Toets afbeeldingen

Toets afbeeldingen
Opgave 1
Neem over en vul in:
a.
Sy
as
:
y
x 2 3x 1
y=
b
T
4
:
3
y
1
x
y=
c
Lx
d
Ly
as ,2:
y
x 3
y=
:
y
log( x 5)
y=
as , 12
Opgave 2.
Gegeven de functie f ( x) x 2
a.
Als je de grafiek eerst 2 naar links en 1 omhoog transleert en daarna vermenigvuldigt vanuit
de
x-as met factor 3 , wat is dan het voorschrift dat hoort bij de nieuwe grafiek ? Maak ook een
nette schets van die grafiek
b.
Doe hetzelfde als bij a maar nu eerst de lijnvermenigvuldiging en daarna de translatie en
beantwoord weer de twee vragen.
Opgave 3
Jan, Joris,Janie, Jolanda en Janiek vielen in de eerste ronde van idols af. Ze vinden zichzelf
echter
toch best goed en willen een cd uitbrengen. De groep noemt zich de J’s en heeft een klein
bedrijfje gevonden dat kleine hoeveelheden cd’s produceert . De productiekosten zijn
afhankelijk
van het aantal bestelde cd’s. Hiervoor geldt de volgende formule K ( x) 2
0,05.x , met K
de totale kosten in duizenden euros.
a. Bereken de kosten per cd als de J’s 2000 cd’s bestellen.
b. De opbrengst van een cd is € 8,- De totale opbrengst O hangt af van het aantal verkochte cd’s.
Bereken je de O ook in duizenden euro’s dan is de opbrengst als je 2000 verkochte cd’s verkoopt
wel € 16000,- maar de O wordt 16. Welk verband bestaat er dus nu tussen O en x, dus O(x) = ..
c. De gemaakte winst W kun je nu ook uitdrukken in x.
Druk nu W uit in x dus W(x) = (weer W in duizenden euro’s en x in aantallen)
d. Plot de grafiek van W en onderzoek bij hoeveel verkochte cd’s ze winst gaan
maken en bij welke hoeveelheid verkochte cd’s het verlies het grootst is.
Noteer je antwoorden in hele cd’s
Opgave 4
. De J’s hebben ook informatie ingewonnen bij twee artiestenbureaus. Bureau M
garandeert
€ 2000,- contractgeld en en € 6,- per verkochte cd. Bureau P houdt de inkomsten van de eerste
200 verkochte cd’s zelf en betaalt voor elke meer verkochte cd € 8,-.
a. Geef voor beide bureaus een formule voor de opbrengst (in duizenden euro’s)
bij een verkoop van x cd’s .
(Hulp: verkoop je 500 cd’s dan is de opbrengst bij M gelijk aan 5.)
b Als ze zeker weten dat ze wel 2000 cd’s verkopen voor welk burau moeten ze dan
kiezen. Verklaar je antwoord. In beide gevallen zijn de productiekosten K gelijk aan bij opgave
3