Download PDF - de Opvoedpoli

1
Wrap Around Care -onderzoek bij de Opvoedpoli
De eerste resultaten zijn binnen
Verminderde
Beter
functionerende
kinderen
opvoedingsbelasting
Beter gezinsfunctioneren
De Opvoedpoli
1 augustus 2014
Linda Bijl, Frouke Sondeijker, Jelle Daalderop
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
augustus 2014
2
Eerste resultaten Wrap Around Care -onderzoek
bij de Opvoedpoli
Zoals bekend is de Opvoedpoli in 2008 opgericht met de missie en de visie dat
zorg voor jeugd anders en beter kan. We willen optimale kansen realiseren voor
kiDelonderen en gezinnen en doorbreken daarbij nogal wat traditionele muurtjes.
Muurtjes zoals die tussen de GGZ en de jeugdzorg of die tussen de school en de
zorg. Maar ook de muur tussen gewone mensen met een vraag of probleem
rondom de opvoeding of het opgroeien van hun kind en die vaak verre, moeilijk
bereikbare wereld van hulpverlening waar goed opgeleide, gedreven
professionals zich gevangen zien in procedures en verschanst achter hoge
drempels van indicaties, diagnoses en anonieme ‘zorgpaden’. Inmiddels staan we
in die missie zeker niet meer alleen: de belangrijkste gedachte achter de transitie
jeugdzorg is dat multidisciplinaire teams met een klantgerichte aanpak beter in
staat zullen zijn gezinnen naar tevredenheid en met resultaat te helpen en, niet
onbelangrijk, dat dat ook goedkoper zal zijn dat ons ‘oude’ stelsel.
De kern van deze manier van werken is de ‘match’ tussen een gezin en hun
vaste coach. Deze coach is de belangrijkste betrokkene, het eerste
aanspreekpunt van het gezin en samen met de ouders bewaart hij het overzicht
en regisseert hij het hulpverleningstraject. Het is de belichaming van de
‘generalist’. De professionele werkrelatie van de coach of generalist en het gezin,
maar ook die ongrijpbare ‘klik’ vormen het fundament waar de volgende
elementen van hulp (uitzoeken en ordenen wat aan de hand is, concrete doelen
stellen, de actie in de vorm van behandeling, begeleiding, training of coaching en
het uiteindelijke effect meten) op rusten. We hebben een tried and tested
manier bij de Opvoedpoli om te matchen op basis van de vraag en wensen van
onze cliënten. Het in Amerika reeds effectief gebleken Wraparound Care Model
(MCM) vormt de basis van onze manier om de waarde van het persoonlijke
contact in resultaten om te zetten.
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
De grote vraag is nu natuurlijk: werkt dit? Is het effectief en efficiënt om op
basis van matching tussen gezinnen en vaste coaches hulpverlening vorm te
geven? Leidt deze werkwijze tot afname van problemen bij jeugdigen en bij de
gezinnen waarin ze leven? Voelen ouders zich dankzij deze vorm van hulp
gesterkt in hun opvoedersrol en zijn zij beter in staat problemen en incidenten
zelf het hoofd te bieden? En, niet onbelangrijk: is deze klantgerichte benadering
met hulp op maat uiteindelijk goedkoper dan bestaande vormen van hulp?
Op die laatste vraag hadden we al voor een belangrijk deel van het antwoord.
Dankzij het onderzoek van Deloitte in 2013* naar de hulp van de Opvoedpoli
weten we dat ten opzichte van het bestaande stelsel de combinatie van
disciplines bij de Opvoedpoli leidt tot een gemiddelde kostenbesparing van 35%.
Dankzij benchmarking en goede registratie van kosten en de aard van de
behandelde problematiek was het relatief eenvoudig deze vragen te
beantwoorden. Dit liet echter de eerdere vragen die de kwaliteit van de zorg
betreffen nog goeddeels onbeantwoord. Ons tweejarig onderzoek in
samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, emeritus hoogleraar Jo
Hermanns met steun van ZonMW moest antwoord geven op deze veel
moeilijkere vragen. Na ongeveer een jaar hebben we hiervan nu de eerste
resultaten. Voorlopige, tussentijdse resultaten, maar wat voor een resultaten…
augustus 2014
3
U moet nog heel even wachten, want u wilt natuurlijk weten wat we precies aan
het onderzoeken zijn.
We maken gebruik van mixed-analysis, de combinatie van kwalitatieve en
kwantitatieve factoren die uiteindelijk een helder beeld moeten verschaffen over
de antwoorden waarnaar we op zoek zijn.
Wat onderzoeken we nu precies?
We onderzoeken de mate waarin de match van de professional met de cliënt
een bijdrage levert aan de effectiviteit van de hulpverlening van de
Opvoedpoli. Wat we willen weten is:
1)
2)
3)
4)
Hoe onderzoeken we dit?
De effectiviteit van de hulpverlening wordt gemeten volgens de in de GGZ en
Jeugdzorg standaard gehanteerde Routine Outcome Measurement (ROM), waarbij
we drie factoren van een effectief hulpverleningstraject onderscheiden. Met drie
gestandaardiseerde en gevalideerde vragenlijsten die onderdeel vormen van de
ROM (de OBVL, GVL en de CBCL) meten we vóór en na het hulptraject de
ouderschapsbelasting (middels de OBVL), het gezinsfunctioneren (GVL) en het
functioneren van de jeugdige (CBCL). De groep waarover we meten bestaat uit
7310 cliënten.
Zijn er bepaalde profielen van professionals die goed passen bij
bepaalde cliëntprofielen en/of zijn er professionals die effectief werken
ongeacht het cliëntprofiel? In dat laatste geval kunnen we spreken van
een ‘generalist’ en wordt de vraag beantwoord: “Welke factoren zijn
van belang in het profiel van een generalist?”
Is het zo dat hoe beter de match is, hoe effectiever het
hulpverleningstraject is? En welke rol speelt de werkalliantie daar in?
Welke factoren dragen bij aan een goede werkalliantie voor de
verschillende combinaties professionals-cliënten?
Hoe kan, gegeven de antwoorden op bovenstaande vragen, bij de start
van een hulpverleningstraject een maximaal effectieve match tussen
hulpverlener en cliënt gemaakt worden?
De profielen van de hulpverleners worden gecategoriseerd door scoring van hun
kenmerken in een schema op basis van een videofragment van de hulpverleners in
interactie met hun cliënt (gescoord door studenten van de UvA) en op basis van
een door henzelf ingevulde vragenlijst.
Cliëntprofielen maken we op basis van de categorisering ontwikkeld door het
Nederlands Jeugd Instituut (NJi)* en i.c.m. data over de aard en ernst van de
problematiek uit de registratie van de Opvoedpoli.
De schematisering van profielen van hulpverleners en de categorisering van
cliëntprofielen, samen met de objectieve maat voor ‘effectieve hulpverlening’ in de
ROM stellen ons in staat om een maat te geven aan de ‘match’ tussen hulpverlener
en cliënt en aan het effect van die match.
Hoe onderzoeken we dit? Wat noem je nou een ‘effectiever’
hulpverleningstraject en hoe vang je zulke subjectieve begrippen als ‘match’,
‘profiel’ en ‘klik’? Zo:
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
Voor de liefhebbers van statistisch onderzoek: bij de analyse van de gestelde hypotheses en
toetsing aan de gevonden data maken we gebruik van ANOVA’s, Regressie-analyses en
MANOVA’s.
augustus 2014
4
Wat komt daar uit? (*cijfers en details in
‘literatuur en achtergronden’)
De eerste, tussentijdse resultaten betreffen de algemene effectiviteit van de hulp
van de Opvoedpoli. Hoe de gevonden effecten samenhangen met de kwaliteit
van de matching is de volgende stap in het onderzoek; nu weten we voor de
totale onderzochte groep en voor specifiek omschreven (sub)doelgroepen wat de
hulp van de Opvoedpoli in zijn algemeen bijdraagt aan het gezinsfunctioneren,
het functioneren van individuele kinderen en jongeren en hoezeer het de
ouderschapsbelasting vermindert. Ook kunnen we eerste gestaafde uitspraken
doen over welke elementen daarbij specifiek door de hulp verbeteren.
Een tweede resultaat betreft de vooruitgang na een hulptraject in het
functioneren van het kind en de relatie met het gezinsfunctioneren. Aan je water
kun je voelen dat hoe het gaat met een kind, samenhangt met hoe het met het
hele gein gaat. Dat is de reden dat we bij de Opvoedpoli altijd kiezen voor de
Wraparound ‘totaalaanpak’, waarbij het hele gezin onderdeel uitmaakt van de
oplossing. Naast ‘je water’ waaraan je kan voelen, hebben we nu cijfers waaraan
we het kunnen zien:
daar zeer aan bij
→ Het Gezinsfunctioneren verbetert
Zowel het internaliserende als het externaliserende gedrag van jeugdigen
verbetert na een traject bij de Opvoedpoli significant. Er is een aanwijsbare,
grote invloed van het verbeterde gezinsfunctioneren op de vooruitgang bij de
jeugdige.
Het gezinsfunctioneren verbetert dankzij een traject bij de Opvoedpoli (zeer)
significant.
Wat vooral opvalt is dat de subschalen in de gehanteerde GVL-vragenlijst
‘communicatie binnen het gezin’ en ‘kwaliteit en omvang van het netwerk’ eruit
springen. Versterking van het netwerk hoort bij de werkwijze van de
Opvoedpoli: door het vergroten van de ‘Eigen Kracht’ van het gezin en haar
netwerk, hopen we de draagkracht van het gezin te vergroten en hulpverlening
overbodig te maken. Dit lukt: we vinden een opvallend grote correlatie tussen
de versterkte kracht van het netwerk en een verlaging in de
opvoedingsbelasting die ouders ervaren (voor de technici: we vinden een R van
0.684!)
Specifiek is gekeken naar kinderen met gedragsproblemen. Niet alleen hun
externaliserende (op de omgeving gerichte) problemen namen gemeten met de
2
CBCL na een traject af (zeer groot effect: eta =0.415), maar ook de
internaliserende (op de eigen emoties gerichte) problemen. De meest in het
oog springende correlatie is die met het gezinsfunctioneren: een stijging
daarvan is de sterkst verklarende factor voor afname van de individuele
problematiek. Opvallend: we vonden geen verschillen tussen jongens en
meisjes.
Een andere ‘kleine schat’ was de ontdekking dat er géén significante verschillen
waren tussen allochtone en autochtone gezinnen: bij beide groepen waren de
positieve effecten nagenoeg gelijk.
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
→ Kinderen en jongeren functioneren beter en het gezin draagt
augustus 2014
5
Een derde resultaat betreft een specifieke doelgroep: gezinnen met
echtscheidingsproblematiek. We hebben gekeken naar de afname in
opvoedingsbelasting (ook wel ‘ouderlijke stress’), de relatie met het functioneren
van het kind en naar de verbetering van het gezinsfunctioneren (met en zonder
partnerrelatie) na hulp bij de Opvoedpoli.
→ Bij gezinnen met echtscheidingsproblemen daalt na een
hulptraject de opvoedstress en verbetert het functioneren van het
kind
Het opvoedklimaat na een scheiding is na hulp bij de Opvoedpoli beter en dit
heeft zichtbare invloed op het functioneren van het kind.
Gemeten met de OBVL zagen we gemiddeld een significante daling in de
opvoedingsbelasting van gescheiden ouders, een positieve weerslag daarvan op
het functioneren van het kind, zowel wat betreft internaliserende als
externaliserende problematiek en een stijging in het gezinsfunctioneren, iets
meer bij ouders met een (nieuwe) partnerrelatie dan bij ouders zonder. De
gevonden effecten bij deze doelgroep met echtscheidingsproblematiek zijn
bijzonder sterk en de verschillen zeer significant (p< 0.001 en eta tussen 0.623
en 0.932 (!)).
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
En verder?
En verder. We hebben hele mooie resultaten gevonden over de algemene
effecten van onze hulp. De volgende stap is nu om specifiek te kijken naar het
effect van ons matchingsprincipe: ieder gezin wordt op basis van hun vraag of
probleem en hun wensen gekoppeld aan een vaste coach. Wat levert een goede
match op, wat is een goede match, zijn er hulpverleners die met heel veel
cliënten een goede match opleveren? Zo ja, kunnen we hun kenmerken
omschrijven en zo een onderbouwde karakterschets geven van de succesvolle
generalist? Die generalisten waarvan we wel weten dat ze zo waardevol zijn in de
hulpverlening, maar waarvan we nog niet goed kunnen zeggen wat zo iemand
moet kunnen of wie hij moet zijn.
In algemene zin hopen we hiermee niet alleen de effectiviteit van de hulp van de
Opvoedpoli aan te tonen, maar weten we straks veel meer. Ten eerste kan de
puzzel gelegd worden met het efficiëntie-onderzoek: zien dat integrale hulp op
maat met persoonlijke matching niet alleen goedkoper, maar ook beter werkt. En
we hopen natuurlijk een bijdrage te kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling
van zulke hulp, bijvoorbeeld in gemeenten die bezig zijn lokale teams op te
zetten met generalistische jeugdwerkers. Als het goed is zullen onze resultaten
hen kunnen inspireren in het vormgeven van evidence-based praktijken die
draaien om echte gezinnen en hulpverlening door professionals waarmee zij de
‘klik’ vinden. We hopen vaste, wetenschappelijke grond te vinden voor de
gedachte die velen delen: dat het bij organiseren van hulp net zozeer (of meer)
draait om een match, klik, vertrouwen en een klantgerichte ‘totaalaanpak’ als om
goede trainingen, programma’s en ‘producten’. Dat zorg voor jeugd anders en
beter kan.
augustus 2014
6
Literatuur en achtergronden

Toelichtende tabel:
Deelstudies bij het WCM-onderzoek bij de Opvoedpoli:
Verstift, C. (2014). Wraparound Care and the Opvoedpoli: Verschillen tussen het Sociaal
Netwerk en Opvoedingsondersteuning voor Nederlandse en Allochtone ouders.
Masterscriptie Opvoedingsondersteuning van de UvA.
Resultaten uit deze scriptie:
2
Significante verbetering ( F (1, 138) =127.062, p < .001, η = .479) van het sociaal netwerk
(GVL) na traject bij De Opvoedpoli en hierin zijn geen verschillen gevonden tussen
2
allochtonen en autochtonen (F (1,138) = 1.013, p = .316, η = .007).
Er is een sterk significante, positieve correlatie tussen het sociaal netwerk en
opvoedingsbelasting, r=.684. Dit betekent dat bij een verbetering in het sociaal netwerk,
de opvoedingsbelasting ook significant afneemt.
Bontje, C. (2014). Evaluatie van de werkwijze van de Opvoedpoli: het gezinsfunctioneren
en probleemgedrag van kinderen. Masterscriptie Opvoedingsondersteuning van de UvA.
Resultaten uit dit onderzoek: De resultaten lieten een significante verbetering in het
gezinsfunctioneren (GVL; F = 117, 14, p<.0001, η² =.336) zien en een significante
vermindering in internaliserend en externaliserend probleemgedrag (CBCL; F (1,232) =
34.78, p < .0001, η² = .130; F (1,232) = 164.39, p < .0001, η² = .415.) tijdens een
hulpverleningstraject bij de Opvoedpoli. Geen verschil werd gevonden tussen gezinnen
met een zoon en gezinnen met een dochter. Positieve significante verbanden zijn
gevonden voor gezinsfunctioneren en internaliserend en externaliserend probleemgedrag
(r(236) = .16, p < .01; r(236) = .15, p <.05). Dit houdt in dat wanneer problemen in het
gezinsfunctioneren afnemen, het internaliserend en externaliserend probleemgedrag ook
afneemt. Deze resultaten kunnen worden gezien als een potentiële indicator voor de
werkzaamheid van het WCM in Nederland.
Boot, A. (2014). Echtscheiding, en dan? Draagt de Opvoedpoli bij aan een verbetering van
het opvoedklimaat na scheiding? Masterscriptie Opvoedingsondersteuning van de UvA.
Resultaten uit deze scriptie:
Voor gezinnen waarbij echtscheidingsproblematiek speelt is er een afname te zien van de
CBCL internaliserend- en externaliserend probleemgedrag, een afname van
opvoedbelasting en een verbetering in het gezinsfunctioneren. De gevonden verschillen
tussen de voor- en nameting hadden allemaal een sterk effect en waren tevens significant
(zie Tabel 1). Kortom, participanten laten na het traject bij de Opvoedpoli een verbetering
zien op internaliserende- en externaliserende gedragsproblemen ten opzichte van voor de
behandeling, en het functioneren van gezinnen in hulpverleningstrajecten ging significant
vooruit. Tot slot is het verschil tussen de voor- en nameting bij gezinsfunctioneren iets
groter wanneer de ouder een partnerrelatie heeft ten opzichte van ouders zonder
partnerrelatie.
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
F (df)
p

4,28 (.47)
411,34 (1,45)
< ,001*
,901
15,37 (5,65)
5,64 (.23)
144,69 (1,45)
< ,001*
,763
OBVL
64,70 (9,08)
45,74 (4,84)
615,36 (1,45)
< ,001*
,932
GVL ZP
79,86 (13,02)
67,58 (5,62)
74,42 (1,45)
< ,001*
,623
GVL MP
108,09
(16,77)
88,73 (8,19)
77,77 (1,45)
< ,001*
,6331
Variabele
T0
T2
M Sd
M Sd
CBCL
Internaliserend
14,19 (3,61)
CBCL
Externaliserend


1
De onderzoeksopzet van het WCM-onderzoek van de Opvoedpoli in
samenwerking met de UvA is opvraagbaar bij de Opvoedpoli.
Het onderzoek naar de maatschappelijke meerwaarde in de vorm van
kortere wacht- en doorlooptijden en lagere kosten van de zorg in een
vergelijking tussen de Opvoedpoli en de gemiddelde prestaties in de
sectoren jGGZ en Jeugdzorg uitgevoerd door Deloitte: Deloitte,
Eindrapportage De Opvoedpoli: inzicht in maatschappelijke meerwaarde,
2013. De eindrapportage en een onderzoeksopzet zijn opvraagbaar bij
de Opvoedpoli.
OBVL= Opvoedingsbelasting vragenlijst; GVL ZP = Gezinsvragenlijst zonder partnerrelatie;
GVL MP= Gezinsvragenlijst met partnerrelatie.
augustus 2014
7

De genoemde cliëntprofielen worden gemaakt volgens de indeling van
het NJi (Addink et al., 2012). Het voor de Opvoedpoli uitgevoerde
onderzoek van Deloitte (2013) heeft aangetoond dat deze
cliëntprofielen goed passen op de betreffende cliëntenpopulatie.
Eerste resultaten Wrap Around Care-onderzoek bij de Opvoedpoli
augustus 2014