J)) A pi-ovincie groningen Aan Provinciale Staten bezoekadres: Martinikerkhof i 2 postadres; Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II algemeen faxnr.: 050 316 49 33 www.provtnclegroningen.nl [email protected] fss UJ Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage 1 2 NOV. 201< Onderwerp Bestuurlijke Organisatie en Bestuurscultuur - Taak & Roldiscussie provincie Groningen en gemeenten 2014-46.226/46/A.16, PPM 545718 Dam. B. van (050) 316 4598 [email protected] Geachte dames en heren, O ec Samenvatting Ter uitvoering van de toezegging van gedeputeerde Wilpstra in de vergadering van de commissie BFE van 10 September 2014 informeren wij u hierbij over de stand van zaken van het gesprek met gemeenten over de ontwikkeling van onze taken en rollen. Dit gesprek is in zijn algemeenheid van belang in verband met de landelijke afspraken over versterking van de profielen van provincies en van gemeenten. Recentelijk is de lijn hiervan nog weer aangegeven in Kompas 2020. Daarnaast is het meer specifiek voor Groningen van belang in relatie tot de gemeentelijke herindeling. Een andere verdeling van taken en rollen tussen de provincie en de gemeenten is verder sterk verbonden met de verandering van de bestuurscultuur, zoals die ook in het rapport Grenzeloos Gunnen als zeer gewenst is omschreven. In deze brief geven wij tevens aan welke kaders en uitgangspunten volgens ons moeten worden gehanteerd om tot een nieuwe taak- en rolverdeling te komen die past bij modern bestuur van een bestuurskrachtige en rolbewuste provincie en gemeenten. 1. Inleiding Overeenkomstig de afspraak, die wij in februari 2014 met het bestuur van de VGG hebben gemaakt, is in september overleg gestart om tot gezamenlijke conclusies te komen over een andere verdeling van taken en rollen. Onze inzet is er hierbij op gericht om de oriëntatie op kerntaken, zoals die ook al in voordracht 2010/40en 40a is neergelegd, verder uit te werken en af te ronden. Daarnaast willen wij indachtig het rapport van de Commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen "Grenzeloos Gunnen" taken loslaten die beter door een sterke gemeente kunnen worden uitgevoerd dan door de provincie. "Decentraal wat decentraal kan en centraal wat centraal moet' is hiervoor de leidraad. Onze rol als strategisch gebiedsregisseur willen wij versterken. O 06-HB.SG-001 Wij willen een benadering volgen die gekenschetst wordt als "Van A naarS volgens S", dus redenerend vanuit het toekomstig perspectief. Wij moeten voorkomen dat nu nog besluiten worden genomen die niet passen bij de inzichten van Kompas 2020 over kerntaken. 1 De provincie Groningen werkt volgens normen die zijn vastgelegd in een handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Communicatie en Kabinet, Publieksvoorlichting; 050 3164160 De komende overgangsperiode tot 2018 moet zowel door ons als door de gemeenten worden gebruikt om stapsgewijs naar de nieuwe verhouding toe te groeien. Een dergelijke stapsgewijze benadering is volgens ons gewenst om zowel bij onszelf als bij de gemeenten ruimte te creëren die nodig is om ook tot de hieraan verbonden cultuurverandering te komen. Vertrouwen en elkaar ruimte gunnen ontstaat niet in een keer, maar moet kunnen groeien. De gezamenlijke conclusies zullen de basis vormen voor nadere besluiten, die in de volgende Statenperiode kunnen worden uitgewerkt. 2. Provinciale opgaven, taken en roilen Tot nu toe spreken wij in het kader van Grenzeloos Gunnen over taken en rollen. Het gesprek hierover kan niet goed worden gevoerd zonder aandacht voor de context van provinciale opgaven. In Kompas 2020 worden voor het provinciaal opereren in de toekomst twee kaders genoemd. Die hebben betrekking op de betekenis van maatschappelijke opgaven en op de kerntaken. Aangegeven is hierin, dat opgaven leidend zijn en grenzen volgend. Het vooropstellen van maatschappelijke opgaven betekent dat de provincie Groningen over geografische en bestuurlijke grenzen heen kijkt. De groei van de economie begint vooral in stedelijke regio's en laat zich niet vangen binnen bestuurlijke grenzen. Gemeentelijke, provinciale en nationale grenzen zijn ondergeschikt aan de maatschappelijke opgaven. De zeven kerntaken uit 'Profiel Provincies' blijven onverkort van kracht. De kerntaken van de provincies zijn het versterken van de regionale economie en bedrijvigheid (1), goede regionale verbindingen en openbaar vervoer (2), een vitaal en economisch gezond platteland (3), natuurbeheer en de ontwikkeling van natuurgebieden (4) en het verbeteren van de culturele infrastructuur (waaronder monumentenzorg (5)). Ook waterveiligheid (op ruimtelijk niveau(6) is de verantwoordelijkheid van de provincie, evenals het toezicht op waterschappen en op een goed functionerend en eigentijds lokaal bestuur (7). Deze beide kaders (maatschappelijke taken en kerntaken) moeten volgens ons in verbinding met elkaar worden gezien. Het gesprek over taken en rollen moet dus meer zijn dan het afvinken van lijsten met afzonderlijke onderwerpen. De provincie moet zich richten op de grote maatschappelijke opgaven. Die zijn altijd verbonden met taken en rollen waar niet alleen de provincie, maar ook andere overheden en maatschappelijke partijen een ro l kunnen spelen om een bijdrage te leveren aan het aanpakken van die opgaven. Zoals ook de Commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen al aangaf ligt er een opdracht aan u en ons om hierbij onze strategische positie te versterken. En zoals ook de Raad voor het openbaar bestuur a\ aangaf in het rapport "Loslaten in Vertrouwen" uit 2012 gaat het e r dan om, hoe wij als provincie samen met anderen regionale kracht kunnen ontwikkelen. De provincie zal daarbij telkens verschillende rollen vervullen, altijd vanuit de kerntaken; "Zonder taak geen roif'. Het ontstaan van robuuste en bestuurskrachtige gemeenten zal ertoe kunnen leiden, dat wij bij de uitoefening van onze kerntaken tot een andere taak- en rolverdeling komen met de gemeenten. Wij moeten ons als provincie minder dan nu het geval is bemoeien met zaken van meer lokale aard. Het gaat hier om het herstel van verhoudingen, zoals ze eigenlijk altijd hadden moeten zijn maar wat vanwege de gewenste kwaliteit niet goed mogelijk was. Mogelijkheden van gemeenten bleken niet altijd toereikend. Ook zou een resultaat kunnen zijn, dat gemeenten deels provinciale taken gaan uitvoeren als dat goed zou aansluiten bij het nieuwe schaalniveau en de feitelijke mogelijkheden. Bij deze benadering hoort tenslotte ook, dat wij afscheid nemen van een aantal taken op het gebied van sociaal beleid, welzijn, zorg en (gehandicapten)sport. Besluitvorming hierover heeft al in 2010 plaatsgehad (voordrachten 2009/40 van 15-12-2009 en 2009/40a van 30 maart 2010). Deze bezuiniging is in grote lijn ook verwerkt in de provinciale begroting (Voorjaarsnota 2010). Hierbij is geregeld dat dit stapsgewijs in de periode 2011 - 2015 wordt doorgevoerd. Met ingang van 2011 is in verband met deze taakvelden een korting van circa € 16 miljoen doorgevoerd op de uitkering voor Groningen van het Provinciefonds. Met ingang van 2016 wordt wederom een korting op het Provinciefonds doorgevoerd in verband met de decentralisatie van de Jeugdzorg. 3. Doel en reikwijdte van het overleg Wij willen met het overleg input leveren voor in de volgende Statenperiode te nemen besluiten en de uitkomsten moeten de gemeenten input geven die in de op te stellen Toekomstvisies kan worden verwerkt. Vanuit deze benadering hebben wij als startpunt voor de besprekingen aan de gemeenten aangegeven wat volgens ons de reikwijdte van het overleg zou moeten zijn. Wij hebben de gemeenten gevraagd om hierop te reageren. Het is goed denkbaar, dat gemeenten hierover ook andere of aanvullende gedachten hebben. Wij vinden het van belang om eerst bestuurlijk tot een gemeenschappelijk beeld over de reikwijdte te komen voordat ambtelijke uitwerking plaatsvindt. 4. Aanpak en planning van het overleg Wij hechten er aan, dat de inhoud voorop staat. In gezamenlijk overleg tussen provincie en gemeenten zal worden geanalyseerd welke taken en taakonderdelen kunnen worden overgedragen en op welke punten de rol van de provincie en de gemeenten zou kunnen veranderen. De uitkomst hiervan zal onderwerp van gesprek zijn wanneer de randvoorwaarden voor overdracht aan de orde komen. Deze kunnen betrekking hebben op verschillende zaken. In de eerste plaats is van belang, op welk moment overdracht aan de orde zou kunnen zijn. Wij onderscheiden twee momenten: • Start van de nieuwe gemeenten (1-1-2018); • Een daarna gelegen moment dat later kan worden bepaald; denkbaar is, dat een beperkte ingroeiperiode voor gemeenten wenselijk is. In de tweede plaats kunnen afspraken betrekking hebben op het al dan niet voor een overgangsperiode meeleveren van middelen om de nieuwe taak uit te kunnen voeren. Naar ons inzicht is het meeleveren van middelen in principe alleen aan de orde voor zover er sprake is van provinciale kerntaken. Over de andere onderwerpen hebt u inmiddels immers bezuinigingsbesluiten genomen en is het Provinciefonds feitelijk ook al gekort. Het is voor een goed begrip nuttig om hierbij onderscheid te maken tussen verschillende situaties die aan de orde kunnen zijn. 1. Taken, die gelet op de kerntaken tot het gemeentelijk domein behoren en die al onderdeel uitmaken van het bezuinigingspakket van 2010. Daar is de afgelopen jaren meestal al stapsgewijs een bezuiniging doorgevoerd met 2015 als realisatlejaar. Hier is daadwerkelijk loslaten door de provincie aan de orde. Het kan hooguit zo zijn dat met behulp van in de begroting beschikbare provinciale middelen een verlengde overgangsperiode wordt gecreëerd indien gemeenten blijkens hun Toekomstvisie taken willen oppakken en het ongewenst is om een beleidsgat te laten vallen tussen 2016 en de implementatie door de nieuwe gemeente. 2. Taken die tot een beleidsveld horen waar zowel provincie als gemeenten taken hebben. Bijvoorbeeld milieu, landschap, verkeer en vervoer, energie, economie. Vorming van bestuurskrachtige gemeenten zal hier tot een verschuiving van taken kunnen en moeten leiden. De provincie heeft verschillende uitvoerende taken op zich genomen die eigenlijk bij een gemeente thuis horen. In dit soort gevallen zal sprake moeten zijn van een warme overdracht. 3. Taken van de provincie, die de provincie wil overdragen aan gemeenten. Bijvoorbeeld het overdragen van provinciale wegen en het beheer ervan aan gemeenten of het uitvoeren van bepaalde groenbeheerstaken. Dit kan alleen met een warme overdracht en adequaat bijleveren van middelen en eventueel menskracht. Tot slot kunnen de afspraken betrekking hebben op de verwachting die provincie en gemeenten over en weer van elkaar mogen hebben als het gaat om de rolneminq. Volgens het advies van de Commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen dient de provincie veel steviger zijn rol als strategisch agendasetter en regisseur te nemen en moeten gemeenten hun toegenomen bestuurskracht ook willen vertalen in het zelf meer oppakken van kwesties. Wij hebben overleg gevoerd met de VGG over de planning van de andere onderwerpen. De VGG heeft ons gemeld, dat de druk op de gemeentelijke organisaties de komende maanden erg groot zal zijn in verband met de decentralisatieoperaties. We hebben daarom afgesproken, dat we hier iets meer tijd voor nemen. 5. Afrondend Wij moeten vaststellen, dat de vorming van de nieuwe gemeenten in 2014 veel aandacht heeft gevraagd en nog vraagt. De andere onderdelen uit het advies "Grenzeloos Gunnen" (verandering van taak en rol en verandering van bestuurscultuur) lopen daardoor het risico minder prioriteit te krijgen dan ze verdienen. Wij zetten ons ervoor in, dat dit wordt voorkomen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: , voorzitter. , secretaris.
© Copyright 2024 ExpyDoc