le 5 Zie zo Spelling o b r o lessen d l e e r e 5 r a ja v Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 1 17/09/14 10:08 1 Zie zo Spelling blok 1 Lesverloop Doelen Woorden met meer klankgroepen correct schrijven (ook samenstellingen en woorden met vaste stukjes). Materiaal - R1 en stappenplan klankgroepen blok 1 les 1 verrijkingsopdrachten Didactische info - In deze les schrijven de leerlingen woorden met meerdere klankgroepen die eindigen op een lange of een korte klinker, een medeklinker of een tweetekenklinker. Ook samenstellingen en afleidingen komen aan bod. - Het stappenplan klankgroepen kennen de leerlingen al van het tweede leerjaar. Sta nog even stil bij het begrip ‘klankgroep’. Verwoord daarbij heel duidelijk het verschil tussen Wat hoor ik? en Wat schrijf ik?. - De term klankgroep verwijst naar de manier waarop woorden in stukjes worden uitgesproken: /boe//ken/. Klankgroepen komen niet altijd overeen met lettergrepen, bv. klankgroepen /vi/ /ssen/ versus lettergrepen vis-sen. Op verkenning Zeg de volgende woorden: trappen, slapen, lapen, lopen, sluipen, meppen, snoepen, koprol, huppelen, zwakkeling, mopperen. peren. De leerlingen proberen er zoveel mogelijk van n te onthouden. De woorden die ze onthouden hebben, schrijven ze op. op Overloop de woorden en schrijf ze in kolommen op het bord: - kolom 1 (klankgroep eindigt op een korte klinker): ): trappen, meppen meppen, huppelen, zwakkeling, mopperen; - kolom 2 (klankgroep eindigt op een lange klinker): slapen, lopen; - kolom 3 (klankgroep eindigt op een medeklinker of op een tweetekenklinker): sluipen, snoepen, koprol. Vraag de leerlingen wat ze doen na schooltijd. Schrijf activiteiten, waarvan het woord uit meerdere klankgroepen bestaat, in de juiste kolom op het bord en bespreek telkens het einde van de klankgroepen. 1 De leerlingen kruisen aan wat ze op het einde van de klankgroep horen. Uitleg 2 Overloop samen uitlegkaart R1 en het stappenplan klankgroepen. Schenk voldoende aandacht aan: ‘Welke stap uit het stappenplan heb ik nodig?’ Lees samen de woorden van de week en eventueel de extra woorden. 8 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 2 17/09/14 10:08 omgeving • 25 minuten Aan de slag De leerlingen leerling maken de opdrachten individueel. Na één of meer oefeningen eningen controleren co ze met z’n tweeën hun resultaten. Wijs hen erop dat ze bij b twijfel het stappenplan klankgroepen en uitlegkaart R1 kunnen raadplegen. raadpleg Moedig hen aan om de strategie telkens elkens te verwoorden. verwoorden Praktische info Maak drie kolommen op het bord (zie Op verkenning). Aandacht voor woorden - druilerig 3-7 Oefening 3: de leerlingen kleuren de woorden. Wat horen ze aan het eind van de eerste klankgroep? Een medeklinker, een tweetekenklinker, een lange of een korte klinker? Ze geven elke groep een andere kleur. kleu Oefening 4: ze vullen woorden aan met de ontbrekende letters. Daarna schrijven ze de woorden helemaal op op. Oefening 5: ze zoeken de woorden in de woordslang en schrijven die op. Alle woorden staan in het meervoud. Daarna schrijven ze de woorden ook in het enkelvoud. Oefening ening 6: ze verbinden een woord uit de eerste kolom met een woord oord uit de tweede kolom en vormen zo een samenstelling. samenstelling Daarna schrijven hrijven ze de samenstelling in het meervoud. Oefening 7: ze vullen de woorden oorden in de tekst aan met me vaste woordstukjes. regenachtig en somber Het is vandaag een druilerige en sombere dag. - krankzinnig gek Het is een krankzinnige gedachte dat ik helemaal alleen die berg zou beklimmen. - kreupel mank Die man kan moeilijk lopen en trekt sedert zijn motorongeluk met zijn been. Hij is kreupel. - uitbundig rijkelijk, weelderig De feesttafel is uitbundig versierd met bloemen en kaarsen. Terugkijken 8 De leerlingen maken met woorden uit deze les een zo lang mogelijke zin. Ze schrijven de zin op een blaadje. Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht achteraan in het werkboek. Tip Laat de leerlingen regelmatig verwoorden waarom een woord op een bepaalde manier wordt geschreven. Houd het bij een korte, mondelinge oefening waarbij de leerlingen het stappenplan kunnen gebruiken. 9 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 3 17/09/14 10:08 Zie zo Spelling blok 1 1 Wat ga je doen? Je leert woorden met meerdere klankgroepen juist schrijven. op verkenning 1 uitleg terugkijken Meester Bert vraagt zijn leerlingen wat zij na school doen, behalve computeren. Hieronder staan de antwoorden van de kinderen. Wat hoor je aan het einde van de klankgroep? Kruis aan: L (lange klinker), K (korte klinker) of M (medeklinke er). de eerste klankgroep aan het einde van de tweede klankgroep L L K M K M voetballen uitrusten rolschaatsen opbellen verkleden tekenen knutselen spelletjes lezen kletsen op verkenning 2 aan de slag uitleg aan de slag Regelwoorden: hoor je een woord met twee of meer klankgroepen? Volg dan de verschillende stappen. terugkijken ! Lees verder op kaart R1 en het stappenplan klankgroepen. Lees ook de woorden van de week en de extra woorden. op verkenning 3 aan de slag terugkijken Wat hoor je aan het einde van de eerste klankgroep? Een medeklinker, een tweetekenklinker, een lange klinker of een korte klinker? Geef elke groep een andere kleur. panter schilder koeken 4 uitleg zeuren druilerig strakke botsen vliegen rekenen schade bibberen tuinkabouter duizendpoot dubbele slopen trommelen dromerig trappen Welke letters ontbreken in het woord? Schrijf het woord daarna helemaal op. De honden snu elen graag aan de paal. Het varken rolt in de mo erpoel. Na een korte nacht ben ik erg sl perig. 2 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 4 17/09/14 10:08 omgeving Zoek de woorden in de woordslang. Alle woorden staan in het meervoud. Schrijf de woorden op. Schrijf ze daarna in het enkelvoud. r f i 7 b e r g e n e n m t a 6 n t o le m n r e na u a g ld e n b i l 5 m e n v l a één ééén één één één één één Maak samenstellingen door een woord uit de eerste kolom te verbinden met een woord uit de tweede kolom. Schrijf dan de samenstellingen in het meervoud. ijs • • doek twee hand • • berg twee glij • • baan twee We nemen jullie even mee op reis naar een bijzondere plek in Duitsland. Vul in: be, ge, ver, r lijk, lijke, ig, ige of ing een jje kom komt omt mt aalles m al alle all lle te weten over deze plek! Wist je dat er in de wereld eld ld d sschillende chi cch hi ende re reusacht eussa ac t bouwen zijn? Kasteel Neuschwanst ste te eein iin n in n Duit Duits Duitsland Dui Du D uiittsland iiss eerr één één éé n van vva van. an. n Het werd bou uwd wd door oor o or ee or eeen en kon kko on on Lodewijk || moesst Du uitsland itsland tsland slan ssland land lan diie d die e be beh b ehoo oor o or gek g eekk w was! wa as! stur uren in n de n neegenti eentiende n ende eeuw, euw m maa aar hij aa h leefde vooral in zijn eigen fantasiewe ereld ere eld ld. Zo loofde hij dat dat at h hij een en mi m middeleeuwse idde d eelee eleeuw le eeu eeu uw wssee rid ridd ri ridder idd der was de was en wa n liet ett h hij h het het m middeleeuwse kasteel Neuschwanstein bouwen. uwen. we Nie we wen. Niet et alle alleen leen en n dee b buitenka buitenkant itt kant a maar m arr o ook k de in inricht kasteel was ongeloof sspeciaal. H Hett b bed d iis bi bijvoorbeeld eeld eld uitbund met houtsnijwerk. k.. Veertien Veer Vee Veertien ertien rtien tien ien en n meubelmakers eubelmakers ubelmakers belmakers elmakers lmakers makers akers kers kers rs rs heb hebb hebbe hebben heebb h bb b bee eer vvi b vie vier jja jaar aaan jaa aa op verkenning 8 van het uitleg aan de slag sierd werkt! terugkijken Maak met woorden uit deze les een zo lang mogelijke zin. Schrijf je zin op een blaadje. Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek. Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 5 3 17/09/14 10:08 1 Zie zo Spelling blok 3 Lesverloop Doelen Leenwoorden met g, j en ch correct schrijven. Materiaal woordkaarten (zie Praktische info) W5 blok 3 les 1 verrijkingsopdrachten - Didactische info In deze les is er mogelijkheid om aan talensensibilisering te doen. De leerlingen maken op een speelse en positieve manier kennis mat andere talen door overeenkomsten en verschillen tussen hun eigen taal en een vreemde taal te zien. Op het einde van het derde leerjaar hebben de leerlingen al kennisgemaakt met woorden waar /sj/ geschreven wordt als sj (hoorwoorden) of als ch (weetwoorden). In deze les gaat de aandacht naar weetwoorden waarbij g en j klinken als /zj/ en ch klinkt als /sj/. Bij deze woorden gaat het om leenwoorden uit een vreemde taal. Het ‘vermoeden’ dat het woord van vreemde oorsprong is, helpt de leerlingen de woordbeelden in te prenten. Voor meertalige kinderen kan dit een goed hulpmiddel zijn. Praktische info - Maak twee kolommen op het bord: klinkt als /zj/ en klinkt als /sj/. - Maak de volgende woordkaarten: journalist - jury - horloge chantage - garage - asperge bagage - chirurg - douche chocolade - chimpansee - machine emarcheren. Schrijf het schuingedrukte deel in een andere kleur. Hang de woordkaarten naast de kolommen op het bord. Op verkenning Wijs de leerlingen op de woordkaarten n en de kolommen op het bord. Om beurten leest een leerling een woord. Hang ng de woordkaart in de juiste kolom. Lees, als alle woordkaarten in de kolommen zijn geplaatst, de woorden per kolom voor. Vraag aan de leerlingen waarom m die woorden bij b elkaar staan. Je kunt ook elk deel van de woorden apart op een kaart schrijven. De leerlingen krijgen dan per twee of in kleine groepen n de ’halve ’halv woorden’. Geef de leerlingen één minuut de tijd om zoveel mogelijk ogelijk woorden te vormen. Hoeveel woorden hebben ze gevonden?? Overloop de woorden mondeling en leg ook hier de nadruk op de /zj/ en /sj/ klanken. Lees onderstaande tekst per alinea voor. De leerlingen onthouden zoveel mogelijk vreemde woorden en geven aan waar die woorden in de kolommen thuishoren. Schrijf de woorden in de juiste kolom. Opa en oma reizen graag naar het buitenland. Zo gingen ze al naar Chili,i naar China en naar Afrika. Ze leren dan telkens mensen van verschillende origine kennen. Maar nu willen ze een keertje naar Frankrijk, naar de Champagnestreek. Want ze houden van lekkere wijn en champagne én ook de Franse groenten vinden ze heerlijk: courgettes, s aubergines, s tomaten, champignons, s asperges… Ze kunnen er maar niet genoeg van krijgen! Opa vindt wel dat oma altijd te veel bagage meeneemt. Maar oma wil graag op alles voorbereid zijn: mooie kleren om chicc uit eten te gaan, gemakkelijke kleren om een stad te bezoeken, losse kleren om zich in het massagesalon te laten verwennen… Opa vindt het allemaal wat overdreven. In het hotel waar ze logeren is een wassalon, dus een paar klerensets is dan toch genoeg? Opa en oma kiezen meestal voor een charmantt hotelletje in een gezellig dorp. Daar zijn ook vaak leuke markten. Opa en oma brengen altijd mooie geschenkjes mee. Vorig jaar kreeg mama een nieuwe broche en papa manchetknopen. Voor mij hadden ze een prachtige collage gekocht. Ik hoop dat oma en opa nog vaak op reis gaan! 1 De leerlingen bekijken de vakantiefoto’s en vullen de zinnen aan met e de gegeven woorden. 36 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 6 17/09/14 10:08 reizen • 25 minuten Uitleg 2 Overloop samen uitlegkaart W5. Leess samen same de woorden van de week (en de extra woorden). Schenk chenk voldoende aandacht aan aan een juiste uitspraak. Aan de slag 3 Dee leerlingen zoeken het woord met ch, j of g in een langer woord. Het zijn woorden die ze kunnen terugvinden op hun uitlegkaart uitlegkaar W5. Sterke leerlingen proberen het woord te vinden zonder de uitlegkaart. 4 De leerlingen geven de werkwoorden met hun afleiding op -age eenzelfde kleur. Bespreek ook kort de betekenis van de woorden. Welke woorden kennen de leerlingen en kunnen ze aan elkaar uitleggen? eggen? Welke woorden vinden ze moeilijk? Leg eg bijvoorbeeld ‘slijtage’ uit: als er slijtage is op een machine, dan is die machine al een beetje versleten versleten. Etaleren komt van het Franse woord ‘étaler’ en betekent uitstalle uitstallen. Sterkere leerlingen kunnen de moeilijke woorden eventueel opzoeken en dan uitleggen aan de anderen. Terugkijken aluatieoefening. De leerlingen vullen de woorden woorde in 5 Dit is een evaluatieoefening. zinnen aan met g, j of ch. Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht achteraan in het werkboek. Aandacht voor woorden - het journaal programma met nieuwsberichten dat dagelijks op radio en tv wordt uitgezonden Opa kijkt altijd naar het journaal van 19 uur. - de journalist iemand die stukken schrijft over het nieuws Ik wil later graag journalist voor een krant worden. - joviaal hartelijk, vrolijk, aardig en gastvrij Melle is een joviaal meisje, ze is altijd vrolijk! - de rechercheur iemand die bij de politie werkt op de afdeling die misdadigers opspoort De rechercheurs onderzoeken de moord op een oude vrouw. - de origine afstamming, afkomst, land van oorsprong Pizza is van origine een Italiaans gerecht. - de rage door veel mensen gedeelde belangstelling of bezigheid die na korte tijd voorbij is. De rage om een selfie te maken is alweer voorbij. - de chantage het afdwingen door te dreigen, afpersing Door chantage kreeg ze haar zin. Tip Laat nog woorden bedenken op -age. Denken de leerlingen ook aan samenstellingen? (parkeergarage, rubberplantage, fotoreportage, etalageruit, bagagedrager, massagetafel…) Je kunt deze opdracht ook uitbreiden met andere woorden met g, j en ch: haargel, jurylid, chocoladetaart. Maak er een wedstrijdje van. Welke leerlingen bedenken het langste woord? Welke leerlingen bedenken de meeste samenstellingen in twee minuten tijd? 37 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 7 17/09/14 10:08 Zie zo Spelling blok 3 1 Wat ga je doen? Je leert leenwoorden met g, j of ch juist schrijven. op verkenning 1 uitleg aan de slag terugkijken Hier zie je vier foto’s van de zomervakantie van Emma. Maak de zinnen bij de foto’s af. Vul in: etalage, manege, bagage, douche, horloge. Mijn nieuwe Ik mag er zelfs mee onder d e op verkenning 2 uitleg aan de slag ! . terugkijken Je hoort /zj/, maar je schrijft g of j. Je hoort /sj/, maar je schrijft ch. Lees verder op kaart W5. Lees ook de woorden van de week en de extra woorden. op verkenning 3 uitleg aan de slag terugkijken Welke woorden vanop uitlegkaart W5 herken je? Schrijf op. parachutist bagagecontrole machinist buschauffeur douchegel jurylid polshorloge laatavondjournaal 34 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 8 17/09/14 10:08 reizen 4 5 Welke woorden horen bij elkaar? Geef die kaartjes eenzelfde kleur. monteren montage spioneren spionage slijten etalage camouflage etaleren slijtage camoufleren Maak de woorden af met g, j of ch. Let op het juiste gebruik van hoofdletters! Een reis als prijs! Vandaag vertrekt mijn broer Mauro voor twee weken naar ina. Hij heeft een paar maanden geleden deelgenomen aan een wedstrijd in de krant. Hij moest zijn mooiste vakantiefoto insturen. Een ury koos uit alle inzendingen de beste foto. Dankzij zijn ori inele foto heeft Mauro deze reis gewonnen! Hij zal tijdens zijn verblijf bij gastfamilies lo Zo kan hij de eren. inese cultuur echt leren kennen. Gelukkig is hij een armante, oviale kerel en zal hij zich snel thuis voelen. Niet alleen wij zijn vroeg op de luchthaven! Ook een ournalist is er als de kippen bij. Papa kijkt op zijn horlo e en ziet dat we nog maar een uurtje hebben. Nu nog eerst de baga e inchecken. Oh jee! Er staan veel passa Voor het vertrek lun iers aan te schuiven. en we nog gezellig samen. Ik ga mijn broer wel missen, hoor… Maar dat vertel ik hem lekker niet! Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek. 35 Zwijsen_ZzS_leerjaar5.indd 9 17/09/14 10:08 3 Zie zo Spelling blok 2 Lesverloop Doelen Meervouden op -s en ’s correct schrijven. Materiaal - R2 en stappenplan klankgroepen (eventueel) blok 2 les 3 verrijkingsopdrachten Op verkenning Maak twee kolommen op het bord. Schrijf chrijf vinger in n de ene kolom en auto in de andere. Vraag de leerlingen watt het meervoud van die woorden is. Schrijf de meervouden nog niet op het bord. bord Dat komt later, na de uitleg. Kennen de leerlingen nog meer woorden met een ee meervoud op /s/?? Schrijf een aantal van die woorden in het enkelvoud d op het bord in de juiste kolom zonder uit te leggen waarom een woord ord in een bepaalde kolom staat. boeken 1 De leerlingen schrijven de woorden onder de prentenboeken. Didactische info Deze les herhaalt meervouden op -s en breidt uit met meervouden op ‘s. Om meervouden op -s te schrijven passen de leerlingen de gekende spellingsregels toe. Ze kunnen het stappenplan klankgroepen gebruiken. 26 Uitleg 2 Overloop samen de uitlegkaart R2, de woorden van de week en eventueel de extra woorden. Verwijs naar de woorden die op het bord staan. Welke kolom krijgt een meervoud op -s en welke op ‘s? Maak meervouden van de woorden op het bord door er een s of ’s aan te schrijven. Vertel de leerlingen dat je ’s schrijft om verwarring te voorkomen: autos zou rijmen op los, vandaar auto’s; paraplus zou rijmen op kus, vandaar paraplu’s; bij televisies en bij cafés is er geen verwarring mogelijk, dus daar schrijf je gewoon een s. Wijs de leerlingen erop dat ze bij twijfel het stappenplan klankgroepen kunnen gebruiken om meervouden op s te schrijven. natuur • 25 minuten Aan de slag l kleuren de woorden met /o/ in een kleur en de 3 De leerlingen woorden orden met /oo/ in een andere kleur. Moedig de leerlingen aan om de woorden hardop te verklanken. Zo leren ze dat de uitspraak (lang of kort) belangrijk is. is Aandacht voor woorden - de albatros 4-5 Oefening 4: de leerlingen schrijven het meervoud op. - de tipi Oefening 5: ze vormen het meervoud van elk woord in het hoofd en schrijven het woord dan in de juiste kolom. kolo Deze oefeningen kunnen ook in duo’s gemaakt worden. Terugkijken 6 Dit is een evaluatieoefening. De leerlingen vullen de zinnen aan met het juiste meervoud. Leerlingen die snel klaar zijn, kiezen een verrijkingsopdracht achteraan teraan in het werkboek. grote zeevogel die op een meeuw lijkt De albatros woont in afgelegen gebieden. indianentent De kinderen bouwen een tipi in de tuin. - de solo optreden in je eentje De ballerina danste een solo. Zo helemaal alleen op het podium is toch wel spannend! - het schema overzicht van wat er gedaan moet worden of een tekening die op een eenvoudige manier laat zien hoe iets werkt Ik heb een schema gemaakt van de taken die elke week moeten uitgevoerd worden. Tip - Schenk ook tijdens andere lessen aandacht aan de meervoudsspelling op ’s: de leerlingen zullen woorden op ’s in teksten of andere oefeningen opmerken. Herhaal de spellingsregels dan even. - Misschien zitten er wel twee Wendy’s, Nancy’s, Anna’s, Anja’s of Evi’s in de klas… 27 Zie zo Spelling blok 2 3 Wat ga je doen? Je leert meervouden op -s en ’s juist schrijven. op verkenning 1 uitleg terugkijken Welke dieren spelen de hoofdrol in deze prentenboeken? eb a s – ca cavia’s a s – pa panters te s – pa panda’s da s – hamsters a ste s – kikkers. e Kies uit: vlinderss – zebra’s op verkenning 2 aan de slag uitleg aan de slag terugkijken Regelwoorden: meervouden op ‘s. Eindigt het woord op a, o, i, u of y? Dan schrijf je het meervoud met ‘s. ! Lees verder op kaart R2. Lees ook de woorden van de week en de extra woorden. op verkenning 3 uitleg mosterd woestijnvos sleutelbos aflossen vrachtauto’s kostuum euro’s solo’s salto’s kilo’s albatros Schrijf het meervoud. één 20 terugkijken Klinkt de o in deze woorden als /o/ zoals in post en bos? Geef deze woorden een kleur. Klinkt de o in deze woorden als /oo/ zoals in poort en boos? Geef deze woorden een andere kleur. pasfoto’s 4 aan de slag twee één twee één diploma menu pony taxi kiwi ski twee natuur 5 Schrijf het meervoud van de woorden in de juiste kolom. agenda molen dictee ijsje schema auto televisie tipi zebra café meervoud op -s op verkenning 6 meervoud op ‘s uitleg aan de slag terugkijken Maak de woorden af met s of ‘s. Schrijf ze daarna helemaal op. De vogel zoeken wormen. Weet jij waar we ski De auto kunnen huren? staan in een lange file. Wil jij even vier lepeltje De jongen pakken? slapen vanavond voor de eerste keer in een tent. In de bank hangen in elke hoek camera Deze bak is voor de paraplu Verschillende jury . . bepalen de winnaar. Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek. 21 7 Zie zo Spelling blok 1 | Dictee Woordendictee: lees de zin voor. Herhaal de vetgedrukte woorden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Er moet nog een batterij in dat toestel. Wat vind jij van mijn splinternieuwe fiets? Wie wil er iets over het weekend vertellen? Papa zette gisteren de vuilniszakken buiten. Mijn zus en ik hebben allebei een verkoudheid. Ik houd me lekker in de schaduw. In de kooi zitten twee papegaaien. Ben houdt van allerlei soorten muziek. We twijfelen nog of we wel naar zee gaan. Ik ben ongelooflijk blij met mijn verjaardagscadeau. Zinnendictee: lees de zin volledig voor. De leerlingen herhalen de zin. Dicteer woord per woord. 1. 2. 3. 4. 5. 2 We moeten het gras maaien en dan besproeien. Blijf op het terrein met die modderige schoenen. Dreigt de vijand met een aanval? Het beeldmooie meisje kijkt dromerig voor zich uit. Wie beantwoordt deze moeilijke vraag? Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 7 Zie zo Spelling blok 1 | Dictee Naam Datum Woordendictee woord Ik denk dat het goed is. goed fout Een fout? Verbeter het woord. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 . /10 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7 3 7 Zie zo Spelling blok 1 | Dictee Naam Datum Zinnendictee zin Ik denk dat het goed is. goed fout 1 2 3 4 5 . /20 Fouten in een zin? Schrijf die zin opnieuw. 4 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7 5 Naam leerling vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken vuilniszakken ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen ongelooflijk vertellen woorden met meer klankgroepen (2 op 3) Registratieblad dictee blok 1 Woordendictee allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij allerlei batterij We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei We twijfelen. allebei Woorden met ei of ij (3 op 4) Spelprobleem schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw schaduw papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe papegaaien splinternieuwe Woorden met aai, oei, ooi, eeuw, ieuw of uw (2 op 3) Oefenen 6 Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 1, les 7 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 Naam leerling Wie Het de meisje vijand terrein het beantwoordt beeldmooie Dreigt op Blijf het moeten gras meisje vijand terrein het beantwoordt beeldmooie de We Wie Het Dreigt op Blijf het moeten gras meisje vijand terrein het beantwoordt beeldmooie de We Wie Het Dreigt op Blijf het moeten gras meisje vijand terrein het gras meisje vijand beantwoordt beeldmooie de We Wie Het Dreigt op Blijf het moeten gras terrein het beantwoordt beeldmooie de We Wie Het Dreigt op Blijf het moeten We Registratieblad dictee blok 1 Zinnendictee deze dan voor een dan een dan een moeilijke voor modderige en moeilijke voor modderige en moeilijke voor modderige en moeilijke dromerig die met kijkt met maaien deze een dromerig die met kijkt met maaien deze dan voor modderige en moeilijke dromerig die met kijkt met maaien deze een dromerig die met kijkt met maaien deze dan modderige en dromerig die met kijkt met maaien Zinnen uit uit uit uit vraag zich aanval uit schoenen besproeien vraag zich aanval schoenen besproeien vraag zich aanval schoenen besproeien vraag zich aanval schoenen besproeien vraag zich aanval schoenen besproeien ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? . . . . . . . . . . . . . . . Opmerkingen Zie zo Spelling blok 3 | Oefenen en remediëren reizen Leenwoorden met g, j en ch 1 Welke woorden passen bij de tekeningen? Kies uit: horloge, garage, douche, machine, giraf. ✂ 2 Maak de woorden af met g, j of ch. Schrijf ze daarna helemaal op. In de etala De e zag ik mooie paarse schoenen. ury bepaalt de winnaar. Ze zweeft aan een para ute naar beneden. Deze juf loopt dit jaar sta Mijn oma kijkt naar het e in onze klas. ournaal. Voor dat feest trok hij een Onze baga De ic pak aan. e weegt te veel. auffeur reed veel te snel! ✂ 3 Bedenk twee samenstellingen met machine en twee samenstellingen met garage. Voorbeelden: stoommachine, garagedeur ✂ 4 6 Bedenkt drie zinnen. In iedere zin staat een woord van de week. Neem je uitlegkaart W5 erbij. Dit blad hoort bij Zie zo Spelling, leerjaar 5, blok 3 © Uitgeverij Zwijsen BE 2014 1. 2. 3. 4. (medeklinker ¨ hoorspoor) (lange klinker ¨ regelspoor) (korte klinker ¨ regelspoor) (tweetekenklinker ¨ hoorspoor) Kun je het woord toch niet schrijven, zoek het dan op in een woordenboek of een woordenlijst. afbranden beloven vertrappelen a bedoelen Hoe schrijf je de andere klankgroepen? Wat hoor je aan het einde van de klankgroep? (zie ook stappenplan klankgroepen) Is het een woord met een vast stukje? Stukjes als ge-, be-, ver-, -lijk(e), -ig(e) en -ing schrijf je altijd op dezelfde manier. verbinding belachelijk gebrekkig gelovig Is het een samenstelling? Een samenstelling bestaat uit twee of meerdere woorden. Schrijf die achter elkaar. huissleutel = huis + sleutel egelwoorden|1 Hak k het woord in stukjes. Bij welke stukjes past het regelspoor? Pass op deze stukjes de regel toe. Controleerr het woord. Regelwoorden Bedenk bij een lang woord: - Is het een samenstelling? - Is het een woord met een vast stukje? - Hoe schrijf je de andere klankgroepen? Lange woorden de inrichting de sterrenbeelden de versiering We bibberen. We snuffelen. dromerig ongelooflijk reusachtig extra woorden de duizendpoot de huisspin de tuinkabouter We wandelen. modderig vreselijk woorden van de week 1. 2. 3. 4. Hak k het woord in stukjes. Bij welke stukjes past het regelspoor? Pass op deze stukjes de regel toe. Controleerr het woord. Regelwoorden zebra - zebra’s auto - auto’s Woorden die eindigen op a, i, o, u of y hebben een meervoud op ‘s. Meervouden op -a, -i, -o, -u en -y Andere meervouden op /s// krijgen gewoon s. kamer - kamers ijsje - ijsjes dictee - dictees televisie - televisies café - cafés Dus auto’s… anders zou het rijmen op bos. Dus paraplu’s… anders zou het rijmen op kus. Zonder ’s komt er verwarring: je kunt deze woorden verkeerd uitspreken. Woorden die eindigen op a, o, i, u of y krijgen ’s in het meervoud. zebra’s kiwi’s auto’s paraplu’s baby’s egelwoorden|2 de accu’s de camera’s de jury’s de kilo’s de kiwi’s de menu’s de pony’s de ski’s extra woorden de baby’s de foto’s de kassa’s de panda’s de paraplu’s de taxi’s de zebra’s woorden van de week 1. 2. 3. 4. Hak k het woord in stukjes. Bij welke stukjes past het weetspoor? Onthoud d hoe je deze stukjes schrijft. Controleerr het woord. Weetwoorden Onthoud die woorden. De meeste van deze woorden komen uit het Frans. In sommige woorden hoor je /sj/, / maar schrijf je ch. In sommige woorden hoor je /zj/, / maar schrijf je j. In sommige woorden hoor je /zj/, / maar schrijf je g. Leenwoorden met g, j en ch eetwoorden|5 Let op bij het woord chic. Je schrijft: een mooii pak en een mooie jurk. Maar het is: een chicc pak en een chique jurk. Je hoort /sj/, je schrijfft ch. ch chocolade parachuute Je hoort /zj/, je schrijft j. jury journalist Sommige woorden eindigend op het vast stukje -age zijn afgeleid van werkwoorden. lekken - lekkkage spioneren - spionage Je hoort /zj/, je schrijft g. horloge garage de chef de chocolade de giraf de journalist de parachute de passagier het journaal Wij logeren. joviaal extra woorden de bagage de chauffeur de douche de jury de machine het horloge woorden van de week
© Copyright 2024 ExpyDoc