UN IC VAN WATERSCHAPPEN 015744 ;„0 Interprovinciaal Overleg Aan: Leden provincies Leden waterschappen datum ons kenmerk contactpersoon 4 april 2014 DIR 06901/2014 M. van Kruining (Unie) P. Jasperse (IPO) betreft uw kenmerk e-mail Handreiking provinciaal waterprogramma - mkruininq(5ļuvw.nl piaspersetSļipo.nl Geachte provincies en waterschappen, Hierbij ontvangt u de Handreiking Provinciaal Waterprogramma. De handreiking is bedoeld om u te helpen uw plannen in de geest van de Omgevingswet te kunnen schrijven en om te komen tot integraal waterbeheer. Josan Meijers (provincie Gelderland) en Stefan Kuks (waterschap Vechtstromen) kunnen, waar dat nodig of gewenst is, procesbegeleiding bieden. Zij zullen de werking van de handreiking ook monitoren, zodat die op basis van uw ervaringen in de praktijk verbeterd kan worden. In de Stuurgroep Water van 4 maart 2014 hebben Peter Glas namens de Unie van Water schappen en Josan Meijers namen het Interprovinciaal Overleg de Handreiking Provinciaal Waterprogramma aangeboden aan Minister Schultz van Haegen. In de Omgevingswet is immers de keuze gemaakt voor een apart provinciaal waterprogramma, in weerwil van het Bestuursakkoord Water. In de handreiking staat beargumenteerd waarom gekozen is met een provinciaal waterprogramma de Europese richtlijnen te borgen in de Neder landse regelgeving. Onder meer om rechtstreekse koppeling van waterkwaliteitsnormen en ruimtelijke inrichting te voorkomen, heeft Nederland ervoor gekozen de KRW en de ROR te im plementeren via plannen. Voor een correcte implementatie van de EU-regelgeving leidt dat tot een provinciaal waterprogramma als aparte rechtsfiguur in de Omgevingswet. Tegelijk wordt daarmee bepaald wat minimaal noodzakelijk is om op te nemen in het provinciale programma. De handreiking stoelt op drie pijlers: 1. de rol- en taakopvatting zoals is overeengekomen in het Bestuursakkoord Water, 2. de relevante passages uit de Memorie van Toelichting van de Omgevingswet, die de be doelingen van de wetgever duidelijk maken en 3. een overzicht van de juridische verplichtingen van de ROR en KRW en de daarbij gemaakte keuzes voor implementatie in de vigerende Nederlandse wetgeving. Pagina 2 van 2 De kern van de handreiking is het handelingsperspectief. Daarin wordt geduid hoe de provincia le kaderstelling vorm kan krijgen en het provinciale waterprogramma optimaal kan aansluiten op het waterbeheerprogramma van het waterschap. Vanuit het IPO en de Unie hopen wij u hiermee voldoende handvatten te bieden voor een vruchtbare samenwerking in de voorbereiding van een nieuwe generatie waterbeheerplannen en provinciale plannen. De handreiking is in het Bestuurlijk O verleg IPO Unie van 10 februari besproken en vervolgens heeft de (Unie) Commissie Watersystemen de handreiking op 14 februari vastgesteld. Analoog daaraan is de handreiking ook vastgesteld in de bestuurlijke adviescommissie DRO W (IPO) van 20 februari. Mocht u vragen hebben over de handreiking of deze brief, dan kunt u contact opnemen met Mark van Kruining van de Unie van Waterschappen of Peter Jasperse van het IPO. Met vriendelijke groet, Unie van Waterschappen Albert Vermuë Directeur Unie van Waterschappen Interprovinciaal Overleg Gerard Beukema Directeur Interprovinciaal O verleg Btīpekadns Bezoekadres Koningslade 40 Muzenstraat 61 2596 A A Den Kaag 2511 W B Den Haag Pottadns Postadres Postbus 93118 Postbus 16107 2509 A E Den Haag 2500 B C Den Haag Tcltfoon 070 3519751 Fax 07035+4642 Telefoon (070) 88812 20 Fax (070) 88812 80 www.lpo.nl Bijlage a g p t 7 HANDREIKING Provinciaal Waterprogramma IPO-UNIE "We can work it out" Versie 1 3 - 0 1 - 2 0 1 4 1. Aanleiding Er is een aantal concrete aanleidingen w a a r o m IPO en Unie deze handreiking g e z a m e n l i j k hebben opgesteld. Eerste reden is het Bestuursakkoord Water actie 7. Deze actie v r a a g t o m een uiteenzetting hoe verschillende p l a n v o r m e n het beste op elkaar kunnen aansluiten en w a t dat b e t e k e n t voor de inhoud van de p l a n n e n . In het Bestuursakkoord Water spraken b o v e n g e n o e m d e partijen af dat er geen provinciaal w a t e r p l a n m e e r zou worden opgesteld. Toch spreekt de O m g e v i n g s w e t over een provinciaal w a t e r p r o g r a m m a als verplichte p l a n v o r m . Er is gekozen o m m e t een provinciaal w a t e r p r o g r a m m a de Europese richtlijnen te borgen in de Nederlandse regelgeving. De wijze waarop Nederland gekozen heeft de KRW en de ROR te i m p l e m e n t e r e n leidt t o t een provinciaal w a t e r p r o g r a m m a . Het t e r discussie stellen van de provinciale plannen zou betekenen dat de wijze van i m p l e m e n t e r e n van de Europese verplichtingen t e r discussie staat. Dat is niet wenselijk. Over de O m g e v i n g s w e t m a a k t e n I&M en de Unie in j u n i 2013 een aantal afspraken. In dat afsprakenkader zijn onder andere de volgende afspraken v a s t g e s t e l d : de afspraken uit het BAW zijn leidend voor de doorvertaling naar de O m g e v i n g s w e t ; het provinciale regionaal w a t e r p r o g r a m m a strekt alleen t o t de i m p l e m e n t a t i e van de verplichtingen voortvloeiend uit de Europese richtlijnen (KRW/ROR); de S t u u r g r o e p Water zal gevraagd w o r d e n o m t e k o m e n t o t een handreiking ter bevordering van een o p t i m a l e aansluiting van het provinciale regionaal w a t e r p r o g r a m m a op het w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a van het w a t e r s c h a p . Ook het IPO heeft m e t I&M een afsprakenkader gesloten over de O m g e v i n g s w e t . Voor deze handreiking zijn de volgende afspraken relevant: Bij de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d s v e r d e l i n g tussen g e m e e n t e n , provincies, waterschappen en r i j k in of op basis van de O m g e v i n g s w e t zijn de bestaande bestuurlijke v e r h o u d i n g e n , de Bestuursafspraken 2 0 1 1 - 2 0 1 5 , het Bestuursakkoord W a t e r e n het Bestuursakkoord Natuur u i t g a n g s p u n t . IPO o n d e r s c h r i j f t de in de O m g e v i n g s w e t o p g e n o m e n borging van de bestuurlijke v e r h o u d i n g e n , m e t n a m e waar het betreft de relatie tussen het w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a van het waterschap en het regionaal w a t e r p r o g r a m m a , de d o o r w e r k i n g s i n s t r u m e n t e n o m g e v i n g s w a a r d e n , instructieregels en instructies, alsmede de provinciale goedkeuring van projectbesluiten van w a t e r s c h a p p e n . IenM zegt toe dat de positie ( t a k e n , v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n , b e v o e g d h e d e n , i n s t r u m e n t e n ) van provincies in de m e m o r i e van toelichting goed w o r d t beschreven, w a a r b i j ook w o r d t ingegaan op het g r o n d w e t t e l i j k beginsel van subsidiariteit. Om provincies en waterschappen t e helpen de nieuwe plannen vast in de geest van de O m g e v i n g s w e t te kunnen opstellen zijn IPO, Unie en I&M aan de slag gegaan m e t voorliggende handreiking. Tweeledig doel van de handreiking De handreiking heeft een tweeledig d o e l : het is leidraad voor bestuurders en geeft een u i t w e r k i n g aan de afspraken over d o o r w e r k i n g van het provinciaal w a t e r p r o g r a m m a naar w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a . IPO en Unie spreken de intentie uit nu al te werken in de geest van de O m g e v i n g s w e t . De handreiking gaat vrij concreet en in detail in op diverse o n d e r w e r p e n , dat is vooral van belang voor beleidsmedewerkers van provincies en w a t e r s c h a p p e n . Voor diverse aspecten staat weergegeven welk bestuursorgaan j u r i d i s c h deze aspecten zou m o e t e n vaststellen. Van groot belang is te onderstrepen dat in de p r a k t i j k doelen en maatregelen in nauwe s a m e n w e r k i n g tussen waterschap en provincie t o t stand k o m e n , al v i n d t de f o r m e l e vaststelling plaats in afzonderlijke planfiguren. De hierna volgende bestuurlijke s a m e n v a t t i n g poogt een handelingsperspectief te geven v o o r bestuurders. 1 2. Bestuurlijke samenvatting Voorliggende handreiking is bedoeld om de beleidspraktijk te ondersteunen bij de p l a n v o r m i n g , w a a r b i j de focus ligt op het provinciaal w a t e r p r o g r a m m a . Het stuk is geschreven in de geest van de O m g e v i n g s w e t , o m integraal waterbeheer onder het t o e k o m s t i g e regime van de O m g e v i n g s w e t te b e v o r d e r e n . De handreiking start m e t een serie g e z a m e n l i j k onderschreven u i t g a n g s p u n t e n . De kern van de handreiking is het handelingsperspectief waarin w o r d t geduid op welke wijze de provinciale kaderstelling v o r m en inhoud w o r d t gegeven en w a a r m e e bereikt w o r d t hoe het provinciale w a t e r p r o g r a m m a o p t i m a a l aansluit op het w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a van het waterschap. De handreiking stoelt op drie pijlers: 1 . de r o l - en t a a k o p v a t t i n g zoals is o v e r e e n g e k o m e n in het Bestuursakkoord Water, 2. de relevante passages uit de Memorie van Toelichting van de O m g e v i n g s w e t , die de bedoelingen van de w e t g e v e r duidelijk maken en 3. een overzicht van de j u r i d i s c h e verplichtingen van de ROR en KRW en de daarbij g e m a a k t e keuzes v o o r i m p l e m e n t a t i e in de vigerende Nederlandse w e t g e v i n g . Deze keuzes m a k e n d a t voor een correcte i m p l e m e n t a t i e van de EU-regelgeving een provinciaal w a t e r p r o g r a m m a als apart rechtsfiguur in de Omgevingswet nodig is o m de d o o r w e r k i n g van de Europese richtlijnen (ROR en KRW) te borgen. Tegelijk w o r d t d a a r m e e bepaald w a t m i n i m a a l noodzakelijk is o m op te nemen in het provinciale p r o g r a m m a . Daarbij m o e t ook rekening worden gehouden m e t een belangrijke nieuwe o n t w i k k e l i n g , n a m e l i j k de interpretatie van de Europese Commissie als onderdeel van het Blueprint proces. Naast de Europese verplichtingen en de nationale i m p l e m e n t a t i e daarvan in eigen regelgeving zijn soms aanvullende afspraken g e m a a k t m e t de Europese Commissie, soms op verzoek van de EC en soms op verzoek van lidstaten t e r v o o r k o m i n g van nieuwe regelgeving. Deze zijn geconcretiseerd als onderdeel van de Europese Blueprint. Naast de verplichte e l e m e n t e n uit de ROR en de KRW is er nog een aantal andere w a t e r o n d e r w e r p e n w a a r zowel waterschap als provincie mee te maken hebben in de beleidspraktijk. Het hoofdstuk handelingsperspectieven schetst welke w a t e r o n d e r w e r p e n in welke provinciale p l a n v o r m e n kunnen k o m e n . Hierbij zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden. Welke weg uiteindelijk w o r d t gekozen is het resultaat van het gesprek tussen provincie en w a t e r s c h a p , opdat zij gezamenlijk vaststellen op welke wijze provinciale kaderstelling integraal waterbeheer optimaal kan bevorderen. Voor waterschappen is het van belang de in het Bestuursakkoord Water beschreven rolverdeling tussen provincie en waterschap te h a n t e r e n . Daarbij worden provincies als gebiedsregisseur g e s t i m u l e e r d o m w a t e r beter een plek te geven in de naastgelegen beleidsterreinen en hiertussen integraal af te w e g e n . De integrale provinciale Omgevingsvisie helpt hier als planfiguur b i j . Binnen de kaders die uit de integrale a f w e g i n g volgen k r i j g t het waterschap vervolgens de r u i m t e o m als w a t e r a u t o r i t e i t in het w a t e r d o m e i n keuzes t e maken en de uitvoering optimaal te organiseren. Het v e r d i e n t in die zin de v o o r k e u r o m m i n d e r in de verordening te regelen, en meer in de visie en het p r o g r a m m a o m d a t d a a r m e e flexibiliteit ontstaat. Het geheel, ( o m s c h r i j v e n van doelen, maatregelen en t e r m i j n e n van doelbereik) k o m t overigens in nauwe s a m e n w e r k i n g tussen provincie en waterschap in de regio t o t s t a n d . De handreiking wil helpen bij dit proces door handelingsperspectieven te schetsen, geïllustreerd m e t p r a k t i j k v o o r b e e l d e n . 2 3. Uitgangspunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Afspraken uit het BAW zijn leidend: de provincies zijn v e r a n t w o o r d e l i j k voor het vaststellen van de doelen en stellen d a a r o m de kaders, de waterschappen zijn v e r a n t w o o r d e l i j k voor het beheer van het gehele w a t e r s y s t e e m en m a k e n de keuzes v o o r beheer en u i t v o e r i n g . Er is geen sprake van een discussie over bevoegdheden ( o v e r d r a c h t ) ; De bestaande t a a k v e r d e l i n g blijft intact, d a t wil zeggen respecteren v a n " r e k e n i n g houden m e t " conform de vigerende W a t e r w e t , dat w o r d t geborgd i n ; een lean en mean planstelsel, dat n a k o m i n g van de Europese v e r p l i c h t i n g e n w a a r b o r g t en integraal w a t e r b e h e e r b e v o r d e r t ; De (in het verleden g e m a a k t e ) Nederlandse keuzes van i m p l e m e n t a t i e van de Europese richtlijnen staan niet t e r discussie; Hoe provincie de provinciale kaderstelling precies v o r m g e e f t is o n d e r w e r p van gesprek in de normale onderlinge bestuurlijke v e r h o u d i n g van waterschap en provincie, toegesneden op de onderlinge b e h o e f t e n ; Afsprakenkader O m g e v i n g s w e t Unie - I&M ( j u n i 2 0 1 3 ) en Afsprakenkader IPOI&M ( j u n i 2 0 1 3 ) ; Uitgangspunt is dubbelingen in de verschillende plannen van Rijk, provincie en waterschap te v o o r k o m e n ; Van groot belang is dat de provincie in haar omgevingsvisie w a t e r goed a f s t e m t m e t haar andere d o m e i n e n , zodat in de uitvoering geen t e g e n s t r i j d i g h e d e n ontstaan; We handelen in de geest van de O m g e v i n g s w e t ; Unie en IPO gaan samen v e r k e n n e n w a t de inhoud en r e i k w i j d t e kan zijn van het provinciale w a t e r p r o g r a m m a en werken het resultaat uit in een handreiking die aansluit bij de brede provinciale kaderstelling die in de Omgevingsvisie en Provinciale Verordening neerslaat. 4. BAW: Rol en Taakopvatting In het Bestuursakkoord Water zijn afspraken g e m a a k t over de sturingsfilosofie en het planstelsel. De t e k s t e n uit het Bestuursakkoord Water die relevant zijn v o o r deze handreiking staan hier als citaat w e e r g e g e v e n : : "De provincie speelt op het regionale niveau een centrale rol in het r u i m t e l i j k economische d o m e i n en de natuur. De rol van de provincie is die v a n gebiedsregisseur. Deze regie houdt in het ontwikkelen van integrale gebiedsvisies op de r u i m t e , die w o r d e n vastgelegd in s t r u c t u u r visies en zo nodig in een provinciale v e r o r d e n i n g . " "De waterschappen zijn organisaties van functioneel bestuur. De waterschappen hebben de zorg voor het regionale w a t e r b e h e e r en de zuivering van stedelijk afvalwater. Ze beheren een groot deel van de primaire w a t e r k e r i n g e n . (....). Zij voeren hun taken uit binnen de kaders, zoals die door de algemene d e m o c r a t i e worden opgesteld en vertalen deze in uitvoeringsgericht beleid en beheermaatregelen." Slechts één bestuurslaag u i t de algemene democratie is v e r a n t w o o r d e l i j k v o o r het vaststellen van doelen voor het w a t e r b e h e e r en de daarbij behorende kaders, n o r m e n en beleid: de kadersteller. (....) bij het regionale w a t e r s y s t e e m (inclusief de regionale w a t e r k e r i n g e n ) is d i t de provincie. Uitvoerende o v e r h e d e n zijn (..••) de waterschappen voor de regionale w a t e r e n . Zij zijn v e r a n t w o o r d e l i j k v o o r het beheer van het gehele w a t e r s y s t e e m en maken de keuzes die noodzakelijk zijn v o o r beheer en u i t v o e r i n g . (...) De kadersteller heeft bevoegdheden v o o r 3 eventuele interventie (zoals het geven van instructies en a a n w i j z i n g e n ) . Er is steeds sprake van slechts één kadersteller/toezichthouder en één uitvoerende o v e r h e i d . (....) De provincies stellen de kaders voor het v o o r k o m e n van regionale w a t e r o v e r l a s t inclusief de regionale k e r i n g e n . " Het beleid op het gebied van w a t e r , r u i m t e en milieu is nauw v e r w e v e n . Rijk en provincies streven naar plannen waarin het beleid zoveel mogelijk is geïntegreerd. Het rijk en de provincies stellen geen nieuwe afzonderlijke w a t e r p l a n n e n meer op. (....). Uitgangspunt hierbij is dat de correcte i m p l e m e n t a t i e van EU-reqelqevinq is g e b o r g d . ( ) de waterschappen maken b e h e e r p r o g r a m m a ' s m e t een looptijd van zes j a a r . Dit houdt verband m e t de verplichting iedere zes j a a r te rapporteren aan de Europese Commissie over de u i t v o e r i n g van de E U - w a t e r w e t g e v i n g . De provincies en waterschappen maken op individueel niveau afspraken over de inhoud van en a f s t e m m i n g tussen de beleidsplannen en de b e h e e r p r o g r a m m a ' s . " " W e spreken af om de w a t e r t o e t s , conform de Bestuurlijke Notitie W a t e r t o e t s , uit te voeren bij alle overige r u i m t e l i j k e plannen die van belang zijn voor het waterbeheer, waaronder structuurvisies." 5. Omgevingswet (dummy tekst) Het huidige planstelsel in de Consultatieversie van de O m g e v i n g s w e t bevat naast de rechtsfiguren van de Omgevingsvisie en v e r o r d e n i n g ook het provinciaal w a t e r p r o g r a m m a . De o v e r w e g i n g e n van de w e t g e v e r over de verhouding tussen provinciale omgevingsvisie en provinciaal w a t e r p r o g r a m m a en de inhoud van beide planfiguren zijn beschreven in de toetsversie van de O m g e v i n g s w e t , d . d . 2 8 - 0 2 - 2 0 1 3 (in deze handreiking d u m m y t e k s t g e n o e m d ) van de w e t en de Memorie van Toelichting. 5.1 O m g e v i n g s v i s i e Conform art. 3.1 stellen Provinciale staten t e r invulling van de provinciale overheidszorg v o o r de fysieke leefomgeving een provinciale omgevingsvisie vast. In art. 3.2 is omschreven dat de omgevingsvisie de hoofdlijnen bevat van de v o o r g e n o m e n o n t w i k k e l i n g van het grondgebied en de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid. "De omgevingsvisie is een integrale visie m e t de strategische hoofdkeuzen van beleid v o o r de lange t e r m i j n . Deze visie w o r d t door het Rijk, provincies en w a a r gewenst door g e m e e n t e n voor hun huishouding en grondgebied v a s t g e s t e l d . Het m o e t worden gezien als een p o l i t i e k - b e s t u u r l i j k d o c u m e n t . Doel is o m beleidsmatig invulling te geven aan de t a k e n en bevoegdheden van bestuursorganen op het gebied van de fysieke l e e f o m g e v i n g . Integraal b e t e k e n t dat deze visie betrekking heeft op alle terreinen van de l e e f o m g e v i n g , aansluitend bij de r e i k w i j d t e van dit wetsvoorstel ( m i l i e u , w a t e r , r u i m t e , n a t u u r , landschap, verkeer en v e r v o e r , infrastructuur, cultureel e r f g o e d , en d e r g e l i j k e ) . Het gaat hier o m een s a m e n h a n g e n d e visie op strategisch niveau (...). Dat is ook de reden dat bestuursorganen slechts één visie vaststellen: één kenbaar en integraal beleidsdocument m e t het gehele strategische omgevingsbeleid van de planvaststellende o v e r h e i d . Een omgevingsvisie biedt zo een samenhangende beleidsmatige basis voor inzet van j u r i d i s c h e of financiële s t u r i n g s i n s t r u m e n t e n o m de in de omgevingsvisie vastgelegde doelen na te s t r e v e n . " " D e omgevingsvisie en de plannen of p r o g r a m m a ' s binden in principe alleen het vaststellend bestuursorgaan zelf bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. (....) Voor omgevingsvisies worden (...) zo weinig mogelijk p l a n - en v o r m v e r e i s t e n voorgeschreven 4 om bestuursorganen de r u i m t e te bieden de beleidsdocumenten naar eigen inzichten in te r i c h t e n . " 5.2 Verhouding O m g e v i n g s v i s i e en p r o g r a m m a ' s " I n het nu voorziene stelsel in het wetsvoorstel zijn plannen of p r o g r a m m a ' s bedoeld als concrete u i t w e r k i n g van strategische beleidskeuzen. In een omgevingsvisie kan worden v e r m e l d hoe de u i t w e r k i n g en uitvoering zal worden v o r m g e g e v e n , w a a r b i j plannen of p r o g r a m m a ' s kunnen w o r d e n aangekondigd (of zelfs t e g e l i j k e r t i j d m e t de visie worden u i t g e b r a c h t ) . (....) De grens tussen een omgevingsvisie en een plan of p r o g r a m m a is niet eenduidig te t r e k k e n . Het hangt af van de door het betreffende bestuursorgaan gehanteerde sturingsfilosofie en w o r d t dus door dat bestuursorgaan zelf bepaald. Zo w o r d t m a x i m a l e vrijheid geboden bij de v o r m g e v i n g van een omgevingsvisie en van plannen of p r o g r a m m a ' s . (...)De nu in de Wro o p g e n o m e n eis dat een s t r u c t u u r v i s i e een uitvoeringsparagraaf m o e t bevatten w o r d t dus in de O m g e v i n g s w e t niet o v e r g e n o m e n . Maar het wetsvoorstel staat het dus ook niet in de w e g . Een bestuursorgaan kan dus desgewenst in de omgevingsvisie op hoofdlijnen aangeven m e t welke b e s t u u r s o r g a n e n , op welke wijze en m e t inzet van welke bevoegdheden en i n s t r u m e n t e n het beleid zal worden g e r e a l i s e e r d . " 5.3 I n h o u d waterprogramma Volgens art 3.7 leggen Gedeputeerde staten het provinciale waterbeleid vast in regionale w a t e r p r o g r a m m a ' s . Volgens a r t 3.6 stelt het bestuur van het waterschap voor de w a t e r s y s t e m e n o n d e r z i j n beheer een w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a vast, w a a r b i j het rekening houdt m e t het regionale w a t e r p r o g r a m m a voor die w a t e r s y s t e m e n . "De e l e m e n t e n die in de huidige regionale w a t e r p l a n n e n worden o p g e n o m e n t e r uitvoering van Europese richtlijnen gaan op in regionale w a t e r p r o g r a m m a ' s . Op die manier w o r d t de provinciale omgevingsvisie niet belast m e t de procedurele vereisten die uit de richtlijnen v o l g e n . Overigens b e t e k e n t dit d u s , dat de doelen die op provinciaal niveau worden gesteld voor het regionale w a t e r s y s t e e m (veelal t e r uitvoering van de kaderrichtlijn Water en de richtlijn overstromingsrisico's) een plaats krijgen in een planfiguur. In deze p r o g r a m m a ' s w o r d e n t e n m i n s t e o p g e n o m e n : - de hoofdlijnen van het in de provincie te voeren waterbeleid en de bijbehorende aspecten van het r u i m t e l i j k e beleid, voor zover die niet al zijn o p g e n o m e n in de omgevingsvisie; - de onderdelen t e r uitvoering van Europese r i c h t l i j n e n , zoals doelstellingen, m a a t r e g e l e n , de aanwijzing van de o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n in de zin van de kaderrichtlijn Water ( w a a r o n d e r k u n s t m a t i g e of sterk veranderde o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n ) die niet in beheer zijn bij het Rijk, etc; - de functies van de regionale w a t e r e n . " 5.4 G e v o l g e n v o o r h u i d i g e w a t e r p l a n s t e l s e l " I n het wetsvoorstel is getracht zo veel mogelijk bij de huidige p r a k t i j k aan te s l u i t e n , uitgaande van de huidige bevoegdheidsverdeling en Europese eisen aan het w a t e r b e l e i d . In de omgevingsvisies op nationaal en provinciaal niveau wordt het strategische o m g e v i n g s b e l e i d , inclusief het w a t e r b e l e i d , u i t g e w e r k t . De omgevingsvisies blijven zo veel m o g e l i j k v o r m v r i j . Het meer uitvoeringsgerichte waterbeleid en operationele zaken krijgen een plaats in w a t e r p r o g r a m m a ' s op n a t i o n a a l , provinciaal en waterschapsniveau. Ook de Europees verplichte s t r o o m g e b i e d b e h e e r p l a n n e n en overstromingsrisicobeheerplannen hebben in de O m g e v i n g s w e t de v o r m van een p r o g r a m m a . W a t e r s c h a p p e n , provincies en Rijk volgen in hun w a t e r p r o g r a m m a ' s de Europese zesjaarlijkse cyclus. Rijk, provincies en waterschappen stellen gezamenlijk de doelen, ambities en maatregelen voor de kaderrichtlijn w a t e r en de richtlijn overstromingsrisico's vast. Om de Europese eisen op adequate wijze te i m p l e m e n t e r e n zijn de w a t e r p r o g r a m m a ' s voor 5 w a t e r s c h a p , provincie en Rijk verplicht. Op deze m a n i e r w o r d t bereikt dat in de o m g e v i n g s v i s i e de nadruk ligt op integraal beleid en in de w a t e r p r o g r a m m a ' s op s a m e n h a n g e n d ( m e t name uitvoeringsgericht) waterbeleid en het waterbeheer. Hierdoor is het m o g e l i j k een efficiënt en consistent w a t e r b e h e e r te voeren waarin maatregelen w a a r m o g e l i j k worden g e k o p p e l d . Gezien de kaderstellende en toezichthoudende rol van de algemene bestuurslaag van de provincie voor de functionele bestuurslaag van het w a t e r s c h a p , w o r d t in de O m g e v i n g s w e t voorzien in doorwerking van regionale w a t e r p r o g r a m m a ' s naar w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a ' s van waterschappen. Dit is in het w e t s v o o r s t e l geregeld door in de w e t op te nemen dat de waterschappen ' r e k e n i n g houden m e t ' het regionale w a t e r p r o g r a m m a . (....) De O m g e v i n g s w e t houdt nadrukkelijk de m o g e l i j k h e i d voor bestuursorganen open om een gezamenlijk plan of p r o g r a m m a op te stellen. Zo kunnen bijvoorbeeld v o o r (deel)stroomgebieden gezamenlijke w a t e r p r o g r a m m a ' s w o r d e n vastgesteld van provincie(s) en w a t e r s c h a p ( p e n ) of regionale w a t e r p r o g r a m m a ' s w o r d e n gecombineerd m e t n a t u u r b e h e e r p l a n n e n . " 6 6. EU VERPLICHTINGEN I NL RECHT De j u r i d i s c h e v e r p l i c h t i n g e n van de RO R en de KRW en hoe deze v e r p l i c h t i n g e n zijn v e r t a a l d in de v i g e r e n d e Nederlandse r e g e l g e v i n g zijn hieronder s c h e m a t i s c h w e e r g e g e v e n . V a n w e g e het doel van de h a n d r e i k i n g is bij de s c h e m a t i s c h e b e s c h r i j v i n g de focus gelegd op de regionale w a t e r e n en de daarop b e t r e k k i n g hebbende w e t t e l i j k e plannen. 6.1 R i c h t l i j n O v e r s t r o m i n g s r i s i c o ' s De v e r p l i c h t i n g e n van de RO R zijn v e r t a a l d in w e t s b e p a l i n g e n van het W a t e r b e s l u i t , de A l g e m e n e Maatregel van Bestuur o n d e r de W a t e r w e t . O nderdeel h i e r v a n is o v e r e e n s t e m m i n g o v e r het t o e p a s s i n g s b e r e i k v a n de RO R tussen het m i n i s t e r i e v a n I & M , het I n t e r p r o v i n c i a a l O verleg en de Unie van W a t e r s c h a p p e n . Juist o m d a t de e r v a r i n g m e t de toepassing van de RO R in Nederland nog b e p e r k t is en o m een n a t i o n a l e kop op de RO R t e v o o r k o m e n . Verplichting Volgens artikel 4 stellen lidstaten op niveau van stroomgebiedsdistrict een voorlopige overstromingsrisicobeoordeling op. De voorlopige risicobeoordeling van artikel 4 of het besluit geen voorlopige risicobeoordeling te verrichten, omdat reeds voor 22 december 2010 een risicoboordeling heeft plaatsgevonden (artikel 13), worden uiterlijk 22 december 2018 en daarna om de zes jaar getoetst en zo nodig bijgesteld. Volgens artikel 6 stellen lidstaten op niveau van stroomgebiedsdistrict overstromingsgevaarkaarten en overstromĩngsrisicokaarten op. Overstromingsgevaarkaarten hebben betrekking op geografische gebieden die een kleine kans van overstroming hebben, een middelgrote kans (herhalingsperiode > 100 jaar) en grote kans op overstromingen, indien van toepassing. Conform artikel 14 worden de overstromingsgevaarkaarten en overstromingsrisicokaarten uiterlijk op 22 december 2019 en daarna om de zes jaar qetoetst en zo nodiq bijgesteld. Op basis van de in artikel 6 bedoelde kaarten per stroomgebiedsdistrict wordt een overstromingsrisicobeheerplan opgesteld, die adequate doelstellingen voor het beheer van overstrominqsrisico's en maatreqelen omvatten (art. 7). Voor stroomqebiedsdistricten wordt een overstrominqsrisicobeheerplan opgesteld (art. 8 ) . Nederlands recht Dit artikel is niet qeïmplementeerd in het Waterbesluit vanwege een beroep op artikel 13 RO R . 1 Conform artikel 4.9 Waterbesluit dragen Gedeputeerde staten zorg voor de productie, de actualisatie en de electronische publicatie van overstromingsgevaar en overstromingsriscokaarten ten minste twee jaar voor vaststelling van het overstromingsrisicobeheerplan. Deze kaarten worden ten minste eenmaal in de zes jaar herzien. In art 4.7 Waterbesluit is geregeld dat de in het regionaal waterplan op te nemen doelstellingen en maatregelen in elk geval de doelstellingen en maatregelen als bedoeld in artikel 7 van de richtlijn overstromingsrisico's omvat. Nederland zal gebruik maken van artikel 13, eerste lid, onderdeel b. Dit is in december 2010 schriftelijk aan de COM gemeld.De reden voor het besluit om gebruik te maken van artikel 13, eerste lid, onderdeel b, is dat al veel informatie over overstromingsrisico's beschikbaar is en daaruit blijkt dat in overweqende mate alle Nederlandse (deel)stroomqebieden potentieel risico lopen. De voorlopige risicobeoordeling (artikel 4 Ror) dient als basis voor het uitzonderen van qebieden zonder potentieel (significant) risico (artikel 5 Ror). De vaststelling geschiedt op het niveau van stroomgebieddistrict, beheerseenheid, of nationaal deel van een internationaal stroomgebied. Voor de gebieden met potentieel significant risico dienen overstromingsrisicokaarten en plannen te worden opgesteld (artikel 6 en 7 Ror). Het uitvoeren van een voorlopige risicobeoordeling voor Nederland wordt gezien het voorgaande als niet noodzakelijk gezien." 7 Geconstateerd m o e t w o r d e n dat artikel 4 van de Richtlijn Overstromingsrisico's niet in het Nederlandse recht is g e ï m p l e m e n t e e r d . Wel heeft de staatssecretaris van I&M in o v e r e e n s t e m m i n g m e t IPO en Unie op 25 o k t o b e r 2 0 1 1 het toepassingsbereik van de Richtlijn vastgesteld. Het toepassingsbereik is als v o l g t bepaald. Wateren kunnen in het toepassingsbereik worden o p g e n o m e n op basis van 3 criteria: 1. Op basis van het c r i t e r i u m potentieel significant risico is t o e g e k e n d ; 2. Op basis van het c r i t e r i u m internationale a f s t e m m i n g ; 3. Op basis van het c r i t e r i u m s a m e n h a n g e n d k a a r t b e e l d . Van een potentieel significant risico is sprake w a n n e e r er sprake is of kan zijn van slachtoffers of ( g r o t e ) maatschappelijke o n t w r i c h t i n g ingeval van een o v e r s t r o m i n g . Hieronder vallen volgens de Nederlandse keuze voor het toepassingsbereik: 1 . O v e r s t r o m i n g als gevolg van doorbraak in de p r i m a i r e w a t e r k e r i n g ; 2. O v e r s t r o m i n g als gevolg van doorbraak in een g e n o r m e e r d e regionale kering (klasse I I I , IV, V) (dat is t e n m i n s t e İ 5 - 1 0 0 j a a r ) ; 3. O v e r s t r o m i n g e n van o n b e s c h e r m d e gebieden langs primaire keringen. Als op ( h e t overstromingsrisico v a n ) een gebied of een w a t e r k e r i n g de ROR van toepassing is, b e t e k e n t dit dat er o v e r s t r o m i n g s g e v a a r - en overstromingsrisicokaarten m o e t e n w o r d e n o p g e s t e l d . Vervolgens m o e t e n er doelen w o r d e n gesteld e n , w a a r n o d i g , m a a t r e g e l e n m o e t e n w o r d e n g e n o m e n . Het kan hier bijvoorbeeld gaan o m de n o r m e n v o o r w a t e r k e r i n g e n of gebieden en de m a a t r e g e l e n o m aan deze n o r m e n te ( g a a n / b l i j v e n ) v o l d o e n . Deze doelstellingen en m a a t r e g e l e n m o e t e n worden o p g e n o m e n in plannen en uiteindelijk in een overstromingsrisicobeheerplan (ORBP). Normen worden in de huidige situatie bijvoorbeeld vastgelegd in de W a t e r w e t en in provinciale v e r o r d e n i n g e n . Voor s o m m i g e o n d e r d e l e n , die onder het toepassingsbereik v a l l e n , hoeven alleen o v e r s t r o m i n g s g e v a a r - en overstromingsrisicokaarten te worden g e m a a k t en zijn doelstellingen en m a a t r e g e l e n niet verplicht. De v e r w a c h t i n g van beperkte economische schade en het aantal slachtoffers (nihil) van o v e r s t r o m i n g e n van o n b e s c h e r m d e gebieden langs regionale w a t e r e n in hoog en laag Nederland v o r m e n reden o m aan deze o v e r s t r o m i n g s t y p e n categorisch geen potentieel significant overstromingsrisico t o e te k e n n e n , m e t uitzondering van die regionale w a t e r e n m e t een relatief g r o o t s t r o o m g e b i e d die door benedenstrooms gelegen stedelijk gebied s t r o m e n . Op basis van (afgeleid) c r i t e r i u m internationale a f s t e m m i n g : - Onbeschermde gebieden langs grensoverschrijdende regionale w a t e r e n zonder k e r i n g , w a a r v o o r kaarten e n / o f plannen w o r d e n g e m a a k t in Duitsland of België. Op basis van het (afgeleid) c r i t e r i u m s a m e n h a n g e n d k a a r t b e e l d : - O v e r s t r o m i n g e n van onbeschermde gebieden langs g e n o r m e e r d e regionale k e r i n g e n ; - O v e r s t r o m i n g e n van beschermde gebieden achter g e n o r m e e r d e regionale keringen m e t normklasse I en I I . 6.2 Kaderrichtlijn Water Hieronder staan de j u r i d i s c h e verplichtingen van de KRW schematisch weergeven en ook hoe deze j u r i d i s c h e verplichtingen zijn vertaald in de vigerende Nederlandse r e g e l g e v i n g ; de Waterregeling en het Waterbesluit ( W a t e r w e t ) , de Wet Milieubeheer, het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water 2009 en de Ministeriele Regeling Monitoring Kaderrichtlijn Water. Kaderrichtlijn Water Verplichting Nederlands In art. 4 van de KRW staat de wijze van bereiken van de milieudoelstellingen voorgeschreven: 1. Achteruitgang van de toestand van alle oppervlaktewaterlichamen moet worden voorkomen door het uitvoeren van de nodige maatregelen, waarbij lid 6 en 7 uitzonderingsbepalingen omvat inzake een tijdelijke achteruitgang respectievelijk achteruitgang van een zeer goede naar de goede bepalingen. Art. 4.1 van de Waterregeling bepaalt dat het regionaal waterplan mede een overzicht omvat van de toestandsklasse per stof en kwaliteitselement van elk waterlichaam waarop het plan betrekking heeft, bepaald over de voorafgaande planperiode overeenkomstig het monitoringsprogramma, bedoeld in art. 13 lid 1 van het Bkmw. Hiermee wordt de 'huidige toestand' vastgelegd. 2. I n 2015 voldoen alle oppervlaktewateren aan de goede ecologische en chemische toestand door bescherming, verbetering en herstel, met uitzondering van de kunstmatige waterlichamen (bijvoorbeeld kanalen) en sterk veranderde wateren (bijvoorbeeld gekanaliseerde beken), die in 2015 voldoen aan de doelstelling van een goed ecologisch potentieel (GEP) en goede chemische toestand . 3. I n 2015 moet voor alle grondwaterlichamen een goede grondwatertoestand zijn bereikt: » een evenwicht tussen onttrekking en aanvulling van grondwater; » (een significante) vermindering van de grondwaterverontreiniging 4. I n 2015 wordt voldaan aan alle normen en doelstellingen voor zogenaamde beschermde gebieden, waarbij de strengste doelstelling uit de communautaire wetgeving geldt. De KRW biedt uitzonderinngsbepalingen (art 4, lid 4 tot en met 8 ) : » de mogelijkheid om in het stroomgebiedsbeheersplan het bereiken van de ecologische doelstellingen uit te stellen tot 2027 (art. 4 lid 4) en « de mogelijkheid om voor specifieke waterlichamen een minder strenge milieudoelstelling vast te stellen, mits aan een aantal strenge randvoorwaarden wordt voldaan (waaronder de mate van aantasting en de natuurlijke gesteldheid die het bereiken van de doelstellingen onevenredig kostbaar of niet haalbaar zouden maken) (art. 4. lid 5), als ook de mogelijkheid van toestaan van tijdelijke achteruitgang onder strenge voorwaarden (art 4 lid 6) en van permanente achteruitgang als gevolg van nieuwe fysieke ingrepen (art 4 lid 7). recht Voor oppervlaktewater houdt artikel 4, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 in dat het bevoegd gezag bij de vaststelling van waterplannen voor elk daarin opgenomen oppervlaktewaterlichaam rekening houdt met de richtwaarde dat met ingang van 22 december 2015 een goede oppervlaktewatertoestand is bereikt, inhoudende dat is vastgesteld dat zowel de chemische toestand als de ecologische toestand goed zijn. In afwijking van de richtwaarden moet, conform art. 6 van het besluit, het goed ecologisch potentieel voor kunstmatige of sterk veranderde waterlichamen worden vastgesteld en opgenomen in de regionale waterplannen voor overige wateren, niet zijnde rijkswateren. In art. 3 van de Ministeriele Regeling Monitoring Kaderrichtlijn Water is vastgelegd dat de specificaties voor een kwaliteitselement van een sterk veranderd of kunstmatig oppervlaktewaterlichaam zijn vastgelegd in het regionale waterplan, indien het regionale wateren betreft. Daarmee kan met behulp van monitoringsresultaten worden vastgesteld of een kwaliteitselement voldoet aan het vereiste van een goed ecologisch potentieel. Voor grondwater is in artikel 7, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 bepaald dat provinciaal staten bij de vaststelling van een regionaal waterplan rekening houden met de richtwaarde dat met ingang van 22 december 2015 voor alle grondwaterlichamen een goede grondwatertoestand is bereikt. Eveneens voor grondwater is in artikel 10, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 geregeld dat provinciale staten bij de vaststelling van een regionaal waterplan er rekening mee houden dat met ingang van 22 december 2009 in grondwaterlichamen geen significante en aanhoudende stijgende trends plaatsvinden. Conform het Waterbesluit omvat het regionale waterplan de aanwijzing van regionale oppervlaktewaterlichamen in de zin van de KRW die niet in beheer zijn van het Rijk, waarbij kunstmatige of sterk veranderde oppervlaktewaterlichamen worden aangewezen (art 4.10, onder a). Tevens omvat een regionaal waterplan de aanwijzing van grondwaterlichamen in de zin van de Kaderrichtlijn Water (art 4.10, onder b). In artikel 2 van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 is artikel 4 van de KRW geïmplementeerd. De toepassing van de uitzonderingsmogelijkheden van artikel 4, vierde, vijfde,zesde en zevende lid, KRW vindt voor de regionale wateren plaats in het regionale waterplan, evenals die voor grondwaterlichamen. Dit is vastgelegd in art 2 lid 3 van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 ("de reden van afwijking"). Het gebruik van een uitzonderingsmogelijkheid moet in deze plannen goed worden gemotiveerd. Een waterschap kan in zijn beheerplan dus zelf geen toepassing geven aan de uitzonderingsmogelijkheden die de KRW biedt. Het waterschap kan voor de motivering van zijn maatregelenpakket verwijzen naar het desbetreffende plan, waarin voor het waterlichaam waarop de maatregelen betrekking hebben, van de uitzonderingsmogelijkheid gebruik is gemaakt. Van het waterschap wordt verwacht dat het, uitgaande van de milieudoelstelling die uit het onderhavige plan of toepasselijke waterplan volgt, in zijn beheerplan de maatregelen opneemt, die het zelf kan nemen teneinde een bijdrage te leveren aan het Zorg wordt gedra gen voor de aanleg van registers van beschermde gebieden van oppervlakte- of grondwater die bijzondere bescherming behoeven voor het behoud van ha bita ts en rechtstreeks va n wa ter a fha nkelijke soorten en wa terlicha men die gebruikt worden voor drinkwateronttrekking. De KRW verplicht tot a a nwijzen va n alle wa terlicha men wa a ruit drinkwa ter wordt gewonnen. Opstellen van programma's voor monitoring va n de watertoestand va n oppervla ktewa ter, grondwa ter en beschermde gebieden (a rt. 8). realiseren va n de beoogde toesta nd va n het wa terlicha a m. Tevens legt het regiona a l wa terpla n va st de functie drinkwateronttrekking voor de regiona le wa teren die worden gebruikt voor menselijke consumptie, conform de vereisten uit a rt. 7, lid 1 van de KRW. Da a rna a st wordt de functie va n zwemwa ter voor regiona le wa teren va stgelegd in het regiona a l wa terpla n (a rt. 4.12 lid 1 Waterbesluit). De toestand wa a rin een wa terlicha a m verkeert, wordt beoordeeld overeenkomstig het monitoringsprogra mma . Het monitoringsprogramma, va stgesteld bij ministerieel besluit Het Besluit va ststelling monitoringsprogra mma ka derrichtlijn wa ter , bestaat uit een a a nta l documenten da t te vinden is op de website: www.kaderrichtlijnwater.nl. Met deze documenten ka n de waterbeheerder de doelen voor de wa teren bepa len of a fleiden, een KRW-proof monitoringsprogra mma opzetten, de resulta ten hierva n toetsen a a n ma a tla tten en na ga a n wa a rom een wa ter niet voldoet aan deze doelstelling. In het Bkmw zijn in a rt. 14 de volgende bestuursorganen voor de uitvoering va n het monitoringsprogra mma verantwoordelijk gesteld, ieder voor zover hun bevoegdheid strekt: - voor oppervla ktewa terlicha men: de bestuursorga nen die bevoegd zijn een vergunning kra chtens a rtikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet;te weten: - voor qrondwa terlicha men: gedeputeerde sta ten. Kostenterugwīnnīng voor waterdiensten, wa a rover in de SGBP's wordt gera pporteerd en de redenen om voor een waterdienst geen kostenteruqwinninq toe te pa ssen (a rt. 9). Opstellen va n een maatregelenprogramma, omva ttende basismaatregelen en a a nvullende ma a tregelen, teneinde de milieudoelstellingen va n a rt. 4 te verwezenlijken (a rt. 11). De ma a tregelenprogra mma 's zijn uiterlijk 22 december 2009 vastgesteld, wa a rbij na drie jaar de ma a tregelen operationeel zijn (a rt. 11 lid 7). De lidsta ten zorgen voor het opstellen va n een stroomgebiedsbeheersplan, die volledig op hun grondgebied liggend stroomgebieddistrict omva t en uiterlijk 22 december 2009 zijn gepubliceerd. Het Wa terbesluit regelt da t het regiona le wa terpla n doelstellingen en ma a tregelen omva tten; in elk geva l ma a tregelen bedoeld in a rt 11 KRW, ma a tregelen bedoeld in de a rtikelen 4, vijfde lid, en 6, eerste lid va n de Grondwa terrichtlijn en (doelstellingen en maatregelen a ls bedoeld in a rtikel 7 van de ROR). 10 7. Minimum vereisten 7.1 W a a r o m e e n p r o v i n c i a a l w a t e r p r o g r a m m a w e n s e l i j k i s De KRW en de ROR verplichten niet t o t aparte provinciale w a t e r p r o g r a m m a ' s , maar het is de wijze waarop Nederland gekozen heeft de KRW en de ROR te i m p l e m e n t e r e n die leidt t o t dergelijke p r o g r a m m a ' s . De plannen v o r m e n daarin een middel o m de doelen te halen. 2 De KRW ( o m als voorbeeld te n e m e n ) verplicht Nederland t o t het m a k e n van s t r o o m g e b i e d b e h e e r p l a n n e n (SGBP's) en m a a t r e g e l e n p r o g r a m m a ' s m e t een geldigheid van 6 jaar. Daarnaast verplicht de KRW Nederland te komen m e t een s a m e n h a n g e n d pakket van maatregelen op lidstaatniveau. De SGBP's en m a a t r e g e l e n p r o g r a m m a ' s worden in Nederland gebaseerd op de ( s a m e n v a t t i n g e n van de) verschillende waterplannen van r i j k , provincies en w a t e r s c h a p p e n . In deze plannen en p r o g r a m m a ' s worden d o e l e n , ambities en maatregelen vastgesteld. Dit gebeurt op basis van een interactief proces, w a a r b i j de verschillende overheden de d o e l e n , ambities en maatregelen (voor zover de KRW daar r u i m t e toe biedt) m e t elkaar a f s t e m m e n . Voor deze aanpak is gekozen o m te v o o r k o m e n dat individuele besluiten ( b . v . v e r g u n n i n g e n ) direct aan ( E U - ) n o r m e n m o e t e n worden g e t o e t s t . Daarbij is het nu zo g e r e g e l d , dat bij het opstellen van de plannen rekening moet worden gehouden m e t KRW-normen (in plaats van directe d o o r w e r k i n g naar concrete besluiten). De provinciale plannen zijn overigens ook nodig o m de uitzonderingsbepalingen in de KRW, te w e t e n uitstel voor het bereiken van ecologische doelstellingen t o t m a x i m a a l 2 0 2 7 en doelverlaging te b e n u t t e n en te o n d e r b o u w e n . Nationaal is overigens afgesproken dat van doelverlaging pas sprake kan en zal zijn in 2 0 2 1 bij aanvang van de derde planperiode. 3 De algemene d e m o c r a t i e , op provinciaal n i v e a u , stelt KRW-doelen vast voor regionale o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n en voor g r o n d w a t e r l i c h a m e n . W a t e r s c h a p p e n , g e m e e n t e n , provincies en w a a r mogelijk andere partijen stellen vervolgens KRW m a a t r e g e l e n vast, naast generiek beleid dat door het rijk w o r d t v a s t g e s t e l d . Een provinciale omgevingsvisie bindt onder de O m g e v i n g s w e t alleen de provincie. Doelen vaststellen in een omgevingsvisie leidt daarom niet a u t o m a t i s c h t o t de vereiste d o o r w e r k i n g in het beleid van andere bestuursorganen zoals w a t e r s c h a p p e n , die hun maatregelen van de KRW in hun w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a ' s o p n e m e n . Voor de EU zijn er onvoldoende w a a r b o r g e n dat het waterschap (dat maatregelen vaststelt) rekening houdt m e t de KRW d o e l e n . De provinciale verordening w e r k t wel door naar het waterschapsniveau, m a a r is geen geschikt i n s t r u m e n t o m d a t het niet automatisch elke 6 j a a r herzien w o r d t en de KRW doelen zich qua abstractie niet goed lenen o m in een verordening op te n e m e n . Bovendien is er dan het j u r i d i s c h e risico dat Nederland op slot gaat door de rechtstreekse koppeling van doelen uit een EU-verordening en r u i m t e l i j k beleid. Bewust is in 2009 gekozen deze koppeling te v e r m i j d e n . 4 Waar in het afsprakenkader specifiek de KRW wordt aangehaald, moet voor deze handreiking de daarmee samenhangende Grondwaterrichtlijn mede begrepen worden. Technische aanpassing van doelen als gevolg van nieuwe inzichten in achtergrondconcentraties worden wel nu doorgevoerd. 2 3 4 De 'recommendations' van de EU in het evaluatierapport van de Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen dat de EC heeft opgesteld in het kader van de Blueprint (p 55-57) stellen onder meer: » The division of competences between the different authorities results in a complex system with different levels involved in the implementation of the WFD. Furthermore, the background documents with many important details are not easily accessible, and the relevant information, including on pressures, methodologies and measures, may be spread in several plans (national, regional, local). Improved transparency and communication of the coordination mechanisms between competent authorities would be advisable. In addition, easy access to all relevant documents will encourage public participation in both the development and delivery of necessary measures to ensure sustainable water management. 11 Het t e r discussie stellen van de provinciale plannen zou in feite betekenen dat de wijze v a n i m p l e m e n t e r e n van de Europese verplichtingen ter discussie staat. Dat is niet wenselijk. De inhoud van het provinciale w a t e r p r o g r a m m a kan breed en smal worden i n g e v u l d . Er is echter een m i n i m a a l aantal zaken dat een plek m o e t krijgen in het p r o g r a m m a o m de d o o r w e r k i n g van Europese regelgeving te g a r a n d e r e n . Dit w e t t e l i j k m i n i m u m staat hieronder beschreven. Naast de Europese verplichtingen en de nationale i m p l e m e n t a t i e d a a r v a n in eigen regelgeving zijn soms aanvullende afspraken g e m a a k t m e t de Europese C o m m i s s i e , soms op verzoek van de EC en soms op verzoek van lidstaten ter v o o r k o m i n g van nieuwe r e g e l g e v i n g . Deze zijn geconcretiseerd als onderdeel van de Europese B l u e p r i n t . De opstellers van deze handreiking gaat er v a n u i t dat de afspraken die de lidstaat Nederland m e t de Europese Commissie heeft g e m a a k t , d o o r w e r k e n in de huidige en t o e k o m s t i g e beleidspraktijk. 5 Voor de k o m e n d e planperiode w o r d t g e w e r k t m e t factsheets, die aan provincies en w a t e r s c h a p p e n v r a g e n o m samen per w a t e r l i c h a a m de relevante informatie voor de KRW bijeen te z e t t e n . Deze informatie w o r d t ook g e b r u i k t voor de vulling van het provinciale w a t e r p r o g r a m m a en w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a v a n u i t ieders v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d . 7.2 Minimum vereisten R O R 6 Nederland stelt een Overstromingsrisicobeheerplan op (ORBP), dat op 22 december 2015 v a n kracht w o r d t . O m de plandruk beperkt te houden hebben de gezamenlijke o v e r h e d e n besloten o m in eerste versie van de ORBP-en ( r o r cyclus ) alleen en vooral v i g e r e n d beleid te r a p p o r t e r e n . De bestaande plannen zijn l e i d e n d : wat in de verschillende plannen staat is (op een hoger abtractieniveau) o v e r g e n o m e n in de ORBPe n , w a a r b i j deze doelen en maatregelen n a t u u r l i j k wel vallen binnen doelen en m a a t r e g e l e n als bedoeld in art 7 van de r i c h t l i j n ) . Dat betekent dat nieuwe o n t w i k k e l i n g e n in het waterveiligheidsbeleid door provincie en waterschap in eerste instantie in eigen p l a n v o r m e n w o r d e n vastgesteld. Voor de ROR moet worden aangegeven wat significante overstromingsrisico's zijn en waar ze o p t r e d e n . Dit moet in kaartbeelden worden afgebeeld. Daarnaast moeten doelen worden omschreven om het o v e r s t r o m i n g s r i s i c o niveau te v e r m i n d e r e n . De kaarten en de doelen m o e t e n door Gedeputeerde Staten worden vastgesteld en d a a r v o o r lijkt het provinciale w a t e r p r o g r a m m a de meest geëigende plaats. Voor vaststellen door de provincie van t e r m i j n e n voor het halen van doelen is de provinciale verordening voor de hand liggend. Meer in z ' n algemeenheid draagt het waterschap m e t haar vastgestelde veiligheidsmaatregelen bij aan het m a a t r e g e l e n p a k k e t voor de ROR dat onderdeel u i t m a a k t van het ORBP. Op te nemen in het provinciaal W a t e r p r o g r a m m a : Kaartmateriaal Doelen ROR Maatregelen* * A a n g e t e k e n d moet worden dat in de beleidspraktijk het w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a van het waterschap de meest voor de hand liggende f i g u u r is om de maatregelen in vast te leggen. Dit w i j k t af van hoe het is geregeld in het Waterbesluit. Hierin staat dat de provincie ook de maatregelen vaststelt. 5 Zie ook voetnoot 4. Voor verdere detaillering: zie tabel in paragraaf 8.3 12 7.3 M i n i m u m v e r e i s t e n K R W 7 Voor de Kaderrichtlijn Water w o r d t per stroomgebied een S t r o o m g e b i e d b e h e e r p l a n (SGBP) opgesteld. Dit plan w o r d t niet door de verschillende bevoegde gezagen vastgesteld. Onderdelen hiervan zijn o p g e n o m e n in vastgestelde planfiguren van de bevoegde gezagen zelf. KRW doelen en a r g u m e n t a t i e over mogelijke a c h t e r u i t g a n g van de ecologische of chemische t o e s t a n d , t e m p o r i s e r e n van doelen of uitstel van doelbereik w o r d e n door de provincie vastgesteld. Het w a t e r p r o g r a m m a lijkt hiervoor het meest passende v e h i k e l . Het waterschap stelt haar eigen maatregelen vast in het eigen waterbeheerprogramma. Op te nemen in het provinciaal W a t e r p r o g r a m m a : Doelen grond en o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n , voor zover a f w i j k e n d van het B k m w en bijbehorende Ministeriele regeling Doelen beschermde gebieden ( n a m e l i j k d r i n k w a t e r , z w e m w a t e r en Natura 2 0 0 0 ) Aanwijzing grond en o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n en vaststellen huidige toestand A r g u m e n t a t i e over a c h t e r u i t g a n g , uitstel doelbereik en doelverlaging (Artikel 4 , lid 4 t / m 7 Maatregelen v o o r m e t name g r o n d w a t e r l i c h a m e n ter realisatie van een goede chemische en k w a n t i t a t i e v e toestand 7 Voor verdere d e t a i l l e r i n g : zie tabel in paragraaf 8.3 13 8. HANDELINGSPERSPECTIEVEN 8.1 P r o v i n c i a l e k a d e r s t e l l i n g De provincie heeft een aantal kerntaken ( r u i m t e l i j k e o r d e n i n g , e c o n o m i e , mobiliteit, c u l t u u r h i s t o r i e en n a t u u r ) die kaderstellend zijn voor het regionale waterbeheer. Deze k e r n t a k e n vereisen een integrale aanpak. V a n u i t haar kerntaken en v a n u i t haar rol als gebiedsregisseur v e r b i n d t de provincie belangen m e t elkaar en k o m t t o t een integrale afweging tussen deze belangen. Functietoekenning aan w a t e r en land is daarvan de u i t k o m s t . W a t e r staat in deze integrale afweging nooit op zichzelf. Water kan faciliterend zijn aan provinciale doelen of het kan j u i s t r a n d v o o r w a a r d e n stellen bij uitoefenen van deze provinciale k e r n t a k e n . Waterschappen hebben de rol van w a t e r a u t o r i t e i t en hebben als taak het waterbeheer v o r m te g e v e n . Het is dus van belang dat de provincie in haar kaderstelling genoeg r u i m t e biedt aan waterschappen o m hun rol van w a t e r a u t o r i t e i t goed t e kunnen uitoefenen v o o r w a t b e t r e f t de o n d e r w e r p e n w a a r v o o r de provincie kadersteller is. De provincies stelt de doelen vast en stelt d a a r o m de kaders, de waterschappen zijn v e r a n t w o o r d e l i j k voor het beheer van het gehele w a t e r s y s t e e m en maken de keuzes v o o r beheer en u i t v o e r i n g . Bij d o o r w e r k i n g van provinciale kaders voor w a t e r is goed overleg essentieel, w a a r b i j haalbaarheid en betaalbaarheid belangrijke overwegingen zijn. Vanuit haar k e r n t a k e n en de d a a r u i t voortvloeiende belangen wil de provincie onder m e e r de v o l g e n d e o n d e r w e r p e n in visie, p r o g r a m m a e n / o f verordeningen regelen: 1. Vastlegging van functies van het land en de regionale w a t e r e n ; 2. Waterveiligheid ( n o r m e n , beschermingsniveau's), visie van n o r m g e r i c h t naar gebiedsgericht, afspraken over v e r b e t e r i n g van regionale w a t e r k e r i n g e n , visie op Meerlaagse Veiligheid, aandachtsgebieden w a t e r v e i l i g h e i d ) ) ; 3. W a t e r o v e r l a s t ( n o r m e n beschermingsniveau's) en procesafspraken over uitvoeringstermijn 4 . Beleid v o o r diepe polders en buitendijkse gebieden ( w a t / w e l niet t o e s t a a n , a f w e g i n g s k a d e r , i n s t r u m e n t e n voor risicozonering) 5. Beleidskader voor goedkeuring d i j k v e r s t e r k i n g s p l a n n e n voor primaire keringen (o.a. LNC-waarden) 6. Z o e t w a t e r : beleidsuitwerking zoetwatervoorzieningenniveau 7. KRW o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n : begrenzing, vastleggen ecologische- (GEP) en chemische doelen ( v o o r zover a f w i j k e n d van B k m w / M i n i s t e r i ë l e regeling en inclusief m o t i v e r i n g ) , maatregelen en uitvoering 8. KRW g r o n d w a t e r l i c h a m e n : vaststellen begrenzing w a t e r l i c h a m e n , vastleggen k w a n t i t a t i e v e - en chemische doelen (voor zover a f w i j k e n d van Bkmw/Ministeriële regeling en inclusief m o t i v e r i n g ) , toestand en maatregelen en uitvoering 9. Doelen overige w a t e r e n (WKL doelen v o o r niet-KRW o p p e r v l a k t e w a t e r l i c h a m e n ) 10. Z w e m w a t e r : t o e k e n n i n g functie z w e m w a t e r en aanwijzing zwemwaterlocaties 1 1 . D r i n k w a t e r : vaststellen g r o n d w a t e r b e s c h e r m i n g s g e b i e d e n ten behoeve van drinkwaterwinning 12. Operationeel k w a n t i t a t i e f en kwalitatief g r o n d w a t e r b e l e i d : vergunningverlening voor g r o n d w a t e r o n t t r e k k i n g e n , strategische z o e t w a t e r v o o r r a d e n , K o u d e V w a r m t e o p s l a g , grote industriële o n t t r e k k i n g e n , ondergronds b e l u c h t e n , brijnlozingen, etc) 13. V a a r w e g b e h e e r : aanwijzing regionale v a a r w e g e n 8 . 2 Niet é é n h a n d e l i n g s p e r s p e c t i e f i s l e i d e n d Provinciale kaderstelling wil integraal w a t e r b e h e e r b e v o r d e r e n . Uit de v e r k e n n i n g naar de j u r i d i s c h e verplichtingen van de Europese richtlijnen k o m t naar voren dat er in de beleidspraktijk v a n integraal waterbeheer een onlosmakelijke samenhang bestaat tussen 14 o n d e r w e r p e n , die niet rechtstreeks v o o r t v l o e i e n d uit de Europese verplichtingen maar daar wel nauw mee verbonden z i j n . Voorbeelden daarvan zijn onder a n d e r e : w a t e r o v e r l a s t , ecologische doelen van w a t e r e n die niet zijn aangewezen als w a t e r l i c h a a m en de goede watercondities v o o r Natura 2 0 0 0 - g e b i e d e n . Met deze constatering rekening houdende, zijn er meerdere handelingsperspectieven m o g e l i j k om t o t een goede inhoudelijke a f s t e m m i n g tussen provinciaal w a t e r p r o g r a m m a en het w a t e r b e h e e r p r o g r a m m a van het waterschap te k o m e n . Er zijn in de huidige p r a k t i j k al veel v o o r b e e l d e n , die in dit d o c u m e n t als best practices w o r d e n gepresenteerd. Zo kan iedere provincie m e t de inliggende waterschappen invulling geven aan haar kaderstellende rol. 8.3 Verdeling w a t e r o n d e r w e r p e n over provinciale planfiguren Voor ingegaan w o r d t op de s a m e n h a n g van provinciale planfiguren en de inhoud ervan staat hieronder in t a b e l v o r m weergegeven w a t de w e t g e v e r voor ogen heeft o m t e regelen in een omgevingsvisie, een w a t e r p r o g r a m m a en een v e r o r d e n i n g , zoals de m e m o r i e van toelichting bij de O m g e v i n g s w e t beschrijft: Omgevingsvisie » « » Kaderstellend, integraal en samenhangend omgevingsbeleid; Strategische beleidskeuzen. Functietoekenning regionale wateren Provinciaal waterprogramma » Kaderstellend beleid, voor zover niet opgenomen in omgevingsvisie; « Operationalisering provinciale operationele taken en 'eigen' provinciale maatregelen; » Onderdelen ter implementatie van Europese richtlijnen (KRW en ROR); » Nadere uitwerking functies van regionale wateren. Provinciale omgevingsverordening » Algemeen verbindende voorschriften (oa. normen); « Instructieregels. Onderstaande figuur geeft aan dat er een g r o t e samenhang bestaat tussen de provinciale omgevingsvisie, het w a t e r p r o g r a m m a en de v e r o r d e n i n g . De grens tussen een omgevingsvisie en een plan of p r o g r a m m a is niet eenduidig te t r e k k e n . Het h a n g t af van de door het betreffende bestuursorgaan gehanteerde sturingsfilosofie en w o r d t dus door dat bestuursorgaan zelf bepaald. Zo w o r d t m a x i m a l e vrijheid geboden bij de v o r m g e v i n g van een omgevingsvisie en van plannen of p r o g r a m m a ' s . Er is een groot aantal o n d e r w e r p e n dat een r u i m t e l i j k e afweging v e r g t . Zoals eerder is geconstateerd bevat het w a t e r p r o g r a m m a een m i n i m a a l aantal verplichte onderdelen, v o o r t v l o e i e n d uit de Europese r i c h t l i j n e n . Tenslotte zijn er o n d e r w e r p e n die o m j u r i d i s c h e d o o r w e r k i n g vragen via de v e r o r d e n i n g . Ruimtelijk beleid Normen stelsel Verordening Water Omgevings Programma Visie *— - * -*— —*- Onderstaande tabel geeft een beeld van hoe de verschillende o n d e r w e r p e n in de verschillende rechtsfiguren t e r e c h t zouden kunnen k o m e n . Getracht is t o t een lean en 15 m e a n , m a a r consistent en s a m e n h a n g e n d e o p s o m m i n g te k o m e n , die onnodige j u r i d i f i c e r i n g v e r m i j d t en nationale koppen op Europese regelgeving v o o r k o m t , zoals de koppeling tussen n o r m e n en r u i m t e l i j k e o n t w i k k e l i n g e n . De v e t g e d r u k t e o n d e r w e r p e n in de middelste k o l o m , m o e t e n m i n i m a a l worden o p g e n o m e n in het p r o g r a m m a voor een correcte i m p l e m e n t a t i e van de EU-regelgeving en is een verdere detaillering van de in paragraaf 7.2 en 7.3 g e n o e m d e m i n i m u m vereisten. De niet v e t g e d r u k t e o n d e r w e r p e n , k u n n e n een plek krijgen in het provinciaal w a t e r p r o g r a m m a , maar kunnen ook in de visie of verordening geplaatst w o r d e n . In interactie tussen provincie en waterschap kan dat bepaald w o r d e n . Omgevingsvisie Provincies geven strategische visie op waterveiligheid (in brede zin (w.o. Deltabeslissingen)) en bescherming vanwege regionale waterkeringen. Regionale waterkeringen: aanwijzing en ruimtelijke impact Provinciaal waterprogramma Regionale keringen (klasse U I - V ) I n het regionaal waterprogramma kan een toelichtende tekst worden gegeven op de keuze van het beschermingsniveau. Provinciale omgevingsverordening Normering regionale keringen en toetsing De normering regionale keringen. Termijnen toetsing regionale keringen (hard). Termijnen toetsing regionale keringen (niet hard) inclusief verbetering regionale keringen. Beleidskader goedkeuring dijkversterkingsplannen primaire keringen ROR in relatie tot ruimte, natuur, economie, mobiliteit etc Aanwijzen functies: Provincies leggen functies voor wateren vast (in tekst en op kaart), voor oppervlakte- en grondwater, gericht op gebruik (zwemwater, drinkwater enz) en gebied (natuur, landbouw enz). Kaartmateriaal ROR Doelen ROR In het regionaal waterprogramma wordt dit nader uitgewerkt en weergegeven op welke functies het beheer moet zijn afgestemd en met welke belangen rekening moet worden gehouden. 8 Voorwaarden stedelijke ontwikkeling in gebieden met risico wateroverlast Stedelijk waterbeheer gemeenten, gemeentelijke zorgplicht rioleringen Beleid voor diepe polders en buitendijkse gebieden (wat wel/niet toestaan, afwegingskader, instrumenten voor risicozonering) Bodemdaling: watermaatregelen in relatie tot landschappelijke, Zwemwater: toekenning functie zwemwater en aanwijzing zwemwaterlocaties en uitwerking operationele zwemwatertaken van de provincie zelf Doorwerking naar omgevingsplan gemeenten Dit is relevant bij functies die onverenigbare doelen of eisen met zich meebrengen. In overige gevallen is het een maatwerk-afweging die in goed overleg moet plaatsvinden, zonder dat het op voorhand in een plan wordt vastgelegd. 16 cultuurhistorische en archeologische waarden Ruimtelijke adaptatie: visie en zonering Vaststellen grondwaterbeschermingsgebieden drinkwater Vastleggen functie drinkwateronttrekking voor regionale wateren. kaders vergunningen waterschap grondwater Kaders grondwaterbeheer: strategische zoetwatervoorraden Vastleggen zoetwaterstrategie: beperken schade vanwege en voorkomen toename watertekort WateroverlastyWB21: beleidsmatige afweging ruimtelijke inrichting gebaseerd op vasthouden-bergen-afvoeren Vaststellen grondwaterbeschermingsgebieden drinkwater vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen, koude/warmte opslag Harde bepalingen zoals: 'Bestemmingsplannen voorzien in een specifieke aanduiding voor waterwingebieden waarbij alleen functies zijn toegestaan die ten dienste staan aan de drinkwaterwinning' worden in de verordening opgenomen. reg. Uitwerking verdringingsreeks bij waterschaarste Zoetwater voorzieningenniveau Maatregelen ter voorkoming regionale wateroverlast (mits onlosmakelijke samenhang met maatregelen ROR) KRW /ecologische doelen ( G E P ) opp. waterlichamen KRW/chemische doelen: termijnaanpassing Aanwijzing waterlichamen en vastleggen "huidige toestand" KRWgrondwaterlichamen: vaststellen begrenzing waterlichamen, maatregelen en uitvoering ter realisatie van een goede chemische en kwantitatieve toestand ecologische doelen overige wateren, niet zijnde KRWwaterlichamen Normering wateroverlast 9 Q De provincie gaat wel over termijnaanpassing voor het halen van de doelen voor diverse chemische stoffen. Wat betreft prioritaire stoffen bepaald de EU de normstelling, terwijl voor de stroomgebiedrelevante stoffen deze zijn vastgelegd in het BKMW 2009. 17 Doelen natuur N2000, incl. water( huishouding) chemische doelen overige wateren, niet zijnde KRWwaterlichamen kaders GGOR: goede watercondities voor Natura 2 0 0 0 / E H S gebieden, op doelniveau 10 Doelen natte landnatuur, HEN en SED-wateren Vaarwegbeheer; visie recreatieen beroepsvaart Uitwerking evt. provinciale operationele taken Vaarwegbeheer: aanwijzing regionale vaarwegen Zoals al eerder aangegeven is doet deze tabel een handreiking hoe de provinciale kaderstelling v o r m en inhoud k r i j g t . Hoe provincie de provinciale kaderstelling precies v o r m g e e f t , is o n d e r w e r p van gesprek tussen provincie en waterschap en toegesneden op de onderlinge b e h o e f t e n . De O m g e v i n g s w e t biedt bestuursorganen bovendien de mogelijkheid om een g e z a m e n l i j k p r o g r a m m a op te s t e l l e n , waaraan de vaststellende bestuursorganen zich dan ook binden. Dit kan een m a n i e r zijn o m een p r o g r a m m a op te stellen m e t een integraler k a r a k t e r , o m de integratie van w a t e r m e t andere beleidsterreinen te b e v o r d e r e n . Daarnaast kunnen desgewenst onderling afspraken over proces en aanpak w o r d e n vastgelegd in een afsprakenkader. Er zijn her en der al initiatieven bij provincies en waterschappen o m in de geest van de O m g e v i n g s w e t te w e r k e n . Een aantal is bij wijze van illustratie hieronder kort beschreven. Provincie Zuid-Holland Voor de invulling van de kaderstellende rol van de provincie in het w a t e r d o m e i n heeft de provincie Zuid-Holland na een intensieve gespreksronde m e t bestuurders van de Zuid-Hollandse waterschappen afgelopen z o m e r voor de volgende lijn gekozen: 1. De strategische kaders en doelen voor het waterbeleid en de r u i m t e l i j k e aspecten daarvan worden v e r a n k e r d in de herziende provinciale structuurvisie Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). 2. N o r m e n w o r d e n o p g e n o m e n in een ( w a t e r ) v e r o r d e n i n g ; 3. Provinciale operationele w a t e r t a k e n , KRW/ROR ( c o n f o r m Europese regelgeving) en een beperkt aantal andere resterende onderdelen worden ondergebracht in een Programma Water. 4. Daarnaast w o r d t door provincie en waterschappen overwogen om onderlinge afspraken over proces en aanpak vast t e leggen in een tweede W a t e r a g e n d a . Het strategisch waterbeleid en het r u i m t e l i j k waterbeleid zijn verankerd in de o n t w e r p VRM. Het is de bedoeling dat de o n t w e r p VRM in de z o m e r van 2014 door Provinciale Staten van Zuid-Holland w o r d t v a s t g e s t e l d . De VRM bevat de volgende o n d e r w e r p e n : Waterveiligheid (bescherming tegen o v e r s t r o m i n g e n v a n u i t zee, grote rivieren en regionale w a t e r e n ) ; Waterrobuuste inrichting; Wateroverlast; Groene blauwe s t r u c t u u r 1 0 Dit wordt in de praktijk in overleg met het waterschap bepaald. 18 Z o e t w a t e r ( v o o r z i e n i n g ) : v o o r k o m e n t o e n a m e v r a a g , zoekgebieden robuuste w a t e r v o o r z i e n i n g en v o o r k o m e n afname voorraad zoet g r o n d w a t e r Veenbodemdaling a f r e m m e n Deze o n d e r w e r p e n komen niet m e e r t e r u g in een Programma Water. Van een aantal onderwerpen zijn alleen de hoofdlijnen van beleid in de VRM geschetst. Deze onderwerpen zijn niet r u i m t e l i j k van aard en zijn d a a r o m niet verder u i t g e w e r k t in de Visie of Programma Ruimte. De provincie Zuid-Holland heeft er voor gekozen o m nu in t w e e stappen een " P r o g r a m m a W a t e r " op te stellen. De eerste stap is dat in 2 0 1 4 w o r d t gestart m e t het opstellen van een KRW/ROR d o c u m e n t w a a r m e e aan de vereisten van de Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn O v e r s t r o m i n g r i s i c o ' s w o r d t voldaan. Dit d o c u m e n t w o r d t , c o n f o r m eerdere bestuurlijke a f s p r a k e n , voor 1 n o v e m b e r 2 0 1 4 door GS v a s t g e s t e l d , begin 2015 voor 6 maanden t e r visie gelegd en eind 2015 formeel door PS v a s t g e s t e l d . In het najaar van 2 0 1 4 w o r d t een definitief besluit genomen over de noodzaak o m nog een Programma Water op te stellen voor de overige o n d e r w e r p e n . PM v o o r b e e l d P r o v i n c i e G e l d e r l a n d 8t V a l l e i e n V e l u w e PM v o o r b e e l d 19
© Copyright 2024 ExpyDoc