Auditieve en cognitieve factoren bij het verstaan van spraak in gemoduleerde ruis Erwin George, Adriana Zekveld, Sophia Kramer, Joost Festen, Theo Goverts, Tammo Houtgast VU University Medical Center Amsterdam Achtergrond • Perceptie van spraak is een complex proces: afhankelijk van : - toondrempel / hoorbaarheid - verwerking in het oor (temporele / spectrale resolutie) - werkgeheugen - verwerkingssnelheid - gebruik van context - taalvaardigheid en taalkennis AUDITIEF + COGNITIEF + TALIG EN : achtergrondlawaai ! (Pichora-Fuller et al., 1995; Gatehouse et al., 2003; Hallgren, 2005) 1 / 10 Experiment: Deelnemers Hearing loss vs. frequency NHR HI N= 13 21 20 min. age 53 46 40 mean age 63.5 65.5 60 max. age 78 81 80 NHR : normaalhorenden HI : slechthorenden Hearing loss [dB HL] 0 100 .125 .25 .50 1 2 4 8 Frequency [kHz] 2 / 10 Experiment: Metingen (1/3) AUDITIEF • audiogram (Pure Tone Average = PTA = FI) • spectrale / temporele resolutie (dF / dT) • Speech Reception Threshold – stationair EN – gemoduleerd achtergrondlawaai Æ dagelijks leven COGNITIEF + TALIG • Text Reception Threshold – dots – bars 3 / 10 Experiment: Metingen (2/3) • Visual Monitoring Task (VMT) – digits – letters (Gatehouse et al. 2003) 4 / 10 Experiment: Metingen (3/3) • Cambridge Neuropsychological Test Automated Battery (CANTAB) : – Rapid Visual Processing (RVP) Æ vastgehouden aandacht / verwerkingssnelheid – Spatial Working Memory (SWM) Æ werkgeheugen 5 / 10 Correlaties met SRT’s AUDITIEF ... COGNITIEF + TALIG MAAR Æ Zekveld et al. (submitted) (**) p < 0.01 (*) p < 0.05 6 / 10 Cross-correlaties dT PTA age TRTbars TRTdots Æ dT en TRT-bars onafhankelijk: meten beide iets anders dT .88 PTA .59 - age .09 .42 - TRT-bars -.08 .35 .28 .81 TRT-dots -.19 .18 .52 .55 p < 0.01 test-hertest .81 Æ corrigeren: Multiple Stepwise Regression: welke variabelen verklaren het meest ? (only HI, N = 21) 7 / 10 MSR: Verklaarde variantie in SRT 80 Rapid Visual Processing Text Reception Threshold Temporal resolution Fletcher Index (audiogram) (only HI, N = 21) Verklaarde variantie [%] 70 60 Ænaast auditieve effecten wel degelijk cognitieve effecten bij slechthorenden 50 40 30 20 10 0 stat mod mr stat : stationaire ruis mod : gemoduleerde (blok)ruis mr : masking release = verschil tussen beide 8 / 10 SRT-mod vs. TRT-bars SRT-modulated [dB SNR] -2 -4 -6 auditief -8 -10 ef ! i t i d u a niet -12 -14 -16 -18 52 54 56 58 60 62 64 66 TRT-bars [% text] z NHR : normaalhorenden c HI : slechthorenden Æ klinische toepassing 9 / 10 Conclusies • Voor normaalhorenden zijn cognitieve / talige factoren, zoals bepaald door de visuele Text Reception Threshold, de belangrijkste aanleiding tot verschillen in spraakverstaanbaarheid. • Cognitieve processen leveren ook bij slechthorenden een belangrijke bijdrage aan het verstaan van zinnen in niet-stationaire ruis. • Auditieve en cognitieve factoren verklaren samen driekwart van de inter-individuele verschillen. Dat maakt het interessant de TRT ook klinisch toe te passen. 10 / 10 ... the advantages of simple hearing-impairment ... Thanks for your attention Questions?
© Copyright 2024 ExpyDoc