DE VROUWEN TRAINER | AMATEURS: INTERVIEW | TEKST & BEELD: JEROEN BOLK Janny Timisela, trainster/coach VV Maarsen VR1 VERZORGD VOETBAL Janny Timisela hing haar voetbalschoenen in 2001 aan de wilgen. Ze kon geen afscheid nemen van het spelletje en ging direct het trainersvak in. Dertien jaar later staat ze aan het roer van VV Maarssen VR1. “Ik ben een voorstander van verzorgd voetbal, iets dat bij veel vrouwenteams (nog) lastig is.” Timisela was de eerste Nederlandse voetbalster die koos voor een buitenlands avontuur. De trainster, wier roots in de Molukken liggen, was in de jaren tachtig actief voor het Zweedse Hammarby IF en Djurgårdens IF. In 1981 speelde Timisela haar eerste interland. Daar zouden er nog 64 van volgen. Deze wedstrijden vormden, zeker toen ze nog in Nederland speelde, het hoogtepunt 24 uit haar carrière. “Bij wedstrijden van het nationale elftal had ik een ander gevoel dan bij wedstrijden in clubverband. De aanpak was er professioneler en ook de beleving was er anders. Ik werd daardoor alleen bij interlands echt geprikkeld.” Dat veranderde toen Timisela in Zweden belandde. “Daar had ik die prikkel ieder mo- ment van de dag, waardoor ik het maximale uit mijzelf wilde en kon halen. Alles was er heel professioneel geregeld. De entourage om de wedstrijden heen was er wel anders. Er was bijvoorbeeld geen kantine waar we na de wedstrijd gezellig nog wat gingen drinken met het team. Iedereen ging na de wedstrijd dus haar eigen weg. Het niveau lag er echter wel veel hoger. Waar in Nederland positiespelletjes en verzorgd voetbal de overhand hebben, staat in Zweden het fysieke en conditionele aspect op de voorgrond. Daardoor heb ik als trainer een visie ontwikkeld, waarbij verzorgd voetbal prioriteit nummer een is, maar waarbij ik ook zeker aandacht besteed aan het fysieke aspect.” DECEMBER | 2014 ’De Hollandse school’ De trainster is een liefhebster van ‘de Hollandse school’. “Ik zie dat als een systeem met attractief en verzorgd voetbal, waarbij er van achteruit wordt opgebouwd en wordt aangevallen met snelle spitsen en opkomende backs. Het doorschuiven van de nummer tien en een van de centrale verdedigers is een item waar ik daarbij veel aandacht aan besteed om een man-meersituatie te creëren. Het 1:4:3:3-systeem is hierbij altijd slechts de uitgangssituatie, want tijdens een wedstrijd kom je ook wel eens in andere systemen te staan.” ”Of ik mijn team in dit systeem kan laten spelen, hangt natuurlijk ook af van het type speelster dat ik ter beschikking heb. Heb ik twee of drie pure aanvallers of heb ik middenvelders met opkomende kwaliteiten? Ik denk dat je heel goed moet inventariseren wat voor type speelsters je hebt. Zo behoort het tot de mogelijkheden dat je als trainer de speelsters ook op een andere plek durft neer te zetten. Ik heb dit seizoen bijvoorbeeld een speelster, die altijd centraal achterin stond, linksachter gezet. Zij heeft een fantastisch linkerbeen en heeft de bal na de aanname altijd voor haar goede been liggen, waardoor ze de dieptepass kan geven. Je moet als trainer echter wel zorgen dat de speelsters niet te veel gaan zwemmen op hun nieuwe positie.” met het eerste elftal, dan moet je bij de jeugd gericht gaan trainen. Speelsters die de stap vanuit de junioren naar de senioren maken, moeten over de basisprincipes beschikken. Ze horen te weten in welke formatie er gespeeld wordt, wat de taken van de rechterspits zijn, hoe de linkermiddenvelder beweegt als de linksback aan de bal is, enzovoorts. Als de opleiding van een club op die manier ingevuld wordt, dan heb je daar alleen maar profijt van. Ik heb wel eens meegemaakt dat speelsters uit het eerste elftal die basisprincipes nog niet kenden. Daar kunnen zij niets aan doen, want dat is hen in het verleden nooit verteld en geleerd.” De trainster erkent dat gediplomeerde trainers nog niet warmlopen om aan de slag te gaan bij een meidenteam. Volgens haar heeft dat met een gebrek aan financiële middelen te maken. “Trainers die in het bezit zijn van TC3 of TC2 hebben een minimumbedrag dat ze verlangen te ontvangen. Zeker bij jeugdtrainers wordt daar bij meidenteams geen gehoor aan gegeven, dus zie je vaak dat een van de ouders trainer wordt. Daardoor missen de meiden een trainer met specifieke kennis van het spelletje.” Professionaliteit “Ik train de meiden met veel plezier. Als ik bij een club instap, dan wil ik het goed doen. De randvoorwaarden dienen aanwezig te zijn om het team optimaal te laten presteren. De zaken zullen dus professioneel aangepakt moeten worden. Ik denk dat dit voor de meeste trainers geldt, want trainers willen iets neerzetten. Van kleding tot vervoer, ik wil dat alles goed geregeld is. Zaken waar ik invloed op heb zal ik zeker aangrijpen om stappen vooruit te maken. Als een club daar niet aan kan tippen, dan blijven trainers weg. Dat is zonde, want het heeft uiteindelijk allemaal met voetbalintelligentie te maken. De lichting speelsters waaronder ik val, leerde allemaal voetballen op straat. Daar leer je jezelf de technieken aan, doordat je veel voetbaluren maakt. In de huidige maatschappij is dat niet meer. Schoolvoetbal, bijvoorbeeld, is ook niet ”IN NEDERLAND ZIJN WE GEWEND OM VOORAL MET DE BAL BEZIG TE ZIJN” Jeugdopleiding Timisela merkt dat speelsters in de hoogste seniorenelftallen, bepaalde basisprincipes missen. Dit heeft vooral te maken met de jeugdopleiding die ze hebben genoten. Ze zijn daardoor eerder geneigd de lange bal te spelen in plaats van dat ze de rust durven te bewaren en de voetballende oplossing durven te zoeken. Om dit te voorkomen dienen de speelsters al in de jeugd getraind te worden door fanatieke en met name gediplomeerde trainers. “Wil je wat bereiken DECEMBER | 2014 25 meer wat het was. Daardoor zijn de spelers en speelsters afhankelijk van de clubs. Dan moet je als club wel zorgen dat er goede trainers voor de groep staan. De jeugd moet goed opgeleid worden, anders redden ze het niet, tenzij ze enorm getalenteerd zijn." Herkenning Zelf wil Timisela haar speelsters tijdens de trainingen allerlei patronen aanreiken, oefenen, leren en eigen maken. Die patronen wil ze in de wedstrijden terugzien. Ze vindt het daarom belangrijk dat haar speelsters weten waarom ze doen wat ze doen. “Bij positiespelen leg ik daarom regelmatig het spel stil en vraag ik de speelsters of ze vinden dat ze goed staan, wat beter kan of wat een betere oplossing zou kunnen zijn. Op die manier probeer ik ze bewuster te maken van datgene waar ze mee bezig zijn. Ik wil ze wat bijbrengen. Daardoor weten haar speelsters tijdens de wedstrijden hoe de posities bezet moeten zijn. Positiespelen doen we niet alleen omdat ze leuk zijn, maar vooral omdat ze functioneel zijn. Het helpt hen tijdens de wedstrijden om verzorgd te kunnen voetballen, waarbij ruimte voor eigen creativiteit gestimuleerd wordt. Als ik tijdens een wedstrijd trainingssituaties her- ken, dan zeg ik dat ook tegen mijn wisselspeelsters”, aldus Timisela, die op die manier aantoont dat de trainingen functioneel zijn. Fysiek Om haar speelsters verzorgd voetbal te kunnen laten spelen, dienen haar speelsters ook fysiek sterk te zijn. Daardoor kunnen ze in de wedstrijd net dat stapje extra zetten. Tijdens de trainingen behandelt ze daarom ook het fysieke aspect. Afwerkvormen met weerstand, bijvoorbeeld, hebben daarom haar voorkeur boven afwerkvormen zonder weerstand. Toch laat ze haar speelsters ook wel eens afwerken zonder verdedigers. “Ik ben een gevoelsmens. Het is afhankelijk van de fase waarin we zitten of ik er verdedigers bijhaal. De ene keer laat ik ze bijvoorbeeld afwerken na een een-tegen-een-situatie, terwijl ik ze de volgende keer na een kaats met een andere aanvaller op doel laat schieten. Hoe hoger je komt te spelen, hoe vaker je onder hogere weerstand gaat trainen. Wij spelen nu eerste klasse en ik wil dat mijn speelsters iedere keer hun grenzen verleggen. Door met verdedigers erbij af te ronden, wordt hen gevraagd alles te geven en daar wordt een speelster beter van. Daarom varieer ik ook altijd met de positiespelen, zodat ze iedere keer weer geprikkeld worden om alles te geven.” “In Nederland zijn we gewend om vooral met de bal bezig te zijn. In Zweden waren ze echter heel veel met kracht bezig. We zaten vele uren in de sportschool en werkten ook in de bossen, parken en op de weg aan onze conditie. Over het algemeen wordt er van je verwacht dat je veel looparbeid verricht. Je mag er niet stilstaan als voetbalster. Bij mijn vorige clubs heb ik ook wel eens boslopen gedaan en op de weg gelopen. Ze zijn het wel gewend om in de bossen te lopen, maar niet als het vanuit een club komt. In het begin is het dan dus even wennen voor ze en dat levert ook wel eens gemopper op. De uitstraling van een trainer zorgt er echter voor of ze wel of niet aan de slag gaan. Je moet speelsters zover krijgen dat ze met plezier naar de trainingen gaan. Dat doe ik met een optimale spelbeleving en vooral door veel af te wisselen in de oefenstof. Daarom zit het met onze conditie ook goed. Daar ben ik tevreden over. Daardoor houden we het langer uit tijdens de wedstrijden en kunnen we het voetbal blijven spelen zoals we dat willen spelen”, sluit Timisela af. PASPOORT Naam: Janny Timisela Geboortedatum: 23 september 1962, Tiel GETRAINDE CLUBS: 2014 - heden: 2011 - 2014: 2009 - 2011: 2007 - 2009: 2003 - 2004: 2001 - 2003: 26 VV Maarssen VR1 SteDoCo VR1 CSW VR1 KNVB MO16 Buitenveldert VR1 Klarenbeek VR1 DECEMBER | 2014 PASS- EN TRAPVORM ORGANISATIE: • Lengte richting van het veld waarbij de afmetingen kort (kaats) en lang (dieptepass) moeten zijn • Verderdiger (1) speelt middenvelder (2) aan, kaatst, verdediger (1) speelt spits (3) aan, die kaatst op middenvelder (2). Spits (3) dribbelt de bal richting uitgangspositie • Variatie : spits werkt af op doel COACHING: • Techniek en snelheid van de bal • Zuiver en strak inspelen • Balaanname • Oogcontact • Positie kiezen schuin onder de bal • Denk aan de ruimte tussen de linies • Middenvelder langer wegblijven na de kaats en niet te snel doorbewegen richting spits POSITIESPEL MET AFRONDEN ORGANISATIE: • Ruimte in het midden afbakenen voor 3 : 1, aanvaller en verdediger spelen 1:1 op de 16 meter • Vanuit 3:1 de spits inspelen, bijsluiten, vanuit 4:2-situatie binnen 15 seconden scoren (duur afhankelijk van het niveau) • Veroveren de verdedigers de bal dan kunnen zij scoren middels een pass op 2 goals aan de buitenzijde van het veld COACHING: • Middenvelders moeten openstaan om spits in te spelen • Oogcontact met de spits • Juiste moment herkennen voor spits om bal van middenvelder te ontvangen • Spits moet vanuit de rug van zijn directe tegenstander naar de bal toe aanbieden • Snelle omschakeling om bij te sluiten • Snel handelen om tot scoren te komen • Verdedigers moeten drukzetten DECEMBER | 2014 27
© Copyright 2024 ExpyDoc