actueel © Jenney Tellez | I n t e r n a t i o n a a l | A C V - o n t w i k k e l i n g s p r o g r a m m a 2 0 12 - 2 0 14 | Foto van vormingssessie voor Colombiaanse syndicalisten door de CGT, de Colombiaanse vakbondspartner van het ACV. 2 0 | V A K B E W E G I N G 7 6 2 | 1 0 j u ni 2 0 12 | ACV, partner in ontwikkelingswerk Het ACV wordt net als de andere vakbonden door de overheid erkend als partner in ontwikkelingswerk. Het ACV ontvangt een budget van de Belgische Dienst voor Ontwikkelingssamenwerking (DGD) om samenwerkingsverbanden met vakbonden uit het zuiden uit te bouwen. Het nieuwe driejarenprogramma ging begin 2012 van start en loopt tot eind 2014. Met zijn nieuwe ontwikkelingsprogramma wil het ACV bijdragen aan armoedebestrijding en werken aan duurzame ontwikkeling in 9 landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In elk land wordt samengewerkt met één vakbondspartner: KSBSI (Indonesië), CLC (Cambodja), NDWTU (India), CONSAWU (Zuid-Afrika), CSC (RD Congo), CDT (Marokko), CGT (Colombia), UGT (Brazilië) en CTH (Haïti). Veerle Lens, Thomas Miessen en Karin Debroey van de Internationale Dienst van het ACV vertellen met veel enthousiasme over het internationale ontwikkelingswerk van het ACV. Vakbeweging: Welke plaats hebben de vakbonden in het ontwikkelingswerk? © Mediatheek IAO “In België worden de vakbonden net als de niet gouvernementele organisa- ties, universiteiten, wetenschappelijke instellingen… erkend als partner in ontwikkelingswerk. Het verschil met ngo’s is dat vakbonden spreken uit naam van de mensen en niet in de plaats van de mensen. Vakbonden zijn ledenorganisaties en halen uit dat lidmaatschap hun legitimiteit. De ontwikkelingsprogramma’s van de vakbonden lopen over drie jaar. De Belgische Dienst voor Ontwikkelingssamenwerking (DGD) financiert de ontwikkelingsprogramma’s van de vakbonden ten belope van 85%.” Vakbeweging: Waar ligt de focus op in het ACVontwikkelingsprogramma? “Vooreerst, we passen ons in in de criteria van de DGD. Het doel van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is de Millenniumdoelstellingen halen. Die doelstellingen die in 1990 werden vastgelegd willen armoede zo snel mogelijk de wereld uit. De Ver- enigde Naties heeft er later nog de dimensie van waardig werk aan toegevoegd. Hoe kan je immers de armoede structureel terugdringen als er geen waardige lonen en waardige arbeidsomstandigheden zijn, als er geen sociale bescherming is die de risico’s op armoede beperkt? Het is een hele goede zaak dat waardig werk ook erkend wordt als dimensie om de armoede ter verminderen. We focussen binnen het ACV-ontwikkelingsprogramma op waardig werk. Om dat te bekomen is het belangrijk dat mensen zich kunnen organiseren in vakbonden en een sociale dialoog kunnen aangaan met de werkgevers en de overheid. In ons programma richten we ons ook specifiek op de allerzwakste en de armste werknemers.” Vakbeweging: In het programma 2012-2014 heeft het ACV ervoor gekozen om te werken in 9 landen met 9 partners. Wat waren de criteria bij deze keuze? “Wat het aantal landen betreft, is het zo dat de Belgische ontwikkelingssamenwerking ervoor kiest om de middelen te concentreren op een aantal landen. In ons programma leggen we de focus op 9 landen. We werken samen met één vakbondspartner per land. De vakbonden waar het ACV mee samenwerkt moeten aan vier principes beantwoorden: ze moeten representatief zijn voor de werknemers in hun land, werken volgens een interne democratie, politiek autonoom zijn en Vakbeweging: Wat houdt de samenwerking in? “We zetten met onze partnervakbonden sterk in op vorming. Het gaat om vormingen in verband met veiligheid en gezondheid op het werk, onderhandelings- en vergadertechnieken, vakbondsmanagement, sociale wetgeving en nog zoveel meer. Zo staan de vakbondsafgevaardigden en kaderleden van de partnervakbonden sterker op hun benen in de sociale dialoog met werkgevers en de overheid. We vinden het ook belangrijk dat onze zuidpartners de zwakke punten in hun syndicale organisatie aanpakken. Binnen het programma is er aandacht voor het rekruteren en organiseren van arme en kwetsbare werknemers, het ontwikkelen van ledenbestanden, het verbeteren van de interne communicatie en het verwerven en goed en transparant beheren van de middelen. Omdat er met slechts één partner per land wordt gewerkt, is het vaak ook nodig om de zichtbaarheid en bekendheid van de organisatie te versterken, zodat ze meer erkenning krijgt en een sleutelrol kan spelen in de maatschappij. Doorheen heel het programma vragen we ook aandacht voor gender, milieu en klimaat.” actie en uitwisseling van ervaringen. Zo zijn onze partnerorganisaties in Zuid-Afrika en India beiden bezig met de rechten van huispersoneel. Voor de Zuidafrikanen is het verrijkend om een studiereis te maken naar India om inspiratie op te doen en ervaringen uit te wisselen over de manier van werken. Idem voor de vakbonden uit Congo en Haïti, die beiden werken met werknemers uit de informele economie.” niet zo ver staan. Wereldsolidariteit werkt ook met andere sociale bewegingen. In Congo bijvoorbeeld ondersteunt Wereldsolidariteit ook ziekenfondsen en sociale economie-projecten, financiële coöperaties,…” Vakbeweging: Wie binnen het ACV begeleidt het programma? “Inderdaad. Er is ook een Noord-luik dat als doel heeft om via interne en externe communicatie vrijgestelden, militanten en leden te informeren en te sensibiliseren over het internationale vakbondswerk. Buiten Vakbeweging, Visie, de ACV-website www.acvonline.be heeft de internationale dienst van het ACV ook eigen kanalen en een eigen aanbod: de website www.mondiaal.be, een nieuwsbrief, informatievergaderingen, conferenties en studiedagen,…” “Het programma wordt begeleid en beheerd door de medewerkers van het Instituut voor Internationale Arbeidersvorming (IIAV), een vormingsinstituut van de Internationale Dienst van het ACV. Samen met de programmaverantwoordelijken bij de zuidpartners zijn de medewerkers van het instituut verantwoordelijk voor het plannen, sturen, opvolgen en evalueren van het programma. Zij doen vanzelfsprekend een beroep op de ruime expertise van de andere medewerkers van het ACV.” Vakbeweging: Binnen de christelijke werknemersbeweging is er ook de ngo Wereldsolidariteit. Stemmen jullie de internationale werking op elkaar af? “Het werk is complementair en gebeurt in synergie. Een verschil is het type van partnerschap. Het ACV werkt met vakbonden die al een zekere omvang hebben. Wereldsolidariteit werkt vaak met vakbonden die organisatorisch nog Vakbeweging: Dat werk van internationale samenwerking wordt begeleid door sensibilisering en informatie in België? Vakbeweging: In er in dat Noord-luik ook aandacht voor informatie van en lobbying naar Belgische en Europese verantwoordelijken? “Uiteraard. We willen dat er niet alleen binnen de vakbond maar ook buiten de vakbond aandacht is voor waardig werk. Dit transversale principe willen we overal terugvinden. Niet alleen in ontwikkelingsprogramma’s maar ook in investerings- en handelsprogramma’s.” | 2 1 | V A K B E W E G I N G 7 6 2 | 1 0 j u ni 2 0 12 | ze moeten streven naar financiële autonomie. Ze moeten ook aangesloten zijn bij het Internationaal Vakverbond en zich inpassen in de werkzaamheden van de Internationale Arbeidsorganisatie.” Donatienne Coppieters & PVL | Vakbeweging: Hoe verdeelt het ACV zijn financiële steun? © Sylvain Raybaud-IVV “De meeste middelen gaan naar Afrika. Afrika is dan ook het armste continent. Niet alleen op basis van het gemiddelde inkomen, maar ook op basis van levensverwachting, onderwijsniveau,… Op het totale budget is de verdeelsleutel 40% voor Afrika, 27% voor LatijnsAmerika en 27% voor Azië. Daarnaast gaat een deeltje van het budget naar sensibiliseringsacties in het Noorden en een deeltje naar internationale vorming. Wat dat laatste betreft, financieren we niet langer klassieke seminaries, maar wel vormingen gericht op De Marokkaanse vakbond CDT is één van de negen vakbonden die het ACV ondersteunt via zijn ontwikkelingsprogramma. actueel | I n t e r n a t i o n a a l | A C V - o n t w i k k e l i n g s p r o g r a m m a 2 0 12 - 2 0 14 | Focus op Afrika Het ACV reserveert 40% van de middelen van zijn ontwikkelingsprogramma voor Afrika, het armste continent. De komende drie jaar wordt met geld van het ontwikkelingsprogramma samengewerkt met de vakbonden CSC Congo in de Democratische Republiek Congo, CONSAWU in Zuid-Afrika en CDT in Marokko. Enkele staaltjes van de kracht van vakbondswerk… sche Lente syndicaal pluralisme met onafhankelijke en democratische vakbonden. Het was de uitzondering op de regel in de Arabische wereld. In 2004 werd in Marokko een arbeidscode afgesloten die het syndicale feit en de sociale dialoog erkent, vooral op het niveau van de ondernemingen (ondernemingsraad, comité voor veiligheid en hygiëne). Maar in de praktijk zijn er maar in 15% van de ondernemingen overlegorganen, omdat de vakbonden niet aanwezig zijn. Het komt er dus op aan om de syndicale aanwezigheid in de ondernemingen te versterken. En afgevaardigden opleidingen te geven over het mandaat dat ze opnemen zodat ze met goede voorstellen op de proppen kunnen komen om de veiligheid en de hygiëne in hun onderneming te verbeteren of leren hoe de economische en financiële informatie te interpreteren. De CDT zet met steun van het ACV volop in op vorming. Met de ACV-steun bouwde de CDT ook zijn juridische dienst uit. In Zuid-Afrika werkt het ACV samen met de vakbondskoepel CONSAWU. De focus ligt op de organisatie en ondersteuning van de zwakste werknemers: werknemers in de landbouwsector, huispersoneel, uitzendkrachten (onder wie veel jongeren),… Duizenden mensen werken in de wijngaarden en fruitplantages van ondernemingen als SA Food. CONSAWU is er in geslaagd om met Fair Food Cooperation een akkoord af te sluiten dat deze plantages die exporteren naar Europa verplicht om ecologische en sociale normen in acht te nemen. Dit heeft ervoor gezorgd dat syndicale en sociale rechten ingang vonden in deze plantages waar slechts 7% van de werknemers bij een vakbond was aangesloten, terwijl de syndicalisatiegraad in de rest van Zuid-Afrika 40% is. Het is een voorbeeld van een goede Noord-Zuid-samenwerking en de invloed die consumenten in het Noorden kunnen hebben op de arbeidsomstandigheden in het Zuiden. Met ACV-steun organiseert CONSAWU vormingen over sociale normen: geen kinderarbeid, geen gedwongen arbeid,… © Wereldsolidariteit 2 2 | V A K B E W E G I N G 7 6 2 | 1 0 j u ni 2 0 12 | Marokko: vakbondswerking in Zuid-Afrika: opkomen ondernemingen stimuleren voor rechten van zwakste In Marokko was er reeds vóór de Arabi- werknemers In Congo ondersteunt de vakbond CSC Congo de marktkramers en ‘mama malewa’ (vrouwen met een straatrestaurantje). Een sprekend voorbeeld hoe werknemers uit de informele economie een duwtje in de rug krijgen van de vakbond. CONSAWU organiseert ook dienstencentra voor huisarbeid(st)ers. Daar kunnen ze terecht voor steun en advies. CONSAWU organiseert voor hen ook professionele vorming en reikt een certificaat uit waarmee ze een hoger loon kunnen eisen. Een heel groot probleem in ZuidAfrika is de jeugdwerkloosheid. 40 procent van de jongeren zit zonder werk. CONSAWU brengt jonge werknemers en werklozen samen om met hen te praten over hun problemen en wat er aan te doen. En het organiseert professionele vorming, zodat ze hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. CONSAWU heeft ook bijzondere aandacht voor de werknemers – vaak jongeren – die als uitzendkracht aan de slag gaan. Zij zijn immers een makkelijke prooi voor misbruiken. Democratische Republiek Congo: werknemers van informele sector organiseren 95% van de werknemers in de Democratische Republiek Congo werkt in de informele economie. CSC Congo – de vakbondspartner van het ACV – heeft in de grootstad Kinshasa (10 miljoen inwoners!) 24 ‘bureaux de proximité’, het equivalent van onze dienstencentra, waar leden en werknemers terecht kunnen voor individuele en collectieve ondersteuning. CSC Congo brengt de werknemers ook per wijk samen en probeert hen te organiseren per beroep. Onlangs nog gingen de taxichauffeurs in staking uit protest tegen het optreden van politieagenten die omdat ze niet betaald worden maar ‘voor eigen zak’ administratieve boetes opleggen. De taxichauffeurs kunnen maar zo assertief zijn, omdat ze zich georganiseerd hebben. CSC Congo organiseert verder vorming voor de zogenaamde ‘Mama Malewa’, vrouwen die een straathandeltje drijven. Hen wordt diets gemaakt hoe ze hun voedingswaren kunnen conserveren, hoe ze hun waren best presenteren, hoe ze aan budgetbeheer kunnen doen,… CSC Congo vergemakkelijkt voor hen ook de toegang tot microkredieten.
© Copyright 2024 ExpyDoc