Doelen Spelling eerste periode groep 7

Aan: ouders/verzorgers van de leerlingen uit groep 7 schooljaar 2013-2014.
Doel: u informeren over de door uw kind te behalen basisdoelen bij de start van het schooljaar tot aan het eerste
rapport.
Beschrijving:
Doelen Spelling van de methode ‘Taaljournaal’ groep 7 ( zie onder )
Vervolg:
Tijdens de rapportgesprekken worden de door uw kind behaalde resultaten met u besproken.
Na het eerste rapport ontvangt u de te behalen doelen voor de tweede periode.
Doelen Spelling eerste periode
groep 7
Blok 1
Categorie 22, 24 ezel en kikkerwoorden
bijvoorbeeld
De kinderen kunnen woorden met een lange klank aan het eind van een
klankgroep (ezelwoorden) foutloos schrijven
De kinderen kunnen woorden met een korte klank aan het eind van een
klankgroep (kikkerwoorden) foutloos schrijven
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op woorden met
dezelfde spellingsmoeilijkheid
Categorie 27-30-31
De kinderen kunnen de doelwoorden met –f/-v of –s/-z foutloos
schrijven
De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een c klinkt als /s/
foutloos schrijven
De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een c klinkt als een /k/
foutloos schrijven
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op woorden met
dezelfde spellingsmoeilijkheid
Categorie 19 eind –d/-t werkwoorden tijd van nu
De kinderen kunnen de doelwoorden met een eind –d/-t foutloos
schrijven
De kinderen kunnen de persoonsvormen koppelen aan de
onderwerpen één en meer in de tijd van nu
De kinderen de persoonsvorm in de tijd van nu foutloos schrijven
De ervaring
Categorie 39 -isch(e)
De kinderen kunnen de doelwoorden die eindigen op –isch(e) foutloos
schrijven
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op andere woorden van
dezelfde moeilijkheidsgraad
Categorie 29 /ie /=i
De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een /ie/ als i geschreven
wordt foutloos schrijven
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op andere woorden van
dezelfde moeilijkheidsgraad
Categorie 11,29,39 ei/ij. /ie/=i i = isch(e)
De kinderen kunnen de doelwoorden met ei/ij foutloos schrijven
bijvoorbeeld
week 1
Week 2
Week 3
De beslissing
bijvoorbeeld
duif - duiven
matroos - matrozen
feliciteren, cent
insect, circustent
bijvoorbeeld
Blok 2
Week 5
Week 6
Week 7
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
De kinderen kunnen de doelwoorden waarin een /ie/ als i geschreven
wordt foutloos schrijven
De kinderen kunnen de doelwoorden die eindigen op –isch(e) foutloos
schrijven
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op woorden met
dezelfde spellingsmoeilijkheid
Blok 3
Week 9
Categorie 40 /t/ = th
De kinderen kunnen de doelwoorden met een /t/ die geschreven wordt als
th foutloos schrijven.
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op andere woorden van
dezelfde moeilijkheidsgraad.
Week 10
Categorie 41: -teit
De kinderen kunnen de doelwoorden met –teit foutloos schrijven.
De kinderen kunnen deze kennis ook toepassen op andere woorden van
dezelfde moeilijkheidsgraad.
Week 11
Categorie 16,40, 41: au/ou, /t/ = th , -teit
De kinderen kunnen de doelwoorden met au/ou foutloos schrijven.
De kinderen kunnen de doelwoorden met /t/ = th foutloos schrijven.
De kinderen kunnen de doelwoorden met -teit foutloos schrijven.
Blok 4
Week 13 Categorie W6b: werkwoorden, tijd van toen, klank veranderend
De kinderen kennen de begrippen tijd van nu, tijd van toen,
klankverandering, één en meer.
De kinderen kunnen de persoonsvormen in de tijd van nu onderscheiden van
die in de tijd van toen
De kinderen kunnen de persoonsvormen in de tijd van toen met
klankverandering vervoegen
De kinderen kunnen de persoonsvormen in de tijd van toen met
klankverandering foutloos schrijven
Week 14 Categorie W6c, tijd van toen zonder klankverandering
De kinderen kennen de begrippen klankverandering, één en meer, ik-vorm
(tijd van nu) en ’t fokschaap
De kinderen weten dat de persoonsvormen van werkwoorden zonder
klankverandering in de tijd van toen de/den of te/ten krijgen
De kinderen kunnen bij twijfel tussen de/den en te/ten de hulpregel van ’t
fokschaap toepassen
De kinderen weten dat persoonsvormen van werkwoorden zonder
klankverandering op –ven of –zen in de tijd van toen altijd de/den krijgen
De kinderen kunnen werkwoorden zonder klankverandering, met
uitzondering van werkwoorden die op –den of –ten eindigen, foutloos in de
tijd van toen schrijven
Week 15 Categorie W6b en W6c; werkwoorden, tijd van toen, met en zonder
klankverandering
De kinderen weten dat je de tijd van toen kunt vormen door
klankverandering of door achter de ik-vorm (tijd van nu) de/den of te/ten
zetten
De kinderen kunnen bij twijfel tussen de/den of te/ten de huisregel van ’t
fokschaap toepassen
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
Prikken
Raken
Knutselen
Braden
bijvoorbeeld
prikte(n)
raakte(n)
knutselde(n)
braadde(n)
De kinderen weten dat persoonsvormen van werkwoorden zonder
klankverandering op –ven of –zen in de tijd van toen altijd de/den krijgen
De kinderen kunnen de persoonsvormen van de werkwoorden met en
zonder klankverandering, met uitzondering van de werkwoorden die op –
den of –ten eindigen, in de tijd van toen foutloos schrijven.