Hoofdstuk 2 pH en buffers Pr es s Inleiding De pH wordt gedefinieerd als de negatieve logaritme van de waterstofionenconcentratie (in molair). De pH van een (waterige) oplossing is dus een maat voor de concentratie aan vrije protonen (H+-ionen). Protonen komen in een oplossing eigenlijk voor in de gehydrateerde vorm, nl. hydroniumionen (hydroxoniumionen (H3O+)). pH = - log [H+] = - log [H3O+] De concentratie aan H3O+-ionen beïnvloedt de oplosbaarheid van vele stoffen en het verloop van vele reacties. de m ia De pH van een waterige oplossing wordt beïnvloed door verschillende factoren. 1. De zelfionisatie van water, die hydroniumionen en hydroxylionen vrijstelt volgens de evenwichtsreactie: 2H2O H3O+ + OH2. De deprotonering van zuren volgens: HZ + H2O H3O+ + Z HZ stelt het zuur voor en Z- de zuurrest. Ac a 3. De protonering van basen volgens de vergelijking: B+H2O BH+ + oh B stelt de base voor. Bij elk van deze evenwichtsreacties hoort ook een evenwichtsconstante (K), met bijbehorende informatie over de sterkte van het zuur / de base. Tabel 2.1. Basisbegrippen © Ionenproduct van water Zuurconstante Baseconstante Kw= [H3O+] . [OH-] pKw= 14 bij 25 °C [H3O+] . [Z-] K a= [HZ] pKa > 14: uiterst zwak zuur pKa > 0: zwak zuur pKa < 0: sterk zuur [BH+] . [OH-] K b= [B] pKb > 14: uiterst zwakke base pKb > 0: zwakke base pKb < 0: sterke base Met p... = - log ... L abt e c h n i e k e N Book_labo 1.indb 215 215 21/08/14 16:54 Er zijn verschillende zuur-basetheorieën. Tabel 2.2. Zuur-base theorieën Arrhenius (eenvoudig, verouderd) Brøndsted en Lowry (uitgebreider dan Arrhenius) Lewis (allesomvattend) 1. Zuur Een zuur geeft aanleiding tot H+-vorming (in waterig midden) Een zuur is een protonendonor (al of niet waterig midden) Een zuur is een acceptor van een vrij elektronenpaar 2. Base Een base geeft aanleiding tot OH--vorming (in waterig midden) Een base is een protonenacceptor (al of niet waterig midden) Een base is een donor van een vrij elektronenpaar Reacties 1+2. Neutralisatie Zuur-base (met geconjugeerde ZB-systemen) Donor-acceptor Voorbeelden Z: HCl, NH4+, CO2 B: Ba(OH)2, NH3, CO Z: HCl, NH4+,CO2 B: Ba(OH)2, NH3, CO Z: HCl, NH4+, CO2 B: Ba(OH)2, NH3, CO Pr es s Theorie van Indicatoren de m Meting van de pH ia Meer uitleg vind je in een cursus ‘Algemene chemie’ of in de literatuur.1 De pH kan worden vastgesteld met behulp van zuur-baseindicatoren. Dit zijn organische kleurstoffen waarvan de kleur functie is van de pH van de oplossing. Ac a Indicatoroplossingen © Een indicatoroplossing bevat een (of meerdere) van deze organische kleurstoffen. De indicatoroplossingen worden in kleine hoeveelheden toegevoegd aan oplossingen. 1 Mc Murry J. en Fay R.C., Chemistry, 4th edition, Prentice Hall, Upper Saddle River, N. J., 2004. 216 Book_labo 1.indb 216 Hoofdstuk 1 21/08/14 16:54 Tabel 2.3. Indicator oplossingen Thymolblauw Congorood Oplosmiddel Concentratie (g/L) pH omslaggebied Kleuromslag zuur-base water 0,5 - 1 1,2 – 2,8 rood - geel 50 v % alcohol 0,5 - 1 3,0 – 5,2 violet - oranje 3,1 – 4,5 rood - oranje Methyloranje water 0,2 - 0,5 Methylroodnatrium water 0,4 - 1 Lakmoes water 5 - 10 Fenolftaleïne 70 v % alcohol 0,8 - 1 Alizarinegeel water 0,5 - 1 Pr es s Indicator 4,4 -6,2 rood - geel 5,0 – 8,0 rood - blauw 8,3 - 10 kleurloos - paars 10,0 – 12,1 geel - oranjerood water 1 /1 4,5 – 5,2 wijnrood – groen 3 delen / 2 delen de m Broomcresolgroen /methylrood ia Mengindicatoren Door twee indicatoren te mengen of een indicator te mengen met een indifferente kleurstof kan de kleuromslag aanzienlijk verscherpt worden. De tweede indicator of indifferente kleurstof wordt zo gekozen dat de kleur ervan complementair is, zodanig dat bij een bepaalde pH een grijze of bijna kleurloze tussenkleur verkregen wordt. Voor meer informatie over de werking van pH-indicatoren verwijzen we naar D2H3, pag. 227. Universeel pH-indicatorpapier Ac a Universeel indicatorpapier is papier dat gedrenkt is in een mengsel van indicatoroplossingen. In het labo zul je dit universele indicatorpapier terugvinden in smalle strips of in rolletjes (zie Fig. 2.1.). © Deze indicatoren vertonen bij verschillende pH’s een verschillende kleur. Daarom worden ze ook regenboogindicatoren genoemd. In tabel 2.4. vind je twee voorbeelden van indicatoren, met hun kleuren. Ze zijn geschikt om snel een indruk te krijgen van de pH van een (gekleurde) waterige oplossing. Je kunt deze indicatoren NIET gebruiken voor organische solventen! L abt e c h n i e k e N Book_labo 1.indb 217 217 21/08/14 16:54 pH Universeel I Universeel II 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Rood Rood Rood Oranjerood Oranje Geel Geelgroen Groenblauw Blauw Violet Roodviolet Oranje Geel Groen Blauw Pr es s Tabel 2.4. Voorbeeld van indicatorpapier Fig. 2.1. pH papier. de m ia Indicatorpapier is zeer geschikt voor een snelle pH-bepaling. Een klein stukje indicatorpapier wordt even in de oplossing gehouden of je neemt een druppel van de oplossing en brengt dit op het indicatorpapier. Dan wordt de kleur van het papier vergeleken met een kleurschaal waarvan de kleuren overeenkomen met een bepaalde pH-waarde. pH-elektrode Accurate pH-metingen in waterig midden kunnen worden uitgevoerd met een gekalibreerde (geijkte) opstelling, bestaande uit een pH-gevoelige glasmembraanelektrode in combinatie met een referentie-elektrode, die beide gekoppeld zijn aan een pH-meter. Ac a Gecombineerde pH-gevoelige elektrode 1. Glasmembraan pH-gevoelig. 2. Inwendige elektrode (bv.: zilver/zilverchloride elektrode of calomel elektrode). 3. Diafragma, junctie (poreus membraan dat een zoutbrug vervangt) met bekende Oplossing. 4. Referentie elektrode (RE). 5. Vuloplossing van de meetelektrode (ME) (bv.: 0,10 M HCl). 6. Vuloplossing van de referentie-elektrode (bv.: KCl verzadigd). 7. Vulopening voor het aanvullen van de referentie-oplossing. 7 6 © 5 4 3 2 1 Fig. 2.2. 218 Book_labo 1.indb 218 Gecombineerde pH-elektrode (ME + RE). Hoofdstuk 2 21/08/14 16:54 Principe Wanneer je de gecombineerde pH-gevoelige elektrode onderdompelt in een oplossing, zal met een potentiometer een pH-afhankelijke spanning gemeten worden tussen de H+--elektrode (ME) en de referentie-elektrode. Egemeten = EME - ERE = CTE - 0,059 pH Pr es s In de meeste gevallen wordt de pH-elektrode verbonden met een aparte pH-meter door een kabel, maar er bestaan elektrodes die zelf over een interne pH-meter beschikken. Gebruik ia Controleer op zichtbare schade of contaminatie van de elektrode. Controleer of de oplossing in de elektrode de inwendige elektrode bedekt. yyStel de temperatuur vast van elke oplossing die je gebruikt. Meet de temperatuur van elke oplossing, dus alle kalibratiestandaarden en stalen, omdat chemische evenwichten temperatuursafhankelijk zijn en dus de pH kunnen beïnvloeden. Wens je de pH-aflezing te gebruiken op de potentiometer, dan moet je de opstelling eerst kalibreren. Afhankelijk van het toestel kan gekalibreerd worden met één of twee standaardoplossingen. Kalibratie met twee standaardoplossingen is het meest nauwkeurig. Ac a de m yyVoer de kalibratie uit: 1.Zet de meter op pH-mode. 2.Plaats de elektrode in de eerste standaardoplossing van bekende pH, meestal pH 7. Het snijpunt van de kalibratielijn (egemeten ifv pH) met de x-as wordt vastgelegd: (7; 0). 3.Spoel de elektrode met gedeïoniseerd water en dep droog. 4.Plaats de elektrode vervolgens in de tweede standaardoplossing. Afhankelijk van de verwachte pH van de te meten stalen wordt hiervoor een standaardoplossing van pH 4 of pH 9 gebruikt. De richtingscoëfficiënt van de kalibratielijn wordt nu vastgelegd. 5.Verwijder de elektrode uit de kalibratieoplossing en spoel opnieuw met gedeïoniseerd water. Dep de elektrode droog met een schoon, papieren doekje. De opstelling staat nu klaar voor directe pH-metingen. yyRoer de testoplossing grondig voordat je een meting maakt. Gebruik hiervoor een magnetische roerder en laat de oplossing voldoende lang staan, zodat ze kan equilibreren op kamertemperatuur. Let op! De roerder mag niet tegen de elektrode tikken! © yyMeet de pH van je oplossing(en). Wees er zeker van dat de elektrode tussen twee metingen schoon is. Vermijd het aanraken van de elektrode met schurende materialen. Wacht voldoende lang tijdens een meting om de pH-elektrode te laten stabiliseren. Zeker voor ongebufferde oplossingen kan dat enkele minuten duren. yyNa gebruik mag je de elektrode niet laten uitdrogen. De meeste pH-elektroden worden bewaard in een neutrale KCl-oplossing (1 M KCl, gebufferd op pH 7). pH Book_labo 1.indb 219 en buffers 219 21/08/14 16:54 Let op! De buffer met pH 9 is niet echt stabiel door opname van CO2 uit de lucht bij het openen van het flesje. Sommige buffers hebben een andere pH bij 37 °C dan bij kamertemperatuur. In dat geval moeten kalibratie en meting bij 37 °C gebeuren. Pr es s Veelvoorkomende defecten • Te weinig elektrolyt in de elektrode. • Een vervuilde elektrolytbrug (reinigen en licht afschuren in dit geval). • Barsten in de elektrodewand door het tikken van een roerstaaf. • Aantasting van de elektrodewand door het meten van de pH van een corrosieve stof. Buffers ia Voor sommige experimenten moet je niet exact weten wat de pH is van de oplossing, maar is het belangrijk de pH van de oplossing stabiel te houden. De meest effectieve methode om de pH stabiel te houden is gebruikmaken van een buffer. de m Definitie Een oplossing van een zwak zuur in aanwezigheid van een goed oplosbaar zout van dat zwak zuur of een oplossing van een zwakke base in aanwezigheid van een goed oplosbaar zout van die zwakke base noemt men een bufferoplossing. Ac a Een buffer bevat dus een zwak zuur en zijn (geconjugeerde) zwakke base (bv. CH3COOH/ CH3COO-) of een zwakke base en zijn (geconjugeerd) zwak zuur (bv. NH3/NH4+), waarbij beide componenten in aanzienlijke hoeveelheid aanwezig zijn. Bij een geconjugeerd systeem (bufferpaar) is er slechts 1H+-verschil tussen de zure en de basische vorm. Sommige verbindingen kunnen meer dan één proton afgeven (of opnemen). Ze worden polyfunctionele zuren (of basen) genoemd. Uitgaande van deze polyfunctionele verbindingen kunnen meerdere bufferparen gevormd worden. © Voorbeeld: fosfaatbuffers Dit zijn buffers op basis van fosfaatverbindingen. De mogelijke bufferparen zijn: PO43-/HPO42-; HPO42-/H2PO4-en H2PO4-/H3PO4. Afhankelijk van de pH zal een ander bufferpaar een bufferende werking uitoefenen, bv. HPO42-/H2PO4- rond pH 7,21. 220 Book_labo 1.indb 220 Hoofdstuk 2 21/08/14 16:54 pH van een buffer Voor een bepaalde pH-waarde in een oplossing is de daar heersende concentratieverhouding van de bufferbase (b) tegenover het daarbij horende bufferzuur (a) vastgelegd in de vergelijking van Henderson-Hasselbalch: cb pHbuffer = pKa+ log ca Pr es s De concentraties van het zuur en de geconjugeerde base worden uitgedrukt in mol/L. Verdunnen van de bufferoplossing heeft geen invloed op de pH van deze oplossing, de c verhouding b blijft ongewijzigd. ca Buffergebied De buffer blijft werkzaam binnen het buffergebied: pKa - 1 ≤ pHbuffer ≤ pKa + 1 de m ia De buffer is ideaal als cb = ca, dan is de pH = pKa en heeft de buffer het meeste vermogen om zowel zuren als basen die toegevoegd worden, goed te bufferen. Bufferend vermogen De reikwijdte van de resistentie tegen pH-veranderingen van een buffer noemt men het bufferend vermogen (β) of de buffercapaciteit van een oplossing. ∆n Bij een goede buffer(capaciteit) is zo groot mogelijk (>10). ∆pH Ac a ∆pH staat voor de pH-wijziging die optreedt. ∆n staat voor het aantal mmol toegevoegd sterk zuur of sterke base. Hoe groter ∆n is voor een welbepaalde pH-wijziging, des te groter het bufferend vermogen. Het bufferend vermogen neemt toe met de bufferconcentratie. Voorbeelden van enkele buffers © 1. Acetaatbuffer: (op pH) stellen met natriumacetaat (C2H3O2Na). 2. Citraatbuffer: (op pH) stellen met natriumacetaat (C2H3O2Na). 3. Citraatbuffer: (op pH) stellen met dibasisch natriumfosfaat. 4.Fosfaatbuffer: monobasisch natriumfosfaat (NaH2PO4) (op pH) stellen met dibasisch natriumfosfaat (Na2HPO4). 5. Carbonaat-bicarbonaatbuffer: anhydrisch natriumcarbonaat (op pH) stellen met natriumbicarbonaat. 6. Tris-HClbuffer: Tris (op pH) stellen met HCl. 7. Glycine-NaOHbuffer: glycine (op pH) stellen met NaOH. pH Book_labo 1.indb 221 en buffers 221 21/08/14 16:54
© Copyright 2024 ExpyDoc