HET AUREOOL Succulenta afdeling Nijmegen Aloe plicatilis in bloei op Madeira jaargang 24 nummer 5, december 2014 ‘Het Aureool’ is het afdelingsblad van de afdeling Nijmegen van de Nederlands-Belgische vereniging van liefhebbers van cactussen en andere vetplanten. AFDELINGSBESTUUR Theo Heijnsdijk voorzitter Maasdijk 11, 6629 KD Appeltern 0487 – 542704 [email protected] Johanna Jongekrijg penningmeester Kerkstraat 5, 5439 NC Linden 0485 - 880300 [email protected] Riet Maessen secretaris Weezenhof 1232, 6536 EZ Nijmegen 024 – 3440425 [email protected] BIBLIOTHECARIS Lieda Dekker Berghuizen 26, 6627 KB Maasbommel 0487 – 561803 [email protected] REDACTIE AUREOOL Theo Heijnsdijk Maasdijk 11, 6629 KD Appeltern 0487 – 542704 [email protected] Contributie: € 15,- per jaar. gironummer NL25INGB0001914156 tnv ‘Succulenta’ afd. Nijmegen. Bijeenkomsten: Elke eerste dinsdag van de maand bij HELICON opleidingen, Energieweg 19 Nijmegen. Aanvang 19.30 precies. UITNODIGING Op dinsdag 2 december gaat Theo verder waar hij vorig jaar gebleven was: Cactussen en andere succulenten van Es tot….? Op de eerste dinsdag in het nieuwe jaar, 6 januari (Drie Koningen) zijn we, inclusief partners, welkom bij Riet thuis voor de koffie en de borrel. VERSLAGEN bijeenkomst dinsdag 4 november 2014. Bij aankomst op school ontdekte ik 2 nieuwe gezichten: Annie Jordens en Tonnie Vogelaars, beiden uit Velp (bij Grave). Na mezelf te hebben voorgesteld liep ik door naar onze andere 2 gasten: de spreker van de avond, de heer Lubbers en zijn echtgenote. Deze stonden al met Ludwig te praten. Ik had beloofd het diascherm mee te nemen (de school had er geen meer). Gelukkig paste het in mijn kleine Fiatje. Zelfs Johanna kon gewoon met mij mee in de auto. We moeste ons lokaaltje wat aanpassen voor de diaopstelling en wat bleek: deze avond waren we met meer dan ooit: uiteindelijk totaal 17 aanwezig (inclusief de gasten). Theo opende de bijeenkomst want we hadden al gezien dat de heer Lubbers ons rond de 500 dia’s wilde voorschotelen. Hij verwelkomde onze 2 nieuwe leden Annie en Tonnie, vroeg of er nog De ‘Namib desert’ (Alle foto’s bij dit verslag zijn van Jan Lubbers) ingekomen stukken waren en na de mededeling van Tijs dat hij wat Pelargoniums had meegenomen voor de weggeef, begonnen we snel. Zolang geen echte dia’s meer gezien, dat alleen al was weer eens een aparte ervaring. Jan Lubbers is totaal 3 maal in Zuid Afrika geweest en deze presentatie zou gaan over zijn laatste reis daar in oktober 2009. De reis zou het echtpaar brengen van de Kalahari, door naar Namibië, door de Fish River Canyon, Namaqualand, Kaapstad en het Kaapse schiereiland. Een tocht van ongeveer 3500 km. Het zeer grootte aantal dia’s verveelde geen moment. Zo veel mooie plaatjes zagen we voorbij gaan. Ik, die zelf toch ook proAloe gariepiensis beer mooie plaatjes te schieten, was verbijsterd wat voor prachtig materiaal we voorgeschoteld kregen. Zulke mooie landschappen – vaak haast onecht: leek soms wel grafische kunst- zulke goed geschoten dierenopnamen, naast natuurlijk de geweldige planten, groot en heel klein. Het mooie rode (door ijzeroxide) zand van de Kalahari van bovenaf geschoten bleek op de grond verweerd graniet en dit in prachtige verweringsvormen. Ontzettend veel dieren leven er in Zuid Afrika : we zagen onder andere: klipdassie, neushoorns, de klipspringer, de kaapse buffel (deze is een echte leeuwendoder), dromedaris (is oorspronkelijk van hier), eland, giraffe, gnoes, springhaas, kameleons met zijn prachtige kleuren, de spiesbok, bergzebra’s, de secretarisvogel en de ijsvogel, de molslang. En nog veel meer… Een opmerking over de Oranjerivier met de wijnbouw ernaast, die eigenlijk te veel water onttrekt. De kralensnoerplant, Psilocaulon dinteri. Vinger en duim, Philobolus digitatus. Dan de planten: diverse aloë’s natuurlijk, zoals de kokerbomen (Aloë dichotoma) van wel 5 à 600 jaar oud. Deze bomen worden door de San gebruikt: in de uitgeholde takken worden de pijlen opgeborgen. De kameeldoornboom (een acaciaachtige), de baobab (de kauwgumboom van de olifant: deze kauwen er hele stukken van af). De bloem hiervan is zo groot als een bord en wordt door vleermuizen ’s nachts bestoven. De halfmens (Pachypodium namaquensis) bij de uitgang van de Fish River Canyon. De spekboom : Cyphostemma. Tussendoor de pofadder en het Crassula columnaris wrattenzwijn. En natuurlijk zien we heel veel mesems. Wat aparte vermeldingen: De kralensnoerplant (Psylocaulon dinteri), hoodia, diverse euphorbia’s (de virosa is de meest giftige van alle), Krimpsiek (Tylecodon Wallichii), de rooibossies, in de Goegap (een beschermd gebied) de glottiphyllum (grondtongetje), huernia , stapelia etc etc. Dan de geweldige gazania’s (de woestijn in bloei!!) , 40 soorten pelargoniums, diverse bolgewasjes en orchissen. Ook vermeldingswaard: de sarcocaulon : “de kaars van de Bosjesmannen”. Een takje van deze plant wordt aangestoken en brandt een heel tijdje. Na 3 sleeën dia’s houden we even pauze. Daar wacht ons dan een verrassing: Lieda trakteert. ze wordt binnenkort 65 en vond dat wel een gelegenheid om gebakjes mee te brengen. Ze had er 16 meegenomen. Normaliter ruim voldoende: hete hele jaar waren er zeker niet meer dan 14 personen aanweBergzebra’s zig. Ze telde en telde en kwam alsmaar tot 16: je zou dus zeggen precies voldoende. Maar wat bleek: bij controle op mijn aanwezigheidslijst stonden er met de nieuwe leden en inclusief de heer en mevrouw Lubbers toch 17. Wie o wie heeft er nu geen gebak gehad? Na de pauze gauw verder met de resterende 200. Voor dit laatste gedeelte heb ik vooral de Zuid Afrikaanse namen genoteerd. Dat alleen al is zo leuk en zegt vaak voldoende over het uiterlijk van de plant of een andere eigenschap. Zo noteerde ik: vinger en duimpie (Phylobus digitatis), gebroken graniet, kattepootje, fluweeltje, harlekijntje (Hesperantha vaginata), kop en schotel, pietsnot, suikerbossie. De laatste is het symbool van Zuid Afrika: de Protea. Naarmate men meer naar het zuiden gaat hoe meer Protea’s. Als laatste het Kaapse schiereiland: dit is op aarde het rijkste gebied qua diversiteit aan plantensoorten. Als afsluiting een stemmig plaatje van een uitzicht op die plaats op aarde waar de Atlantische en Indische oceaan samenkomen. De avond vloog voorbij met zoveel moois. Iedereen was onder de indruk. We bedankten de heer Lubbers en zijn vrouw dat ze ons van al dit moois op dit stukje aarde deelgenoot hebben gemaakt. Riet Maessen JARDIM BOTANICO DA MADEIRA Vanwege het unieke klimaat en de daarmee samenhangende botanische rijkdom is Madeira de plaats bij uitstek om een botanische tuin te vestigen. Al in 19e eeuw waren er wetenschappers, bijvoorbeeld J.R. Theodor Vogel en Frederico Welwitsch, die pleitten voor dit idee. Ook om het milde klimaat is Madeira al eeuwen een populaire overwinteringsplek voor Noord-Europeanen die de lange vochtige winters in hun vaderland willen ontvluchten. Een van die mensen was de Schot William Reid die in verband met zijn zwakke gezondheid en op aanraden van de huisarts in 1836, op 14 jarige leeftijd, met 5 pond op zak in de hoofdstad Funchal aankwam. Hij ontwikkelde zich tot importeur en exporteur van wijnen, een lucratieve handel. Met het verdiende geld kocht hij landhuizen (Quintas) die verhuurd werden aan mensen die kwamen overwinteren. In 1850 opende hij en zijn vrouw een eerste hotel en al spoedig volgden er meer. In 1881 liet hij op een paar kilometer van Funchal aan de zuidhelling van een vallei, op ongeveer 350 meter boven zeeniveau een luxe landhuis bouwen (de Quinta do Bom Successo). Rond het land- Een speciale bus voor botanische reizen? huis werd een privé park aangelegd. Op 30 april 1960 is het landhuis met het park van de familie Reid aangekocht om er de botanische tuin, de Jardim botanico te vestigen. Nog steeds is er ieder jaar op 30 april vrij entree. Normaal is de entreeprijs € 5,50. Daarmee heb je toegang tot het hele complex van circa 8 hectare op een geaccidenteerd terrein. De hoogte varieert tussen de 200 en 350 meter dus het is af en toe behoorlijk klimmen. Naast de tuin omvat het terrein ook een natuurhistorisch museum, met onder andere opgezette vogels, vissen, fossielen, stenen en mineralen. In het laagst gelegen De grote blikvanger deel vind je het Louro Bird Park met exotische vogels. De botanische tuin zelf is ongeveer 5 hectare en heeft heel wat te bieden: inheemse flora, medicinale planten, aromatische planten, succulenten, een kas, agro-industriële planten, een arboretum, palmbomen, bloemmozaïeken, in figuren gesnoeide struiken enzovoort. Vanuit het hoogste punt kun je met de kabelbaan naar het plaatje Monte, een toeristische trekpleister ten noorden van Funchal. De hoofdingang is aan een steile straat in Funchal, de Rui Manuel da Silva Vieira. Loes en ik waren er op 5 mei 2014. We kwamen ongeveer tegelijk met een bus met Engelse tuinliefhebbers die naar ik vermoed een aantal tuinen afreisden. De bus was zo te zien speciaal voor dit soort reizen want een bijna manshoge afbeelding van de inheemse Aeonium glutinosum sierde de buitenkant. Voor het entreegeld krijg je alleen een toegangskaart. Er is geen plattegrond en ook geen folder beschikbaar, dus je moet het verder zelf maar uitzoe- Aloë plicatilis ken. Er zijn wel wat richtingaanwijzers en af en toe een bord met een plattegrond maar voor een park van 8 hectare is dat wel een beetje mager. De grote blikvanger is het strak bijgewerkte en vele malen gefotografeerde geometrische mozaïek dat zich vlak bij het restaurant bevindt. Wat cactussen en succulenten betreft is de collectie niet zo erg rijk. Er is een gedeelte waar je de gebruikelijke grote opuntia’s en agaves en dergelijke vind. Er zijn ook veel prachtig uitgegroeide exemplaren van de blauwgroene Aloë plicatilis waarvan er ook een aantal in bloei stonden (zie de afbeelding op de voorpagina van dit Aureool). Opvallend was ook een grote echinopsis die er als een reusachtige rups maar bij was gaan liggen en op het horizontale stuk allemaal nieuwe scheuten had gemaakt. Een rupsechinopsis Wie de tunnel uitrijdt, komt op een duizelingwekkend hoog viaduct Paradijsvogelbloem en Nolina recurvata met op de achtergrond een cruiseboot in de haven van Funchal Geranium madeirense heeft diep ingesneden bladeren, maar alleen onderaan. Verder alleen kale behaarde stengels en heel veel bloemen. Mooi zijn de doorkijkjes met uitzicht op het wegenstelsel. Dat heeft de laatste jaren ingrijpende veranderingen meegemaakt. Met miljarden aan Europese subsidies (Madeira hoort bij Portugal) is er een soort snelweg langs een groot deel van de kust aangelegd. De ene tunnel na de andere is dwars door het gebergte heen geboord. Er zijn tunnels van 3 km lengte bij! En vanuit zo'n tunnel kom je dan over een duizelingwekkend hoog viaduct. Gelukkig merk je daar in de auto niets van. Op Madeira groei bijna alles en je vind er bij wijze van spreken in iedere tuin, en dus ook hier de overbekende Paradijsvogelbloem (Strlitzia reginae). Van de bekende Nolina (Beaucarnea) recurvata, die ze hier olifantspoot noemen, is een heel laantje aangelegd. Wat mij nog het meest boeide is de inheemse flora. Eigenlijk moet je die in de vrije natuur waarnemen maar hier heb je wel alles bij elkaar. Zo is daar de uiterst merkwaardige Geranium madeirense. Deze heeft aleen aan de onderkant mooie groen, diep ingesneden bladeren. Naar boven blijven er alleen grijze, sterk behaarde en dor aandoende stengels over en een zee aan prachtig violet getinte bloemen. En dan is er ook ‘de trots van Madeira’, Echium nervosum (naar de uitgesproken nervatuur van de bladeren) met prachtige grijsgroene Close-up van de bloem van Geranium Madeirense Bladrozet van ‘de trots van Madeira’, Echium nervosum bladeren en helderblauwe bloemen. Tenslotte Euphorbia piscatoria, een soort die alleen op Madeira voorkomt maar die veel gelijkenis vertoont met de euphorbia’s van de Canariche eilanden Close-up van een bloem ‘van de trots van Madeira’ (de ‘taibaba’ euphorbia’s) zoals E. balsamifera en E. regis-jubae. De rijpende vruchten vertonen een prachtig roodachtig streepje. De soort dankt de naam piscatoria (= van de visser) aan de vissers die takken van deze plant in het water te gooiden waardoor de vissen verdoofd werden en dus een makkelijk te vangen prooi waren. Ik kan iedereen aanbevelen om een bezoek aan Madeira te brengen en daarbij de botanische tuin beslist niet over te slaan. Theo Euphorbia piscatoria met rijpende vruchtjes Close-up van een rijpende vruchtje van Euphorbia piscatoria (de visserseuphorbia)
© Copyright 2024 ExpyDoc