Verslag experts meeting 15 februari 2014

Verslag experts meeting van de projectgroep
Nieuw Leven voor de VU Hortus
Op zaterdag 15 februari 2014 organiseerde de projectgroep Nieuw Leven voor de VU Hortus een
experts meeting in reactie op de dreigende sluiting van de botanische tuin. De projectgroep, bestaande uit
ondernemers, kunstenaars, professionals uit de culturele sector, wetenschappers, biologen en
beleidsmakers is ervan overtuigd dat de wetenschappelijke, historische, culturele, sociale en ecologische
waarden van de VU Hortus vertaald kunnen worden naar een model voor duurzame bedrijfsvoering.
Doelstelling was om op 15 februari samen met verschillende externe experts modellen en scenario’s te
ontwikkelen voor beheer en behoud van de totale collectie, inclusief het huidige personeel.
Op 27 maart werd bekend dat de VU, VUmc, vrijwilligers van Hortus VU en Stadsdeel Zuid een
overeenkomst hebben getekend. De VU, VUmc en het stadsdeel gaan fors investeren in de botanische tuin.
De VU Hortus zal voor de komende 8 jaar op de huidige plek behouden blijven waarbij het beheer in
handen zal zijn van de huidige medewerkers en vrijwilligers. Door dit besluit komt de functie van de
projectgroep en het doel van de experts meeting onverwacht snel in een ander daglicht te staan. Dit neemt
niet weg dat de bijdragen van de leden en experts tijdens de bijeenkomst bijzonder waardevol zijn geweest
bij het vormen van velen visies en ideeën over de (mogelijke) functies van de hortus voor de stad en de
discussie hierover heeft verrijkt en verdiept.
Deelnemers
Leden van de projectgroep: Delphine Bedel, kunstenaar, uitgever, promovenda; Maarten van Bodegraven,
VU Hortus; Christiane Bosman, TAAK; Monique Disselhoff, vz. Commissie Ruimtelijke Ordening WOCB en
coördinator Initiativo Social Network; Fokko Faber, stichting Vrienden van de Hortus VU; Hans Frielink;
Albert Groenendijk; Douglas Grobbe; Geralt Joren, hortulanus VU Hortus; Fieke Konijn, universitair docent
kunstgeschiedenis VU en vrijwilliger VU Hortus; Alice Smits, Zone2source; Theo Tegelaers, TAAK; David
Veldhoen, kunstenaar; René Wansdronk, architect.
Externe experts en adviseurs:
Pieter Baas, Professor Emeritus bij Naturalis en bestuurslid NVBT; Frank Bruggeman, kunstenaar; Pieter Bol,
wetenschapsjournalist en epidemioloog; Fred Booij, boomkweker en landschapsarchitect; Joke 't Hart,
projectleider NVBT/Planten voor de Toekomst; Ernst van der Hoeven, studio for the urban landscape;
Jeroen Jonkers, oprichter stichting Ik geef om de Jan Eef en sociaal ondernemer; Selene Kolman,
kunstenaar; Ruben Roos, Masterstudent Ecology and Evolution VU; Kim van der Leest, directeur Hortus
Arcadië Nijmegen en bestuurslid NVBT; Amber van Stijn, programma adviseur Zuidas; Maike van Stiphout,
boomkweker en landschapsarchitect; Bob Ursem, wetenschappelijk directeur van de TU Delft botanische
tuin en voorzitter NVBT; Rogier van Vugt, hoofd kassen hortus botanicus Leiden.
Na het welkomstwoord van Maarten van Bodegraven schetst hortulanus van de VU Hortus, Geralt Joren,
de geschiedenis van de hortus. Masterstudent Ecology en Evolution aan de VU en UvA, SENSE Student aan
de UR Wageningen én lid van Actiecomité VU Hortus, Ruben Roos, bespreekt hierna het wetenschappelijk
onderzoek in de VU Hortus en de functies van de botanische tuin in het licht van Hortus van de 21e eeuw.
Van oudsher doen vooral systeemecologen onderzoek in de VU Hortus. Zij kijken naar het functioneren van
ecosystemen en hoe stressoren dit functioneren beïnvloeden. Op dit moment wordt er in de tuin
onderzoek gedaan naar de zouttolerantie van gewassen, naar bosbranden en het ontstaan daarvan op
bodemniveau en naar schimmelecologie. Er vindt dus veel (en succesvol) onderzoek plaats bij de VU
Hortus, volgens Roos passend bij de 21e eeuw vanwege het experimentele en fundamentele karakter.
Daarnaast heeft de botanische tuin een educatieve en museale (behouds-)functie. Juist in deze tijd zien we
dat tuinen hun educatieve functie erg serieus nemen. Het gebruik van een goed geconserveerde collectie is
hierbij onmisbaar. Het specialiseren van de collectie en het aangaan van allianties met tuinen met andere
specialistische collecties is hierbij een goede optie volgens Roos.
Uit het publiek komt de vraag wat het zou betekenen voor het onderzoek als het niet meer gedaan
kan worden in de VU Hortus? Het onderzoek kan verplaatst worden naar het dak van de VU. “Maar geen
enkele bioloog zit liever op een dak, dan in een botanische tuin”, aldus Roos. ‘De brede collectie en de
nabijheid van de VU maken deze tuin eigenlijk onmisbaar en een grote inspiratiebron voor studenten.’
Rogier van Vugt, werkzaam in de Hortus Botanicus van Leiden, vult redenen aan voor het belang
van de VU Hortus. De belangrijkste is dat de wetgeving wat betreft het verplaatsen van planten steeds
strenger wordt. Planten mogen niet zomaar de grenzen over. Als deze hortus verdwijnt en haar collectie
niet kwijt kan bij andere botanische tuinen (bij de botanisch tuin in Leiden is er ook maar beperkt plaats),
dan verliest Nederland een deel van haar botanische plantencollectie. Door de scherpe wetgeving over
invoer, is het mogelijk dat deze planten nooit meer terugkomen in Nederland. Voor onderzoekers nu en in
de toekomst zou dit een enorme verarming zijn. De hortus is daarnaast belangrijk voor de educatie van
onze jeugd. In het digitale tijdperk treedt er meer en meer een vervreemding van de natuur op. Om dit
tegen te gaan en de biodiversiteit ook voor de toekomst te beschermen, is de hortus van groot belangrijk.
Groen zou voor iedereen dichtbij moet zijn. Studenten, stedelingen, patiënten, iedereen zou moeten
kunnen genieten van de natuur en de rust.
Theo Tegelears geeft een korte toelichting op het ontstaan en doel van de projectgroep Nieuw
leven voor de VU Hortus. TAAK begon aan dit project in de late zomer van 2013, met onder andere
kunstenares Delphine Bedel. Vanuit actuele maatschappelijke onderwerpen probeert TAAK te kijken naar
wat de rol van kunst kan zijn binnen een onderwerp. Niet geisoleerd, maar in dialoog met andere partijen.
TAAK probeert altijd te kijken naar de kern van het probleem en de kern van de oplossing. Dit is ook het
doel voor vanmiddag. Door de dialoog te openen proberen we antwoord te geven op de vragen: wat willen
we behouden, hoe kunnen we dat behouden en waarom willen we dat doen? Iemand die hier al langer
mee bezig is, is Douglas Grobbe. Grobbe komt uit de bankaire en vastgoedsector en weet als geen ander
waar het hier op de Zuidas om draait. Hier is geen plek voor groen. ‘Het groen neemt vierkante meters in
en vierkante meters betekent hier geld.’ Grobbe is ervan overtuigd dat hier over tien jaar een vleugel van
het ziekenhuis staat. Dat staat voor hem buiten kijf. Voor Grobbe is deze expert meeting dan ook vooral
bedoeld om te kijken hoe de VU Hortus het beste verplaatst kan worden naar het Amstelpark, waar het een
onderdeel van een grote botanische tuin moet worden. Ook de vraag over wat er moet gebeuren met de
collectie van de hortus, hoopt hij vandaag te beantwoorden. Hierop volgt de presentatie van Joke ‘t Hart,
projectleider bij Planten voor de Toekomst, een samenwerking tussen de Nederlandse Vereniging
Botanische Tuinen, Waag Society en de Nationale Postcode Loterij in aanloop naar het 'Jaar van de
Botanische Tuinen' in 2017. ‘t Hart stelt voorop dat de VU Hortus niet alleen staat, want de tuin is lid van
NVBT en de Stichting Nationale Plantencollectie die de onderlinge afstemming van de wetenschappelijk
gedocumenteerde plantencollecties coördineert en de kwaliteit van de collecties beoordeelt. Daarnaast
kan de hortus zich gesteund voelen door verschillende liefhebbers van botanische tuinen in Nederland. De
Nederlandse botanische tuinen kunnen rekenen op de steun van 50.000 vrienden en 1500 vrijwilligers.
Waarom zijn de tuinen zo succesvol? ’t Hart haalt een uitspraak aan van Paul Keßler, directeur van de
Hortus botanicus Leiden: ‘planten zijn tot in hun nerven economisch, maatschappelijk en cultuurhistorisch
relevant’. Met Planten voor de Toekomst probeert ’t Hart de botanische tuin opnieuw op de kaart te zetten
vanuit haar eigen unique selling points. Planten voor de Toekomst versterkt de samenwerking tussen de
tuinen en wil kennis over de planten bundelen en ontsluiten voor een groot publiek. Deze hernieuwde
aandacht voor de botanische tuinen zou op tijd kunnen komen om de VU Hortus te redden.
Een goed voorbeeld van een populaire en behouden hortus wordt gegeven door Kim van der Leest.
Als directrice van Hortus Arcadië te Nijmegen heeft zij bewezen dat een hortus van de 21e eeuw wel
degelijk tot de mogelijkheden behoort. Hortus Arcadië is een inspiratiebron geworden voor een breed
publiek. Zo worden er ’s zomers meditatielessen gegeven en biedt de Radbout Universiteit buitencolleges
aan. Van der Leest is actief op zoek gegaan naar nieuwe en hernieuwde samenwerkingsverbanden. Hortus
Arcadië is een rustplek voor alle Nijmegenaren die ruimte biedt voor spiritualiteit en een helende werking
heeft op mensen met een burn-out, (demente) ouderen en iedereen die verlangt naar stilte en rust. De tuin
moet werkplekken bieden voor ZZP’ers, studenten en vrijwilligers maar vervult daarnaast ook een culturele
rol in Nijmegen, al dan niet in relatie met natuur. Naast dit alles behoudt de hortus ook haar
wetenschappelijke functie. Van der Leest stelt dat het bewezen is dat men in het groen sneller herstelt.
Met het oog op de kosten van herstel kan de aanwezigheid van groen een belangrijke besparing opleveren.
We zien dit bij verschillende ziekenhuizen en horen het tijdens de expert meeting verschillende malen
terugkomen.
Hierna is kunstenares Delphine Bedel aan het woord. Toen zij in het VUMC werd behandeld, kwam
ze in aanraking met de VU Hortus. Ze bezocht de tuin ook nadat ze ontslagen was uit het VUMC en toen ze
begreep dat de VU zou verdwijnen in juni, kwam Bedel elke week om zoveel mogelijk foto’s te maken. De
kunstenares werkte al samen met TAAK en vroeg TAAK ook te helpen bij de projectgroep. Bedel laat
verschillende visuals zien van het Kenniskwartierplan: het plan waar de verplaatsing van de VU Hortus bij
hoort. Waar nu de botanische tuin is, komt een corridor tussen de verschillende gebouwen. Bedel wijst op
een foto van een eigenwijs groeiende cactus en betitelt deze The Stubborn Cactus. Een goede metafoor
voor wat wij hier doen. Bedel geeft een kort overzicht van wat er is gedaan en wat er gedaan wordt om de
hortus te behouden. De experts meeting van vandaag heeft hopelijk het springplankeffect dat de
projectgroep nodig heeft.
Dat er aan motivatie en toewijding geen gebrek is, bewijst Ernst van der Hoeve. Als kunstenaar is
hij al lange tijd betrokken bij de VU Hortus. Tien jaar geleden ontdekte hij de plek toen hij in de stad op
zoek ging naar verborgen groen. Juist die unieke plek van de hortus, middenin de stedelijke context, maakt
de botanische tuin voor hem onmisbaar. De verplaatsing van de Hortus naar een groen gebied doet volgens
hem afbreuk aan de bijzondere functie van de hortus. De tuin is het collectieve geheugen van de Zuidas,
dat in zichzelf een monocultureel gebied is zonder collectief geheugen. Als voorbeeld noemt hij een
botanische tuin in Zweden grenzend aan een ziekenhuis. De tuin diende als palliatief zorgcentrum, sociale
werkplaats, ontmoetingsplek voor bejaarden en speel- en ontdekplek voor kinderen, volgens Van der
Hoeve de meest heilzame plek die je je kunt voorstellen. De VU Hortus kan ook zo’n functie vervullen. De
projectontwikkelaar wil de tuin afbreken om een zorgtuin aan te leggen. “Maar dit is toch de ultieme
zorgtuin?!”. Van der Hoeve ziet mogelijkheden om de hortus te behouden. Volgens hem ontstaat op de
Zuidas langzaam een enorme interesse voor stedelijke natuur, bovendien kan de tuin door de ligging de rol
vervullen van een multicultureel zorgcentrum. We moeten de hulp inschakelen van kunstenaars die de tuin
gebruiken als kracht. We zouden een visuele biografie kunnen maken en een mooie, toegankelijke tot de
verbeelding sprekende website.
Workshop 1. Duurzaam beheer en behoud
In de eerste workshop legt Jeroen Jonkers, sociaal ondernemer en initiatiefnemer van ‘Ik geef om
de Jan Eef’ uit hoe dat project tot een succes is geworden en welke lessen deze projectgroep hieruit kan
leren. Jonkers pleit voor een eigenwijze bottom-up aanpak, waarbij de gevestigde orde niet om
buurtbewoners en andere betrokkenn heen kan. Als voorbeeld geeft hij het project Hotel Buiten aan de
Sloterplas. ‘Er was niks en er mocht niks. Maar kijk hoe het er nu voorstaat. Dit kan ook met dit gebied
gebeuren. Dit is een speciale plek, daar moet je wat van maken met elkaar.’ Volgens Bob Ursem,
wetenschappelijk directeur van de TU Delft botanische tuin en voorzitter NVBT, moet er zicht komen op
wie de stakeholders zijn en hoe de projectgroep hen heel specifiek kan aanspreken. Eigen initiatief is prima,
maar het kan er alleen van komen als je heel concreet dingen kunt aanpakken. Jonkers is het hier niet mee
eens: ‘Ik zeg juist: Ignore the bastards en doe je eigen ding.’
We gaan door met een voorstelrondje, dat al snel verder gaat dan het noemen van namen en
betrokkenheid bij de projectgroep. Er wordt besproken hoe de projectgroep de VU zodanig kan bewegen
dat de hortus kan blijven bestaan. Een idee uit het publiek is: ‘Vertragen, vertragen, vertragen’. Anderen
zijn geen voorstander van deze defensieve techniek en willen juist de energie en eigenwijsheid van de
projectgroep aanspreken. Van der Leest gaat hierop in als ze zegt dat de gemeente Nijmegen ook geen geld
had voor Hortus Arcadië, maar dat de Hortus aldaar nu als een enorm voorbeeld gezien wordt en veel
partners aantrekt. Deze toekomst ziet zij ook voor de VU Hortus.
Het grote probleem is dat VUMC eigenaar is van de VU Hortus en dat alle lichten voor hen op groen
staan. “Ze betalen, dus ze bepalen”. Grobbe snapt ook wel waarom VUMC de Hortus wil verplaatsen.
Vanuit dit oogpunt zou de projectgroep volgens Grobbe kunnen praten met een architectenbureau. “Als je
wel rekening houdt met deze tuin, hoe zien deze vierkante meters hier er dan uit?”. Het idee ontstaat om
de tuin te integreren in de nieuwe plannen. De waarde van de VU Hortus als zorgtuin kan zo ten volle benut
worden.
Ook de wetenschappelijke en educatieve waarde van de hortus komen in de workshop aan bod.
Ursem ziet dat biologie voor de universiteit blijkbaar geen belang meer heeft, maar ziet wel een belangrijke
toekomst weggelegd voor de universitaire departementen van topsport, bewegingswetenschappen en
voeding in relatie tot de tuin. “We moeten met deze studies aan de VU allianties smeden.” Daarnaast moet
er meer aandacht komen voor primair onderzoek en planten. Ook de nieuwe rol van waterberging kan
hierbij bekeken worden. Bovendien zijn groene zones essentieel voor koeling en luchtvochtigheid in een
stedelijke omgeving. De verhouding tussen bebouwing en groen is in dit gebied al scheef. Met het
verdwijnen van de hortus wordt deze verhouding schever. De noodzaak tot compensatie voor alle
bebouwing is dus groot. En de investering ligt hier in feite al klaar: het gewilde groen voor de Zuidas is hier
al aanwezig. Zowel Jonkers als Ursem zijn het erover eens dat de VU Hortus een apart rechtspersoon moet
worden. Jonkers: ‘Maak het officieel, maak het sexy en geef er een naam aan. Met de inhoud zit het hier al
goed, nu het businessplan nog’. Het aantrekken van reclamemensen en het aanspreken van studenten en
bewoners door middel van social media zijn hierbij belangrijke factoren. ‘En’, zegt Van Vlugt, ‘je moet
positief in het nieuws komen en dit communiceren met de VU. Op deze manier hou je positief contact met
de VU’.
Workshops 2. Bestaande en nieuwe functies en waarden
Hoe kunnen we de VU Hortus ontwikkelen tot een kenniscentrum waar natuur, kunst, duurzaamheid,
wetenschap, educatie en ontspanning hand in hand gaan en een brug wordt geslagen tussen verleden en
toekomst? Hoe (h)erkennen en ontwikkelen we bestaande en nieuwe functies en waarin gaat de
toekomstige hortus zich onderscheiden?
Workshopleider: Fred Booij / Maike van Stiphout samen met David Veldhoen. Fred Booij en Maike van
Stiphout zijn boomkwekers en landschapsarchitecten. David Veldhoen is kunstenaar en meerdere jaren
actief betrokken bij de VU Hortus.
Frank Bruggeman benadrukte tijdens de workshop dat de cactuscollectie een kunstwerk op zichzelf is.
Alleen daarom al dient deze te worden
behouden. Ernst van der Hoeven zag veel
waarde in het verzamelen van verhalen en het
maken van een website als podium voor
uitwisseling en dialoog. Deze zou de
betrokkenheid en bekendheid van de hortus
kunnen vergroten.
Algemeen werd in de workshop geconcludeerd
dat de collectie van de hortus gezien zou moeten
worden als het kapitaal waarbij het uitgangspunt
de waarde en betekenis van de planten zelf is.
Van hieruit kunnen nieuwe publieksprogramma’s
opgezet worden rondom thema’s als
gezondheid, voedsel en leefomgeving.
Conclusies
Alliantievorming, uitoefenen van druk op stad en
stadsdeel en met de architect zoeken naar
alternatieve manieren. Deze aanbevelingen
horen we na afloop van workshops wanneer
iedereen zich verzamelt in de binnentuin. De
deelnemers van workshop 2 hebben daarop nog
wel enkele aanvullingen. Allereerst moet de
verbinding met de omgeving gezocht worden,
met andere botanische tuinen, met
waterhuishouding en waterlinten en met
Aalsmeer. “Je moet hier het gevoel krijgen dat je heel dicht zit bij de bron van de boom-, kruiden- en
plantenteelt.” De VU Hortus moet zich onderscheiden van de hortus in de stad en het lokale omarmen. De
botanische tuin moet een campus worden. Dat verhaal wordt nu al verteld, maar de bouwtekeningen laten
een ander verhaal zien. De argumenten die nu aangedragen worden voor de nieuwe plannen kunnen
overeind blijven, maar er moet een andere conclusie aan verbonden worden, namelijk dat de VU Hortus
hier moet blijven staan. De intrinsieke waarde van deze tuin is juist de verzameling op deze specifieke plek.
In 47 jaar is de hortus hier al zodanig geworteld, letterlijk en figuurlijk, dat men de tuin niet zomaar kan
verplaatsen. ‘Waarom zouden we bomen verplaatsen terwijl dit veel makkelijker gaat met stenen?’.
Volgens de experts is de hortus al een kunstwerk geworden. Door kunstenaars te betrekken kan de positie
van de hortus als groen kunstwerk op de Zuidas alleen maar verstevigd worden.
Na deze conclusie en het dankwoord van Theo Tegelears is het aan het Hortus Trio om de dag met een
vrolijke noot af te sluiten.