certificering: DCA lanceert keurmerk voor datacenters marktonderzoek: Groei in Nederlandse datacenters ENERGIEBESPARING: Zuinige servers bieden enorm besparingspotentieel dcw juli/augustus 2014 | in samenwerking met: advancing information transport systems HOE KRIJG IK MEER RUIMTE IN ONS DATA CENTER? TE DATA CENTER SOLUTION Bespaar op Rackspace Maximaliseer Fiber gebruik Zet in op Flexibiliteit Rol High Density bekabeling uit 24 er M Fib 10 POptim at e s b/ , 40 & 100G HET FUNDAMENT VAN EEN SOEPEL DATA CENTER DE INFRASTRUCTUUR VOOR DE VOLGENDE DRIE GENERATIES Het 24 Fiber MPOptimate systeem biedt modulaire high density verbindingstechnieken voor 10, 40 en 100Gb/s Data Center applicaties, voor nu en in de toekomst: te.com/enterprise-eu/MPOptimate TE Connectivity Nederland BV Rietveldenweg 32, 522 AR ‘s-Hertogenbosh Tel: +31 73624 6211 Mail: [email protected] © 2014 TE Connectivity family of companies. All rights reserved. DATAC E NTE RWO R KS is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters. jaargang 7, juli/augustus 2014, nr. 7/8 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. H O O F D R E DACTE U R / U ITG EV E R robbert hoeffnagel TE L E FO O N +31 (6) 51 28 20 40 E - M A I L [email protected] T WIT TE R twitter.com/rhoeffnagel LINKEDIN nl.linkedin.com/in/robberthoeffnagel FAC E B O O K www.facebook.com/robbert.hoeffnagel E I N D R E DACTI E / TR A F F I C A B MU I LW I J K P O STA D R E S R E DACTI E beatrixstraat 2, 2712 ck zoetermeer E - M A I L A DM I N I STRATI E @fenceworks.nl TE L E FO O N +31 (0)79 500 05 59 www.datacenterworks.nl A DV E RTE NTI E - E XP LO ITATI E jos raaphorst Directeur TE L E FO O N +31 (0) 6 34 73 54 24 E M A I L [email protected] T WIT TE R twitter.com/raaphorstjos LINKEDIN nl.linkedin.com/pub/dir/jos/raaphorst VO R M G EV I N G laura willemsen grafisch ontwerp DRUK grafia media groep datacenterworks werkt samen met kennis partners als bicsi, data centre alliance, green it amsterdam, it room infra en pedca kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv Tegenstellingen Onlangs organiseerde SPIE-ICS in samenwerking met DatacenterWorks een drukbezocht event dat als titel ‘Datacenter Transformatie’ had meegekregen. Centraal thema: volg als datacenter-specialist heel goed wat er gebeurt op het gebied van IT en onderzoek voortdurend wat de gevolgen daarvan zijn voor de technische infrastructuur van het datacenter. Dit punt werd met name door Peter Vermeulen van onderzoeksbureau Pb7 Research en ondergetekende behandeld. Hierbij hebben we een aantal IT-trends bekeken: virtualisatie, cloud, Big Data, mobile, datacenter management en automation. Het voert te ver om al deze trends hier te behandelen. Het punt dat ik hier echter wil maken, is dat het van cruciaal belang is om dit soort trends heel zorgvuldig te bekijken. Wie deze trends ‘eventjes’ in grote lijnen doorneemt, ziet namelijk belangrijke punten over het hoofd. Neem Big Data. Dat is (inderdaad) het vastleggen en zo snel mogelijk analyseren van zoveel mogelijk data. Big Data op basis van bijvoorbeeld open source-technologie als Hadoop gaat het best (lees=is momenteel alleen dan snel genoeg te doen) als we met fysieke servers werken. Maar we hadden toch ook die trend naar virtualisatie? Waarbij zoveel mogelijk virtuele servers op centrale machines worden gezet? Dus als we het goed lezen, zijn hier twee tegengestelde trends actief. Aan de ene kant willen IT-afdelingen de aantallen fysieke servers door middel van virtualisatie terugdringen, terwijl zij aan de andere kant juist grote aantallen fysieke servers nodig hebben voor Big Data-projecten. Hierdoor dreigen in veel in-house ofwel enterprise datacenters twee gescheiden IT-infrastructuren te ontstaan. Eentje gericht op virtuele omgevingen en een gericht op Big Data. Daar zit natuurlijk niemand op te wachten. Hoe kunnen we dit nu oplossen? Public cloud. Er is een aantal ontwikkelingsprojecten gaande om toch Big Data- en Hadoop-projecten via virtuele servers te kunnen doen - met behoud van een goed prestatieniveau. VMware heeft hier bijvoorbeeld Project Serengeti voor opgezet, waarmee kant-en-klare Big Data-softwareomgevingen heel snel op een virtuele server kunnen worden geïnstalleerd. Het performance-probleem lost men onder andere op door simpelweg hele grote (zeg maar mainframe-klasse) virtuele servers te creëren. Door deze hele grote virtuele Hadoop-servers vervolgens in een publieke cloud-omgeving te plaatsen, voorkomt een IT-afdeling dat er twee tegengestelde IT-infrastructuren in één datacenter moeten worden ondersteund. Op die manier lopen belangrijke IT-trends als Big Data, virtualisatie en cloud soms volledig door elkaar heen. Wat de impact van een individuele trend vervolgens is op de technische infrastructuur van het datacenter vergt dan flink wat studie. Wie echter dit soort ontwikkelingen goed op waarde weet te schatten, kan zijn (interne of externe) klant veel beter bedienen. ■ robbert hoeffnagel hoofdredacteur datacenterworks/uitgever dcw juli/augustus | redactioneel dcw colofon 3 8 12 22 18 30 34 26 38 Inhoud energiebesparing onderzoek 8 24 standaardisatie groei in nederlandse datacenters CommScope (leverancier van communicatie-infrastructuren en iTRACS-software) en DCIM-specialist CANS hebben in samenwerking met DatacenterWorks en het aan DCW gelieerde platform CloudWorks het initiatief genomen om de groei van Nederlandse datacenters in kaart te brengen. Hiertoe is een vragenlijst opgesteld zodat we tot een goed beeld kunnen komen van de trends en verwachtingen. Deelname is nog eens extra interessant omdat CANS onder de deelnemers aan deze enquête twee zogeheten ‘Quick Scans’ verloot. Deze Quick Scan geeft heel snel en bovendien geheel gratis inzicht in de stand van zaken binnen uw eigen computerruimte of datacenter. bekabeling 30 markt en verder 16 38 nieuws 44 agenda 45 nieuws van it room infra 46 bicsi-nieuws 12 ‘ niet zo gestandaardiseerd als je zou verwachten' Een nieuwe generatie koperbekabeling en glasvezelbekabeling staat voor de deur. "De nieuwe technologie is nog komende, maar is feitelijk voor een deel al klaar. De standaardisatie van de nieuwe bekabeling moet nog worden afgerond. Zodra dit echter is gebeurd, kan de technologie snel worden uitgerold. Datacenterbeheerders en -eigenaren zouden zich nu dan ook al moeten oriënteren op deze nieuwe generatie bekabeling", legt Oene-Wim Stallinga, Marketing Director van Nexans, tijdens een reeks workshops uit. ‘huidige werkmethodes volstaan niet meer’ Onlangs organiseerde Raritan in samenwerking met Electronics & Telematics en Dupaco een middag over trends in het datacenter. Zo’n vijfentwintig deelnemers gingen met elkaar in discussie over thema’s als energieverbruik, capaciteit en PUE, de voordelen van fysieke scheiding, on-site energieopwekking voor datacenters en de zakelijke kant van DCIM. technologie 18 brandstofcellen bieden uitstekende ‘groene’ kans Blijven ‘fuel cells’ voor altijd een veelbelovende technologie die maar niet door wil breken? Of staan we nu toch echt aan de vooravond van een revolutie in de energievoorziening van datacenters? Bluecomp is er van overtuigd dat brandstofcellen de komende jaren daadwerkelijk breed in datacenters toegepast zullen gaan worden. ‘ natuurkundig onderzoek is de basis van intelligente kabeloplossingen’ Bekabeling speelt een cruciale rol in ieder datacenter. Zonder bekabeling is er geen communicatie mogelijk tussen verschillende componen ten van het datacenter, kunnen klanten het datacenter niet bereiken en is het verwerken van data onmogelijk. TE Connectivity is een belangrijke speler op het gebied van optische glasvezels. Het aloude spreekwoord ‘meten is weten’, gaat op dit gebied volledig op. Natuurkundig onderzoek - ondersteund door vier verschillende laboratoria in ’s-Hertogenbosch - helpt TE Connectivity dan ook bij de ontwikkeling van haar intelligente bekabelingsoplossingen. coverfoto Nederland als ‘internetknooppunt’ van de wereld? Droom of werkelijkheid? Steeds meer (internationale) bedrijven als Google Data, Equinix en InterXion kiezen de laatste tijd voor ons land als vestigingsplaats voor hun datacenters. Zelfs Microsoft en Apple hebben concrete plannen. Wat maakt ons land zo ideaal? Ons stabiele, politieke klimaat en de lage temperaturen? Of weten we hier beter dan elders hoe je een ‘heet’ datacenter koel houdt, met een relatief laag energieverbruik? Bij adiabatisch koelen bijvoorbeeld is onderhoud cruciaal en zorgt het coaten van de warmtewisselaars en een preventieve chemicaliënvrije waterbehandeling voor zekerheid. dcw juli/augustus | inhoud zuinige servers bieden enorm besparingspotentieel Na jaren van focus op de facilitaire kant van datacenter-efficiëntie, verschuift nu de aandacht naar het energiebesparingspotentieel in de ICT-omgevingen binnen de muren van het datacenter. Cerios Green onderzocht in opdracht van de dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam hoe groot dit potentieel is en hoe dit potentieel eenvoudig herkend kan worden. Het rapport verschaft een duidelijk inzicht in het besparingspotentieel, al is nader onderzoek nodig om vast te stellen hoe we om dienen te gaan met oudere IT-apparatuur en hun energieverbruiksprofielen. Cerios Green verwacht echter dat een energiebesparing van zeker twee derde van het totale energieverbruik van servers mogelijk is. 5 Dutch Datacenter Index juni/juli 2014 DDI 70 / 75 Dutch Datacenter Index opnieuw hoger de voorzichtige stijging van de ddi vorige maand zet zich bij de meting van eind juni voort. zowel de graadmeter voor de datacenteractiviteit in de afgelopen drie maanden, als de graadmeter voor het komende kwartaal liggen een punt hoger ten opzichte van eind mei. Met de Dutch Datacenter Index (DDI) brengen Pb7 Research en DatacenterWorks de activiteiten binnen de Nederlandse datacenters kort en krachtig in beeld. We meten iedere maand of de activiteit de afgelopen drie maanden is toegenomen dan wel is afgenomen en wat de verwachtingen zijn voor de komende drie en twaalf maanden. Maa - Mei Jun - Aug +12 mnd Vierkante meters in gebruik 62 65 54 Vermogen 66 83 65 Investeringen 79 72 84 Totaal 70 75 70 dcw juli/augustus | barometer juni/juli 2014 6 Hoewel de DDI tot nog toe bij iedere meting een sterke groei van de datacenteractiviteit laat zien, zwakte de groei in de eerste maanden van dit jaar licht af. In de laatste twee metingen, zien we de groei juist weer sterker worden. De score van driemaandelijkse vooruitblik ligt bovendien ruim boven de terugblik, waardoor een verdere versnelling in de verwachting ligt. Met deze score van 75 punten komen we steeds verder boven de 50, het punt waarbij groeiers en krimpers elkaar in evenwicht houden. Ook de vooruitzichten voor de komende twaalf maanden blijven bijzonder positief met beduidend meer datacenters die groei verwachten, dan datacenters die krimp verwachten. De index handhaaft zich hier op 70 punten, gelijk aan de vorige twee metingen, maar een stuk onder de driemaandelijkse verwachting. Dat zou op een mogelijke vertraging (van de hoge groei) later in het jaar kunnen duiden. investeringen Hoewel de DDI-scores redelijk stabiel zijn in de afgelopen maanden, zijn er enkele interessante trends waarneembaar in de onderliggende cijfers. Op het gebied van het aantal vierkante meters dat in gebruik is, is de groei beduidend aan het afzwakken. De oppervlakte-KPI blijkt al maanden de minst sterke, wat op zich logisch is, aangezien de eisen per vierkante meter steeds verder toenemen. De 12 maandelijkse vooruitblik komt echter Tabel: Dutch Datacenter Index, Juni 2014 Figuur: Dutch Datacenter Index, Januari - Juni 2014 erg dicht bij de 50. Nader onderzoek wijst uit dat veel commerciële uitbaters blijven groeien, waar in-house datacenters capaciteit consolideren en naar derden verplaatsen. Intussen zien we een zeer sterke (verwachte) toename van de investeringen, vooral wat later in het jaar. Nog altijd zijn investeringen in energie efficiency en beheersystemen wat dat betreft leidend. ■ peter vermeulen directeur van pb7 research IT ROOM INFRA Het meest complete event van computerruimtes en datacenters Donderdag 6 november 2014 Congrescentrum 1931 Brabanthallen Den Bosch Registreer u met onderstaande code voor een bezoek aan het event op www.itroominfra.nl Registratiecode: ITR3500 Bekijk de deelnamevoorwaarden op de website EN G RT A O N A SP M N RA T N& E E EID GI W H R U IG NE BO L I E VE & & TA IES DA T A TE LL M A AR ST W IN K E& D AL T U ER KO T EN C TA DA Onderzoek Cerios Green in opdracht van Amsterdam: Zuinige servers bieden enorm besparingspotentieel na jaren van focus op de facilitaire kant van datacenter-efficiëntie, verschuift nu de aandacht naar het energiebesparingspotentieel in de ict-omgevingen binnen de muren van het datacenter. cerios green onderzocht in opdracht van de dienst ruimtelijke ordening van de gemeente amsterdam hoe groot dit potentieel is en hoe dit potentieel eenvoudig herkend kan worden. het rapport verschaft een duidelijk inzicht in het besparingspotentieel, al is nader onderzoek nodig om vast te stellen hoe we om dienen te gaan met oudere it-apparatuur en hun energieverbruiksprofielen. cerios green verwacht echter dat een energiebesparing van zeker twee derde van het totale energieverbruik van servers dcw juli/augustus | energiebesparing mogelijk is. 8 De laatste jaren is er veel aandacht voor het energieverbruik van ICT. Deze aandacht is voornamelijk geconcentreerd geweest op het energieverbruik door en de efficiëntie van datacenters, uitgedrukt in de zogenaamde Power Usage Effectiveness. PUE = energieverbruik van de ICT in het DC + overige energieverbruik van het DC energieverbruik van de ICT-omgeving Ook rond Amsterdam heeft het beleid en de inzet van de Wet Milieubeheer zich gericht op de verlaging van deze PUE. Dit beleid is succesvol gebleken, veel datacenters in en rond Amsterdam hebben in de laatste jaren belangrijke energiebesparende maatregelen genomen, de mogelijkheden tot verdere besparingen op dit gebied zijn nu echter beperkt. Uit dit oogpunt gezien is het logisch dat er wordt gekeken naar nieuwe mogelijkheden om energie te besparen binnen de ICT-sector. Sleutelwoord in deze zoektocht is het woord ‘efficiëntie’. De term efficiëntie is in dit geval gedefinieerd als de verhouding tussen prestaties enerzijds en de hiervoor ingezette middelen, met name elektrische energie, anderzijds. Elektrische energie is goed meetbaar, dit geldt echter niet voor de geleverde prestaties van een ICT-omgeving. De zoektocht naar een generieke maat voor de prestatie, oftewel de geleverde hoeveelheid werk, in de ICT is al jaren gaande. Meerdere zaken zijn voorgesteld, de meeste hiervan gelden als zogenaamde ‘proxies’. Deze proxies zijn meetbare grootheden die niet direct een maat zijn voor de geleverde prestatie maar dezelfde trend vertonen als de gezochte prestatiemaat. De Green Grid heeft hierover gepubliceerd en als mogelijke proxies worden CPU-cycles of netwerkverkeer genoemd. Gevoelsmatig lijken dit logische keuzes, maar in de dagelijkse praktijk blijkt netwerkverkeer lastig te meten. CPU cycles zijn telbaar, maar de ene CPU is de andere niet en bovendien welke cycle representeert werk? Gegeven deze problematiek hebben wij voor ons onderzoek een insteek genomen waarin de definitie van ‘hoeveelheid werk’ die door een ICT-omgeving wordt verzet een ondergeschikte rol speelt. Omdat wel de prestaties en activiteiten van verschillende types ICT-apparatuur onderling zeer verschillen is de eerste stap in de efficiëntie-discussie het aanbrengen van categorieën in ICT-apparatuur. De meest voor de hand liggende indeling is naar primaire functie: 1.Dataverwerking 2.Dataopslag 3.Datatransport In dit artikel richten we ons op de eerste van de drie primaire taken, dataverwerking. In een ICT-omgeving wordt deze functie vervuld door computers, in de regel aangeduid als ‘servers’. Ogenschijnlijk is de efficiëntie van servers eenvoudig te verwoorden, namelijk, de verhouding tussen de geleverde rekenkracht en het daarvoor benodigde energieverbruik. Deze eenvoud is echter schijn, ‘rekenkracht van servers’ is een containerbegrip waarin een groot aantal verschillende mogelijke bewerkingen zijn gevat. Bovendien is ‘rekenkracht’ van een server afhankelijk van meer dan alleen CPU cycles, het soort bewerking en de toegang tot data spelen allemaal een rol. Benchmarks helpen hierbij nauwelijks maar bieden wel een schat aan informatie die ons leidt naar een eerste bruikbare observatie. Verschillende benchmarks melden naast de behaalde score, zowel een datum van het resultaat als het energieverbruik van de machine die het resultaat behaalde. Het blijkt uit de tijdsontwikkeling van meerdere benchmarks dat de score per Watt elektrisch vermogen in de tijd steeds hoger wordt. Met andere woorden, servers (computers) worden steeds efficiënter. Dit blijkt onafhankelijk van de methode waarop een score bepaald wordt zolang deze methode maar iedere keer onveranderd gebruikt wordt. Dit fenomeen is een variant op de bekende wet van Moore en staat nu bekend als de wet van Koomey. In 2011 publiceerde J.G. Koomey het artikel ‘Implications of Historical Trends in the Electrical Efficiency of Computing’ in ‘IEEE Annals of the History of Computing’. Hierin is 50 jaar computerhistorie geanalyseerd, waaruit blijkt dat computers iedere 1,56 jaar 2 maal zo efficiënt worden. Andere bronnen bevestigen deze bevindingen, gegevens uit de top 500 lijst van supercomputers resulteren in een efficiëntieverdubbeling van ongeveer 1,6 jaar. dcw juli/augustus | energiebesparing 'ALS JE DE KOSTEN VAN DE GLASVEZELBEKABELING EN DE GLASVEZELINTERFACES BIJ ELKAAR OPTELT IS MULTIMODE VOORDELIGER DAN SINGLE-MODE' 9 en dat de factor gebruik in deze discussie nog niet is meegenomen. De efficiëntie van een server blijkt in belangrijke mate afhankelijk van de mate waarin de server wordt belast. Dit fenomeen is nieuwer dan de trend waar Koomey over rapporteerde, maar in 2008 was deze functie al zo ingeburgerd dat de ‘Standard Performance Evaluation Corporation’ (SPEC) de SPECpower_ssj2008 (zie http://www.spec.org/ power_ssj2008/ ) introduceerde. Figuur 1: In de SPECpower benchmark wordt het energieverbruik van een server onder een gesimuleerde werklast gemeten. De werkdruk wordt tijdens de test stapsgewijs afgebouwd van 100% (de maximale haalbare output) tot 0% van de servercapaciteit, zoals onderstaand voorbeeld laat zien: Efficiëntie verbeteringen in supercomputers. De verticale as geeft het aantal MFLOPS/W. De rode lijn zijn de scores voor de lijstaanvoerders (#1) en de blauwe lijn de hekkensluiters op #500 (bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Performance_per_ watt). De hier aangetoonde trend biedt dus de mogelijkheid om de efficiëntie van een serverpark in te schatten op basis van de leeftijd van de machines. Hoewel iedere situatie zijn eigen kenmerken heeft en er een groot aantal factoren de keuze voor computerapparatuur en het gebruik daarvan beïnvloeden, kunnen we globaal stellen dat de efficiëntie van een nieuwe server ongeveer 4 maal beter is dan die van een vergelijkbaar model van tussen de 3 en 3,5 jaar oud. dcw juli/augustus | energiebesparing Vervanging van oude apparatuur met een gelijktijdige consolidatie van werklast biedt dus een enorm besparingspotentieel. In een 3,5 jaar oude omgeving is dit potentieel al 75%. Het is van belang te realiseren dat in de bovenstaande discussie de efficiëntie de maximaal haalbare efficiëntie van de betreffende servers is 10 Van belang is het getal in de 4e kolom, een laag belaste machine is tot wel 4 maal minder efficiënt dan een hoog belaste machine. Duidelijk is ook dat het energieverbruik blijkbaar toeneemt met de belasting van de server. Deze observatie gaf ons het tweede cruciale inzicht, de tijdsregistratie van het opgenomen elektrisch vermogen P(t) representeert de werkdruk op een server. Een praktijkvoorbeeld van dit fenomeen is geregistreerd in het datacenter van de gemeente Amsterdam: Dit duidelijke patroon met pieken tot 1260 Watt laat fraai zien wat de bezetting op het gemeentehuis gedurende een week is: standaard kantoortijden met minder bezetting op woensdag en vrijdag. De waargenomen fluctuatie is weliswaar nog klein ten opzichte van het minimum gebruik van 1220 Watt, maar de trend is helder. Helaas is de praktijkervaring echter dat veel servers op dit moment nog geconfigureerd zijn, en worden, met de ‘statische’ of te wel maximale performance optie. In deze modus staat het elektrische verbruik vast, gelijk aan het maximale verbruik en is dus onafhankelijk van de werkdruk. Deze keuze heeft veel te maken met de mate waarin systeembeheerders bekend zijn met en vertrouwen hebben in de powermanagement functionaliteit maar zeer zeker ook met het datacenterbeheer. Toegegeven, uit het oogpunt van datacenterbeheer is het feit dat de belasting (%) ssj _ ops gemiddeld elektrisch verbruik (watt) verhouding tussen prestaties en elektrisch verbruik 100 1768196 172,0 10269 90 1605663 147,0 10897 80 1430130 133,0 10741 70 1250821 123,0 10185 60 1074569 112,0 9562 50 895409 102,0 8769 40 713552 93,2 7657 30 535411 84,3 6349 20 357457 75,3 4745 10 179064 66,5 2692 0 0 40,3 0 Tabel 1: SPECpower van een Dell Inc. PowerEdge T620, 4e kwartaal 2013. Figuur 2: Vermogensregistratie van een PDU in het datacenter van de gemeente Amsterdam gedurende 1 week. besparingspotentieel De redenen om powermanagement in servers uit te zetten moet echter wel gewogen worden tegen de mogelijke besparingen. Het aantal studies naar daadwerkelijke werkdruk in servers is zeer beperkt maar tonen aan dat de gemiddelde bezetting van een server in een datacenter zeer laag is. Zie onder andere ‘Effectively-and-Securely-Using-the-CloudComputing-Paradigm’ (P. Mell, T. Grance, NIST), in dit artikel wordt gepostuleerd dat serverbezetting gemiddeld 15% is. Nader onderzoek moet het potentieel en de werkbaarheid bevestigen. Conceptueel is dergelijk onderzoek eenvoudig uitvoerbaar. Het registreren van de vermogensvraag van een server (of groep servers) tegen de tijd en dit afzetten tegen het door de fabrikant opgegeven maximum verbruik van de specifieke (groep) machines levert direct informatie. Een niet constant energieverbruik en/of verbruik ver onder het opgegeven maximum duidt op het gebruik van energiebesparende technieken in de apparatuur en levert een indicatie van gerealiseerd potentieel. Van de ICT-zijde kan gecontroleerd worden wat de instelling van het powermanagement profiel is en kan dit naar een balanced profiel worden omgezet. De resulterende gegevens zullen gecombineerd en gedeeld moeten worden zodat ook andere partijen data analyse kunnen uitvoeren. Aansluiting met een Europees platform zoals bijvoorbeeld de Data Centre Alliance (DCA) - www.datacentrealliance.org - is hiervoor interessant. ■ Het volledige rapport is te vinden op: www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/klimaat-energie/ publicaties/rapport-zervers/ Ongeacht het precieze getal, het is duidelijk dat serverbezetting fluctueert over de tijd. Als we aannemen dat een gemiddelde bezetting van 15% betekent dat een server 85% van de tijd nauwelijks belast, en 15% zwaar belast is, dan is het verschil in dagelijks energieverbruik tussen balanced performance (met powermanagement) en high performance (geen powermanagement) 50%. Consolidatie in bovenstaande situatie waarbij de werklast van vier onderbezette servers met powermanagement, in een, nu 60% gemiddeld belastte, server wordt gebundeld bespaart additioneel 60% energie. Deze simplistische berekening leidt dus naar een energiebesparingspotentieel tussen de 50% en 80% voor server powermanagement. Combinatie met vernieuwing van oudere infrastructuur verhoogt het potentieel nog verder. dr. dirk harryvan consultant en onderzoeker bij cerios green dcw juli/augustus | energiebesparing aanwezige ICT-apparatuur een vast verbruik heeft dat, anders dan door het vervangen of toevoegen van apparatuur, niet zomaar kan stijgen, prettig. Instellingen op koelapparatuur en het totale elektrische netwerk kunnen op deze vaste last geoptimaliseerd worden. Aan de kant van de ICT gelden soortgelijke argumenten, het uitschakelen van powermanagement in een server haalt tenminste één complexiteitsfactor uit het beheer, de betreffende server zal altijd maximale performance leveren, ook al betekent dit dat het apparaat heel erg snel staat te wachten op een volgende opdracht. 11 Nexans over Cat 8 en nieuwe generatie glasvezelkabels: ‘Niet zo gestandaardiseerd als je zou verwachten’ een nieuwe generatie koperbekabeling en glasvezelbekabeling staat voor de deur. "de nieuwe technologie is nog komende, maar is feitelijk voor een deel al klaar. de standaardisatie van de nieuwe bekabeling moet nog worden afgerond. zodra dit echter is gebeurd, kan de technologie snel worden uitgerold. datacenterbeheerders en -eigenaren zouden zich nu dan ook al moeten oriënteren op deze nieuwe generatie bekabeling", legt oene-wim stallinga, marketing director van nexans, tijdens een reeks workshops uit. dcw juli/augustus | standaardisatie Beide soorten bekabeling zijn echter een stuk minder gestandaardiseerd dan we zouden mogen verwachten. Stallinga zet de valkuilen uiteen. “Voor datacenters is een nieuwe generatie Ethernet-apparatuur op komst die op een aanzienlijk hogere snelheid werkt. Dit kan worden ondersteund met zowel koperbekabeling als glasvezelbekabeling. Met koperbekabeling bedraagt de maximale snelheid 40 Gbps, terwijl glasvezelbekabeling zelfs snelheden van 100 Gbps aan kan”, legt Stallinga uit. 12 category 8 “De nieuwe generatie koperbekabeling die deze snelheden ondersteunt heet Category 8 (Cat 8). Deze naam suggereert dat deze generatie volledig gestandaardiseerd en eenduidig is. Een aantal adders zitten echter onder het gras”, aldus de Marketing Director. “De stan- daard is nog niet klaar. Cat 8 is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende versies. De term wordt gedefinieerd vanuit zowel het internationale ISO/IEC, de Amerikaanse tegenhanger TIA als het Europese Cenelec. Cenelec volgt simpelweg ISO/IEC en laten we dus even buiten beschouwing. ISO/IEC en TIA liggen vaker niet geheel op één lijn. De verschillen zijn bij Cat 8 echter aanzienlijk groter dan normaal.Wat TIA Cat 8 noemt is hierdoor niet hetzelfde als wat ISO/IEC als Cat 8 omschrijft.” “ISO/IEC definieert drie varianten van Cat 8: Cat 8.1 (Class I), Cat 7A extended (Channel Y) en Cat 8.2 (Class II). TIA erkent echter twee verschillende versies van Cat 8: Cat 8 en Class II. Cat 8.1 van ISO/IEC komt in de praktijk in grote lijnen overeen met Cat 8 van TIA, terwijl Cat 8.2 van ISO/IEC in hoofdlijnen vergelijkbaar is met Class II van ‘WIE DE OVERSTAP WIL MAKEN NAAR CAT 8 DOET ER VERSTANDIG AAN TE WACHTEN TOT DUIDELIJK IS OP WELKE CAT 8-VERSIE IEEE ZIJN STANDAARD VOOR ACTIEVE APPARATUUR BASEERT’ TIA. In de praktijk kan dus voor drie verschillende versies worden gekozen. De IEEE is het standaardcomité die de actieve apparatuur zoals de interfaces/transceivers standaardiseert. Dit comité moet kiezen op welke van deze categorieën zij hun standaard 40GBase-T (staat voor 40Gigabit Ethernet over koper bekabeling) gaan baseren”, zegt Stallinga. cat 8.1 en channel y/cat 8.2 Het verschil tussen Cat 8.1 en Channel Y/Cat 8.2 zit in de overspraak (NEXT) specificaties. Indien IEEE kiest om 8.1 te ondersteunen zorgen deze specificaties voor meer complexiteit van de PHY’s (de Physical Layer waarmee veelal de Ethernet-transceivers worden bedoeld), wat voor een hoger prijskaartje kan zorgen. Cat 8.1 vereist daarnaast vanuit bekabeling oogpunt een totaal nieuwe ontwikkeling. Channel Y is echter gebaseerd op reeds bestaande Cat 7A componenten, die over een grotere frequentieband moeten gaan werken. Nexans heeft deze producten als prototypes in de roadshow getoond en maakt deze binnenkort commercieel beschikbaar. De koperbekabeling heeft een maximale lengte van 30 meter. Hier is mede voor gekozen aangezien met glasvezelbekabeling Glasvezelbekabeling voor 40G en 100G, voornamelijk bedoeld voor switch-to-switch verbindingen, is voor het overgrote deel al wel gestandaardiseerd. Ook hier zitten echter adders onder het gras. “Klanten hebben de keuze uit single-mode fibers of multi-mode fibers. Single-mode bekabeling is aanzienlijk goedkoper dan multi-mode bekabeling. In singlemode bekabeling is één vezel beschikbaar om te zenden en één vezel om te ontvangen. Multi-mode bekabeling is echter ook voorzien van meerdere glasvezels, die volgens 'multi lane' technologie naast elkaar moeten worden gelegd. Deze vorm van bekabeling beschikt over paren van meerdere vezels om te zenden en andere paren om te ontvangen. Dit maakt het mogelijk hogere snelheden als 40 Gbps en 100 Gbps te bereiken”, legt Stallinga uit. “Doordat meer vezels zijn verwerkt in multi-mode bekabeling is meer glas nodig. Daarnaast is ook een andere connector nodig die overweg kan met meer vezels, wat een MPO-connector wordt genoemd. Dit is dan ook de reden dat multi-mode bekabeling duurder is dan singlemode bekabeling”, aldus de Marketing Director. Indien de hogere snelheden niet noodzakelijk zijn lijkt het dan ook een voor de hand liggende keuze om te kiezen voor goedkopere single-mode glasvezelbekabeling. Dit is echter één van de punten waar een adder onder het gras zit. “De glasvezelinterfaces, de transceivers, van single-mode bekabeling zijn aanzienlijk duurder dan de interfaces van multi-mode bekabeling. Als je de kosten van de glasvezelbekabeling en de glasvezelinterfaces bij elkaar optelt is multi-mode bekabeling onder de streep voordeliger dan single-mode bekabeling”, aldus Stallinga. den ontvangen. Dit heet polariteit. De standaarden hebben verschillende methodes gedefinieerd voor de omgang met deze polariteit, maar laten het open welke polariteit je moet kiezen als je overstapt op 40 Gbps of 100 Gbps”, zegt Stallinga. “Het systeem is op dit moment dus niet zo plug 'n play als je eigenlijk zou verwachten. Multi-mode bekabeling is alleen plug ‘n play als je de polariteit en de gender goed hebt afgestemd. Dit is moeilijker dan het lijkt; voor je het weet ben je de weg kwijt. Het is dan ook van belang dit vooraf goed te engineeren om multi-mode bekabeling plug 'n play te maken. Dit proces kan overigens worden uitbesteed”, legt de Marketing Director van Nexans uit. aandachtspunten 100gbbase-sr4 en 100gbbase-sr10 “Wie voor multi-mode bekabeling kiest moet echter een aantal dingen goed regelen. In een MPO-connector liggen verschillende vezels naast elkaar. Het is van groot belang te zorgen dat het verzonden signaal ook op de juiste vezel ontvangen wordt. Als je bij het naast elkaar leggen van de vezels dan ook niet nauwkeurig te werk gaat, kan het voorkomen dat signalen overspringen en op een verkeerde vezel wor- “Voor multi-mode glasvezelbekabeling met een snelheid van 100 Gbps zijn op Ethernet verschillende standaarden beschikbaar: 100GBBASE-SR4 en 100GBBASE-SR10. De 100GBBASE-SR10 werkt op 2 x 10 vezels, terwijl de 100GBBASE-SR4 op 2 x 4 vezels werkt. 100GBBASE-SR4 is nog niet helemaal gedefinieerd en komt waarschijnlijk pas volgend jaar als standaard uit. De appara- dcw juli/augustus | standaardisatie deze lengte het overgrote deel van switch-server verbinding in datacenters kan worden gerealiseerd. 13 dcw juli/augustus | standaardisatie 14 tuur voor deze standaard is op dit moment dan ook nog niet te koop. 100GBBASE-SR10 is echter wel beschikbaar. Wie echter kiest voor 100GBBASE-SR10 heeft te maken met 2 x 10 vezels. De connector ondersteunt maar 12 vezels, wat betekent dat je een dubbele connector nodig hebt per verbinding. 100GBBASE-SR4 is waarschijnlijk dan ook de meest interessante standaard voor multi-mode glasvezelbekabeling, aangezien 100GBBASESR10 voor veel datacenterbeheerders waarschijnlijk een stap te ver is”, aldus Stallinga. “Gestructureerde bekabeling is waarschijnlijk de beste keuze voor datacenterbeheerders die een datacenter willen inrichten met bekabeling die meerdere generaties apparatuur kan ondersteunen. Dit is echter een keuze. Een eindgebruiker kan bekabeling ook zien als een gebruiksvoorwerp dat wordt vervangen zodra op een nieuwe generatie apparatuur wordt overgestapt. Deze werkwijze is uiteraard niet kostenefficiënt, maar kan vanuit planningsoogpunt wel de meest veilige keuze zijn. De kans dat je de verkeerde bekabeling kiest is uiteraard kleiner, aangezien de bekabeling alleen met de komende generatie apparatuur over- weg hoeft te kunnen”, aldus marketingdirecteur van Nexans. pas op voor valkuilen De volgende generatie koper- of glasvezelbekabeling is dus minder gestandaardiseerd en plug 'n play dan we zouden mogen verwachten. Datacenterbeheerders en -eigenaren die de overstap willen maken zullen hierdoor goed moeten oppassen voor de valkuilen die beide soorten bekabeling presenteren. Wie de overstap wil maken naar Cat 8 doet er verstandig aan te wachten tot duidelijk is op welke Cat 8-versie IEEE zijn standaard voor actieve apparatuur baseert. Wie te vroeg kiest loopt immers het risico de verkeerde keuze te maken.Wie nu bijvoorbeeld een hoge Cat8 versie kiest (met name Channel Y) kan eventueel op Cat 8.1 gebaseerde 40GBase-T ondersteunen. Dit is met een lage Cat 8 versie niet mogelijk. Wie dus op dit moment een beslissing wil nemen kan het best voor een hogere Cat 8 versie kiezen om herbekabeling te voorkomen. Ook bij glasvezel zijn allerlei aandachtspunten van belang, zoals de connectorkeuze en de polariteit van de verbinding. Alleen door hier vooraf goed over na te denken kan een glasvezel systeem echt plug 'n play worden gemaakt. Nexans kan hier bij helpen. ■ wouter hoeffnagel freelance journalist WHO ENSURES CONTINUITY FOR YOUR OPERATION? WE TAKE CARE OF IT! WITH FLEXIBLE POWER & FULL SERVICE SOLUTIONS Looking for a reliable emergency power source to secure your power supply if the public power net fails? Pon Power offers the security you seek. Beside our critical power diesel generators we supply UPS systems. A fully integrated critical power package, supplied and serviced by a single supplier. For more information go to www.pon-cat.com/criticalpower PON POWER BV T+31 (0) 78 6 420 420 pon-cat.com/criticalpower CAT, CATERPILLAR, their respective logos, “Caterpillar Yellow” and the POWER EDGE trade dress, as well as corporate and product identity used herein, are trademarks of Caterpillar and may not be used without permission. ©2013 Caterpillar All Rights Reserved onlangs organiseerde raritan in samenwerking met electronics & telematics en dupaco een middag over trends in het datacenter. zo’n vijfentwintig deelnemers gingen met elkaar in discussie over thema’s als energieverbruik, capaciteit en pue, de voordelen van fysieke scheiding, on-site energieopwekking voor datacenters en de zakelijke kant van dcim. Verslag van discussiemiddag ‘Datacenter Trends’: ‘Huidige werkmethodes volstaan niet meer’ Peter Grinwis, country manager Nederland bij Raritan, werd op 12 juni op zijn wenken bediend. Tijdens een event dat Raritan die dag in samenwerking met Electronics & Telematics en Dupaco in Maarssen organiseerde, constateerde hij: “Datacenter professionals dienen efficiënter te opereren, inclusief energie en cooling. De huidige werkmethodes volstaan vaak niet meer.” dcw juli/augustus | markt De presentaties die tijdens deze discussiebijeenkomst werden gehouden, probeerden alternatieven voor de door Grinwis bedoelde traditionele manieren van werken aan te dragen. Zo stelde Mees Lodder van WCooliT dat koude- en warmegangen geen zin hebben als er geen sprake is van een goede fysieke scheiding. Knut Müller van E.On introduceerde het idee van lokale energieopwekking voor datacenters. 16 Waarom afhankelijk zijn van het centrale ‘grid’ als we tegen niet ongunstige voorwaarden ook - bijvoorbeeld - een gasmotor via E.On kunnen plaatsen die de hoofdmoot van de energievoorziening voor zijn rekening neemt? Louis van Garderen, accountant bij Joinson & Spice en blogger bij zustermagazine CloudWorks, behandelde DCIM ofwel datacenter infrastructure management. Maar nu eens niet vanuit een technische invalshoek, maar vooral gezien vanuit finance en de business. pue verbeteren Grinwis van Raritan ging in zijn presentatie vooral in op het fenomeen ‘PUE’. Het is natuurlijk een bekende term, maar tegelijkertijd is het een begrip waar ook veel niet duidelijk over is. PUE wordt berekend door het totale energieverbruik van een datacenter of computerruimte te delen door het energieverbruik van de opgestelde IT-apparatuur. De factor die hier uit komt, is - in ieder geval op papier - een indicatie van de efficiency van de faciliteit.Volgens het Uptime Institute ligt de PUE wereldwijd gemiddeld op 1,8 tot 1,9. Dit getal geeft echter een zwaar vertekend beeld. In landen als Nederland komen meer en meer datacenters lager uit, maar in tal van andere landen is het heel normaal als de PUE op 2,5 of meer staat. dcim f inancieel bekeken Er is eigenlijk maar één manier om dit soort verbeteringen aan te brengen: meten. Zowel aan de IT-kant als binnen de facilitaire infrastructuur kunnen we door middel van monitoring en het verzamelen van meetgegevens in een beheerpakket de efficiency verder verbeteren. Accountant Louis van Garderen gaf hem hierin volledig gelijk in zijn presentatie ‘DCIM: …waar IT en Business samensmelten’. Hij bekeek DCIM-projecten vanuit de financiële en zakelijke kant. Interessante en ook wel verrassende conclusie van Van Garderen: de belangrijkste opbrengst van DCIM is lang niet altijd een besparing op de energiekosten. Dé grote winst van DCIM zit ‘m volgens Van Garderen vooral in een sterk verbeterde beschikbaarheid van de IT-services die het datacenter aanbiedt. Hij gaf verder aan dat goede implementaties van DCIM financieel erg interessant kunnen zijn, maar we moeten wel rekening houden met initiële investeringen die soms - zoals hij het uitdrukte ‘stevig’ kunnen zijn. Die uitgaven zitten ‘m vooral in softwarelicenties, implementatiekosten, maar bovenal investeringen in hardware. denk aan intelligente PDU’s en dergelijke. gaten dichten Daarmee gaf Van Garderen een geheel eigen kijk op DCIM. Datzelfde deed Mees Lodder - bekend van Kyoto Cooling, maar tegenwoordig actief bij WCooliT. Hij verzorgde een presentatie over fysieke scheiding. Het belang hiervan kan niet onderschat worden. Met eenvoudige hulpmiddelen - een lamp in een rack, strookjes papier voor deuren en dergelijke - kan iedere datacenterbeheerder zelf vaststellen hoeveel openingen er in zijn koude- en warmegangen zitten. Lodder vergeleek de vaak grote luchtlekkages die dan zichtbaar worden met een kantoorruimte koelen met een airco terwijl de ramen van het pand wagenwijd open staan. Constateren dat veel racks en gangen geen goede fysieke scheiding kennen is stap één. Stap twee is: hoe dichten we al die kieren en gaten? Daar lijkt vooralsnog geen makkelijk antwoord op te geven. Zelfs producten die behoren tot het standaard portfolio van menig aanbieder blijken geen afdoende scheiding op te leveren. Ligt er daarmee een kans voor een aanbieder die hier kleine en handige hulpmiddelen voor ontwikkelt? Tijdens de discussie gedurende de presentatie van Lodder leek het hier wel op. lokale opwekking Tenslotte sprak Knut Müller van E.On. Hij lanceerde een interessant concept voor datacenters: lokale opwekking van alle benodigde elektrische energie. Zijn werkgever - een van de grootste energiebedrijven van Europa - wil graag in gesprek gaan met zowel commerciële als in-house datacenters over de vraag of lokale opwekking een realistische mogelijkheid is. Hierbij bestaan meerdere (financiële) opties die alle in principe gebaseerd zijn op een lokaal op te stellen gasmotor. E.On kan alle investeringen op zich nemen en de installatie vervolgens voor een langere periode beschikbaar stellen aan het datacenter. Maar ook is het mogelijk dat het datacenter zelf eigenaar wordt, maar bijvoorbeeld beheer en operatie aan de energiemaatschappij uitbesteedt. ■ DE WINST VAN DCIM ZIT NIET PER SE IN LAGERE ENERGIEKOSTEN robbert hoeffnagel hoofdredacteur datacenterworks dcw juli/augustus | markt Hoe kunnen we de PUE verder verbeteren? Grinwis gaf een aantal suggesties. Interessant is deze: identificeer zogeheten ‘ghost servers’. Ofwel servers die ‘aan’ staan, maar eigenlijk helemaal niks doen. Zet ook servers die geen nuttige taken verrichten simpelweg uit.Vervang verder inefficiënte systemen en kies voor een zo ver mogelijk doorgevoerde vorm van virtualisatie. Dat is de winst die aan de IT-kant is te behalen. Aan de facilitaire zijde zijn ook nog wel wat stappen te doen. Met name door het verbeteren van omgevingsfactoren en het identificeren van inefficiënties in de stroomvoorziening is volgens Grinwis nog veel winst te behalen. 17 Staan datacenters aan vooravond van een energierevolutie? Brandstofcellen bieden uitstekende ‘groene’ kans blijven ‘fuel cells’ voor altijd een veelbelovende technologie die maar niet door wil breken? of staan we nu toch echt aan de vooravond van een revolutie in de energievoorziening van datacenters? bluecomp is er van overtuigd dat brandstofcellen de komende jaren dcw juli/augustus | technologie daadwerkelijk breed in datacenters toegepast zullen gaan worden. 18 Sinds de introductie van het Internet is er in datacenters niet wezenlijk veel veranderd. Natuurlijk zijn er vele verbeteringen zoals de infrastructuur voor connectiviteit (glasvezelverbinding). Echter essentiële veranderingen in bijvoorbeeld haar energieverbruik zijn ongunstig te noemen. Volgens de wet van Moore verdubbelt elke 16 maanden de rekenkracht van serverprocessoren en daarmee stijgt ook het energieverbruik. Dat als oorzaak heeft gevolgen voor het totale energieverbruik; immers verbruiken vele datacenters evenveel energie als een kleine, westerse stad. Naast de datacenters zelf hebben ook overheden door dat zo langer doorgaan uitgesloten is, ondanks dat Nederland ten opzichte van de ons omringende landen beduidend goedkopere stroom levert. Het huidige maar stijgende energieverbruik kan zelfs zo ver gaan dat datacenters in bepaalde gebieden niet kunnen en/of mogen uitbreiden. Met als gevolg dat zij hun heil in andere gebieden moeten zoeken voor voortzetting van hun bedrijfsactiviteiten. Dat heeft weer tot gevolg dat werkgelegenheid op die huidige locaties terugloopt of zelfs helemaal vervalt. Dat zou de als kenniseconomie profilerende overheid zich sterk moeten aantrekken, in ieder geval veel sterker dan tegenwoordig het geval lijkt. Grotere datacenters en computerfabrikanten realiseren zich die beperkingen maar al te goed en sommige zijn al druk doende om hun energieverbruik te verminderen en/of alternatieve energiebronnen aan te wenden. Juist in ons omringende landen zijn voorbeelden te over hoe men dat tracht te doen. Zo heeft Duitsland de laatste jaren zwaar ingezet op de opwekking van meer groene energie uit bijvoorbeeld zonnepanelen en windparken maar ook uit bio-vergisting. Die producties zijn zelfs zo omvangrijk, dat opslag van energie problematisch is geworden. Als tijdelijke oplossing heeft men daar gekozen voor afkoppeling bij overproductie en iedereen begrijpt dat dit geen werkelijke oplossing noch verbetering is. Daarom zijn er vernieuwingen in de maak die met innovatieve oplossingen komen als Power-to-Gas; hierbij wordt die overproductie van stroom door elektrolyse omgezet in waterstof en tijdelijk opgeslagen in de bestaande aardgas-infrastructuur. Indien weer stroom nodig is, wordt de waterstof uit deze opslag via brandstofcellen weer omgezet in stroom voor haar verbruikers. Ogenschijnlijk een omslachtige methode echter alles beter dan afkoppelen van groene energieproductie en voorlopig één van de meest kansrijke vormen van energieopslag. wat zijn brandstofcellen? Vroeger werden deze gas-batterijen genoemd en misschien is dat ook een betere benaming voor wat brandstofcellen eigenlijk zijn; elektrochemische toestellen die chemische energie van een continu reactie direct omzetten in elektrische energie. De chemische energie hoeft dus de opstarttijden aanzienlijk; van enkele seconden voor PEM FC tot enkele uren voor MCFC/SOFC. Ander groot verschil zijn de gebruikte brandstoffen; voor PEM FC is dat waterstof, eventueel door middel van reformers ook uit biogas of aardgas te winnen. MCFC/SOFC kunnen werken op biogas, aardgas maar ook op synthesegas; een mengsel van voornamelijk koolmonoxide en waterstof dat vrijkomt bij kolenvergassing van steenkool. Dit is nog altijd te verkiezen boven kolenverbranding wat minder efficiënt is en bovendien meer schadelijke uitstoot geeft. Andere grote verschillen zijn de kostprijs en de levensduur. Het gaat voor dit artikel te ver om hier een volledig vergelijkend overzicht te maken echter kan men stellen dat PEM FC voordeliger zijn maar niet zo lang meegaan als MCFC/SOFC. Komt bij dat door toename van geproduceerde PEM FC door populariteit van waterstofauto’s de kostprijs sterk dalende is terwijl de levensduur toeneemt; de ontwikkelingsbedrijven slagen er in de kostprijs van brandstofcellen elk jaar ongeveer te halveren. Als grootste voordeel hebben PEM FC brandstofcellen een schone uitstoot; namelijk water en soms door toegepaste reformers een geringe hoeveelheid CO2, terwijl MCFC/SOFC altijd een flinke uitstoot van CO2 hebben. Ander groot voordeel van brandstofcellen is dat zij DC stroom produceren. Hier kom ik later op terug. dcw juli/augustus | technologie niet eerst omgezet te worden in thermische en mechanische energie, waardoor er nauwelijks verliezen optreden. Op deze wijze wekt een brandstofcel op een uiterst efficiënte manier energie op. Echter, er zijn diverse soorten brandstofcellen en de benamingen zijn gebaseerd op het materiaal van gebruikt elektrolyt. Als men kijkt naar de bedrijfstemperatuur kunnen brandstofcellen in twee groepen worden onderverdeeld: Hoge en Lage temperatuur-brandstofcellen. Het bekendste voorbeeld van Lage temperatuur-brandstofcellen is de PEM FC: Proton Exchange Membrane Fuel Cell. De bekendste voorbeelden van Hoge temperatuur-brandstofcellen zijn de MCFC: Molten Carbonate Fuel Cell (gesmolten carbonaat-brandstofcel) en SOFC: Solid Oxide Fuel Cell (vaste-oxide-brandstofcel). Grootste verschillen zijn het toepassingsgebied, gebruikt elektrolyt en natuurlijk de bedrijfstemperatuur. Bij PEM FC is dat 50-220 °C en bij MCFC/SOFC varieert dat van 650 tot wel meer dan 1000 °C. Mede vanwege haar temperatuureigenschappen worden PEM FC’s veelal gebruikt in automotive, Telecom, grootschalige energieopwekking en warmte-krachtkoppeling (WKK) terwijl MCFC/SOFC vanwege hun bedrijfstemperatuur juist niet worden gebruikt in automotive en Telecom maar wel in andere genoemde toepassingen. Ook door de bedrijfstemperaturen verschillen 19 ‘ER ZIJN ECHTER OOK INTERESSANTE ONTWIKKELINGEN GAANDE OP BASIS VAN PEM FC TECHNOLOGIE’ Recent zijn een aantal grote Amerikaanse datacenters van onder andere eBay, Adobe, Google, AT&T, CocaCola en Wal-Mart, voorzien van de Bloom Box op basis van SOFC technologie, gemaakt door techno-start up Bloom Energy in Californië. Deze apparatuur werkt op aardgas en wordt mede vanwege haar bedrijfstemperatuur in de buitenlucht geplaatst om datacenters continu van energie te voorzien. Het ogenschijnlijke succes is voornamelijk te danken aan het business-model (pay electrons used, not equipment) en de aldaar lokaal voordelige beschikbaarheid van aardgas, al dan niet afkomstig vanuit fracking. Juist deze laatste productiemethode is - vooral in Europa - omstreden omdat bij de winning van schaliegas het grondwater wordt verontreinigd met schadelijke chemicaliën en daarmee extra milieubelastend is. Het aanvankelijke succes lijkt dan ook meer een Amerikaans economisch-politieke keuze dan een werkelijke technologische vooruitgang. Er zijn echter ook meer interessante ontwikkelingen gaande op basis van eerder genoemde PEM FC technologie. Meer interessant omdat deze brandstofcellen werkzaam zijn met een veel lagere bedrijfstemperatuur maar ook omdat deze technologie steeds voordeliger in prijs wordt. Door die lagere bedrijfstemperatuur kunnen de PEM FC zowel buiten als binnen de datacenters geplaatst worden, zowel als continu- als noodstroomvoorziening. Deze worden ook in Nederland - nu al geleverd door onder andere CommScope. Echter vanwege de prijsperceptie van deze innovaties nog mondjesmaat als continu-stroomvoorziening maar in sterk groeiende mate als noodstroomvoorziening ter vervanging van zware dieselmotoren. Immers hebben waterstof PEM brandstofcellen een lagere Total Cost of Ownership dan conventionele diesel generatoren. Mede door wetgeving en financiële ondersteuning van overheden wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven schone technologie toe te passen in plaats van archaïsche apparatuur van ongeveer een eeuw geleden, die bovendien uitsluitend op fossiele brandstoffen kunnen werken. Juist door toename van alternatieve energiebronnen zullen conventionele aanbieders van ‘vuile’ energie hun productie steeds voordeliger aanbieden en is hier een taak voor overheden om verdere uitstoot van schadelijke stoffen te beperken. Zeker in dicht bevolkte en/of verstedelijkte gebieden te verscherpen en enigszins acceptabele normen voor kwalitatieve leef- en werkomgeving te handhaven. Een interessante ontwikkeling is eind vorig jaar ingezet door het R&Dteam van Sean James bij Microsoft - die bovendien in het Open Compute Project (OCP) worden gepubliceerd - namelijk plaatsing van de brandstofcel in het server-rack! De brandstofcellen produceren DCstroom terwijl ook een server werkt op DC-stroom. Door deze directe koppeling tussen brandstofcellen en servers zijn geen AC/DC omvormers meer nodig wat een enorme verbetering van efficiency is. Bovendien is zware infrastructuur voor elektriciteit in het datacenter niet meer nodig maar is enkel een gasleiding nodig om de brandstofcellen in het server-rack van gas te voorzien. Het is enkel koudwatervrees van perceptie op brandbaar gas in het server-rack, die deze wezenlijke innovatie als toepassing tegenhouden. Deze negatieve perceptie wordt verder verminderd door innovatieve vloeistofkoeling toe te passen wat zo mogelijke escalaties in vroeg stadium al voorkomt. Bijkomend voordeel is dat brandstofcellen in het server-rack ‘hot swapable’ zijn wat tevens betekent dat noodstoomvoorzieningen technisch gezien volstrekt overbodig zijn geworden. De plaatsing van brandstofcellen als noodstoomvoorziening lijkt hiermee een opstapfase te zijn geworden naar het veel efficiënter Fuel Cell inside the Server. Door inzetten van al verkrijgbare brandstofcellen als noodstoomvoorziening doet het datacenter echter ervaringen op die de perceptie van betrokkenen verder zal beïnvloeden om deze technologie in vroeg stadium al te adapteren; immers zal het datacenter geen excessief stroom meer verbruiken van conventionele leveranciers maar stroom kunnen betrekken van waterstof uit regeneratieve bronnen als zonnepanelen, windparken tot biovergistingsinstallaties om de brandstofcellen te voeden. Ook aardgas is mogelijk waardoor zogenaamde multi-fuel een verhoogde bedrijfszekerheid garandeert. Hierdoor is het voor datacenters mogelijk om uit te breiden op locaties waar dat tegenwoordig onmogelijk is geworden. Bovendien tevens hun maatschappelijke relevantie te vergroten in de zin van behoud van hoogwaardige werkgelegenheid en/of bevordering agricultuur door levering van de benodigde warmte en CO2. Dat met introductie van DC/DC gekoppelde brandstofcellen in het server-rack een revolutie in het datacenter zal voltrekken, is hiermee voldoende ingegeven. Voorlopig zijn persoonlijke perceptie, ogenschijnlijk hoge aanschafprijs en voldoende aanlevering van brandstoffen enige voorwaarden voor het voltrekken van de evolutionaire verandering in Nederlandse datacenters, omdat wij met deze buitenlandse technologie nu eenmaal niet voorop lopen. Het is immers taak van innovatieve, visionaire datacenters in Nederland om haar concurrerende positie te behouden en waar mogelijk uit te breiden. ■ alexander paul directeur van bluecomp dcw juli/augustus | technologie wat betekenen brandstofcellen voor datacenters? 21 Energieverbruik een van de speerpunten DCA lanceert keurmerk voor datacenters op een onlangs gehouden evenement lanceerde de data centre alliance haar programma voor kwaliteitskeurmerken voor datacenters - de dca certificering, dat nu volledig afgerond is. het evenement, voorgezeten door dca svp matt pumfrey van de scc, werd ingeleid door een keynote van dca president steve norris van virtus data centres. dcw juli/augustus | certificering Als fanatiek aanhanger van het principiële idee om de lat zo hoog mogelijk te leggen in de industrie, gaf voormalig minister Norris een rede met een nadruk op de grote uitdaging waar de industrie voor staat. Volgens Norris dient de datacenter-industrie deze uitdaging aan te gaan door middel van het proactief naar voren brengen van oplossingen voor deze uitdagingen, zoals de DCA Datacenter Certificering. Norris’ rede benadrukt dat het belangrijk is de uitdagingen nu in hun greep te krij- 22 gen en beslissers bewust te maken van het belang dat datacenters voor de economie hebben. Het is belangrijk om de politiek te laten inzien dat datacenters een verrijking vormen voor de maatschappij. speerpunten Het thema energieverbruik is één van de speerpunten van de DCA Certificering. Dit punt werd dan ook bediscussieerd in de speech van Lord Rupert Redesdale. Als voormalig Energy Spokesman van de Liberal Democrats in het Verenigd Koninkrijk en huidig CEO van de Energy Managers Associations (EMA) heeft Redesdale veel inzicht in de uitdagingen waar op dit moment de UK, Nederland en andere Europese landen voor staan. Hij zette een realistisch toekomstbeeld neer van een datacenter-industrie die enerzijds met een hogere energieafname zit, anderzijds ervaart dat de energiebronnen schaars worden en in prijs zullen stijgen. Redesdale wenst dat de EMA en de DCA, door een goede samenwerking, een groot verschil kunnen maken. Zijn doel is daarbij om de industrie aan het denken te zetten en de industrie te motiveren om snel te investeren in milieuduurzaamheid en energie-efficiëntie. bestaande standaarden De DCA Certificering is gebaseerd op reeds bestaande standaarden en andere richtlijnen. Duncan Clubb, CTO bij CS Technology, toonde in zijn presentatie aan hoe wijdverspreid, contradictoir en verbrokkeld de datacenter-standaarden op dit moment zijn. Dit feit zorgt voor verschillende subjectief opgestelde meningsverschillen, zelfs bij datacenter-experts onderling. De datacenter-industrie zal dan ook adequaat moeten handelen om onduidelijkheden en wantrouwen van klanten en beleidsmakers uit de weg te helpen. In zijn presentatie stelde Clubb openlijk de vraag of het hebben van pre-certificering, wat in sommige certifice- certificering de mogelijkheid hebben te kijken naar de daadwerkelijke prestaties van een datacenter-bedrijf, dit ten opzichte van de gemiddelde prestatiestandaard in de datacenter-industrie. De certificering toont aan dat het bedrijf in kwestie is gekeurd door een beproefd auditor en dat de waarnemingen gedaan in dit bedrijf zijn geëvalueerd dan wel gevalideerd door de DCA Accreditation Board. vier punten Het grote voordeel voor mensen die werkzaam zijn in de datacenterindustrie, is de mogelijkheid om te herkennen dat het bedrijf extern is gekeurd en goedgekeurd.Vier speerpunten in de certificering zijn; • het continuïteitsniveau van het datacenter als geheel • de operationele professionaliteit • de duurzaamheid • de fysieke veiligheid Campbell-Whyte bevestigt dat de ordening en kwalificatie van deze certificering het grootste winstpunt is. Door het uitgeven van een kwaliteitskenmerk is er voor datacenters met mindere prestaties geen ruimte meer zich groter voor te doen dan zij daadwerkelijk zijn. De zogeheten ‘gouden regels’ die gelden voor de DCA gelden tevens voor aangesloten bedrijven: •onafhankelijkheid •transparantie •betaalbaarheid werking Vervolgens presenteerde Simon Campbell-Whyte, Executive Director van de DCA, een overzicht van de werking van de nieuwe DCA Certificering. Hij bedankte DCA-leden voor hun bijdragen en in het speciaal PTS Consulting, Future-Tech, CS Technology en Cerios Green, voor het leveren van expertise en assistentie bij de ontwikkeling van dit programma. Campbell-Whyte laat zien hoe de DCA Certificering is ontwikkeld met als doelstelling nieuwe kaders voor de datacenter-industrie neer te zetten, die up-to-date worden gehouden. Met de snel veranderende technologie en rappe innovatie in het achterhoofd, is dit geen overbodige luxe. Klanten en andere betrokken partijen zullen door deze nieuwe Na de presentatie van Campbell-Whyte zette het debat zich voort in een kleiner panel, voorgezeten door Matt Pumfrey. In dit panel namen plaats: • Martin Essig, Telecity GmbH (Duitsland) • James Wilman, Future Tech (UK) • Steve Hone, DCA (UK) • Grant Morrison, PTS Consulting (UK) • Frank Verhagen, Cerios Green (NL) Wie meer willen weten over de DCA Certificering, kijk op: www.data-central.org/default.asp?page=Certifications ■ HET THEMA ENERGIEVERBRUIK IS ÉÉN VAN DE SPEERPUNTEN VAN DE DCA CERTIFICERING joris van der elsen journalist |23 dcw juli/augustus | certificering ringsschema’s wordt gebruikt, een aanwinst of slechts hinder is. De discussie die hierop volgde, maakte duidelijk dat deze hinder weggewerkt dient te worden. Met de introductie van de DCA Certificering zullen deze hindernissen tot het verleden behoren. De cloud-industrie stimuleert de groei van de datacenters op dit moment enorm. Alex Hilton, CEO van het Britse Cloud Industry Forum, presenteerde het format van de bestaande CIF Certificering. Dit is een kwaliteitskenmerk voor cloud-dienstverlening, gebaseerd op zeer sterke richtlijnen in de cloud-industrie. Hiltons presentatie benadrukte de urgentie om een goedwerkende datacenter-industrie te hebben, om ook de cloud-industrie gezond te kunnen houden. Daarnaast toonde Hilton enkele barrières tussen de datacenter-industrie en de cloud-industrie. Hilton verwacht verbeteringen, onder meer door de DCA Certificering. De CIF en de DCA zijn tot een samenwerkingsverband gekomen, waarin beide industrieën en hun leden baat hebben bij gekoppelde projecten en werkprogramma’s. 23 Onderzoek CommScope, CANS en DatacenterWorks Groei in Nederlandse datacenters 1.Op basis van de gemiddelde groei van de afgelopen 2 jaar heb ik nog voldoende capaciteit in mijn datacenter voor: ■ Minder dan één jaar ■ Minder dan twee jaar ■ Meer dan twee jaar ■Weet niet, maar binnen 2 weken kan ik hier onderbouwd antwoord op geven ■Geen idee en het gaat waarschijnlijk langer dan 2 weken duren voor een onderbouwd antwoord dcw juli/augustus | onderzoek 2.Mijn IT-budget met betrekking tot het datacenter kent voor dit jaar een: ■Groei van meer dan 10% ■Groei van minder dan 10% ■Geen verandering ■Krimp van minder dan 10% ■Krimp van meer dan 10% 24 3. De belangrijkste onderwerpen voor investeringen in mijn datacenter zijn: ■Energiebesparing ■Cloud computing ■Consolidatie ■Big data ■Verhogen van de beschikbaarheid 4. Meet uw organisatie op dit moment de PUE? ■Nee ■PUE categorie 0; de IT Load wordt periodiek gemeten op de UPS ■PUE categorie 1; de IT Load wordt continu gemeten op de UPS ■PUE categorie 2; de IT Load wordt periodiek gemeten op de rack PDU’s ■PUE categorie 3; de IT Load wordt continu gemeten op de rack PDU’s 5. De investeringen in mijn datacenter zijn voornamelijk: ■Reactief; om acute problemen op te lossen ■Proactief korte termijn; om bepaalde knelpunten op te lossen ■Proactief lange termijn visie: op basis van een roadmap ■Niet; er wordt steeds meer uitbesteed 6.Als ik het beheer van mijn datacenter moet typeren dan doen wij voornamelijk: ■Basis beheer; geen integratie, basis monitoring gebeurt met tools die bij de apparatuur zijn meegeleverd ■Reactief beheer; wij gebruiken software om de omgeving en het verbruik van de apparatuur te monitoren ■Proactief beheer; de details, locatie en status van verschillende componenten worden bijgehouden. Deze data wordt gebruikt om risico’s te verminderen en verlies te voorkomen ■ Geoptimaliseerd beheer; verschillende IT en Infrastructuur componenten zijn geïntegreerd. Analyses worden gemaakt voor optimalisatie, service management en optimalisaties en nearreal-time ■ Autonoom beheer; geïntegreerde management software past automatisch resources en gebruik aan naar wensen en behoefte 7. De gemiddelde bezettingsgraad van mijn servers is: ■Minder dan 60% ■Tussen de 60-80% ■Tussen de 80-95% ■ Weet niet, maar binnen 2 weken kan ik hier onderbouwd antwoord op geven ■Geen idee en het gaat waarschijnlijk langer dan 2 weken duren voor een onderbouwd antwoord 8.De bandbreedte in mijn datacenter (1, 10, 40 Gbps, etc.) ga ik waarschijnlijk vergroten: ■Binnen 1 jaar commscope (leverancier van communicatie-infrastructuren en itracs-software) en dcimspecialist cans hebben met datacenterworks en cloudworks het initiatief genomen om de groei van nederlandse datacenters in kaart te brengen. hiertoe is onderstaande vragenlijst opgesteld over trends en verwachtingen. u kunt de antwoorden geven op: http://bit.ly/1pnzb8u. deelname is extra interessant omdat cans onder de deelnemers aan deze enquêtes twee zogeheten ‘quick scans’ verloot. deze quick scan geeft snel en geheel gratis inzicht in de stand van zaken binnen uw eigen computerruimte of datacenter.het rapport met de uitkomsten & details van het onderzoek zal gratis ter beschikking worden gesteld aan alle respondenten. 9.Het aantal ‘niet gebruikte assets’ (zoals niet gebruikte servers) in mijn datacenter is: ■Meer dan 25% ■Tussen de 10% en 25% ■Minder dan 10% ■Weet niet, maar binnen 2 weken kan ik hier onderbouwd antwoord op geven ■Geen idee en het gaat waarschijnlijk langer dan 2 weken duren voor een onderbouwd antwoord 10.Voor het plaatsen van nieuwe apparatuur gebruiken we: ■Het sneakernet; medewerkers lopen de verschillende locaties af om de meest optimale locatie te bepalen ■handmatige combinatie: het combineren van input van de verschillende afdelingen ■gebruik te maken van geïntegreerde tooling 11.Het datacenter wordt in mijn organisatie gezien als: ■Een cruciaal en/of onderscheidend, competitief vermogen ■Een cost center ■Neutraal / een noodzakelijk ‘kwaad’ 12.Voor het compleet en volledig overzicht van mijn datacenter ■Kan ik een en ander eenvoudig en volledig visueel weergeven ■Moet ik meerdere systemen raadplegen ■Heeft geen prioriteit 13.Het reduceren van operationele kosten in het datacenter is voor mij iets; ■Waar ik nu mee bezig ben ■Dat op de agenda staat voor dit jaar ■Dat voor volgend jaar belangrijk wordt ■Waar een andere afdeling verantwoordelijk voor is ■Wat voor nu onvoldoende prioriteit heeft 14.Het doorvoeren van wijzigingen in mijn datacenter gebeurt ■Zeer gestructureerd volgens vastgelegde procedures ■Per afdeling/ businessunit verschillend ■Veelal op ad hoc basis 15. ‘Wat als’ - analyses / predictive analyses worden binnen ons datacenter gemaakt door: ■Een samenwerking van verschillende afdeling op ad hoc basis ■Gebruik te maken van geïntegreerde tooling ■Gebeurt op dit moment vrijwel niet, maar is wel wenselijk ■Gebeurt niet en heeft vooralsnog geen prioriteit ■Samen met een externe partij gratis quick scan DCIM-specialist CANS verloot onder de deelnemers twee Site Maturity Quick Scans waarbij in een halve dag de volwassenheid van de Data Center Operations – mensen en processen – tegen de CMMmaatstaf (Cloud Maturity Model) wordt gehouden. Als resultaat van deze Survey krijgen de winnaars een overzicht van een aantal essentiële DC processen en hoe volwassen deze worden gevolgd. De Site Maturity Quick Scan wordt onafhankelijk en tool-agnostisch uitgevoerd door CANS consultancy. Meer informatie over de Site Maturity Quick Scan is hier te vinden: http://www.cansbv.nl/smqs dcw juli/augustus | onderzoek ■Binnen 1-3 jaar ■Binnen 3-5 jaar ■Geen idee, ik heb onvoldoende inzicht in mijn huidige infrastructuur ■Weet nog niet, ik heb mijn netwerk volledig visueel inzichtelijk om mij tijdig van informatie te voorzien 25 nederland als ‘internetknooppunt’ van de wereld? droom of werkelijkheid? steeds meer (internationale) bedrijven als google data, equinix en interxion kiezen de laatste tijd voor ons land als vestigingsplaats voor hun datacenters. zelfs microsoft en apple hebben concrete plannen. wat maakt ons land zo ideaal? ons stabiele, politieke klimaat en de lage temperaturen? of weten we hier beter dan elders hoe je een ‘heet’ datacenter koel houdt, met een relatief laag energieverbruik? dcw juli/augustus | trend Nederland ‘hot’ in datacenters! 26 Nederland ontwikkelt zich al jaren tot één van de meest sterke datacenter- en netwerkhubs in de wereld. Bedrijven voelen zich aangetrokken tot onze gunstige geografische ligging (aan zee en relatief koud) en de perfecte, bestaande infrastructuur voor connectiviteit (glasvezelverbinding) met heel Europa en de VS. Bovendien kent Nederland, ondanks de grote schommelingen in verkiezingsuitslagen en kabinetten, een stabiel politiek klimaat en is onze energieprijs tegenwoordig relatief gunstig. Zeker in vergelijking tot omringende, concurrerende landen als Groot-Brittannië en Duitsland, waar de prijs voor stroom tot wel 40% duurder is. Juist deze landen hebben de laatste jaren zwaar ingezet op de opwekking van meer groene energie, maar ondervinden nu last van het stoppen met nucleaire stroomopwekking in Duitsland én van de snelle opkomst van schaliegas in de USA. Om dit tijdelijke voordeel om te zetten in een structureel verschil, doet de Nederlandse overheid er verstandig aan haar beleid op het gebied van stroom (Energie Akkoord) en belastingen te continueren. uitgesloten Ted Meij, Algemeen Directeur Blygold Nederland. Dat energieverbruik en -beheer zo cruciaal is voor datacenters, heeft vanzelfsprekend te maken met de enorme hoeveelheden energie die ze verbruiken. De cijfers zijn imposant, maar ook verontrustend. Menig datacenter verbruikt namelijk evenveel energie als een kleine, westerse stad. En omdat de rekenkracht van serverprocessoren volgens de wet van Moore elke 16 maanden verdubbelt - en daarmee ook het po- koeling Dat omvangrijke energieverbruik van datacenters zit ‘m overigens niet alleen in het dataverbruik en de systemen; het koelen van de datacenters is minstens zo energie-intensief. Ook op dat gebied slaan de ontwikkelingen - mede door de strengere energie-eisen vanuit de overheid - een andere weg in. Werden de meeste datacenters tot voor kort met koelmachines uitgerust, nu wordt - mede door hun fysieke aanwezigheid in de bebouwde omgeving - er veelal overgeschakeld op vrije koeling, buitenlucht- en adiabatische koeling. In deze laatste situatie wordt er water verneveld of gesproeid. Helaas kleven hier risico’s aan, zoals de kans op Legionella en het ontstaan van corrosie. De gevolgen voor het functioneren van het datacenter zijn - in beide situaties - desastreus, zeker ook financieel. En toch wordt dit door aannemers, installateurs en eindgebruikers nogal eens genegeerd. Ten onrechte, want juist bij adiabatisch koelen is onderhoud cruciaal en zorgt het coaten van de warmtewisselaars en een preventieve chemicaliënvrije waterbehandeling voor zekerheid, maar ook voor energiebesparing en voorkomt het storingen en dus veel ellende. hick-ups En hick-ups zijn fataal, weet ook René Fransman. Als onafhankelijk adviseur - en voormalig eigenaar van APAC - ondersteunt hij al jaren bedrijven bij het koelen van datacenters en computerruimtes. “De functionaliteit van het datanetwerk - en dus ook het onderhoud ervan is cruciaal. Is er een probleem, dan houdt vaak alles gelijk op. Kijk maar naar ProRail; als er daar een storing is, rijden de treinen niet meer en komt er niemand op tijd thuis. Ook het bancaire verkeer - of het tele- ‘OOK MICROSOFT INVESTEERT STEVIG IN ENERGIE-EFFICIENCY’ dcw juli/augustus | trend tentiële energieverbruik - is zo langer doorgaan dus uitgesloten. Dit realiseren bedrijven als Google, Microsoft en Apple zich maar al te goed. Verklaarde Google jaren terug nog dat het zoeken op internet net zoveel energie zou kosten als een uur een spaarlamp laten branden, inmiddels heeft deze internetreus drastische maatregelen getroffen die dit energieverbruik met 60% doet reduceren. Ook Microsoft investeert stevig in energie-efficiency, zoals bij zijn nieuwe vestiging in Nederland. Plannen om op grote schaal warmte uit broeikassen als energie voor zijn datacenter te gebruiken, worden steeds concreter. Ook computerfabrikanten als HP, IBM en Intel zijn druk bezig nieuwe server processor apparatuur te ontwikkelen die met dezelfde rekenkracht 80% minder energie verbruikt. 27 foonverkeer - ligt plat als bijvoorbeeld de installaties niet optimaal functioneren.” Koeling is volgens Fransman essentieel hierin. “Het voordeel van het klimaat in Nederland is dat de buitentemperatuur zelden boven de tegenwoordig geldende normtemperatuur van datacenters uitkomt, namelijk 27 °C. Daarom maken we steeds minder gebruik van mechanische koeling met koelmachines. Want juist deze systemen verbruiken relatief veel energie.” bestaande bouw dcw juli/augustus | trend Daarom is verantwoord energiebeheer - in combinatie met optimaal onderhoud - voor eindgebruikers zo essentieel, weet ook Ted Meij, Algemeen Directeur Blygold Nederland. Als specialist in het reinigen en renoveren van water- en luchtsystemen, ondersteunt zijn bedrijf diverse ICT-bedrijven in Nederland hierbij. “Bij nieuwe datacenters zijn de mogelijkheden voor energie-efficiënte oplossingen vanzelfsprekend ruimer. Maar ook bij bestaande bouw en koeling met koelmachines en drycoolers is veel winst en efficiency te behalen.” Ted Meij somt een aantal recente voorbeelden op, waarbij onderhoud en corrosiebescherming ervoor zorgden dat zowel de prestaties van de machines verbeterden, als het energieverbruik van het datacenter deed teruglopen. “Met onze eigen coatings slagen we er zelfs in de levensduur van de machines met jaren op te rekken. Ook als deze datacenters vlakbij zee zijn gevestigd, en de aluminium lamellen van de installaties door zee en zout ernstig zijn aangetast en gecorrodeerd.” Het geheim van deze smid zit ‘m in de specifieke eigenschappen van hun coatings, in combinatie met hun unieke procedé; beide het gevolg van jarenlange research en ervaring. “In de afgelopen decennia hebben wij warmtewisselaars op de meest bijzondere locaties gecoat: op zee, vanuit de meest luxueuze cruiseschepen, tot in Zuid-Koreaanse treinen, Parijse musea als het Louvre en Afrikaanse power plants.” Het meest spectaculaire huzarenstukje klaarde Blygold in Dubai, tijdens de realisatie van de Palm 28 Islands.Toen coatte het bedrijf liefst 12.000 warmtewisselaars. “Nu staat de teller op bijna 1 miljoen gecoate warmtewisselaars”, aldus een trotse Blygold-directeur. onderhoud Volgens René Fransen moeten datacenters blij zijn met zulke specialisten op het gebied van adequaat onderhoud. “Omdat zij meer doen dan uitsluitend filters schoonhouden en warmtewisselaars reinigen. Zeker in een kustrijk land als Nederland is de kans op corrosie groot en hangt het optimaal functioneren van dit soort systemen af van de mate van onderhoud. Besparen daarop is gevaarlijk. Zeker als je bedenkt dat de warmte-uitwisseling bij datacenters na 5,6 jaar door vaak onzichtbare, interne vervuiling niet meer zo goed verloopt en dat storingen en problemen vaker voorkomen, ook in het dataverkeer. In 1 op de 2 situaties is dat het gevolg van onvoldoende onderhoud, maar ook het ontbreken van de juiste kennis voor dit specifieke onderhoud.” Toch is ook Fransman optimistisch over de kansen van Nederland als het internetknooppunt van de wereld. “Er liggen plenty kansen. Voorspellingen beweren dat in 2020 liefst 50 miljard apparaten wereldwijd zijn aangesloten op het internet. Het opslaan van al deze gegevens in datacenters, vereist betrouwbare en energie-efficiënte oplossingen. Ons land bezit de kennis op dit gebied en tevens de noodzakelijke infrastructuur en geografische voordelen. Laten we deze kansen met beide handen aanpakken, dat is ook goed voor de werkgelegenheid. Maar als we het doen, dan wel op de juiste manier. Laten we de risico´s klein houden, de energiekosten laag en gaan voor levensduurverlenging van systemen. Dan blijven datacenters ‘hot’, tot in lengte van jaren.” ■ mart rienstra journalist SLA VIRTUALISATIE APPS SECURITY STORAGE SOLUTIONS PAAS MIGRATIE CLOUDSHOPPING SOLUTIONS STORAGE CLOUDCOMPUTING VIRTUALISATIE MIGRATIE DATA GREEN IT SECURITY LAAS SAAS PRIVATE LAAS GREEN IT SECURITY PUBLIC IT MANAGEMENT PAAS MIGRATIE PRIVATE APPS CONVERSION HYBRIDE CLOUDCOMPUTING PRIVATE LAAS CONVERSION PUBLIC HYBRIDE IT MANAGEMENT GREEN IT cloudworks.nu geheel vernieuwd! Feiten en fictie in kaart gebracht Willy Rietveld van TE Connectivity: ‘Natuurkundig onderzoek is de basis van intelligente kabeloplossingen’ bekabeling speelt een cruciale rol in ieder datacenter. zonder bekabeling is er geen communicatie mogelijk tussen verschillende componenten van het datacenter, kunnen klanten het datacenter niet bereiken en is het verwerken van data onmogelijk. te connectivity is een belangrijke speler op het gebied van optische glasvezels. het aloude spreekwoord ‘meten is weten’, gaat op dit gebied volledig op. natuurkundig onderzoek - ondersteund door vier verschillende laboratoria in ’s-hertogenbosch - helpt te connectivity dan ook bij de dcw juli/augustus | bekabeling ontwikkeling van haar intelligente bekabelingsoplossingen. 30 We praten met Willy Rietveld, die binnen TE Connectivity verantwoordelijk is voor de global engineering organisatie van fiber platform producten gebruikt in datacenters en central office omgevingen. Rietveld kijkt graag ver vooruit, zo verwacht hij dat over 18 jaar smartphones beschikbaar zijn die wat betreft rekenkracht dicht in de buurt komen van het menselijk brein. Willy Rietveld is 19 jaar geleden direct na zijn studie micro-elektronica en chip design begonnen bij AMP, wat later is opgegaan in het huidige TE Connectivity. Na allerlei functies te hebben bekleed en bij nagenoeg alle engineering processen binnen de organisatie betrokken te zijn geweest, is zijn huidige rol gericht op Global Engineering van Data Center & Central Office fiber platforms. bekabeling 'binnen de box' “TE Connectivity richt zich onder andere op bekabeling 'binnen de box', zoals routers, switches en servers. Hier zie je een duidelijk migratie naar steeds meer optica op kleine afstanden. In eerste instantie is glasvezel tussen de continenten aangelegd.Vervolgens is vanuit het punt waar deze kabels aan land komen glasvezel aangelegd naar de centrales. Ook de verbinding tussen deze centrales en de wijkkabinetten bestaat inmiddels uit glasvezel. Nu zijn we bezig vanuit deze wijkkabinetten naar de woningen glasvezel te implementeren”, aldus Rietveld. “De afstand waarover optica wordt ingezet wordt dus steeds korter. Op termijn zal je dan ook zien dat de optica in steeds kleinere apparatuur gebruikt gaat worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een smartphone of tablet.” “De nieuwe generatie supercomputers beschikt vanaf 2016 waarschijnlijk over een rekenkracht van 1 exaflop. Dit staat gelijk aan de rekenkracht van het gemiddelde menselijke brein. De rekenkracht van deze hedendaagse supercomputer is naar verwachting over 13 jaar al beschikbaar in een laptop. Over 16 jaar is deze rekenkracht zelfs beschikbaar in een smartphone. Deze verwachtingen baseren we op ervaringen uit het verleden.Vanaf 2032 hebben we dus een telefoon in onze broekzak die de rekenkracht van het gemiddeld menselijk brein benadert”, zegt Rietveld. supercomputer in een smartphone “De supercomputer die we nu bouwen bestaat uit een ruimte vol optica. Een gemiddelde su- 31 dcw juli/augustus | bekabeling CoolBit een nieuw product gelanceerd. CoolBit beschikt over zestien kanalen met 25 GbE, waarmee de totale capaciteit op 400 GBit komt.” dcw juli/augustus | bekabeling meten is weten 32 percomputer heeft vandaag de dag 5,5 miljoen optische verbindingen. Deze verbindingen moeten over 16 jaar dus in een smartphone verwerkt zitten. Je kunt dit vergelijken met de ontwikkeling van de desktopcomputer. De voorloper van de desktop bestond ook uit een volledige ruimte vol IT-apparatuur”, aldus Rietveld. Hij vervolgt: “We zullen dus steeds meer optica in de box kunnen terugvinden. De hoeveelheid communicatie van de rand van deze box naar de buitenwereld neemt hierdoor ook aanzienlijk toe. Om hier op in te spelen, hebben we voor de datacommunicatiewereld een active cable assembly ontwikkeld. Hierbij hebben we meerdere glasvezels in één kabel ondergebracht en wordt het optische signaal in de connector omgezet naar een elektrisch signaal. Een datacenterbeheerder sluit hierdoor voor zijn gevoel gewoon een elektrische connector aan, terwijl hij profiteert van alle voordelen van optica. Denk hierbij aan een dunnere kabel, een grotere lengte en minder energieverbruik.” plug and play “Een uitdaging met optica voor goede signaaloverdracht is dat de kern van glasvezels, die in doorsnede ongeveer gelijk zijn aan een tiende van een haar, allemaal netjes tegenover elkaar moeten staan. Een elektrische connector is echter plug and play en werkt dus direct. Met de active cable assembly speelt TE Connectivi- ty hier op in”, legt Rietveld uit. “We hebben daarnaast een nieuw platform gelanceerd dat nu al de migratie naar 100 GbE ondersteunt. Dit terwijl de implementatie van 10 GbE naar 40 GbE op dit moment nog volop aan de gang is. De migratie naar 100 GbE gaat waarschijnlijk nog zeker tot 2020 duren. Doordat onze bekabelingsoplossing hier nu al voor geschikt is, kan de backbone blijven liggen bij de migratie naar 100 GbE. Met een simpele wijziging van een patchkabel en cassette kan naar 40 GbE of 100 GbE worden gemigreerd.” kern van de natuurkunde “De basis van deze ontwikkeling is een multifiber interconnect met 24 glasvezels, die een zeer laag verlies oplevert. Op dit gebied heeft TE Connectivity een leidende positie. Deze voorsprong hebben wij behaald door de kern van de natuurkunde op te zoeken. We hebben bijvoorbeeld studenten van universiteiten in dienst die promotieonderzoek doen naar de fysische natuurkunde rond het gedrag van bijvoorbeeld licht. De informatie die deze onderzoeken opleveren gebruiken wij om producten te ontwikkelen en een voorsprong te behalen. De basis van bekabeling gaat immers terug op deze fysische natuurkunde”, zegt Rietveld. Het bedrijf is ook al druk bezig met de migratie die hierop zal volgen: de migratie naar 400 GbE. “TE Connectivity heeft onder de naam Meten is weten in het vakgebied van TE Connectivity. Laboratoria spelen dan ook een ondersteunende rol in het werk van de organisatie. “TE Connectivity beschikt over vier laboratoria in ’s-Hertogenbosch met verschillende doeleinden. We hebben een laboratorium waar we de huidige productieprocessen wereldwijd onder controle houden. Zijn er bijvoorbeeld problemen in het productieproces? Dan kunnen we bijvoorbeeld zelf een kleine serie producten produceren om het probleem te reproduceren”, legt Rietveld uit. “Daarnaast beschikken we over een lab dat is gericht op de automatisering van het productieproces. Veel bekabelingsoplossingen worden momenteel op strategische locaties in lage lonen landen geproduceerd. Hier komt veel handwerk bij kijken. Het aantal fibers in optische kabels gaat echter steeds verder omhoog, wat het productieproces steeds complexer maakt. Om de kwaliteit te kunnen waarborgen is het noodzakelijk het productieproces verder te automatiseren.” testen uitvoeren “Het derde laboratorium wordt gebruikt voor het uitvoeren van testen. Hier voeren we bijvoorbeeld temperatuur-, vibratie- en trek-testen uit. Dit laboratorium helpt de kwaliteit van onze producten op peil te houden en te bewijzen dat ze voldoen aan de functionele eisen. Geproduceerde producten worden steekproefsgewijs aan kwaliteitscontroles onderworpen. Het vierde lab is een development laboratorium, waar we nieuwe producten ontwikkelen”, aldus Rietveld. TE Connectivity is door nu al vooruit te kijken in de wereld van glasvezeltechniek druk bezig met de ontwikkeling van technologieën die over vele jaren ongetwijfeld zullen worden ingezet. Natuurkundig onderzoek, ondersteund door de vier laboratoria, speelt in dit proces een cruciale rol en helpt het bedrijf zijn leidende positie in de markt vast te houden. ■ wouter hoeffnagel freelance journalist Meer weten over business, innovatie & IT? Lees www.BusinessEnIT.nl Business & IT publiceert artikelen en blog posts over de relatie tussen IT, business en innovatie. Ook publiceren? Kijk op http://businessenit.nl/over-business-en-it/ Themaochtend ‘Buitenbeveiliging datacenters’ Beschikbaarheid IT vereist fysieke én virtuele security datacenters spelen zo’n belangrijke rol in de nederlandse economie dat we niet langer zonder een 24/7-beschikbaarheid van deze voorzieningen kunnen. dat vereist een hoogwaardige technische infrastructuur, maar natuurlijk ook een goede bescherming van de faciliteit en de daarin opgestelde it-apparatuur. buitenbeveiliging speelt hierbij in toenemende mate een hoofdrol, bleek tijdens een sessie die heras onlangs organiseerde in het datacenter van eurofiber in groenekan. Analist Peter Vermeulen van onderzoeksbureau Pb7 Research sprak tijdens de themaochtend ‘Buitenbeveiliging van datacenters’ van ‘zeer serieuze consequenties’ als bij een datacenter binnendringing plaatsvindt. Met binnendringing doelt Vermeulen op inbraak en andere vormen van het onrechtmatig betreden van een pand. “De consequenties van binnendringing zijn zeer serieus”, vertelde Vermeu- len. “Uit onderzoek dat wij voor Heras hebben gedaan, blijkt dat met name verstoring van de bedrijfsprocessen als zeer ernstig wordt ervaren. Dit kost namelijk vrijwel altijd omzet. Maar ook diefstal van gevoelige gegevens en schade aan apparatuur is een serieus probleem.” In figuur 1 zijn de belangrijkste gevolgen van binnendringing op een rij gezet. advat nader uitgelegd dcw juli/augustus | markt De kreet ‘ADVAT’ wordt in de wereld van de fysieke beveiliging door Heras gehanteerd om aard en doel van security-maatregelen te kunnen aangeven. Deze methode is ook toe te passen op datacenters. 34 A afschrikken, potentiële indringers worden op andere gedachten gebracht Ddetecteren, met andere woorden: het vaststellen of een binnendringing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden V vertragen, ofwel het voorkomen van snelle toegang tot de kern van het datacenter Aactie ondernemen; hieronder worden maatregelen verstaan als alarmeren, of een signaal naar de politie of een centrale versturen T toegang bieden, ofwel het verzorgen van toegang voor geautoriseerde personen Kijk voor meer informatie op; http://www.buitenbeveiliging.nl/over-heras/security-filosofie/advat-methode.html advat We hebben het hier bovendien over een probleem dat we dus niet moeten onderschatten. Maar liefst een op de vijf datacenters heeft ervaring met dit soort incidenten. Het gaat daarbij met name om (pogingen tot) inbraak. Sabotage of bijvoorbeeld brandstichting komt ook voor, maar in veel mindere mate (zie figuur 2). “Ook datacenters dienen uiteraard fysiek beveiligd te worden”, vertelde Max van Haastrecht, sales manager van Heras tijdens het event. “Daarbij kunnen we het beste werken met een weldoordacht beveiligingsplan. Zo’n plan besteedt aandacht aan zowel organisatorische, bouwkundige als elektronische aspecten. We gaan hierbij altijd uit van onze beveiligingsvisie ADVAT. Dit staat voor afschrikken, detecteren, vertragen, actie en toegang. Hiermee kunnen we exact vaststellen welke maatregelen nodig zijn om tot het gewenste niveau van beveiliging te komen.” Het voordeel van een dergelijke gestructureerde aanpak is dat datacenters niet te weinig, maar ook niet teveel investeren in security. De Heras organiseerde onlangs in het datacenter van Eurofiber een themabijeenkomst over buitenbeveiliging in datacenters. totaalaanpak Maar hoe kijken datacenters nu aan tegen buitenbeveiliging? Vermeulen van Pb7 heeft hier onderzoek naar gedaan. “Buitenbeveiliging wordt door datacenter managers eerst en vooral gezien als een totaalaanpak. Daarbij hanteren ook zij de kreet ‘ADVAT’. Dat geldt echter niet voor iedereen. Waar driekwart (77 procent) ADVAT hanteert, beperken andere datacenterbeheerders zich tot een reeks technische maatregelen. Denk aan camera’s, alarmeringssystemen, poorten, hekken en hangen sluitwerk.” Dat is niet terecht, meent Vermeulen. “Buitenbeveiliging is een intrinsiek onderdeel van het ontwerp van een datacenter, maar helaas geldt dat lang niet voor iedere datacenter manager. Nog te vaak is dit onderwerp een sluitstuk, waar men pas aan het einde van een project aan denkt.” Opmerkelijk gegeven dat uit het onderzoek van Pb7 naar voren komt, is dat veel datacenters zich als het ware proberen te verstoppen. “Vaak zien we een anonieme hal die liefst ergens achteraf staat, zonder dat zichtbaar is welke activiteiten er in het pand plaatsvinden of er zelfs maar een duidelijke vermelding van de bedrijfsnaam zichtbaar is.” business continuity Volgens Van Haastrecht van Heras is het maar de vraag of die strategie wel helpt. Rudi de Visser, consultant bij Eurofiber en actief betrokken bij het datacenter van deze aanbieder van connectiviteit, vertelde in zijn presentatie tijdens de themabijeenkomst dat - zeg maar ‘verstoppen’ alleen natuurlijk nooit voldoende is. “Ons datacenter werkt voor externe klanten”, vertelde De Visser. “Het is voor ons dus van cruciaal belang dat de operatie in het datacenter altijd ongestuurd en met het gewenste prestatieniveau voortgang kan vinden. Daarbij kijken wij niet los naar de buitenbeveiliging. Het is juist onderdeel van een integrale aanpak, waarbij we als uitgangspunt niet zozeer het voorkomen van een inbraak - dat is uiteraard altijd belangrijk - maar juist business continuity hanteren. Alle security-maatregelen op zowel IT- als fysiek niveau zijn gericht op die 365/24/7-beschikbaarheid van de systemen die klanten bij ons plaatsen, of het nu gaat om redundant uitgevoerde glasvezelverbindingen, UPS-systemen of de fysieke toegangsbeveiliging. Voor ons is een integrale aanpak van security dus de enige juiste aanpak.” ■ Figuur 1. Binnendringing in een datacenter heeft zeer serieuze consequenties, menen IT- en datacenter managers die door onderzoeksbureau Pb7 Research over dit thema zijn ondervraagd. Figuur 2. Eén op de vijf datacenters heeft ervaring met incidenten als inbraak of diefstal (bron: Pb7 Research). robbert hoeffnagel hoofdredacteur datacenterworks dcw juli/augustus | markt te nemen maatregelen kunnen op deze manier op maat van de feitelijke situatie worden genomen. 35 eaton’s power management suite is onlangs door emc gecertificeerd voor vspex. dit is een zogeheten referentiearchitectuur die de planning en configuratie van private cloud-omgevingen drastisch vereenvoudigt. vspex bestaat hiertoe standaard uit koppelingen met server-, storage-, networking- en virtualisatie-componenten en kan wat energiegebruik betreft nu met eaton-software worden beheerd. Eaton werkt met EMC aan power management voor cloud-platform Als Advantage partner van het EMC Technology Connect Partner Program levert Eaton oplossingen op het gebied van power management, monitoring en bescherming om hiermee de implementatie van de energie-infrastructuur voor het VSPEX platform te vereenvoudigen. Nu Eaton’s sleutelrol is gevalideerd, kan het bedrijf IT- en datacenter professionals voorzien van een uitgebreide en geïntegreerde oplossing voor het handhaven van de uptime en het verbeteren van de bedrijfscontinuïteit. dcw juli/augustus | nieuws samenwerking 36 “Onze samenwerking met EMC benadrukt de mogelijkheden van Eaton’s geïntegreerde oplossingen voor energiebeheer, voortbouwend op de schaalbare voordelen van VSPEX. Het helpt klanten bij het verkrijgen van meer controle”, aldus Herve Tardy, vice president en general manager Power Quality van Eaton. “Eaton heeft sinds 2009 ‘power’ geïntegreerd met verschillende toonaangevende platformen voor virtualisatie. Het leveren van oplossingen voor het VSPEX platform is een natuurlijke voortzetting van deze inspanning.” “Eaton’s oplossingen bieden EMC klanten meerwaarde door het ruime en geavanceerde aanbod aan mogelijkheden’’, vertelt Pete Eggimann, directeur VSPEX Ecosystem Program bij EMC Corporation. “Samen delen we een commitment voor het creëren van innovatieve technologie. We kijken uit naar de samenwerking met onze gezamenlijke channel partners om energiebeheeroplossingen voor VSPEX te creëren en te ondersteunen.” beschikbaarheid en juistheid Als onderdeel van de wederzijdse commitment naar leveranciers en klanten, werken Eaton en EMC samen aan het technologisch ontwerp en de integratie van de VSPEX-oplossing met de componenten van Eaton. Het gaat in eerste instantie om Eaton's 9PX UPS-systemen, managed PDU’s voor rackmontage en de Intelligent Power Managersoftware. Datacenters die VSPEX toepassen en hierbij gebruikmaken van Eaton’s Intelligent Power Manager-software, beschikken daarmee over een tool die de beschikbaarheid en juistheid van data garandeert. Zij zijn in staat bedrijfskritische toepassingen op afstand te bewaken, te beheren en correct uit te schakelen bij een stroomstoring. Vindt een langdurige stroomstoring plaats, dan kan de software virtuele machines van een getroffen server naar een beschikbare server in het netwerk verplaatsen. Dit alles kan rechtstreeks vanuit het VMware’s vCenter server management-platform worden geautomatiseerd, zonder downtime. rack pdu’s Eaton’s managed rack PDU’s met Cisco’s EnergyWise-technologie maken het VSPEX-gebruikers mogelijk om op individueel stopcontactniveau het energieverbruik te bewaken en te controleren. In combinatie met een Eaton ‘environmental monitoring probe' kunnen gebruikers geautomatiseerde acties en alerts configureren als vochtigheid en temperatuur de rack-hardware dreigen aan te tasten. ■ Ga voor meer informatie naar www.eaton.eu. 29 - 30 OKT 2014 JAARBEURS UTRECHT VAKBEURZEN, SEMINARS EN ONLINE MATCHMAKING VOOR IT-MANAGERS EN IT-PROFESSIONALS IT SECURITY STORAGE IT MANAGEMENT SOLUTIONS REGISTRATIE VANAF 1 SEPTEMBER OPEN WWW.INFOSECURITY.NL | WWW.STORAGE-EXPO.NL | WWW.THETOOLINGEVENT.NL KEYNOTES | SEMINARS | CASE STUDIES | RUIM 150 EXPOSANTEN Mede mogelijk gemaakt door: HP koelt supercomputer volledig met waterkoeling hp introduceert twee high-end supercomputers, waarvan er één volledig wordt gekoeld met waterkoeling. door het gebruik van waterkoeling zijn de energiekosten van de omgeving relatief laag. de apollo 8000 heeft in eerste instantie een maximale capaciteit van 582 teraflops. hp stelt dat dit kan worden uitgebreid tot 1,19 petaflops. de apollo 6000 is een supercomputer die wordt gekoeld met lucht. Supercomputers maken doorgaans gebruik van luchtkoeling. Door de grote hoeveelheid rekenkracht in de omgevingen wordt echter veel warmte geproduceerd, waardoor het afvoeren van deze warmte veel energie kost. Door de Apollo 8000 volledig te koelen met waterkoeling dringt HP de kosten van het koelen aanzienlijk terug. dcw juli/augustus | nieuws twee soorten waterkoeling 38 HP zet voor de supercomputers twee verschillende varianten van waterkoeling in. De serverblades worden rechtstreeks gekoeld via koperen buizen die door de blades lopen. Daarnaast wordt het water over de racks gecirculeerd met behulp van het ‘Water Wall’-systeem. Het water stroomt hierdoor over de kernen van de supercomputer, die hierdoor warmte kunnen afdragen via het water. De Amerikaanse overheidsdienst The National Renewable Energy Lab heeft al interesse getoond in de Apollo 8000. De overheidsdienst wil de supercomputer inzetten voor CO2-voetafdrukken te kunnen analyseren en klimaatmodellen te kunnen opstellen. Daarnaast introduceert HP de Apollo 6000. Dit is een supercomputer gericht op bedrijven die bijvoorbeeld risico-analyses willen uitvoeren of het ontwerpen van producten willen automatiseren. De supercomputer biedt ruimte aan 160 serverracks en kan met zowel twee Intel Zeon E3-1200 processoren als 10 GbE FlexibleLOM kaarten worden uitgerust. ■ ‘HP ZET VOOR DE SUPERCOMPUTERS TWEE VERSCHILLENDE VARIANTEN VAN WATERKOELING IN’ advertentie Microsoft breidt datacenter in Boydton, Virginia uit Datacenters op een groene fundering Microsoft gaat zijn datacenter in Boydton, Virginia in de Verenigde Staten uitgebreiden. Het bedrijf investeert in totaal 258 miljoen dollar in de locatie in het kleine stadje. Het datacenter in Boydton werd in 2010 door Microsoft gebouwd. Het bedrijf investeerde 369 miljoen dollar in de locatie. Het datacenter is gebouwd volgens het ITPAC-concept, waarbij containerachtige modules zijn voorzien van grote lamellen langs de wanden. De lamellen helpen koude lucht aan te zuigen voor de koeling van de locatie. Dit wordt gecombineerd met adiabatische koeling, een vorm van vrije koeling waarbij waterverdamping voor een lagere temperatuur zorgt. De locatie is inmiddels al twee keer uitgebreid en wordt op korte termijn voor de derde keer uitgebreid. Deze derde uitbreiding staat in het teken van efficiëntie. Microsoft stelt nieuwe inefficiënties te hebben gevonden in het ontwerp van het datacenter. Deze inefficiënties worden nu aangepakt. De locatie in Virginia wordt ingezet om Microsoft’s clouddiensten te kunnen ondersteunen. ■ Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen • Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht www.eaton.nl/datacenters Schneider Electric introduceert enkelfase Smart-UPS Schneider Electric helpt datacenterbeheerders verliezen in hun elektrische installaties verder te beperken met nieuwe Smart-UPS systemen. De verschillende versies van de Smart-UPS On-Line helpen daarnaast om de power quality verder te verbeteren. dcw juli/augustus | nieuws De Smart-UPS On-Line bestaat uit 5-10 kVAmodellen, die een power-factor kennen van 0,9. De 6-10 kVA-modellen zijn de eerste enkelfase UPS-systemen van Schneider Electric. Gebruikers kunnen beide reeksen zowel in racks opnemen als zelfstandig opstellen. De systemen hebben een compacte vormgeving en worden standaard geleverd met een netwerkaansluiting. Deze aansluiting kan worden gebruikt om de UPS’en te voorzien van extra accessoires en communicatievoorzieningen. 40 dubbele conversie en online topologie De nieuwe Smart-UPS On-Line kent een dubbele conversie en een online topologie. De inverter voorziet de aangesloten apparatuur continu van geschoonde elektrische stroom. De systemen zijn daardoor in staat de apparatuur te ondersteunen die geen variaties in voltages of frequentie kunnen opvangen. Organisaties kunnen de UPS’en daarnaast inzetten voor IT- en netwerkapparatuur die op variaties van 20 milliseconde of meer werken. Ook is een ‘green mode’ beschikbaar. Deze modus maakt geen gebruik van dubbele conversie, waardoor een efficiency van 97 procent kan worden behaald. De nieuwe Smart-UPS serie is uitgerust van een zogeheten Intelligent Battery Manage- ment-voorziening en een Predictive Battery Replacement. Deze features helpen gebruikers de batterijen continu te beheren en bij een eventuele afwijking proactief over te gaan tot vervanging van een batterij. Gebruikers kunnen ook extern opgestelde batterijen beheren. Een grafische interface lokaliseert de te vervangen batterij op eenvoudige wijze. ■ Servers onderdompelen in olie verlaagt energieverbruik van supercomputer aanzienlijk De datacentersector maakt wereldwijd een jaarlijkse groei door van 12%, waardoor het energieverbruik alleen maar blijft stijgen. Besparen op het energieverbruik van bijvoorbeeld de koelinstallatie is hierdoor van groot belang. Een prototype supercomputer van het Tokyo Institute of Technology zet hiervoor onderdompeling in, wat zorgt voor een aanzienlijk energiebesparing. De supercomputer is in staat maar liefst 50% meer rekenkracht te leveren dan zijn voorganger, terwijl het energieverbruik van de faciliteit gelijk is gebleven. Het apparaat is opgenomen in de Green500, een lijst met de meest energie-efficiënte supercomputers ter wereld. De machine wordt hier beschreven als de meest energieefficiënte supercomputer van zijn soort. De Japanse supercomputer is volledig ondergedompeld in een tank met minerale olie. Deze olie kan de warmte van de servers en andere apparatuur zeer snel afvoeren. Conventionele koelinstallaties zijn hierdoor niet nodig. Het Tokyo Institute of Technology test op dit moment de prestaties van de opstelling op het moment dat de olie tijdens de zomermaanden opwarmt tot 35°C. Dit moet dankzij moderne semiconductors die geschikt zijn voor hogere temperaturen geen problemen opleveren. ■ WAT TWEE KABELS TUSSEN PLUS EN MIN ALLEMAAL TEWEEG KUNNEN BRENGEN... SNEL, EFFICIËNT ÉN EENVOUDIG ALTIJD IN BEDRIJF BLIJVEN. First-Case racks & batteries BV W : www.fcrb.eu T : + 31 174 22 11 61 E : [email protected] F : + 31 174 22 16 02 Emerson Network Power introduceert Nieuwe NetSure DC-voedingssystemen emerson network power introduceert verschillende nieuwe netsure dc-voedingssystemen. samen met de netsure 7100 standalone en geconvergeerde ac- en dc-voedingssystemen zijn de netsure 7100 en netsure 8100 multikast-systemen de nieuwste producten uit de volgende generatie van het netsuredc-voedingsplatform van emerson. Deze nieuwe systemen verbeteren en garanderen de betrouwbaarheid van core-sites met een nieuwe controller, die is voorzien van Intelligent Load Management, waardoor het mogelijk is vroegtijdig waarschuwingen te ontvangen voor mogelijke overbelasting. Daarnaast kan de nieuwe controller een overzicht geven van het energieverbruik van een installatie als hulpmiddel bij het besparen op de totale koelkosten. dcw juli/augustus | nieuws betrouwbaarheid van voedingssystemen 42 “Intelligent Load Management verandert de manier waarop we kijken naar de betrouwbaarheid van het voedingssysteem op core-sites”, stelt Thomas Bennett, vicepresident Product Management bij de Energy Systems-divisie van Emerson Network Power. “Betrouwbaarheid heeft bij dergelijke installaties altijd de hoogste prioriteit, nu en in de toekomst. Daarom hebben telecomaanbieders tientallen jaren lang te veel capaciteit begroot om tegemoet te kunnen komen aan onrealistische belastingen. Met Intelligent Load Management kunnen we toezicht houden en actie ondernemen op basis van informatie over elke afzonderlijke belasting op de site. Wijzigingen in de belasting worden direct opgemerkt, waardoor storingen kunnen worden voorkomen.” het bedrijf lanceert vier verschillende producten: •De NetSure 7100 en NetSure 8100 multikast-systemen zijn geschikt voor middelgrote en grote centrale kantoren waarvan de systemen uitbreidbaar moeten zijn. Deze systemen zijn geschikt voor alle installaties met regelmatig wisselende belastingen waarbij de toegang tot meerdere distributie-units en back-upsystemen in de onmiddellijke nabijheid van de belasting vereist is. •Het NetSure 7100 standalone DC-voedingssysteem is ontworpen voor kleine centrale kantoren die efficiëntie, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van vermogen nodig hebben op een kleine oppervlakte. Het systeem kan worden geconfigureerd met geïntegreerde batterijback-up of een schaalbare A + B-configuratie in een enkele kast. •Het geconvergeerde systeem NetSure 7100 bevat zowel rectifiers als inverters en is ontwikkeld voor kleine telecomcentra en datacenters die zowel met AC- als DC-belastingen werken. De geschiktheid voor zowel AC- als DC-belastingen wordt steeds belangrijker door de convergentie van telecommunicatie en IT. installatiewizard De nieuwe NetSure 7100- en NetSure 8100-systemen zijn snel te implementeren en te configureren dankzij de nieuwe installatiewizard in de controller. Het schaalbare en modulaire ontwerp maakt veilig en gemakkelijk werken op actieve systemen mogelijk, waardoor het risico op storingen tijdens upgrades en uitbreidingen aanzienlijk beperkt wordt. Naast de hoogste mate van transparantie en betrouwbaarheid in hun soort bieden de NetSure-systemen een kastefficiëntie van meer dan 99,7 procent tussen de rectifier- en de distributiebrekeruitgang en een maximale vermogensefficiëntie van 96,2 procent. De totale energiekosten worden aanzienlijk gereduceerd door de hoge systeemefficiëntie en efficiëntievoordelen door monitoring van de werkelijke afname. Deze vier systemen zijn maken deel uit van het nieuwe DC-voedingsplatform met onder meer DC-voedingssystemen, rectifiers en inverters en daaraan gerelateerde onderdelen, die in de loop van 2014 en daarna zullen worden geïntroduceerd. ■ advertentie ‘INTELLIGENT LOAD MANAGEMENT VERANDERT DE MANIER WAAROP WE KIJKEN NAAR DE BETROUWBAARHEID VAN HET VOEDINGSSYSTEEM OP CORE-SITES’ Evenementenkalender DatacenterWorks blijf op de hoogte van de evenementen op datacenter-gebied. kijk ook op de geheel vernieuwde website www.datacenterworks.nl onder ‘agenda’. zelf een evenement aankondigen? stuur een dcw juli/augustus | agenda mailtje naar [email protected]. 44 evenement datum plaats land Datacenter Test Drive 25 september 2014 Sliedrecht Nederland Datacenter Experience 7 oktober 2014 Nijkerk Nederland DCD Converged 15 oktober 2014 Amsterdam Nederland Datacenter Technologies Exhibition and Conference 28 oktober 2014 - 29 oktober 2014 Frankfurt Duitsland Storage Expo 29 oktober 2014 - 30 oktober 2014 Utrecht Nederland IT Room Infra 6 november 2014 Den Bosch Nederland DatacenterDynamics Converged 19 november 2014 Londen Verenigd Koninkrijk BICSI Winter Conference 22 februari - 26 februari 2015 Orlando Verenigde Staten it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters. Gevolgen cloud voor bekabelings-infrastructuur De cloud is hot. Iedereen praat erover, overal lees je het. In feite bestaat de cloud al jaren en kan worden gezien als een ander woord voor internet. Niets nieuws dus zou je denken. Toch lijken cloud technologieën juist nu volwassen te worden en op vele vlakken in te grijpen op de dagelijkse bedrijfsvoering alsook de infrastructuur die daarvoor is opgezet. Een aantal jaren terug had vrijwel elk bedrijf een behoorlijke IT-afdeling die druk was met het garanderen van de beschikbaarheid van IT-toepassingen. Software draaide op eigen servers die veelal nog in-house geplaatst waren. Inmiddels hebben veel middelgrote en grote ondernemingen hun servers verplaatst naar een commercieel datacenter. Deze centralisatie in de cloud heeft veelal geresulteerd in een reductie van de IT-kosten en een hogere flexibiliteit. Apparatuur wordt efficiënter ingezet, en het beheer is eenvoudiger geworden. Bovendien kan ook kritischer worden gekeken naar huisvestingskosten omdat de IT-ruimte hierin geen belemmerende factor meer is. De verschuiving die op dit moment plaatsvindt is een toenemend gebruik van cloud services waarbij on-demand IT-middelen beschikbaar worden gesteld vanuit een gedeelde pool. Cloud computing biedt diverse voordelen ten opzichte van een conventionele Enterprise omgeving. U kunt het gehele artikel lezen op www.datacenterworks.nl onder het kopje IT Room Infra Jan Lont, Sales Manager Compose Network Connections IT Room Infra 2014 is groter en beter aanwezig op uitnodiging om de kwaliteit te verhogen. Op de kennismarkt tonen bedrijven de laatste ontwikkelingen. Dit jaar zijn er eenenzestig bedrijven aanwezig. Dit betekent een groei van meer dan twintig bedrijven ten opzichte van de vorige keer. Er zijn niet alleen meer bedrijven aanwezig, de stands zijn ook groter. Veel bedrijven willen graag live de laatste mogelijkheden op bijvoorbeeld het gebied van koeling, racks of noodstroom demonstreren. Voor deze bedrijven zijn grotere plaatsen gecreëerd, zodat bezoekers de laatste technieken live gedemonstreerd zien. Het is vanaf nu mogelijk om het totale programma te zien en te registreren via de website: www.itroominfra.nl Tot 6 november! Met vriendelijke groet, Harm Wijsman, Branchemanager IT Room Infra activiteiten 2014 6 november - IT Room Infra event contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger ([email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl dcw juli/augustus | it room infra Tijdens de IT Room Infra netwerkborrel bij Beachclub Vroeger in Bloemendaal is het evenement gepresenteerd aan de ongeveer honderd aanwezigen. De reacties van de aanwezigen (zowel exposanten als trouwe bezoekers) waren zeer enthousiast. De verwachtingen van het event op 6 november in congrescentrum 1931 (’s-Hertogenbosch) zijn hooggespannen, en deze verwachtingen zijn wat mij betreft (organisatie) compleet terecht. Door de programmacommissie is het uitgebreide lezingenprogramma in hoofdlijnen neergezet en wordt er toezicht gehouden op de kwaliteit. Kwaliteit die zich vertaalt in objectieve lezingen over nieuwe ontwikkelingen en kansen in de markt. Sprekers spreken namens een groep bedrijven en niet namens hun eigen bedrijf. Ieder onderwerp wordt een keer belicht en op die manier ontstaat er een breed aanbod. Ook het aantal gevraagde gastsprekers is niet eerder zo hoog geweest. Voorbeelden van externe sprekers: ABN Amro, Cisco, Telecity Group, Rijksoverheid, De Advocaten van Van Riet, Aon Global Risk Consulting, C+B advies en expertise, Klict Opleidingen, Deerns en EMC. De overige lezingen worden zeker niet door mindere sprekers gegeven maar bovenstaande sprekers zijn 45 Ontwerpadviezen uit het BICSI-magazine In de vorige DatacenterWorks zijn al enkele artikelen ter sprake gekomen uit het 60-pagina's dikke tweemaandelijkse BICSI-magazine. Hieronder nog de impressies van artikelen over het moderniseren van schoolinfrastructuren en het integreren van netwerkservices over passieve optische netwerken. dcw juli / augustus | bicsi Netwerkinfrastructuren voor scholen 46 In de mei/juni editie van het digitale BICSI-magazine staat onder andere een zeven pagina's artikel over de invloed van AV-toepassingen op de netwerkinfrastructuur van scholen en klassen. Daar wordt in de praktijk namelijk niet altijd goed rekening mee gehouden. Na een introductie over de meest gebruikte apparatuur gaat de auteur in op de verschillende type connectoren, displays, montagemethodes en managementtools. Studenten groeien tegenwoordig op in een volledig digitale cultuur en verwachten tijdens hun opleidingen dezelfde tools te kunnen gebruiken die ze van thuis of internet kennen voor communicatie en samenwerking. Daarmee moet bij het ontwerpen van een nieuw schoolnetwerk of vervangingsprojecten bij het ontwerp al rekening worden gehouden. Verder worden er op scholen ook steeds meer IP-camera's gebruikt om toezicht te houden op en rondom de gebouwen. Die zijn zowel op een eigen netwerkgedeelte aan te sluiten, als op de standaard bekabelinginfrastuctuur. Zeker bij camera's met interne opslag en beeldbewerking, zoals van het Duitse Mobotix, levert die extra belasting geen verstoring van andere netwerktoepassingen op. Ook de video-codecs waarmee AV-applicaties werken kunnen veel verschil uitmaken voor de netwerkbelasting. Netwerk- en serviceconvergentie over passieve optische LAN's In hetzelfde magazine staat ook een zes pagina's artikel over de voordelen van glasvezelbekabeling voor LAN-toepassingen. Vanwege de grote bandbreedte is zo'n infrastructuur vooral geschikt voor het convergeren van alle netwerkservices en er zijn langere lengtes mee te overbruggen. Daarom komen achtereenvolgens aan bod het integreren van Voice en Video over IP en het gebruik van glasvezels als breedbandige toegang tot draadloze connectiepunten. Voor iedereen die meer thuis is op het gebied van koperbekabeling dan glasvezel, is dit artikel zeker een aanrader. Verder heeft bekabelingfabrikant R&M recent een whitepaper uitgebracht over het migreren van datacenterverbindingen naar 40 en 100 GbE, met behulp van een modulaire MPO-glasvezeloplossing. Deze whitepaper kunt u via BICSIcontactpersoon Gert-Jan Roozeboom bij R&M aanvragen. Hoewel koperbekabeling voor de gemiddelde installateur eenvoudiger is aan te leggen, vormt glasvezelbekabeling zowel voor WAN als LAN-verbindingen steeds vaker een interessant alternatief. Op www.bicsi.org is te lezen hoe u het magazine met de hier beschreven artikelen in uw bezit kunt krijgen. BICSI Conferenties Dit najaar en begin 2015 organiseert BICSI onder andere de volgende internationale conferenties: •28 september t/m 2 oktober: BICSI Fall Conference & Exhibition in Anaheim, Californië •24-25 november: BICSI Southeast Asia Conference in Singapore •22-26 februari: BICSI Winter Conference in Orlando, Florida Voor meer informatie over de BICSI-vereniging en Europese activiteiten kunt u contact opnemen met de Benelux vertegenwoordigers: RCDD Joop Ierschot van Deerns, via [email protected] RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via [email protected] Cursus Code Eerstvolgende sessie Dagen Actieprijs Certified TIA-942 Design Consultant (CTDC) 10 t/m 12 november (Engelstalig) 3 e 2.425,- Certified ANSI/TIA-942 Internal Auditor (CTIA) 18 t/m 19 september (Engelstalig) 2 e 1.380,- Certified Datacenter Professional (CDCP) 8 t/m 9 september 2 e 1.350,- Certified Datacenter Specialist (CDCS) 10 t/m 12 september 3 e 2.050,- Certified Datacenter Expert (CDCE) 24 t/m 28 november 5 e 3.495,- Certified Datacenter Facilities Operations Manager (CDFOM) 15 t/m 17 september 3 e 2.050,- Certified Datacenter Risk Professional (CDRP) 18 t/m 19 september 2 e 1.380,- Certified Datacenter Migration Specialist (CDMS) 10 t/m 11 november 2 e 1.380,- Certified Information Technology Manager (CITM) 15 t/m 17 september 3 e 2.050,- Meer cursusdata, een vrijblijvend opleidingsadvies of direct inschrijven? Neem contact op met het Vijfhart team, wij helpen u graag verder! [email protected] 088 - 542 78 48 Krijg zicht op het grote geheel StruxureWare for Data Centers software suite: voor diepgaand inzicht van gebouw tot server Maximale Optimaliseer Doordat u zicht heeft op energieverspilling en tools krijgt om deze tegen te gaan, verbetert u de energie-efficiency. Realiseer een hogere beschikbaarheid doordat u volledig zicht heeft op de fysieke infrastructuur van uw datacenter. efficiency Een totaaloverzicht Het is belangrijk zicht te hebben op de beschikbaarheid en efficiency van uw gehele datacenter, van gebouw- tot serverniveau en andersom. Want hiermee vindt u een balans tussen beschikbaarheid en efficiency. Daarnaast kunt u hiermee eenvoudig inspelen op de wensen en eisen vanuit de business – zonder dat dit ten koste gaat van de beschikbaarheid of de efficiëntie van systemen. Een compleet overzicht beschermt niet alleen de beschikbaarheid van uw systemen. Het resulteert ook in een aanzienlijke verlaging van uw energieverbruik en verbeteringen ten opzichte van uw operationele efficiency. Vind de juiste balans StruxureWare™ for Data Centers is de DCIM-oplossing (Data Center Infrastructure Management) die de IT-apparatuur binnen uw infrastructuur visualiseert. Hiermee kunt u de uptime van uw systemen monitoren en beschermen. Ook kunt u de effecten van wijzigingen simuleren en analyseren. Datacenters kunnen op ieder gewenst moment worden aangepast aan de eisen en wensen van de business - terwijl de balans tussen beschikbaarheid en energie-efficiency behouden blijft. beschikbaarheid Totale zichtbaarheid van uw datacenter: > visualiseer veranderingen/beschikbaarheidsscenario’s > Bekijk uw huidige en historische PUE/DCIE > Handhaaf altijd de hoogste beschikbaarheid > Bekijk en beheer het energieverbruik > Beheer ruimte en cages in multi-tenant omgevingen > Verbeter de levenscyclus van services, van planning tot onderhoud APC™ by Schneider Electric™-producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric. Business-wise, Future-driven.™ How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs” > Executive summary Contents Tien manieren om uw datacenter op slimme wijze toekomstgericht te maken Download onze tips en maak kans op een Samsung Galaxy Note™ 3! Ga naar www.SEreply.com Code 43901p ©2014 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187090_NL_Note3
© Copyright 2024 ExpyDoc