hen aan om de strategie
telkens
elkens te verwoorden.
verwoorden
Praktische info
Maak drie kolommen op het bord
(zie Op verkenning).
Aandacht voor woorden
- druilerig
3-7
Oefening 3: de leerlingen kleuren de woorden. Wat horen ze aan het
eind van de eerste klankgroep? Een medeklinker, een tweetekenklinker,
een lange of een korte klinker? Ze geven elke groep een andere kleur.
kleu
Oefening 4: ze vullen woorden aan met de ontbrekende letters.
Daarna schrijven ze de woorden helemaal op
op.
Oefening 5: ze zoeken de woorden in de woordslang en schrijven
die op. Alle woorden staan in het meervoud. Daarna schrijven ze de
woorden ook in het enkelvoud.
Oefening
ening 6: ze verbinden een woord uit de eerste kolom met een
woord
oord uit de tweede kolom en vormen zo een samenstelling.
samenstelling
Daarna schrijven
hrijven ze de samenstelling in het meervoud.
Oefening 7: ze vullen de woorden
oorden in de tekst aan met
me
vaste woordstukjes.
regenachtig en somber
Het is vandaag een druilerige en
sombere dag.
- krankzinnig
gek
Het is een krankzinnige gedachte
dat ik helemaal alleen die berg zou
beklimmen.
- kreupel
mank
Die man kan moeilijk lopen en trekt
sedert zijn motorongeluk met zijn
been. Hij is kreupel.
- uitbundig
rijkelijk, weelderig
De feesttafel is uitbundig versierd
met bloemen en kaarsen.
Terugkijken
8 De leerlingen maken met woorden uit deze les een zo lang
mogelijke zin. Ze schrijven de zin op een blaadje.
Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht
achteraan in het werkboek.
Tip
Laat de leerlingen regelmatig
verwoorden waarom een woord
op een bepaalde manier wordt
geschreven. Houd het bij een
korte, mondelinge oefening
waarbij de leerlingen het
stappenplan kunnen gebruiken.
9
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 3
17/09/14 10:08
Zie zo Spelling
blok 1
1
Wat ga je doen?
Je leert woorden met meerdere klankgroepen juist schrijven.
op verkenning
1
uitleg
terugkijken
Meester Bert vraagt zijn leerlingen wat zij na school doen, behalve computeren.
Hieronder staan de antwoorden van de kinderen.
Wat hoor je aan het einde van de klankgroep?
Kruis aan: L (lange klinker), K (korte klinker) of M (medeklinke
er).
de eerste klankgroep
aan het einde van
de tweede klankgroep
L
L
K
M
K
M
voetballen
uitrusten
rolschaatsen
opbellen
verkleden
tekenen
knutselen
spelletjes
lezen
kletsen
op verkenning
2
aan de slag
uitleg
aan de slag
Regelwoorden: hoor je een woord met twee of meer klankgroepen?
Volg dan de verschillende stappen.
terugkijken
!
Lees verder op kaart R1 en het stappenplan klankgroepen.
Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning
3
aan de slag
terugkijken
Wat hoor je aan het einde van de eerste klankgroep?
Een medeklinker, een tweetekenklinker, een lange klinker of een korte klinker?
Geef elke groep een andere kleur.
panter
schilder
koeken
4
uitleg
zeuren
druilerig
strakke
botsen
vliegen
rekenen
schade
bibberen
tuinkabouter
duizendpoot
dubbele
slopen
trommelen
dromerig
trappen
Welke letters ontbreken in het woord? Schrijf het woord daarna helemaal op.
De honden snu
elen graag aan de paal.
Het varken rolt in de mo
erpoel.
Na een korte nacht ben ik erg sl
perig.
2
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 4
17/09/14 10:08
omgeving
Zoek de woorden in de woordslang. Alle woorden staan in het meervoud.
Schrijf de woorden op. Schrijf ze daarna in het enkelvoud.
r
f i
7
b
e r g e
n
e
n
m
t
a
6
n t o
le
m
n
r e na
u
a
g
ld
e n b
i l
5
m
e n
v l a
één
ééén
één
één
één
één
één
Maak samenstellingen door een woord uit de eerste kolom te verbinden met een woord uit
de tweede kolom. Schrijf dan de samenstellingen in het meervoud.
ijs
•
•
doek
twee
hand
•
•
berg
twee
glij
•
•
baan
twee
We nemen jullie even mee op reis naar een bijzondere plek in Duitsland.
Vul in: be, ge, ver,
r lijk, lijke, ig, ige of ing een jje kom
komt
omt
mt aalles
m
al
alle
all
lle te weten over deze plek!
Wist je dat er in de wereld
eld
ld
d
sschillende
chi
cch
hi ende re
reusacht
eussa
ac t
bouwen zijn?
Kasteel Neuschwanst
ste
te
eein
iin
n in
n Duit
Duits
Duitsland
Dui
Du
D
uiittsland iiss eerr één
één
éé
n van
vva
van.
an.
n
Het werd
bou
uwd
wd door
oor
o
or ee
or
eeen
en kon
kko
on
on
Lodewijk || moesst Du
uitsland
itsland
tsland
slan
ssland
land
lan
diie
d
die
e be
beh
b
ehoo
oor
o
or
gek
g
eekk w
was!
wa
as!
stur
uren in
n de n
neegenti
eentiende
n ende eeuw,
euw m
maa
aar hij
aa
h leefde vooral in zijn
eigen fantasiewe
ereld
ere
eld
ld.
Zo
loofde hij dat
dat
at h
hij een
en mi
m
middeleeuwse
idde
d eelee
eleeuw
le
eeu
eeu
uw
wssee rid
ridd
ri
ridder
idd
der was
de
was en
wa
n liet
ett h
hij h
het
het m
middeleeuwse kasteel
Neuschwanstein bouwen.
uwen.
we Nie
we
wen.
Niet
et alle
alleen
leen
en
n dee b
buitenka
buitenkant
itt kant
a maar
m arr o
ook
k de in
inricht
kasteel was ongeloof
sspeciaal. H
Hett b
bed
d iis bi
bijvoorbeeld
eeld
eld uitbund
met houtsnijwerk.
k.. Veertien
Veer
Vee
Veertien
ertien
rtien
tien
ien
en
n meubelmakers
eubelmakers
ubelmakers
belmakers
elmakers
lmakers
makers
akers
kers
kers
rs
rs heb
hebb
hebbe
hebben
heebb
h
bb
b
bee eer vvi
b
vie
vier jja
jaar aaan
jaa
aa
op verkenning
8
van het
uitleg
aan de slag
sierd
werkt!
terugkijken
Maak met woorden uit deze les een zo lang mogelijke zin.
Schrijf je zin op een blaadje.
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 5
3
17/09/14 10:08
1
Zie zo Spelling
blok 3
Lesverloop
Doelen
Leenwoorden met g, j en ch correct
schrijven.
Materiaal
woordkaarten (zie Praktische
info)
W5
blok 3 les 1
verrijkingsopdrachten
-
Didactische info
In deze les is er mogelijkheid om
aan talensensibilisering te doen. De
leerlingen maken op een speelse en
positieve manier kennis mat andere
talen door overeenkomsten en
verschillen tussen hun eigen taal en
een vreemde taal te zien.
Op het einde van het derde
leerjaar hebben de leerlingen al
kennisgemaakt met woorden
waar /sj/ geschreven wordt
als sj (hoorwoorden) of als ch
(weetwoorden).
In deze les gaat de aandacht naar
weetwoorden waarbij g en j klinken
als /zj/ en ch klinkt als /sj/.
Bij deze woorden gaat het om
leenwoorden uit een vreemde taal.
Het ‘vermoeden’ dat het woord
van vreemde oorsprong is, helpt de
leerlingen de woordbeelden in te
prenten. Voor meertalige kinderen
kan dit een goed hulpmiddel zijn.
Praktische info
- Maak twee kolommen op het
bord: klinkt als /zj/ en klinkt als /sj/.
- Maak de volgende woordkaarten:
journalist - jury - horloge chantage - garage - asperge bagage - chirurg - douche chocolade - chimpansee - machine
emarcheren.
Schrijf het schuingedrukte deel
in een andere kleur. Hang de
woordkaarten naast de kolommen
op het bord.
Op verkenning
Wijs de leerlingen op de woordkaarten
n en de kolommen op het bord.
Om beurten leest een leerling een woord. Hang
ng de woordkaart in de
juiste kolom.
Lees, als alle woordkaarten in de kolommen zijn geplaatst, de woorden
per kolom voor. Vraag aan de leerlingen waarom
m die woorden bij
b
elkaar staan.
Je kunt ook elk deel van de woorden apart op een kaart schrijven.
De leerlingen krijgen dan per twee of in kleine groepen
n de ’halve
’halv
woorden’. Geef de leerlingen één minuut de tijd om zoveel mogelijk
ogelijk
woorden te vormen. Hoeveel woorden hebben ze gevonden??
Overloop de woorden mondeling en leg ook hier de nadruk op
de /zj/ en /sj/ klanken.
Lees onderstaande tekst per alinea voor. De leerlingen onthouden
zoveel mogelijk vreemde woorden en geven aan waar die woorden in
de kolommen thuishoren. Schrijf de woorden in de juiste kolom.
Opa en oma reizen graag naar het buitenland. Zo gingen ze al naar
Chili,i naar China en naar Afrika. Ze leren dan telkens mensen van
verschillende origine kennen. Maar nu willen ze een keertje naar
Frankrijk, naar de Champagnestreek. Want ze houden van lekkere
wijn en champagne én ook de Franse groenten vinden ze heerlijk:
courgettes,
s aubergines,
s tomaten, champignons,
s asperges… Ze kunnen
er maar niet genoeg van krijgen!
Opa vindt wel dat oma altijd te veel bagage meeneemt. Maar oma wil
graag op alles voorbereid zijn: mooie kleren om chicc uit eten te gaan,
gemakkelijke kleren om een stad te bezoeken, losse kleren om zich in
het massagesalon te laten verwennen… Opa vindt het allemaal wat
overdreven. In het hotel waar ze logeren is een wassalon, dus een paar
klerensets is dan toch genoeg?
Opa en oma kiezen meestal voor een charmantt hotelletje in een
gezellig dorp. Daar zijn ook vaak leuke markten. Opa en oma brengen
altijd mooie geschenkjes mee. Vorig jaar kreeg mama een nieuwe
broche en papa manchetknopen. Voor mij hadden ze een prachtige
collage gekocht. Ik hoop dat oma en opa nog vaak op reis gaan!
1 De leerlingen bekijken de vakantiefoto’s en vullen de zinnen aan
met
e de gegeven woorden.
36
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 6
17/09/14 10:08
reizen • 25 minuten
Uitleg
2 Overloop samen uitlegkaart W5.
Leess samen
same de woorden van de week (en de extra woorden).
Schenk
chenk voldoende aandacht
aan
aan een juiste uitspraak.
Aan de slag
3 Dee leerlingen zoeken het woord met ch, j of g in een langer
woord. Het zijn woorden die ze kunnen terugvinden op hun uitlegkaart
uitlegkaar
W5.
Sterke leerlingen proberen het woord te vinden zonder de uitlegkaart.
4 De leerlingen geven de werkwoorden met hun afleiding op
-age eenzelfde kleur. Bespreek ook kort de betekenis van de woorden.
Welke woorden kennen de leerlingen en kunnen ze aan elkaar
uitleggen?
eggen? Welke woorden vinden ze moeilijk?
Leg
eg bijvoorbeeld ‘slijtage’ uit: als er slijtage is op een machine,
dan is die machine al een beetje versleten
versleten.
Etaleren komt van het Franse woord ‘étaler’ en betekent uitstalle
uitstallen.
Sterkere leerlingen kunnen de moeilijke woorden eventueel opzoeken
en dan uitleggen aan de anderen.
Terugkijken
aluatieoefening. De leerlingen vullen de woorden
woorde in
5 Dit is een evaluatieoefening.
zinnen aan met g, j of ch.
Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht
achteraan in het werkboek.
Aandacht voor woorden
- het journaal
programma met nieuwsberichten
dat dagelijks op radio en tv wordt
uitgezonden
Opa kijkt altijd naar het journaal van
19 uur.
- de journalist
iemand die stukken schrijft over het
nieuws
Ik wil later graag journalist voor een
krant worden.
- joviaal
hartelijk, vrolijk, aardig en gastvrij
Melle is een joviaal meisje, ze is altijd
vrolijk!
- de rechercheur
iemand die bij de politie werkt op de
afdeling die misdadigers opspoort
De rechercheurs onderzoeken de
moord op een oude vrouw.
- de origine
afstamming, afkomst, land van
oorsprong
Pizza is van origine een Italiaans
gerecht.
- de rage
door veel mensen gedeelde
belangstelling of bezigheid die na
korte tijd voorbij is.
De rage om een selfie te maken is
alweer voorbij.
- de chantage
het afdwingen door te dreigen,
afpersing
Door chantage kreeg ze haar zin.
Tip
Laat nog woorden bedenken op -age. Denken de leerlingen
ook aan samenstellingen? (parkeergarage, rubberplantage,
fotoreportage, etalageruit, bagagedrager, massagetafel…)
Je kunt deze opdracht ook uitbreiden met andere woorden
met g, j en ch: haargel, jurylid, chocoladetaart.
Maak er een wedstrijdje van. Welke leerlingen bedenken
het langste woord? Welke leerlingen bedenken de meeste
samenstellingen in twee minuten tijd?
37
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 7
17/09/14 10:08
Zie zo Spelling
blok 3
1
Wat ga je doen?
Je leert leenwoorden met g, j of ch juist schrijven.
op verkenning
1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Hier zie je vier foto’s van de zomervakantie van Emma.
Maak de zinnen bij de foto’s af.
Vul in: etalage, manege, bagage, douche, horloge.
Mijn nieuwe
Ik mag er
zelfs mee onder d
e
op verkenning
2
uitleg
aan de slag
!
.
terugkijken
Je hoort /zj/, maar je schrijft g of j.
Je hoort /sj/, maar je schrijft ch.
Lees verder op kaart W5.
Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning
3
uitleg
aan de slag
terugkijken
Welke woorden vanop uitlegkaart W5 herken je? Schrijf op.
parachutist
bagagecontrole
machinist
buschauffeur
douchegel
jurylid
polshorloge
laatavondjournaal
34
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 8
17/09/14 10:08
reizen
4
5
Welke woorden horen bij elkaar? Geef die kaartjes eenzelfde kleur.
monteren
montage
spioneren
spionage
slijten
etalage
camouflage
etaleren
slijtage
camoufleren
Maak de woorden af met g, j of ch. Let op het juiste gebruik van hoofdletters!
Een reis als prijs!
Vandaag vertrekt mijn broer Mauro voor twee weken naar
ina.
Hij heeft een paar maanden geleden deelgenomen aan een wedstrijd in de krant.
Hij moest zijn mooiste vakantiefoto insturen.
Een
ury koos uit alle inzendingen de beste foto.
Dankzij zijn ori
inele foto heeft Mauro deze reis gewonnen!
Hij zal tijdens zijn verblijf bij gastfamilies lo
Zo kan hij de
eren.
inese cultuur echt leren kennen.
Gelukkig is hij een
armante,
oviale kerel en zal hij zich snel thuis voelen.
Niet alleen wij zijn vroeg op de luchthaven!
Ook een
ournalist is er als de kippen bij.
Papa kijkt op zijn horlo
e en ziet dat we nog maar een uurtje hebben.
Nu nog eerst de baga
e inchecken.
Oh jee! Er staan veel passa
Voor het vertrek lun
iers aan te schuiven.
en we nog gezellig samen.
Ik ga mijn broer wel missen, hoor… Maar dat vertel ik hem lekker niet!
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
35
Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 9
17/09/14 10:08
3
Zie zo Spelling
blok 2
Lesverloop
Doelen
Meervouden op -s en ’s correct
schrijven.
Materiaal
-
R2 en stappenplan
klankgroepen (eventueel)
blok 2 les 3
verrijkingsopdrachten
Op verkenning
Maak twee kolommen op het bord. Schrijf
chrijf vinger in
n de ene kolom
en auto in de andere. Vraag de leerlingen watt het meervoud van die
woorden is. Schrijf de meervouden nog niet op het bord.
bord
Dat komt later, na de uitleg.
Kennen de leerlingen nog meer woorden met een
ee meervoud op /s/??
Schrijf een aantal van die woorden in het enkelvoud
d op het bord in de
juiste kolom zonder uit te leggen waarom een woord
ord in een bepaalde
kolom staat.
boeken
1 De leerlingen schrijven de woorden onder de prentenboeken.
Didactische info
Deze les herhaalt meervouden op -s
en breidt uit met meervouden op ‘s.
Om meervouden op -s te schrijven
passen de leerlingen de gekende
spellingsregels toe. Ze kunnen
het stappenplan klankgroepen
gebruiken.
26
Uitleg
2 Overloop samen de uitlegkaart R2, de woorden van de week en
eventueel de extra woorden.
Verwijs naar de woorden die op het bord staan. Welke kolom krijgt een
meervoud op -s en welke op ‘s? Maak meervouden van de woorden
op het bord door er een s of ’s aan te schrijven.
Vertel de leerlingen dat je ’s schrijft om verwarring te voorkomen:
autos zou rijmen op los, vandaar auto’s; paraplus zou rijmen op kus,
vandaar paraplu’s; bij televisies en bij cafés is er geen verwarring
mogelijk, dus daar schrijf je gewoon een s.
Wijs de leerlingen erop dat ze bij twijfel het stappenplan klankgroepen
kunnen gebruiken om meervouden op s te schrijven.
natuur • 25 minuten
Aan de slag
l
kleuren de woorden met /o/ in een kleur en de
3 De leerlingen
woorden
orden met /oo/ in een andere kleur. Moedig de leerlingen aan om
de woorden hardop te verklanken. Zo leren ze dat de uitspraak (lang of
kort) belangrijk is.
is
Aandacht voor woorden
- de albatros
4-5
Oefening 4: de leerlingen schrijven het meervoud op.
- de tipi
Oefening 5: ze vormen het meervoud van elk woord in het hoofd en
schrijven het woord dan in de juiste kolom.
kolo
Deze oefeningen kunnen ook in duo’s gemaakt worden.
Terugkijken
6 Dit is een evaluatieoefening. De leerlingen vullen de zinnen aan
met het juiste meervoud.
Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht
achteraan
teraan in het werkboek.
grote zeevogel die op een meeuw
lijkt
De albatros woont in afgelegen
gebieden.
indianentent
De kinderen bouwen een tipi in de
tuin.
- de solo
optreden in je eentje
De ballerina danste een solo. Zo
helemaal alleen op het podium is
toch wel spannend!
- het schema
overzicht van wat er gedaan moet
worden
of
een tekening die op een eenvoudige
manier laat zien hoe iets werkt
Ik heb een schema gemaakt van
de taken die elke week moeten
uitgevoerd worden.
Tip
- Schenk ook tijdens andere
lessen aandacht aan de
meervoudsspelling op ’s: de
leerlingen zullen woorden
op ’s in teksten of andere
oefeningen opmerken.
Herhaal de spellingsregels
dan even.
- Misschien zitten er wel twee
Wendy’s, Nancy’s, Anna’s,
Anja’s of Evi’s in de klas…
27
Zie zo Spelling
blok 2
3
Wat ga je doen?
Je leert meervouden op -s en ’s juist schrijven.
op verkenning
1
uitleg
terugkijken
Welke dieren spelen de hoofdrol in deze prentenboeken?
eb a s – ca
cavia’s
a s – pa
panters
te s – pa
panda’s
da s – hamsters
a ste s – kikkers.
e
Kies uit: vlinderss – zebra’s
op verkenning
2
aan de slag
uitleg
aan de slag
terugkijken
Regelwoorden: meervouden op ‘s.
Eindigt het woord op a, o, i, u of y? Dan schrijf je het meervoud met ‘s.
!
Lees verder op kaart R2.
Lees ook de woorden van de week en de extra woorden.
op verkenning
3
uitleg
mosterd
woestijnvos
sleutelbos
aflossen
vrachtauto’s
kostuum
euro’s
solo’s
salto’s
kilo’s
albatros
Schrijf het meervoud.
één
20
terugkijken
Klinkt de o in deze woorden als /o/ zoals in post en bos? Geef deze woorden een kleur.
Klinkt de o in deze woorden als /oo/ zoals in poort en boos? Geef deze woorden een andere kleur.
pasfoto’s
4
aan de slag
twee
één
twee
één
diploma
menu
pony
taxi
kiwi
ski
twee
natuur
5
Schrijf het meervoud van de woorden in de juiste kolom.
agenda
molen
dictee
ijsje
schema
auto
televisie
tipi
zebra
café
meervoud op -s
op verkenning
6
meervoud op ‘s
uitleg
aan de slag
terugkijken
Maak de woorden af met s of ‘s.
Schrijf ze daarna helemaal op.
De vogel
zoeken wormen.
Weet jij waar we ski
De auto
kunnen huren?
staan in een lange file.
Wil jij even vier lepeltje
De jongen
pakken?
slapen vanavond
voor de eerste keer in een tent.
In de bank hangen in elke hoek camera
Deze bak is voor de paraplu
Verschillende jury
.
.
bepalen de winnaar.
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
21
7
Zie zo Spelling
blok 1 | Dictee
Woordendictee: lees de zin voor. Herhaal de vetgedrukte woorden.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Er moet nog een batterij in dat toestel.
Wat vind jij van mijn splinternieuwe fiets?
Wie wil er iets over het weekend vertellen?
Papa zette gisteren de vuilniszakken buiten.
Mijn zus en ik hebben allebei een verkoudheid.
Ik houd me lekker in de schaduw.
In de kooi zitten twee papegaaien.
Ben houdt van allerlei soorten muziek.
We twijfelen nog of we wel naar zee gaan.
Ik ben ongelooflijk blij met mijn verjaardagscadeau.
Zinnendictee: lees de zin volledig voor. De leerlingen herhalen de zin. Dicteer woord per woord.
1.
2.
3.
4.
5.
2
We moeten het gras maaien en dan besproeien.
Blijf op het terrein met die modderige schoenen.
Dreigt de vijand met een aanval?
Het beeldmooie meisje kijkt dromerig voor zich uit.
Wie beantwoordt deze moeilijke vraag?
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
7
Zie zo Spelling
blok 1 | Dictee
Naam
Datum
Woordendictee
woord
Ik denk dat
het goed is.
goed
fout
Een fout?
Verbeter het woord.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
. /10
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7
3
7
Zie zo Spelling
blok 1 | Dictee
Naam
Datum
Zinnendictee
zin
Ik denk
dat het
goed is.
goed
fout
1
2
3
4
5
. /20
Fouten in een zin? Schrijf die zin opnieuw.
4
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7
5
Naam leerling
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
vuilniszakken
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
ongelooflijk
vertellen
woorden met meer
klankgroepen
(2 op 3)
Registratieblad dictee blok 1
Woordendictee
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
allerlei
batterij
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
We twijfelen.
allebei
Woorden met
ei of ij
(3 op 4)
Spelprobleem
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
schaduw
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
papegaaien
splinternieuwe
Woorden met aai, oei, ooi,
eeuw, ieuw of uw
(2 op 3)
Oefenen
6
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
Naam leerling
Wie
Het
de
meisje
vijand
terrein
het
beantwoordt
beeldmooie
Dreigt
op
Blijf
het
moeten
gras
meisje
vijand
terrein
het
beantwoordt
beeldmooie
de
We
Wie
Het
Dreigt
op
Blijf
het
moeten
gras
meisje
vijand
terrein
het
beantwoordt
beeldmooie
de
We
Wie
Het
Dreigt
op
Blijf
het
moeten
gras
meisje
vijand
terrein
het
gras
meisje
vijand
beantwoordt
beeldmooie
de
We
Wie
Het
Dreigt
op
Blijf
het
moeten
gras
terrein
het
beantwoordt
beeldmooie
de
We
Wie
Het
Dreigt
op
Blijf
het
moeten
We
Registratieblad dictee blok 1
Zinnendictee
deze
dan
voor
een
dan
een
dan
een
moeilijke
voor
modderige
en
moeilijke
voor
modderige
en
moeilijke
voor
modderige
en
moeilijke
dromerig
die
met
kijkt
met
maaien
deze
een
dromerig
die
met
kijkt
met
maaien
deze
dan
voor
modderige
en
moeilijke
dromerig
die
met
kijkt
met
maaien
deze
een
dromerig
die
met
kijkt
met
maaien
deze
dan
modderige
en
dromerig
die
met
kijkt
met
maaien
Zinnen
uit
uit
uit
uit
vraag
zich
aanval
uit
schoenen
besproeien
vraag
zich
aanval
schoenen
besproeien
vraag
zich
aanval
schoenen
besproeien
vraag
zich
aanval
schoenen
besproeien
vraag
zich
aanval
schoenen
besproeien
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Opmerkingen
Zie zo Spelling
blok 3 | Oefenen en remediëren
reizen
Leenwoorden met g, j en ch
1
Welke woorden passen bij de tekeningen? Kies uit: horloge, garage, douche, machine, giraf.
✂
2
Maak de woorden af met g, j of ch. Schrijf ze daarna helemaal op.
In de etala
De
e zag ik mooie paarse schoenen.
ury bepaalt de winnaar.
Ze zweeft aan een para
ute naar beneden.
Deze juf loopt dit jaar sta
Mijn oma kijkt naar het
e in onze klas.
ournaal.
Voor dat feest trok hij een
Onze baga
De
ic pak aan.
e weegt te veel.
auffeur reed veel te snel!
✂
3
Bedenk twee samenstellingen met machine en twee samenstellingen met garage.
Voorbeelden: stoommachine, garagedeur
✂
4
6
Bedenkt drie zinnen. In iedere zin staat een woord van de week. Neem je uitlegkaart W5 erbij.
Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 3
© Uitgeverij Zwijsen BE 2014
1.
2.
3.
4.
(medeklinker ¨ hoorspoor)
(lange klinker ¨ regelspoor)
(korte klinker ¨ regelspoor)
(tweetekenklinker ¨ hoorspoor)
Kun je het woord toch niet schrijven,
zoek het dan op in een woordenboek of een woordenlijst.
afbranden
beloven
vertrappelen
a
bedoelen
Hoe schrijf je de andere klankgroepen?
Wat hoor je aan het einde van de klankgroep?
(zie ook stappenplan klankgroepen)
Is het een woord met een vast stukje?
Stukjes als ge-, be-, ver-, -lijk(e), -ig(e) en -ing schrijf
je altijd op dezelfde manier.
verbinding belachelijk gebrekkig gelovig
Is het een samenstelling?
Een samenstelling bestaat uit twee of meerdere woorden.
Schrijf die achter elkaar.
huissleutel = huis + sleutel
egelwoorden|1
Hak
k het woord in stukjes.
Bij welke stukjes past het regelspoor?
Pass op deze stukjes de regel toe.
Controleerr het woord.
Regelwoorden
Bedenk bij een lang woord:
- Is het een samenstelling?
- Is het een woord met een vast stukje?
- Hoe schrijf je de andere klankgroepen?
Lange woorden
de inrichting
de sterrenbeelden
de versiering
We bibberen.
We snuffelen.
dromerig
ongelooflijk
reusachtig
extra woorden
de duizendpoot
de huisspin
de tuinkabouter
We wandelen.
modderig
vreselijk
woorden van de week
1.
2.
3.
4.
Hak
k het woord in stukjes.
Bij welke stukjes past het regelspoor?
Pass op deze stukjes de regel toe.
Controleerr het woord.
Regelwoorden
zebra - zebra’s
auto - auto’s
Woorden die eindigen op a, i, o, u of y
hebben een meervoud op ‘s.
Meervouden op -a, -i, -o, -u en -y
Andere meervouden op /s// krijgen gewoon s.
kamer - kamers
ijsje - ijsjes
dictee - dictees
televisie - televisies
café - cafés
Dus auto’s… anders zou het rijmen op bos.
Dus paraplu’s… anders zou het rijmen op kus.
Zonder ’s komt er verwarring:
je kunt deze woorden verkeerd uitspreken.
Woorden die eindigen op a, o, i, u of y krijgen ’s in
het meervoud.
zebra’s kiwi’s auto’s paraplu’s baby’s
egelwoorden|2
de accu’s
de camera’s
de jury’s
de kilo’s
de kiwi’s
de menu’s
de pony’s
de ski’s
extra woorden
de baby’s
de foto’s
de kassa’s
de panda’s
de paraplu’s
de taxi’s
de zebra’s
woorden van de week
1.
2.
3.
4.
Hak
k het woord in stukjes.
Bij welke stukjes past het weetspoor?
Onthoud
d hoe je deze stukjes schrijft.
Controleerr het woord.
Weetwoorden
Onthoud die woorden. De meeste van
deze woorden komen uit het Frans.
In sommige woorden hoor je /sj/,
/
maar schrijf je ch.
In sommige woorden hoor je /zj/,
/
maar schrijf je j.
In sommige woorden hoor je /zj/,
/
maar schrijf je g.
Leenwoorden met g, j en ch
eetwoorden|5
Let op bij het woord chic.
Je schrijft: een mooii pak en een mooie jurk.
Maar het is: een chicc pak en een chique jurk.
Je hoort /sj/, je schrijfft ch.
ch
chocolade
parachuute
Je hoort /zj/, je schrijft j.
jury
journalist
Sommige woorden eindigend op het vast stukje -age
zijn afgeleid van werkwoorden.
lekken - lekkkage
spioneren - spionage
Je hoort /zj/, je schrijft g.
horloge
garage
de chef
de chocolade
de giraf
de journalist
de parachute
de passagier
het journaal
Wij logeren.
joviaal
extra woorden
de bagage
de chauffeur
de douche
de jury
de machine
het horloge
woorden van de week