OUDE BRABANTSE FAMILIE'S (7) Houtappel door B. W. VAN SCHIJNDEL De familie Houtappel verschijnt reeds in het begin des XVIe eeuw te Oisterwijk en omgeving. In de XVe eeuw leefde een geslacht van die naam te Boxtel!), waarvan de afstammelingen zich in 't begin der XVIe eeuw te 's-Bosch als kooplieden gevestigd hadden en waarvan er één als deken van het „Cremersambacht" wordt vermeld 2). Doch reeds in de XlVe eeuw leefde een Aert Houtappel te 's-Hertogenbosch. Zijn zonen, Goswin, Henric en Gerard, komen reeds in 1406 in een Bossche akte voor 3 ). De Antwerpse stadsarchivaris Bisschops heeft een bijna volledige genealogie in handschrift nagelaten van de Antwerpse Houtappel's 4), die aanvangt met Dirc Houtappel, geboren in 1411, poorter van Antwerpen (1467), gehuwd met Catharina van der Vorst, weduwe van N. Palm. Zijn afstammelingen waren belangrijke wijnkopers. Zij speelden een voorname rol in de 80-jarige oorlog en kozen de Spaanse zijde. Een hunner, Godfried Houtappel, werd heer van Ranst (1609) en bezat het kasteel van Zevenbergen aldaar. Hij was tijdens het bewind der Geuzen naar Keulen en Venetië gevlucht en overleed te Antwerpen in 1626. Zijn wapen vertoonde : van goud een springend hert van natuurlijke kleur. Helmteken : een uitkomend hert van hetzelfde 5). De Houtappels, die hier behandeld worden, noemden zich ook van Eel. En nu is het wel eigenaardig, dat Jan van Eele, schepen van Oisterwijk (1353), 1) R.A. 's-Hertogenbosch. Rt. A.'s-Bosch. Reg.no. 1275, folia 422 verso, 482. 2) Jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt. DE OUDE HUIZEN EN GEBOUWEN VAN 's-HERTOGENBOSCH; M, 384-385. Zie ook mijn artikel betreffende die tak in Gens Nostra. 3) Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 1185-1406, folio 26 verso. 4) G.A. Antwerpen. Fonds Bisschops sub Houtappel. 5) Volgens schepenzegels en grafschriften. Dit wapen wordt tevens gevoerd door de Houtappel's uit Maastricht. Deze stammen uit Mheer en zijn vermoedelijk aan te sluiten met die uit Hasselt. — Quinten Houtappel was gouverneur en bouwmeester aldaar in het begin der XVIe eeuw. „De Brabantse Leeuw", jaarg. 16, afl 3 33 blijkens zijn zegel een aanziende hertenkop voerde6), terwijl een Henric van Eele kwartierschout van Oisterwijk was (1402). Wij vangen thans aan met : I. Herman Houtappel gt. Bac, geb. omstr. 1260, tr. Bertha N., die als weduwe met hare kinderen hertogelijke cijnsgoederen onder Oisterwijk en Hilvarenbeek bezat omstreeks 1340(7). Wij kennen slechts een zoon van haar : 1. Aert, die volgt II. II. Aert Houtappel gt, Bac, geb. omstr. 1290, komt met zijn zoon Gysbert voor in verschillende Brusselse schepenacten8). Hij was hertogelijk cijnsman voor goederen onder Oisterwijk en Hilvarenbeek (1340) 9) en gehuwd met joujjrouwe Elisabeth, dochter van Jan Spïllemans !0), waaruit: 1. Gysbert, die volgt III. 2. Wouter Houtappel gt. Bac, leenman van de Hertog van Brabant voor een goed te Berkel U), tr. joujfrouwe Katelyne, dr. Jan van Mazezeele, wed. Gerelinus Storm 12), waaruit een zoon : a. D. Aert Houtappel gt. Bac, priester te Brussel (14031415) 13). III. Gysbert Houtappel gt. Bac, geb. omstr. 1320, leenman van de Hertog van Brabant voor huis, hof en hofstad met lan- 6) J.-Th. de Raadt. SCEAUX ARMORIéS; l, 421. 7) A.R.A. Brussel. Chambre des Comptes. Reg. no. 45038-1304, folio 109 verso. 8) Kon. Bib. Brussel. Fonds Houwaert Ms. no. 11-6598, 397. 9) A.R.A. Brussel. Chambre des Comptes. Reg. no. 45038-1340, folio 109. 10) Kon. Bib. Brussel. Fonds Houwaert. Ms. no. M-6598, 397. 11) A.R.A. Brussel. Chambre des Comptes. Reg. no. 17144 (1385—1387), folia 176 verso, 192. Idem. Archives Ecclésiastiques. Reg. no. 16229. Cartularium Roodecioester, folio 48, 24-3-1394. 12) G.A. Leuven. Reg. no. 7727, 26-7-1440. 13) Idem. Reg. no. 7732, 13-6-1439; 7737, 12-11-1443. Kon. Bib. Brussel. Fonds Houwaert. Ms no. 6493, 97, 23-5-1435. A.R.A. Brussel. Archives Ecclésiastiques. Reg. no. 16229, folio 48 verso, 26/27-5-1403. 34 derijen te Berkel onder Oisterwijk (1374) «), tr. Margriet van de Leempoel, dr. Engelbert van de Leempoel en Agnes N. is), waaruit: 1. Aert, die volgt IV. 2. Barthelomeus Houtappel 16). In 1423 bezat een Berthelomeus Janszn. Houtappel, leenman van de Hertog van Brabant, een huis te Genderen en goederen te Baard wij k en Doeveren W)). 3. Margriet Houtappel, tr. Dirc Cansen 18), waaruit: a. Gysbert Houtappel, (1443) W), b. Aleyt Houtappel, (1443) 20). 4. Jacob van Eele !, t v. 1425, tr. N.N. 21), waaruit: a. D. Gysbrecht van Eele, kanunnik te Heyen (Duitsland) 22). b. Catherine van Eele, tr. Erit van Cuyck, zn. Zeger van Cuyck (zijn tak voert het wapen der heren van Cuyck, gebroken door een vierblad in het hart van het schild) en Elisabeth N. 23). Hij was geboortig van Oisterwijk en zijn vader bezat de tienden van Tongerlo (abdij) te Nieuwkuik op het laatst der XlVe eeuw 24). IV. Aert Houtappel, geb. omstr. 1350, kwartierschout van Oisterwijk (1401), leenman van de Hertog van Brabant voor 14-15) Idem. Aveux et Démombrements. R. 543, 148. Idem. Chambre des Comptes. Reg. no. 17144, folio 176 verso. 16) Idem. Aveux et Dénombrements. R. 543, 148. 17) Idem. Cour Feodale. Reg. no. 20, folio 283; 27, folio 528. 18) R.A. 's-Hertogenbosch. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 153, folio 24, 13-41443; 154-1444, folio 13. 19-20) Ibidem. Idem. 21-22) Idem. Reg. no. 145-1425, folio 26 verso; 146-1427, folio 25 verso. 23) Ibidem. Idem. Tot dit geslacht behoorde ook ZEGER ADRIAEN ZEGERS, licentiaat in de beide rechten en president der stad 's-Hertogenbosch, ± 1596, gehuwd met Aleyt van Achelen, t 1615. Hij voerde blijkens zijn zegel bovengenoemd wapen van Cuyck en had tot stamvader ZEGER ELIAS VAN CUYCK, die gehuwd was met Lysbeth Goyaert Embrecht van Riele uit Oisterwijk (reg. no. 175, folio 37, 27-12-1470). Z i e : Dr. C. F. Xav. Smits. DE GRAFZERKEN IN DE ST. JANSKERK TE 's-HERTOGENBOSCH; [, 191. 24) Tax. 1907, 72. - R.A. Antwerpen. Kerkelijke Archieven. Fonds Tongerlo. Tiendenregister 1398, sub Nuwencuyc. A.R.A. Brussel. Chambre des Comptes. Cijnsregister no. 45074, 112. 35 een goed te Berkel onder Oisterwijk 25) ( hertogelijk cijnsman voor een goed te Mierde 26 ), t v. 1416, tr. Hillegonde van Oesterzele, dr. Willem van Oesterzele en Lilia van Goirle uit Breda 27 ), waaruit: 1. Margriet Houtappel, tr. Dirc de Borchgrave, leenman van de Hertog van Brabant voor huis, hof, hofstad en landerijen te Berkel, voor een rente op het hof „Ter Borcht" te Oisterwijk en voor landerijen te Tilburg 28 ). Zijn afstammelingen emigreerden tijdens de 80-jarige oorlog naar het zuiden van Brabant, eerst te Antwerpen en daarna te Brussel. Zij hebben in België een voorname rol gespeeld en werden in de gravenstand verheven 29 ). 2. Jacob, die volgt V. 3. Bastaard Wouter Houtappel, wonende te Oirschot, bui- tenpoorter van Brussel (1431), tr. Bela dr. Jan de Witt (die Wyt) 30), waaruit geb. te Oirschot: a. Gerard Houtappel (1444) 31). b. Hïllegonda Houtappel, tr. Lambert, zn. Philips van Boningen 32). c. Elisabeth Houtappel, religieuse van St. Franciscus te 's-Bosch (aendie Tolbrugge) (1486) 33). d. Aert Houtappel, wonende te Oirschot, tr. Heylwïch, dr. Henric Jan Zibben 34 ), waaruit geb. Oirschot: aa. Jan Houtappel (1471)35). bb. Wouter Houtappel (1471) 36). 25-26) Idem. Chambre des Comptes. Leenregister no. 17144, folio 176 verso. Idem. Cijnsregister no. 45075-1499 sub Mierde. R.A. 's-Hertogenbosch. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 153, folio 23 verso, 17-4-1443. Idem. Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 1206-1435, folio 111; 1186-1408, folio 72 verso. 27) Idem. Reg. no. 1200-1429, folio 267. A.R.A. Brussel. Chambre des Comp- tes. Reg. no. 17145-1406, folia 118 verso, 166; 75075, folio 166. 28) Idem. Cour Feodale. Reg. no. 13, folio 66 verso; 27, folia 231, 277. 29) Annuaire de la Noblesse Beige, sub COMTES DE BORCHGRAVE d'ALTENA; 1856, 73; 1861, 76. De genealogie is wat het kopstuk betreft geheel te herzien. 30) Tax. 1934, 54. — A.R.A. Chambre des Comptes. Reg. no. 13003, folio 91. Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 1215-1444, folio 16 verso; 1230-1459, folio 209 verso; 1225-1454, folio 47 verso. 31-33) Idem. Reg. no. 1215-1444, folio 16 verso. Idem. Rt. A. Oirschot. Reg. no. 123-1471, folio 10. 34-40) Ibidem. Idem. Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 1254-1484, folio 60. Idem. Rt. A. Oirschot. Reg. 176-1471, folio 85. Idem. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 1461433, folio 41 verso; 148-1435, folio 19. 36 cc. Gerard Houtappel (1471) 37). dd. Elisabeth Houtappel (1471) 38). ee. Aleyt Houtappel, tr. Merten Dircxs. van Dormalen 39). 4. Bastaard Mercelis Houtappel (1433) *0). V. Jacob Houtappel gt. Appels, ook gt. van Eel, geb. te Oisterwijk omstr. 1380, t v. 1439, tr. 1. Elisabeth dr. Heylwïch Waters, tr. 2. Aleyt, dr. Jan Vannys 41), waaruit: uit Ie huwelijk : 1. Jacob van Eel, tr. Heylwich N. (hertr. Jan van der Donck) 42). 2. Cathelyne Houtappel 43). 3. Marie van Eel, tr. Jan van der Eist 44). 4. Beatrix van Eel, tr. Mathys Jan Mathys van Dyessen 45). uit tweede huwelijk : 5. Gerard van Eel gr. Appels, wonende te Helvoirt (1451) 46), 6. Mr. Henric van Eele, „doctoor in de medecynen ende physica der stadt Brussel" (1443-1444), tr. N.N. 47), waaruit : a. Aert van Eele 48). b. Catherine van Eele, tr. Wittem Timbelria 49). 7. Aert, die volgt VI. VI, Aert Houtappel (Appels gt. van Eel), geb. omstr. 1425, tr. Jutte Zappeels uit Oisterwijk 50), waaruit: 1. Jacob van Eel, t v. 148351). 2. Willem Houtappel 52), tr. N.N., waaruit: a. Andries Appels 53). 3. Elisabeth Houtappel, tr. Willem Lucas 54). Brussel. 41} Idem. Reg. no. 152-1441, folio 4. — Idem. Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 11881412, folio 9. 42) Idem. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 154, folio 10 verso, 25-5-1443; 153, folio 40. 43-44) Idem. Reg. no. 153, folio 59 verso. 45) Idem. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 152-1443, folio 4 verso. 46} Idem. Rt. A. 's-Bosch. Reg. no. 1322-1451, folio 63. 47) Ibidem. Idem. Rt. A. Oisterwijk. Reg. no. 153-1443, folio 59 verso; 154, folio 24, 10-6-1444; 143-1423; folio 113. 48) Idem. Reg. no. 153-1443, folio 41. 37 49) Idem. Rt. A. s-Bosch Rcy no 1253-1483, folio 139. 50) Idem. Rt. A. Oisterwijk. -leg. no l'',8-1438, folio 117. 153-1443, folio 59 verso; 154, folio 24, 10-6-1444 51-54) Idem. Reg. no 151V144Ö, folie 53 vcrco. G. A. Leuven. Reg. 7422, M 11-1028. AELBrHECHT, zn. van AERT APPELS uit Moergestel, werd in i523 ob BUI7EN-3INT-PETERMAN VAN LEUVEN, vormcld. ten buiten-Sint-Peierman wconcie n.ct te Leuven, doch wel in het cucic hertogdom Brabant In goval van een civiel- of strafrechterlijke aangelegenheid kon hij eisen ds! de zaak werd oniirokkon aan het plaatselijk gerecht en voor meier en Si Pelenncnnon van Leuven werd aanhangig gemaakt. Blijkens de Leuvense schepsnregisterj hco'oen verschillende Noordbrabanders vóór de val van C-.r, Eoach hiervan gebruik gemaakt. Men werd St. Peierman na verkiaring van twee beëdigde getuigen, meestal bloedverwanten en tegen betaling van een Lor.. VLH £0 rijnsgulden. Sint-Petermannen in Noofdbrabant waren . VAM AELST (1&15. Hiivcrenbeek), BACX (1504, Oosterhout}; VAN BAERLE (1402. Breda en Turnhout); VAN DER BEKE, (1552, Geldrop); BELJAERS (1525, Gilrc), BLOCX ;1540, Oisterwijk); BORCHMANS (1527. Oerle); BROtCKX (1491, Mitras en Weelde; 1523, Reusel); GRiLLAERTS (1508. Tilburg); VAM OEN DALE (162G. Breda); VAN ETTEN (1517, Zundert); GOESSENS (1ï,37. Loon op Zaïxi); VAN GOROP 0566, Hilvarenbeek); KASELBERCH ( Asccibcrgs) I5i0, Alphen); HELIE (= Ellas) (1545, Giize): HERMANS (1524, Reuool); VAN LOVLM (1CC3, Zon en Breugei); LUYTEN (1517, Hilvaronbock); ^lELIS (1<97, Hi-uaronbook); MICHIELS (1515, Ellen). DAUWEN (1537. Hilvarenbüek). OTTEX (15 1 7. Hi.varenbeek); VAN DE ROEDE (1501, Baurle): RUYSS'^NER (i£01, Srcoa;, VAN DER RYEN (1512, Baerle); SYMOENS (1504, Coslerhout): TliVKvltRMAixS (1509, Hogemierde); TYMMERS (1534. Moorgestoi). BAC GLNAti'/H WtT c LIET (1455, Stiphout); XRISPlAFNS (Ti2G, Wo-rgcJtcl); VAM ZOM (1480, Tilburg). Deze lijst is slechts een gre?p uit de icir'jku r.oJrdbrc.bü.nicie Ct. Pcl^rma.inen. Een eerste vereiste voor hot S;. Pc'iuri.iar.LCha;) u au, c a ; . \z~. .ino-sbor^n" Brabander moest zijn Onarbij rnocst ..OM !anO- v'cicrG- uf nocderc'ijde uit een der „St. PetermansgcGïachten" alütemrr.or Het St. PclerrnanGchap v.ac gcbacccrti op het gcwuun;orecht. Een XVle eeuwse '-euvensQ schoponakic verklaari, c'ai de (geschreven) cosluymen sedert onhcugiijko tijd ver'.oren -:ijn geraakt, cioch ui! do diverse ^chepenakten en de creaties ven üc ciiver^ü S nte~Pelcrmanncn is toch nog wel een zekere jurisprudentie samen ie steücn. Vcic van die mannen, die zitting hadden in de raad, behoorden lijdons het oude regiem tot de Brabantse rasadol (o.a. : van Cuyck (neer van Hoogstraten); van Pulle, van den Tympel; Vuternellicht; van .Wytfliel), 'otwijl do hrleiadei dikwijis gebaseerd was op afkomst uit de zogenaamde „Leuvcnccho geslachten". Men moet niet vergeten, dat Leuven aanvankelijk de EERSTE hoofdslad van Brabant was (dan volgde eerst Brussel en vervolgens Antwerpen en 's-Hcrtögenbosch) en dus een voorname rol bij de vorming van het hcrtogoom had gespeeld. Om openbare functies in dat hertogdom te kunnen bckiec'cn moest men Brabander zijn door geboorte (o.a. om drossaard, schout, t,chepen, of notaris te zijn), fvlensen uit Gent, Brugge, of Amsterdam b.v., kwamen hiervoor tot op het einde van het oud regiem niet in aanmerking. (In Noordbrabant v/erd deze bepaling sedert de Vrede van Munster niet meer toegepast). Toen het koninkrijk België werd gesticht adopteerde men het wapen van Brabant als wapen van België; de Belgische vlag kreeg d-e ,,Brabantsche kleuren"; de oudste zoon des konings kreeg de titel van „Hertog van Brabant"; het nationaal lied heet de ,,Brabanconne". De mannen van 1830 wisten nog welke rol Brabant in de geschiedenis van hun land had gespeeld. 38
© Copyright 2024 ExpyDoc