Kijk over de dijk

2
deVerdieping
WOENSDAG 28 MEI 2014
Trouw
‘Kijk over de
dijk’ en vier
andere tips
Van elke overstroming kun je leren, zegt Mathijs van
Ledden, waterveiligheidsexpert. Net terug uit Servië
geeft hij advies voor het waterbeheer op de Balkan.
TEKST
Perdiep Ramesar
Overstroomd gebied bij Brcko in Bosnië. FOTO AFP
D
bepaalde deelgebieden doen, maar er is nog
geen integraal beeld. “Pas als we weten hoe het
water in het hele gebied stroomt, kunnen we
voorspellen wat het doet bij hoogwater en
waar de grootste risico’s zijn. Bovendien zien
we dan in één oogopslag welke impact een
overstroming kan hebben. Dan wordt het ook
meteen inzichtelijk voor bestuurders en poli-
tici die beslissingen moeten nemen.”
Het is niet zo dat ze in het Balkangebied geen
kennis hebben van waterbeheer. “Ik was onder
de indruk van het kennisniveau. Dus dat zit
wel goed. Maar er moet verder in worden geïnvesteerd. Het bouwen van zo’n model waarin
duidelijk wordt hoe het stroomgebied in elkaar
steekt, kost geld. Het lijkt misschien interes-
Donau, Drina en Sava
Door overstromingen
getroffen gebieden
HONGARIJE
Zagreb
SLOVENIË
Do
KROATIË
au
n
e Nederlandse waterveiligheidsexpert Mathijs van Ledden van Royal HaskoningDHV en de Technisch
Universiteit Delft is zaterdag
teruggekomen uit het overstromingsgebied in Servië.
Hij is namens Nederland lid van de United Nations Disaster Assessment and Coördination
(UNDAC), dat naar het overstromingsgebied is
gehaald om het Balkanland te helpen met de
watersnood. Van Ledden is nu bezig met zijn
rapport over de dijken en overstroomde gebieden in Servië met daarbij maatregelen voor de
korte en lange termijn. Door de jaren heen is
Nederland door schade en schande – denk aan
1953, 1993 en 1995 -– wijs geworden op het gebied van watermanagement. Vijf belangrijke
adviezen van de expert rondom waterbeheer
en -veiligheid voor Zuidoost-Europa en andere
gebieden waar water een gevaar is geworden.
ROEMENIË
Belgrado
Leer wat het water in het gebied
1. doet
Systeemkennis, wordt het ook wel in technisch
jargon genoemd. Dat betekent niet meer dan
dat er kennis wordt vergaard over waar het water vandaan komt, hoe het water zich gedraagt
en hoe het elders uitmondt. In Nederland is
daar volgens waterveiligheidsexpert Mathijs
van Ledden fors in geïnvesteerd. “Een rivier is
niet enkel één rivier. Een rivier heeft vele vertakkingen die weer uitlopen in kleinere rivieren. De grootste problemen in Servië ontstonden niet in de grootste rivieren als de Donau,
maar juist in de haarvaten van het systeem
waar de vertakkingen uitlopen. Om dat
stroomgebied te begrijpen, moet het water gevolgd worden vanuit de hooglanden tot in de
wateren waar het wegstroomt.”
Er zijn volgens Van Ledden in het Balkangebied wel modellen van hoe de rivieren het in
Tuzla
BOSNIËHERCEGOVINA
Split
Sava
Drina
Lazarevac
Sarajevo
SERVIË
MONTENEGRO
KOSOVO
ITALIË
0
ALBANIË
MACEDONIË
100 km
©TROUW KT
GRIEKENLAND
santer om dijken te bouwen of die te verstevigen. Maar het zou zomaar kunnen dat die dijken helemaal niet hoger of steviger hoeven,
omdat er op die plek helemaal geen gevaar is.
Investeer liever eerst in de kennis, de modellen
en het systeem waarmee het kan worden gevolgd. Dat heb je nodig om goede investeringen te doen als dijkverhogingen en meer ruimte voor de rivier. Vergis je niet, het grote geld
zit in het zand, de stenen en de verschillende
bouwconstructies. Het zou zonde zijn als dat
geld verkeerd wordt aangewend.”
Maar dat is niet het enige, zegt Van Ledden:
“Het klinkt als een open deur, maar het is wel
de bedoeling dat de overheden, instituten en
bedrijven die er in dat gebied mee bezig zijn
wel de kennis over water blijven bijhouden. Er
gebeurt veel op dat gebied. Bijna bij elke overstroming of ramp wordt weer bijgeleerd. Waterbeheer en –veiligheid is nog volop in ontwikkeling. Het is dus niet zo: eens gedaan en
dan klaar voor de toekomst.”
In het kader van het plan ‘Ruimte voor de Rivier’ is in Nederland naar aanleiding van het
hoogwater in 1993 en 1995 volgens Van Ledden
“zeer gedetailleerde informatie over de effecten van bijvoorbeeld rivierverruiming samengesteld. Aan die kennis bouwen we nog steeds.
Kortom, we zijn nooit uitgeleerd als het om
water gaat. Zelfs waterland Nederland niet.”
Besef dat waterbeheer
2. grensoverschrijdend
is
“Een van de zijrivieren van de Donau is de Sava
bijvoorbeeld. Het water in die rivier heeft de
afgelopen weken veel problemen veroorzaakt
in Servië. Maar die loopt door tot in Bosnië. Als
alleen Servië werkt aan de waterveiligheid en
Bosnië niet, hebben al die inspanningen niet
veel nut, want dan blijft de rivier in Bosnië
overstromen. Puur nationaal naar het waterprobleem kijken is te beperkt. Daarom is het
Trouw
deVerdieping
WOENSDAG 28 MEI 2014
goed om dat in internationaal verband te coördineren”, zegt waterexpert Van Ledden.
De ‘EU Hoogwater Richtlijn’, die internationale samenwerking rondom hoogwater binnen
de Europese Unie tot doel heeft, kan een belangrijke rol spelen in het Balkangebied. Nederland, België en Duitsland hebben er volgens
de expert veel baat bij gehad. “Servië is nog
geen lidstaat van de Europese Unie, maar wel
kandidaat. Het zou goed zijn als dat land al kan
werken volgens die richtlijn. Dan wordt Servië
eraan gehouden dat ze met bijvoorbeeld Bosnië en Kroatië en andere omringende landen
moet afstemmen tijdens het werk aan de waterveiligheid. Wat voor Servië geldt, geldt natuurlijk ook voor die andere buurlanden. Ook
zij moeten beseffen dat het niet alleen een lokaal probleem is of juist het probleem van dat
andere land, maar dat het een gezamenlijk probleem is dat in gemeenschap moet worden opgelost. Dit heeft ook alles te maken met het
krijgen van een volledig beeld van het probleem. Hoe een stuwmeer bij de rivier Drina
wordt beheerd, heeft effect op de rivier in de
laaglanden van de buren.”
Nederland is lid van de zogeheten ‘Internationale Rijn Commissie’ waarin de landen waar
de Rijn doorheen stroomt, met elkaar overleggen en afstemmen. De landen rondom de Donau hebben een ‘Donau Commissie’ waarin
wordt gepraat over bijvoorbeeld de bevaarbaarheid van de Donau, de hoofdader in Zuid-Oost
Europa die vanuit de Alpen naar de Zwarte Zee
stroomt. “Deze commissie overlegt op het niveau van de Donau en niet op het haarvatenniveau van bijvoorbeeld de vertakkingen, zoals
de Sava en de Drina. Er moet daar meer aandacht komen voor de zijrivieren en hun vertakkingen.”
Van Ledden erkent dat internationale samenwerking veel tijd kost. “Daarom moeten er parallel aan dat overleg alvast op korte en middellange termijn maatregelen worden genomen, zoals het bouwen van een goed monito-
ringssysteem en eventuele dijken en verstevigingen van de oevers. Dat blijkt nodig, want in
de afgelopen tien, vijftien jaar zijn er elk jaar
wel grote of kleinere overstromingen in dat gebied geweest. Niets doen totdat er een degelijke internationale samenwerking is, is dus geen
optie.”
Bouw een goed
3. waarschuwingssysteem
Nederland heeft veel ervaring met een goed
werkend voorspellingssysteem voor hoogwater, zegt Van Ledden. Bij de autoriteiten en betrokkenen gaan de alarmbellen rinkelen als er
iets dreigt mis te gaan en als het water hoger
dan normaal komt te staan. “Zo’n systeem
zorgt ervoor dat we op tijd worden gewaarschuwd voor bijvoorbeeld een overstroming.
Die systemen worden wereldwijd steeds meer
gebruikt, we zijn nu bijvoorbeeld in Bolivia bezig om zo’n systeem te bouwen. Het Nederlandse kennisinstituut Deltares heeft veel ervaring met het ontwikkelen van zo’n systeem
waarbij bij een riskante weerssituatie, stand
van het water of stroming een waarschuwing
uitgaat. Op de Balkan zou zo’n systeem veel
leed kunnen voorkomen. Zodra een waarschuwing uitgaat, kan worden besloten tot een evacuatie, het oproepen van hulptroepen en andere noodmaatregelen. Het aantal slachtoffers en
schade kan dan worden beperkt.”
De waarschuwingen betreffen volgens de waterexpert niet alleen overstromingen, maar
ook landverschuivingen, zoals in Servië. “Een
landverschuiving ontstaat doordat de grond
sterk verzadigd raakt. Dat staat in direct verband met hoogwater, de situatie van het grondwater en overstromingen. In Servië bestaat wel
een monitoringssysteem, maar dat is lang niet
zo geavanceerd dat de mensen op tijd worden
gewaarschuwd, zoals die we in West-Europa
kennen.”
Alle leed verzacht zo’n systeem natuurlijk niet,
zegt Van Ledden, ‘want het voorkomt geen
overstroming en het zegt niets over wat het
water gaat doen’. “Maar een gewaarschuwd
mens telt voor twee en daarom is een goed
waarschuwingssysteem van groot belang. Zo’n
systeem kan op korte termijn worden ingesteld.”
Denk bij het bouwen aan de
4. oevers
aan de risico’s van het
water
“We willen graag aan het water wonen voor
het uitzicht. Ook is het voor bedrijven economisch interessant vanwege het vervoer. Dat
zien we in Nederland bijvoorbeeld in Nijmegen
en Maastricht. In Servië zien we dat ook. Maar
als iemand daar langs een rivier wil bouwen,
moet diegene wel goed nadenken over de risico’s en hoe de bebouwing te beschermen tegen
overstromingen”, zegt Van Ledden. “Ook moeten we goed bedenken wat we accepteren aan
risico’s. In bijvoorbeeld dunbevolkte gebieden
kan meer risico worden genomen dan in dichtbevolkte delen. De vraag is dan: waar accepteren we welke schade? We kunnen niet tot in
het oneindige dijken bouwen. De overstromingen in Servië zijn de ergste in de afgelopen
honderd jaar, maar dat wil niet zeggen dat het
nog eens honderd jaar gaat duren voor het
weer gebeurt. Het kan volgend jaar ook weer
raak zijn. De weersomstandigheden en het water zijn nooit honderd procent voorspelbaar of
vooruit te berekenen. In Nederland hebben we
watersnood in 1953 meegemaakt, maar ook in
1993 en weer in 1995. Sindsdien is het rustig,
maar dat zegt niets. Politiek en bestuur moeten
rekening houden met de risico’s. In Nederland
zit water in ons DNA, waardoor het altijd hoog
op de agenda staat, maar dat is in andere landen niet vanzelfsprekend. Hier houden we altijd rekening met het water bij bijvoorbeeld
3
het bouwen, maar dat gebeurt niet overal.”
5. Water moet prioriteit worden
Hoogwaterbescherming is net als het bezitten
van een EHBO-koffertje. Dat hopen we nooit te
gebruiken en als het goed is maken we er ook
maar weinig gebruik van en zolang ligt het ergens in een hoekje in de kast. Totdat we het nodig hebben, want dan zijn we blij dat we het
hebben. “Waterbescherming kost geld, tijd en
energie, maar we merken pas het nut ervan als
we die nodig hebben. Het is geen nieuwe weg
die economische vooruitgang te weeg brengt.
Maar het kost ons straks uiteindelijk veel minder geld dan de schade en leed na een overstroming”, zegt Van Ledden. “Daarom moeten de
overheden, bijvoorbeeld in Servië en Bosnië,
het water urgent maken, ook al levert het niet
direct iets op. Zo moeten bijvoorbeeld ‘kritische infrastructuur’ als waterzuiveringsinstallaties, grote pompstations en energiecentrales
goed worden beschermd. Daar zijn in
Servië bijvoorbeeld problemen. Als zulke infrastructuur het niet meer doet bij een overstroming, duurt het nog langer voordat er een oplossing is voor de mensen in dat probleemgebied en zo’n gebied zich kan herstellen. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor generatoren
voor ziekenhuizen. Als die het niet meer doen,
zijn de mensen in een overstromingsgebied
nog verder van huis. Maar om dit alles te kunnen doen, moet er eerst draagvlak zijn op alle
niveaus van de overheid. Soms moet bijvoorbeeld voor een maatregel een bestemmingsplan worden gewijzigd op gemeentelijk niveau. Als de gemeenteraad het water laag op
de agenda heeft staan of de problematiek niet
helemaal begrijpt, komt die aanpassing van
het bestemmingsplan er niet en kan een waterprobleem in de toekomst moeilijker worden
opgelost.”