Gemeenteraad 12/03/2014 1) Gemeentelijk

Gemeenteraad 12/03/2014
1) Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Wauberg
Op 10 januari 2005 werd een BPA voor Wauberg goedgekeurd, maar doordat de
woonbehoefte niet werd aangetoond werd een deel van het BPA door de minister
uitgesloten. Ondertussen werd einde 2013 een nieuwe woonbehoeftestudie opgemaakt,
waaruit blijkt dat er in nu wel redenen zijn om dit gebied te ontwikkelen als woongebied. De
volledige zone zal nu bestemd worden voor sociale koopwoningen.
Bij opmaak van het definitieve GRUP willen we voorstellen rekening te houden met volgende
bemerkingen:
- Meer gedetailleerde uitwerking van de stedenbouwkundige voorschriften omtrent
woonkwaliteit en duurzaamheid. Zowel GECORO als departement LNE maakten opmerkingen
in verband met onvoldoende invulling voorschriften m.b.t. duurzaamheid. Door het gebrek
aan concretere bouwvoorschriften blijft er o.i. te veel invullingsruimte over op het moment
van indiening van een project wat kan impliceren dat er dan te veel rekening gehouden kan
worden met de wensen en eisen van de bouwheer. Het lijkt ons beter een aantal
minimumvoorwaarden verder uit te werken en hier dus op voorhand reeds duidelijkheid
over te scheppen om op die manier het project ook in te vullen in functie van de noden van
de doelgroep, met minimale vereisten naar kwalitatief wonen en duurzaamheid.
- In de stedebouwkundige voorschriften expliciet opnemen van het aantal wooneenheden
dat gerealiseerd kan worden in de zone ‘wonen’.
- Uitdrukkelijk bepalen dat de volledige projectzone bestemd is voor sociale koopwoningen.
- Uitdrukkelijk verantwoordingen op welke basis gesteld kan worden dat in de projectzone
voor sociale koopwoningen een bebouwingsindex van 0,65 kan gehanteerd worden, terwijl
deze index voor de zone wonen 0,20 bedraagt en voor de zone openbaar nut 0,30.
Om bovenstaande redenen, onthoudt de fractie Appel zich bij de voorlopige aanvaarding van
dit RUP en zal een
2) Buitenschool toezicht ‘Spring’
Zowel in Peer als in andere steden en gemeenten is er steeds meer nood aan buitenschoolse
opvang voor in het bijzonder kinderen tussen 3 en 12 jaar. Het door K&G erkende I.B.O. Plons
heeft zijn capaciteit bereikt en daarom is de stad op zoek gegaan naar een bijkomend
alternatief, met als resultaat ‘Spring’.
‘Spring’ heeft tot doel te voorzien in extra toezicht op de piekmomenten, en de stad wil dit
organiseren in de lokalen die de scholen mogelijks gratis ter beschikking ‘moeten’ stellen en
waar de kinderen onder toezicht van begeleiders, vrijwilligers, PWA’ers, studenten en
personeelsleden, vrij kunnen spelen.
De fractie Appel formuleert de volgende bedenkingen bij de totstandkoming en geplande
uitvoering van het initiatief ‘Spring’:
(i) We stellen ons serieuze vragen bij het concept Spring dat met haken en ogen in elkaar lijkt
te hangen, en dit ondanks het feit dat het hier toch wel gaat over een zeer belangrijke zaak
gaat namelijk onze kinderen. Er wordt immers carte blanche gevraagd zonder dat we
voorafgaand duidelijk uitgewerkte criteria krijgen in zake bijvoorbeeld aantal begeleiders per
aantal kinderen en vereiste competenties van begeleiders.
(ii) In de toelichting en het ontwerpbesluit voor de gemeenteraad wordt uitdrukkelijk gesteld
dat dit voorstel positief onthaald werd door zowel PLOK als de ouderadviesraad van Plons. In
het dossier werd nochtans geen spoor van deze adviezen teruggevonden en ook na
schriftelijke vraagstelling konden deze in eerste instantie niet overgemaakt worden.
Meer nog, we weten dat geen van beide organen dit voorstel positief onthaald heeft.
Gemeenteraadslid Ria Plasschaert is ook vertegenwoordiger van de ouders in PLOK en is dus
perfect op de hoogte van de reactie van PLOK op ‘Spring’, die er vooral één is van feedback
en werkpunten en niet als positief te interpreteren valt.
Wellicht is men er in de stad dan al van uitgegaan dat er uiteindelijk wel een positief advies
zou komen. Maar nog tijdens de vergadering van 11 maart is er uitdrukkelijk gesteld door
PLOK dat er een proefperiode van 3 maanden kan uitgetest worden zonder dat scholen
evenwel verplicht worden om mee te doen - wat formeel bevestigd werd door de schepen en dat er daarna duidelijk cijfermateriaal beschikbaar zou moeten zijn voor een evaluatie.
We gaan er van uit dat er hier dus wat al te voorbarige conclusies gemaakt zijn in de
toelichting en het ontwerp van gemeenteraadsbesluit. Het zou toch bijna ondenkbaar zijn dat
de stad zich wetens en willens schuldig zou maken aan valsheid in geschrifte.
Bovendien is het o.i. niet opportuun om de dag voor de gemeenteraad nog een vergadering
te hebben met PLOK, een orgaan wiens finale advies belangrijk is. Het is onmogelijk om het
verslag van deze vergadering waarin het advies wordt gevat, nog goedgekeurd te krijgen vóór
de agendering op de agenda van de gemeenteraad van 12 maart. Dit geeft de indruk dat de
adviesraden in Peer gezien worden als formaliteit en lijkt hun bevoegdheid te minimaliseren.
Gelet op dit akkefietje stellen we ons nu ook serieuze vragen bij de ‘positieve’ reacties van
K&G en het PCBO. Zeker iets om verder uit te zoeken.
(iii) Tenslotte, zoals zo vaak gebeurde in de vorige legislatuur, maar ook duidelijk in deze
stellen we vast dat het project ‘Spring’ vandaag 12 maart nog moest goedgekeurd worden
door de gemeenteraad, maar dat er op 3 maart wel al een aangetekend schrijven werd
gericht werd aan de directrice van campus Aen den Bogaerd. In dit schrijven werd gesteld dat
verwacht wordt dat Spring binnenkort van start gaat en dat indien zij niet wenst mee te
werken een oplossing, ze zelf een oplossing moet zoeken voor buitenschoolse opvang want
dat haar kinderen hierdoor niet meer terecht zullen kunnen bij Plons.
Of hoe vanuit het nieuwe bestuur nog steeds zelfs de moeite niet gedaan wordt om maar de
schijn hoog te houden dat de gemeenteraad en in casu de oppositie ook maar enige inspraak
of zeggingschap heeft in dossiers; 14 zetels is meer dan 11, maar het is een blijk van
minachting voor het democratisch stelsel in ons land om beslissingen reeds te communiceren
naar derden vooraleer deze in de gemeenteraad gestemd zijn. En dat voor een bestuur dat
beweert te staan voor vernieuwing, verandering en vooral participatie!
Tijdens de gemeenteraad werd duidelijk dat Schepen Diliën toegaf dat er geen positieve
adviezen waren gegeven enkel dat er geapprecieerd werd dat de Stad initiatieven neemt
om te voorzien in meer kinderopvang voor schoolgaande jeugd. Ook gaf men aan dat men
in de toekomst op een correctere manier dient om te gaan met het noteren van adviezen.
Niet alleen Appel had de nodige vragen bij het concept van Spring. Ook vanuit de NVA
werden de nodige bedenkingen geformuleerd. Ook zij gaven uit dat er veel te weinig
duidelijkheid is over hoe men alles gaat aanvatten. En dan te bedenken dat in de
gemeenteraad zeer duidelijk gesteld is dat de eerste start voor Spring voorzien is na de
Paasvakantie.
We onthouden wel zeer duidelijk dat Schepen Diliën duidelijk bevestigd heeft dat de
kinderen waarvan de scholen geen naschools toezicht inrichten dadelijk naar Plons kunnen
ga na schooltijd.
3) Toegevoegd punt – Voorstel tot intrekking van het politiereglement m.b.t. paramotoren
Op 20 oktober 2010 keurde de gemeenteraad een politiereglement m.b.t. paramotoren
goed. De paramotorensport is in Peer binnen bepaalde kringen behoorlijk populair en door
het ontbreken van federale wetgeving omtrent vooral het opstijgen en landen, besloot de
stad zelf een politiereglement op te maken en ter goedkeuring voor te leggen.
Het ontbreken van federale wetgeving geeft de stad echter geen enkel recht om zich in de
plaats te stellen van de bevoegde minister, in dit geval, de minister van mobiliteit. Dit werd
op 10/03/2014 nog eens met zoveel worden bevestigd door de FOD Mobiliteit. In de praktijk
betekent dit dat paramotoren momenteel niet op een gereglementeerde wijze kunnen
toegelaten worden tot het luchtruim en dat een lokale overheid dan ook niet kan
pretenderen toestemming te mogen en kunnen verlenen om bepaalde terreinen te
gebruiken als opstijg- of landingsplaats. Dit Peerse reglement geeft een vals gevoel van
wettelijkheid en houdt aanzienlijke juridische en financiële risico’s in.
Voor Peer is het bovendien zo dat het volledige luchtruim onder gecontroleerd gebied valt,
wat o.i. de kans dat er hier überhaupt ooit een goedgekeurd terrein voor paramotoren kan
komen, quasi nihil is.
Gelet op het voorgaande vraagt de fractie Appel samen met onafhankelijk gemeenteraadslid
Robert Bomans dat het politiereglement met onmiddellijke ingang wordt opgeheven,
waardoor het opstijgen, landen en vliegen met paramotoren verboden is en wordt aan de
burgemeester gevraagd om de politie te verzoeken een PV op te stellen tegen elke inbreuk
op het vliegen met paramotoren in het Peerse luchtruim. Verder wordt er voor gepleit dit
besluit voldoende kenbaar te maken bij de bevolking en in het bijzonder de beoefenaars van
de paramotorensport.
Tijdens de gemeenteraad is heel duidelijk gebleken dat het CBS zich boven de wet plaatst.
Inzake ons toegevoegd punt i.v.m. het politiereglement op de paramotoren geeft de
burgemeester aan dat er contacten geweest zijn met de luchtmachtbasis Kleine-Brogel.
Deze laatsten zouden gesteld hebben dat het beter is het politiereglement overeind te
houden omdat er dan tenminste enige regelgeving is en chaos vermeden wordt. Verder gaf
de burgemeester nog aan dat nu het kabinet bezig is met het ontwerp KB en dat dit tegen
eind april verwacht wordt, dat het hun dus beter lijkt om nog even af te wachten en het
reglement dus voorlopig te behouden. Blijkbaar geldt voor de stad Peer de scheiding der
machten niet.
We hopen niet dat men nu nog er op speelt dit dossier voor de verkiezingen door te
drukken nu de bevoegde staatssecretaris (Wathelet) nog van dezelfde ideologische kleur is
als deze van de Peerse coalitie om aldus alsnog er het maximale zien uit te halen voor de
Peerse paramotoren sportbeoefenaars, zoals het behoud van het bestaande ULM terrein.
Als het beter is om een onwettelijk reglement te hebben dan geen om zicht te krijgen op
de problematiek kan men misschien eens gaan denken aan het opstellen van een
politiereglement op druggebruik en drugdealen, want nu is het dweilen met de kraan open
volgens sommige insiders. Of misschien gaat deze vergelijking niet volledig op …. ? (Voor
alle duidelijkheid Appel is tegen druggebruik en de legalisering ervan - het is gewoon het
trekken van een parallel).
4) Mondelinge tussenkomst – Uitbating Frederix
Appel is de voorbije weken intensief bezig geweest met het bestuderen van een aantal
dossiers waarvan we vermoedens hebben dat er problemen zijn met de milieu- en
stedenbouwkundige vergunningen.
Hierbij zijn we tot de vaststelling gekomen dat de stad Peer blijkbaar een doorgedreven
gedoogbeleid voert voor bedrijven die niet in orde zijn met de milieu – en/of
stedenbouwkundige voorschriften. Of om een kat een kat te noemen, blijkbaar laat het
Peerse bestuur toe dat bedrijven 10-tallen jaren milieubelastende activiteiten kunnen
uitoefenen zonder dat ze ook maar over één geldige milieu- of stedenbouwkundige
vergunning beschikken.
Concreet hebben we het hier over het dossier Frederix – nu overgenomen door het bedrijf
Smeets – dat zowelin zowel Wijchmaal als Grote-Brogel actief is.
1972: Aflevering van een vergunning voor ontbossing en een bouwvergunning voor een
woning met garage.
1986: Toekenning van een tijdelijke milieuvergunning van 12 maanden afgeleverd voor het
uitbaten van een openluchtgroeve.
De tijdelijke milieuvergunning wordt blijkbaar ‘omgezet’ in een ‘definitieve’; op het moment
dat de 12 maanden verstreken zijn wordt er noch door de eigenaar noch door de stad enige
actie ondernomen om ervoor te zorgen dat deze uitbating ook naar de toekomst toe door de
nodige vergunningen gedekt is.
2002: De Vlaamse milieu inspectie voert n.a.l.v. een telefonische klacht een plaatsbezoek uit
in maart 2002. Er wordt vastgesteld dat het bedrijf niet in orde is met de vergunning die
nodig zijn voor de uitbating van een inrichting VLAREM klasse II. Deze klacht werd door de
inspectie nog die maand overgemaakt aan het CBS met het uitdrukkelijke verzoek actie te
ondernemen en de uitbater aan te manen zich in orde te stellen met de milieuregelgeving.
Het CBS bespreekt dit dossier 2 maanden later op de zitting van mei 2002 en komt inderdaad
tot de conclusie dat de huidige uitbating moet stopgezet worden. De uitbater wordt
mondeling verzocht het puin te ruimen en aangemaand na te gaan of de nodige
vergunningen bekomen kunnen worden.
In november 2002 verstuurt de milieu inspectie opnieuw een verschrijven aan de
burgemeester. De dienst milieuinspectie heeft in oktober opnieuw een klacht ontvangen en
is in november opnieuw ter plaatse geweest. Bij dit plaatsbezoek werd opnieuw vastgesteld
dat de uitbating nog altijd verder gaat en dat er nog altijd niet de nodige vergunningen
aangevraagd en bekomen werden. De stad wordt nogmaals aangemaand om actie te
ondernemen.
Het dossier werd opnieuw behandeld op het CBS van december 2002. Hoewel het advies van
de dienst milieu uitdrukkelijk stelde dat de exploitatie van die inrichting niet kan op die plaats
nu dit agrarisch gebied is en een bouwvergunning dus geweigerd zal worden, waardoor het
ook geen nut heeft een milieuvergunning af te leveren, besluit het CBS om de eigenaar toch
te vragen een bouwvergunning in te dienen en wanneer deze geweigerd wordt het terrein te
ontruimen.
Na deze zitten stuurt de stad in december een schrijven aan de dienst milieuinspectie en
wordt bij monde van burgemeester Kelchtermans het volgende gesteld: “Het betreffende dossier
werd besproken op de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen van 6 mei en 9 december 2002. Er werd
beslist de exploitant een bouwvergunning te laten aanvragen voor de huidige inrichting van het terrein. Dit omdat het verkrijgen
van een stedenbouwkundige vergunning in dit geval het grootste probleem vormt. Hierna kan eventueel een milieuvergunning
afgegeven worden. Indien de exploitant de nodige vergunningen niet kan bekomen, zal hij aangemaand worden het terrein te
ontruimen en te herstellen in zijn vroegere staat.
Wij willen er u verder op wijzen dat wij als stadsbestuur onze taken op dit vlak ernstig nemen en ons werk naar best vermogen
uitvoeren. Het is nogal ongepast ons steeds opnieuw op bepaalde zaken te wijzen, zodat onze schaarse tijd moet gaan naar het
herhaaldelijk beantwoorden van uw brieven.
Dit terwijl u van uw kant niet inging op onze uitnodiging om bepaalde dossiers in overleg met andere diensten (stad, politie en
OVAM) te bespreken. Wij verwijzen hier naar de door ons geplande coördinatievergadering op 1 oktober over de dossiers 'Smeets
en Zonen', 'Huskens', e.a.. Wij ontvingen hiervoor van u geen verontschuldiging, er was niemand aanwezig.
In december 2002 wordt er dus effectief een bouwaanvraag ingediend.
2003: In tussentijd wordt er opnieuw een controle uitgevoerd door Vlaamse milieu inspectie
in januari 2003. Opnieuw worden er verschillende inbreuken vastgesteld op de
milieuhygiënewetgeving. Er wordt een PV opgesteld en de eigenaar wordt verzocht om ofwel
de activiteit stop te zetten ofwel er voor te zorgen dat hij de nodige bouw- en
milieuvergunningen bekomt en dit vóór 1 juli 2003. Uit dit PV blijkt dat de terreinen niet
alleen voor ontginning gebruikt worden, maar als een echt stort functioneren en wordt het
stadsbestuur klaar en duidelijk met de vinger gewezen. Het stadsbestuur ontvangt
vervolgens dus ook een afschrift van de bevindingen van het milieu inspectie bezorgd en
wordt tevens meegedeeld dat het PV ook werd overgemaakt aan de procureur des konings te
Hasselt.
Ondertussen loopt nog altijd de bouwaanvraag welke in april 2003 uiteindelijk
in eerste instantie ongunstig geadviseerd wordt door het CBS. Maar nog diezelfde dag wordt
er in het dossier een handgeschreven nota – geheel ongebruikelijk en niet duidelijk van wie
deze nota komt - toegevoegd waarbij een voorwaardelijk gunstig advies verleent wordt. Naar
aanleiding van een ongunstig advies van de provincie beslist het CBS in juli 2003 uiteindelijk
dan toch de vergunning te weigeren. De heer Frederix gaat nog in beroep bij de bestendige
deputatie maar krijgt ook daar een weigering. Het CBS besluit dan in december 2003 dat de
beslissing van weigering moet opgenomen worden in het vergunningenregister.
Daarna valt het dossier opnieuw volledig stil. Ondanks het feit dat er geen bouwvergunning
is, dat daardoor ook geen milieuvergunning kan afgeleverd worden onderneemt de stad
verder geen enkele actie. Ook het parket dat ondertussen de zaak heeft overgemaakt
gekregen onderneemt blijkbaar geen enkele actie en zo belanden we na het 2002 / 2003
vertragingsmanoeuvre dat duidelijk georchestreed werd door het CBS, in 2007.
2007: In maart voert de milieu inspectie opnieuw een controle uit en wordt er opnieuw een
PV opgesteld. Opnieuw wordt het PV overgemaakt aan het parket en aan het Peerse CBS.
Ondertussen blijkt ook de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur wakker geschoten te
zijn en vraagt deze advies aan de Hoge Raad voor het Herstelbeleid omtrent zijn voorstel om
het herstel in de oorspronkelijke toestand te vorderen. De Hoge Raad adviseert positief en de
gewestelijke ambtenaar informeert het CBS in november 2008 dat hij een herstelvordering
zal inleiden voor de rechtbank.
Maar dan trekt de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur blijkbaar zijn staart in want
tot op de dag vandaag is er geen herstelvordering voor de rechtbank ingeleid.
2013: Ondertussen is de NV Frederix niet alleen in Wijchmaal maar ook in Grote-Brogel actief
in de bedrijfsstraat actief. En hier speelt zich volledig hetzelfde scenario af als in Wijchmaal.
Bij een milieu inspectie in oktober 2013 wordt vastgesteld dar er een VLAREM klasse I
activiteit – m.n. opslag van puin - wordt uitgevoerd zonder dat er ook maar enige
milieuvergunning werd afgeleverd. Er wordt door de betrokkenen gesteld dat dat puin er
slechts tijdelijk zal zijn en dat het verwerkt zal worden met een ingehuurde breek- en
zeefinstallatie. Maar ook in dit geval is er dus een tijdelijke vergunning nodig zo stelt de
inspectie. Bovendien betwijfelt de inspectie of deze verklaringen wel juist zijn want in maart
en april 2013 was het duidelijk dat er regelmatig puin wordt aangevoerd dat gebroken en
gezeefd wordt; het gaat hier blijkbaar om een continue activiteit.
Het bedrijf wordt aangemaand deze activiteit stop te zetten en een milieuvergunningsdossier
in te dienen tegen ten laatste juli 2013. Er werd ondertussen een aanvraag ingediend onder
begeleiding van MTech, maar deze werd weer ingetrokken; er is een nieuwe aanvraag in
voorbereiding.
Conclusie is dat dit bedrijf dus ondertussen op 2 plaatsen actief is zonder ook maar over één
geldige milieuvergunning te beschikken. Dit wordt blijkbaar al tientallen jaren gedoogd door
zowel de stad Peer, de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur en het parket. Al deze
instanties met het CBS op kop creeëren dus ongelijkheid tussen ondernemingen en menen te
kunnen spelen met de milieuvoorschriften en dus de gezondheid en het algemeen belang
van de Perenaren en dit terwijl elk van deze instanties betaalt wordt met belastinggeld geïnd
bij de burgers dat er juist voor zou moeten zorgen dat het algemeen belang gediend wordt!
Duidelijk was dat het CBS blijkbaar niet echt op de hoogte was van dit dossier. Ook het feit
dat het om een dossier gaat waarin herstelvordering geëist is friste het geheugen niet op.
Wel gaf Schepen Vanhees aan dat een deel van het probleem gezocht kan worden in de
inspectie van milieu die volgens hem niet naar behoren werkt. Blijkbaar was hij niet op de
hoogte van het schrijven van dhr Kelchtermans die de milieu-inspectie verzoekt de stad
niet langer lastig te vallen aangezien de stad anders hun schaarse tijd dienen te besteden
aan het beantwoorden van hun brieven in plaats van hun werk te kunnen uitvoeren.
Men heeft ons aangegeven dat de secretaris heel ijverig de vragen genoteerd heeft en ons
een antwoord zal bezorgen.
5) Mondelinge tussenkomst – Ontwikkeling woongebied ‘Burkel’
Via verschillende bronnen hebben we vernomen dat een deel van de ontwikkeling van het
woongebied ‘Burkel’ belemmerd werd. Blijkbaar diende de aankoppeling voor het
binnengebied Burkel met de bestaande nutsvoorzieningen gemaakt te worden ter hoogte
van de woning van oud burgemeester Theo Kelchtermans en diende deze laatste
toestemming te geven aan de nutsbedrijven om de leidingen over zijn grondgebied – in de
ondergrond – te laten lopen. En net dit leek nu discussie op te leveren, want Theo
Kelchtermans zou stellen dat dit enkel kon mits het betalen van een vergoeding. Anderzijds
kunnen wij talloze voorbeelden van bouwdossiers geven waarbij er in ruil voor een
bouwvergunning gratis grondafstand gevraagd wordt van gronddelen waarover
nutsleidingen lopen en/of waarvoor er een onterechte inname is gebeurd voor het openbaar
domein zoals wegen, voet- en fietspaden.
Ondertussen vernamen we dat er een oplossing lijkt te zijn die naar we vernemen minder
gunstig uitvalt voor de nutsbedrijven. De fractie Appel verzoekt het CBS om uitleg te geven
omtrent de oplossing die nu uit de bus is gekomen.