VERSIE NOVEMBER 2014 UW NIEUWBOUWWONING GEFELICITEERD MET UW NIEUWE WONING! Om optimaal te genieten van uw nieuwe woning is het belangrijk om de woning goed te onderhouden en zorgvuldig te gebruiken. In deze folder leest u hoe u dat het beste kunt doen. Verantwoord gebruik en onderhoud is van groot belang voor de levensduur en garanties van de diverse afwerkingen en technische installaties. Lees deze folder daarom goed door. Bij het samenstellen van deze folder zijn wij zo zorgvuldig mogelijk te werk gegaan. Het kan echter voorkomen dat er verschillen zijn tussen wat wij omschrijven en wat er is toegepast in uw woning. RWS Partner in wonen behoudt zich het recht voor om eventuele afwijkingen indien nodig te corrigeren. Deze afwijkingen kunnen nooit aanleiding geven tot enige compensatie, in welke vorm dan ook. Wanneer er zich onvoorziene situaties in uw woning voordoen, kunt u uiteraard te allen tijde contact opnemen met ons. Wij doen ons uiterste best om u van dienst te zijn. Mede namens Marsaki wensen wij u heel veel woonplezier in uw nieuwe woning! ADVIEZEN VOOR DE EERSTE WEKEN VENTILEREN EN LUCHTEN VAN DE WONING Ventileren is heel belangrijk! Frisse (verse) lucht is essentieel voor uw gezondheid, die van uw huisdieren en voor de conditie van uw kamerplanten. Bovendien draagt frisse lucht bij aan de behaaglijkheid en het comfort in uw woning. Als u niet genoeg ventileert, heeft u bovendien kans op schimmelvorming en vochtproblemen. Behalve de lucht die u uitademt, moet ook het zogenoemde woonvocht uit de woning worden afgevoerd. Woonvocht ontstaat bijvoorbeeld door transpireren, ademen, koken, baden, wassen en was drogen. Door verstandig te ventileren en te luchten voorkomt u problemen. Ventileren is in het kort gezegd: ‘lucht toevoeren en afvoeren’. Voor een woonhuis geldt: ‘frisse buitenlucht toevoeren en de gebruikte, verontreinigde en vochtige lucht afvoeren’. BOUWVOCHT Als u voor het eerst in uw woning komt, zit daar nog het nodige bouwvocht in. Dat komt door regenval tijdens de bouwperiode en door het inbrengen van vocht bij het verwerken van bouwmaterialen. Door de huidige afdichting- en isolatietechnieken, kan het bouwvocht in de muren en overige constructies minder snel ‘wegventileren’ dan vroeger het geval was. TIPS OM BOUWVOCHT KWIJT TE RAKEN Laat de mechanische ventilatie altijd aan en haal nooit de stekker eruit. Bent u niet thuis, dan kunt u de installatie op het laagste toerental schakelen. Verwarm uw woning gelijkmatig, dus door alle aanwezige radiatoren open te draaien. Ook op de slaapkamers of eventueel de zolderkamer. Stookt u vooral in de eerste periode niet te hard. Temperaturen tussen de 18° en 20° C zijn goed. ‘s Nachts is het goed een temperatuur van minstens 15° C te handhaven. Gelijkmatig en niet te hard stoken is nodig om (grote) krimpscheuren in materialen te voorkomen. Het beperkt ook onnodige verkleuring van sierspuitwerk en dergelijke. Wanneer u niet genoeg ventileert, kan dat leiden tot verkleuringen (vlekken) van wanden en plafonds. Vooral sierspuitwerk of andere stukadoorsafwerkingen zijn tijdens het droogproces bijzonder gevoelig voor verkleuringen door Pagina 1 van 6 UW NIEUWBOUWWONING \ verontreinigde lucht, veroorzaakt door bijvoorbeeld sigaren- en sigarettenrook, wierrook, kaarsen en kookdampen. Laat u de binnendeuren en de keukenkastjes de eerste weken zo veel mogelijk op een kier staan. Zo kunt u het bouwvocht zo goed mogelijk laten uitdampen en wegventileren en voorkomt u schimmelvorming. Meubels en kasten kunnen de eerste twee jaar het beste zo’n vijf centimeter los van de wand geplaatst worden. Als u een kast te dicht tegen de wand plaatst, dan ontstaat er op de wand achter de kast zeker schimmelvorming. Dit geldt ook voor zogenaamde dode hoeken achter bijvoorbeeld een hoekbank of achter lange overgordijnen. Eventuele schimmelplekken eerst goed laten drogen en daarna met een zachte borstel afborstelen (of met een zachte borstel op uw stofzuiger). KLUSSEN IN DE WONING Let op dat u niet in constructies boort of schroeft die een vochtwerende functie hebben. Schroef niet in de kozijnprofielen als u gordijnen en vitrage op ramen wilt bevestigen. PAS OP: LEIDINGEN! Vaak zijn de leidingen voor riolering, gas, warm en koud water, cv en elektra weggewerkt in de wanden, plafonds en vloeren. Let op dat u hier niet in schroeft, spijkert of boort! Er zijn (voordelige) apparaatjes in de handel die weggewerkte metalen leidingen kunnen opsporen. Zo’n apparaatje kunt u ook gebruiken voor het opsporen van metalen profielen van gipsplaatwanden. Elektra-, cv- en waterleidingen kunnen ook van kunststof zijn. Kunststof leidingen kunt u uiteraard niet opsporen met dit apparaatje. Pas ook op met het boren in de lichte/dunne scheidingswanden. Boor niet te diep, want door de geringe dikte kunnen bijvoorbeeld leidingen die aan de andere kant van de wand zijn ingefreesd, beschadigd raken. Als de cv-leidingen in de afwerkvloer zijn gelegd, vermijd dan het boren in vloeren. Bij noodzakelijke bevestigingen is lijmen, bijvoorbeeld met montagekit, een betere methode. Wanneer u een leiding raakt, schakel dan onmiddellijk de installatie uit (bij water of stadverwarming: de hoofdkraan in de meterkast, bij elektra: de groep in de meterkast). Als er toch in een gasleiding geboord wordt, draai dan direct de hoofdkraan van de gastoevoer bij de hoofdmeter dicht. Waarschuw afhankelijk van uw situatie de verhuurder, een installateur of eventueel 112. DOORSPOELEN LEIDINGEN Als water langere tijd stilstaat in de leidingen, vindt er geen aanvoer van vers drinkwater plaats en kan de kwaliteit van het water achteruitgaan. Langdurige stilstand van water in combinatie met een temperatuur boven de 25 °C vergroot de kans op groei van de Legionellabacterie. Wanneer u langere tijd geen gebruik heeft gemaakt van één of meerdere watertappunten in de woning, adviseren wij u dan ook om de leidingen in uw woning goed door te spoelen voordat u er gebruik van maakt. Dit doet u door de warm- en koudwaterkranen één a twee minuten te laten doorlopen. Waak daarbij voor verneveling. VLOERAFWERKING In de dekvloeren liggen leidingen. Daarom raden wij boren, nagelen en frezen in de vloer af. Wanneer u besluit dit toch te doen, houd dan rekening met de ligging van deze leidingen. Ook raden wij u af om in de plafonds te boren in verband met de aanwezigheid van elektra- en rioleringsleidingen. Schade als gevolg van spijkeren, boren of frezen in vloeren, wanden en plafonds valt buiten de garantie. Voordat u vloerbedekking legt en lijmt, moet het vochtpercentage van de cementdekvloer gecontroleerd worden door de stoffeerder. Bij een te hoog vochtgehalte kan namelijk blaasvorming optreden. Daardoor werkt de lijm mogelijk niet goed. U kunt vloerbedekking los leggen of lijmen. Vraag uw leverancier welke methode voor u het meest geschikt is. Pagina 2 van 6 VENTILEREN BLIJFT BELANGRIJK Niet alleen direct na de oplevering is vochtafvoer belangrijk. Ook tijdens de bewoning vraagt dit de nodige aandacht. U moet daarom blijven ventileren om de vochtige en vervuilde lucht af te voeren. Een slecht binnenmilieu in de woning veroorzaakt veel gezondheidsproblemen, al zijn wij ons daar niet altijd van bewust. Uw woning is ingericht op normale, continue ventilatie. Maak daar ook gebruik van. Zo krijgt u de juiste vochthuishouding en voorkomt u condens en vochtproblemen. Voor een deel kunt u deze luchtverversing zelf regelen door de inregelstanden. Wanneer ventileren? Het beste tijdstip om vertrekken extra te ventileren, is ’s avonds vóór het slapengaan. U zet dan bijvoorbeeld ramen open en tegelijk zet u de verwarming lager. De in het vertrek aanwezige waterdamp wordt dan versneld met de binnenlucht afgevoerd. Dit extra ventileren hoeft niet langer dan een klein half uur te duren. In de slaapkamer wordt de meeste waterdamp geproduceerd tijdens de slaap. Het beste tijdstip om de slaapkamer extra te ventileren is ´s ochtends. Ook dan is een half uurtje voldoende. Het ventilatiesysteem is niet ontwikkeld om met de ramen open te slapen. Slaapt u toch met het raam open, zet dan in elk geval de verwarming laag of uit. VOCHTPROBLEMEN In onderstaande gevallen is er te veel vocht in huis: Het klimaat in huis is ‘drukkend’: er is een te hoge luchtvochtigheid en het is er te warm. Het klimaat in huis is ‘bedompt’: er is een te hoge luchtvochtigheid, de verontreinigde lucht blijft hangen en het is te koud. Het huis voelt kil en koud aan. Wanden en vloeren zijn vochtig, meubilair en stoffering voelen ‘klam’ aan. Zwarte schimmelvorming op behang, gipsplaten, sierspuitpleister, kitvoegen, enzovoort. Ruiten zijn beslagen, er is condensvorming op ventilatieroosters, de brievenbus en andere metalen voorwerpen. LUCHTVERONTREINIGING IN HUIS Bij ‘luchtverontreiniging’ denkt u misschien niet direct aan de kwaliteit van de lucht in uw woning. Maar afhankelijk van de omstandigheden kan er wel degelijk sprake zijn van verontreiniging. De kwaliteit van de lucht in uw woning hangt voor een groot deel af van de kwaliteit van de toegevoerde frisse buitenlucht. De lucht binnen raakt vervuild door: Productie van koolzuur (kooldioxide) door ademen. Zogenoemde emissies: de afgifte van stoffen uit bouwmaterialen, meubelen, vloerbedekking, wandbekleding, schoonmaakmiddelen, lijmen, kunststoffen, verf, enzovoort. Tabaksrook. Gebruik van kaarsen en waxinelichtjes. Gebruik van gaskooktoestel (open verbrandingstoestel). Aanbranden van voedsel. Diverse stoffen zoals bacteriën, schimmels, huismijt, en het gebruik van spuitbussen. Gelukkig is er de laatste jaren veel aandacht voor de kwaliteit van de binnen- en buitenlucht. Bouwmaterialen moeten bijvoorbeeld voldoen aan bepaalde maximale emissiewaarden, de uitstoot van schadelijke gassen (industrie, auto’s, enzovoort) daalt, er is een verbod op bepaalde stoffen in verven en lijmen, gesloten verbrandingstoestellen (uw cv-ketel bijvoorbeeld) worden gestimuleerd en roken wordt ontmoedigd. Pagina 3 van 6 UW NIEUWBOUWWONING \ SCHEUREN EN WANDAFWERKING In vrijwel iedere nieuwbouwwoning komen na verloop van tijd (krimp)scheurtjes en krimpnaden voor. Dit is het gevolg van normale, toelaatbare vormveranderingen. Vormverandering is bijvoorbeeld het een beetje doorbuigen of bewegen (de toelaatbare doorbuiging) van de draagvloer door het eigen gewicht maar ook door de bouwkundige belasting (wanden) en de belasting door woongebruik. De op de vloer geplaatste scheidingswand ‘buigt’ of ‘zakt’ mee, afhankelijk van de lengte van de vloeroverspanning, de plaats en de lengte van de wand. Op die manier ontstaan er naden of scheuren die zich aftekenen bij de aansluiting met andere wanden en het plafond. Constructieve vervorming treedt op binnen de eerste drie á vier jaar na de oplevering van de woning. Daarna neemt dergelijke nieuwe scheurvorming af. OMLOOPSCHEURVORMING Omloopscheurvorming (de aansluiting van scheidingswanden tegen bouwkundige wanden en bouwkundige plafonds) ontstaat door normale constructieve vervorming. Dit is materiaaleigen en zelden helemaal te voorkomen. KRIMPSCHEUREN Omdat in uw woning ook natuurlijke materialen zijn verwerkt, zoals gips en hout, ontstaan er ongetwijfeld krimpscheuren. Die zie je vooral waar de materialen op elkaar aansluiten. Dit heeft te maken met de natuurlijke uitzetting en de daarop volgende krimp bij wisselingen in temperatuur en door het vocht dat zich in deze materialen bevindt. Deze krimpscheuren zijn dus helaas onvermijdelijk. Hoewel deze scheurtjes ontsierend kunnen zijn, vormen ze constructief gezien geen gevaar. Na drie tot vier jaar zijn de verschillende materialen grotendeels uitgewerkt. De scheurvorming stopt dan. HOE WERKT UW… In een moderne woning als die van u, vindt u veel techniek. Als u er verantwoord mee omgaat, heeft u jaren plezier van alle installaties. We vertellen u graag waar u op moet letten en hoe u voorkomt dat de installaties beschadigen of sneller slijten dan nodig is. Gebruiksaanwijzingen en handleidingen vindt u bij oplevering bij de installaties. De groepenverdeling staat vermeld in de meterkast. Controleert u de werking van de installaties zoals de centrale verwarming, de warmwatervoorziening en de mechanische ventilatie meteen als u er gaat wonen. Ziet u dan al storingen? Meld dit zo spoedig mogelijk aan de verhuurder. CENTRALE VERWARMING REGELEN VAN DE TEMPERATUUR HET UITSCHAKELEN VAN DE CENTRALE VERWARMING De temperatuur in de woning regelt u door de thermostaat in de woonkamer in te stellen. De verwarmingsleidingen die als lussen in de vloer liggen, hebben enige tijd nodig om de vloer op temperatuur te brengen. Het snel ‘opdraaien’ van de temperatuur is dus niet mogelijk. Tevens heeft het continue bijstellen van de temperatuur een hoger gasverbruik tot gevolg. Lees de instructies van de thermostaat goed om ergernis te voorkomen. Het is het beste om de installatie gedurende het hele stookseizoen aan te laten staan, vooral ‘s nachts. Dit in verband met bevriezingsgevaar van de verwarmingsinstallatie en de waterleiding. Haal nooit voor lange tijd de stekker van de ketel uit het stopcontact. De pomp van de ketel gaat dan vastzitten. Als u de ketel weer inschakelt, gaat hij kapot. Wel kunt u als u bijvoorbeeld langere tijd weggaat de kamerthermostaat op een lagere stand zetten (bijvoorbeeld 15° C). Pagina 4 van 6 UW NIEUWBOUWWONING \ STANKAFSLUITER Vrijwel alle moderne ketels lozen af en toe wat water als gevolg van overdruk of condens. Daarom zit er onder de ketel vaak een afvoer met sifon. Als er rond de ketel een rioollucht hangt, is het water in de sifon verdampt waardoor de stankafsluiter niet werkt. Vul de sifon bij met water en enkele druppels slaolie om het verdampen tegen te gaan. De slaolie drijft op het water en remt zo de verdamping. Vooral in de warme zomermaanden verdampt het water in de sifon snel. ELEKTRISCHE INSTALLATIE Hoe is uw installatie opgebouwd? De elektrische installatie in uw woning is opgedeeld in verschillende groepen. Een groepenoverzicht vindt u in de meterkast. De elektrische installatie werkt met centrale dozen. We noemen dat een gemodificeerd centraaldozensysteem. Vanuit alle schakelaars en stopcontacten in een kamer of andere ruimte, loopt bedrading naar een verzamelpunt: de centrale doos. Die zit in het plafond, meestal op de plek waar de lamp hangt. De bedrading van een groep centrale dozen loopt uiteindelijk naar één groep in uw meterkast. Met de schakelaars op de groepenkast kunt u de spanning van een deel van de elektrische installatie halen. Handig als u lampen gaat ophangen of werkzaamheden aan de installatie wilt verrichten. Alleen een erkend installateur mag de installatie veranderen of uitbreiden. Tijdens de oplevering wijzen we u op een groepenschema in de meterkast. Daarop staat aangegeven op welke groep schakelaars, wandcontactdozen en lichtpunten zijn aangesloten. ROOKMELDERS Uw woning is standaard voorzien van enkele rookmelders. Bij een bepaalde concentratie rook of stofdeeltjes geeft het toestel een scherp geluidsignaal. De rookmelders zijn aangesloten op het lichtnet. Als back-up hebben ze een batterij. De back-up batterij zorgt ervoor dat de rookmelder ook werkt als de stroom uitvalt. TIP Laat tijdens de stoffering of verhuizing de stofkap gewoon op de rookmelder zitten. Er zit dan nog veel stof in de lucht. Test de rookmelder volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing direct na het verwijderen van de stofkap. Berg de stofkap, samen met deze instructie, in een map op. CONTROLE ROOKMELDER Rookmelders zijn gevoelig voor stof en vuilophoping. Maak er een gewoonte van om rookmelder(s) zorgvuldig te onderhouden. Dit houdt meestal het volgende in: Houd de melder stofvrij, zodat eventuele rook er makkelijk in kan. Doe dit jaarlijks door met de stofzuiger het stof uit de gleufjes te zuigen. Gebruik geen stofdoekspray, dit verstoort de werking van de melder. Besteed het eerste half jaar na de oplevering extra aandacht aan de rookmelder. Stofzuig in deze periode de rookmelder elke maand. Controleer regelmatig (bijvoorbeeld eens per maand) of de melder nog goed werkt. Dat kan gemakkelijk door op de testknop te drukken. Als alles goed werkt, hoort u het alarmsignaal. Door het indrukken van de testknop test u de werking van de detectie en het alarm. Gebruik voor het testen geen echt vuur. Heeft u rookmelders die werken op batterijen? Vervang dan eens per jaar de batterij. Noteer dit bijvoorbeeld op de verjaardagskalender. Als de rookmelder een piepsignaal geeft (om de minuut) is de batterij bijna leeg. Test de werking van de rookmelder weer even nadat u de batterij vervangen heeft. In de gebruiksaanwijzing of op het apparaat vindt u het juiste type batterij. WAT TE DOEN ALS HET ALARM AFGAAT Gaat het alarm af en er is geen duidelijk teken van brand of reden voor vals alarm? Breng dan eerst uw medebewoners naar een plaats van waaruit vluchten mogelijk is voordat u op onderzoek uitgaat. Pagina 5 van 6 UW NIEUWBOUWWONING \ Sluit de deur van de ruimte waar brand is. Open geen gesloten deuren die warm aanvoelen. De brand woedt aan de andere kant. Evacueer snel iedereen volgens de van te voren uitgedachte vluchtroute. Vermijd het inademen van rook, bijvoorbeeld door een vochtige doek voor mond en neus te houden. Laag bij de vloer zijn de temperatuur en de concentratie van rook en giftige gassen het laagst. Houd in het algemeen ramen en deuren zo veel mogelijk gesloten en sluit ze achter u. Hiermee voorkomt u verspreiding van giftige rook en snelle branduitbreiding (schoorsteeneffect) doordat er extra zuurstof binnenkomt. Bel de brandweer (112) vanuit een veilige situatie. Bijvoorbeeld buiten of bij de buren. TELEFOON INTERNET EN TELEVISIE In uw woning zit in de meterkast standaard een aansluiting voor telefoon en CAI. Voor aansluiting van de telefoon neemt u contact op met een telefoonexploitant. Voor aansluiting op het CAI-net kunt u zich wenden tot de kabelexploitant. Aansluitkabels voor radio en televisie zijn bij elke winkel voor huishoudelijke apparatuur te koop. Wordt een storing niet veroorzaakt door uw toestel of kabel? Neem dan contact op met de telefoon- of kabelexploitant. Voor de standaardaansluitingen van kabel en telefoon kiest u zelf de leverancier. LOZE TELEFOONAANSLUITING Het kan zijn dat uw woning loze telefoonaansluitingen in de woon- en hoofdslaapkamer heeft. Deze leidingen hebben een controledraad. Wanneer u een vaste aansluiting wilt, moet u een telefoonleiding (laten) aanbrengen die u in de meterkast in de telefoondoos kunt inpluggen. De controledraad in de aansluiting is niet bedoeld om bedrading te trekken. Het kan u wel helpen om de professionele trekveer in te brengen. VRAGEN? Bel of mail ons gerust! OPDRACHTGEVER: RWS Partner in Wonen Stationspark 30/ 4460 AD/ Goes T: (0113) 23 16 74 M: [email protected] PROJECTMANAGEMENT: Marsaki Zonnebloemstraat 53/ 4460 AC/ Goes T: (0113) 27 30 55 M: [email protected] Pagina 6 van 6
© Copyright 2025 ExpyDoc