Hyperthyroïdie, te snel werkende schildklier

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT
TE SNEL WERKENDE
SCHILDKLIER
AZO/END/176
V2.0
Hyperthyreoïdie
Hyperthyreoïdie is de naam voor de aandoening waarbij de schildklier te veel
schildklierhormoon produceert. Dit is in het bloed vast te stellen. De schildklier
produceert 2 hormonen die we gemakshalve T4 en T3 noemen. Bij hyperthyreoïdie is
de T4 spiegel verhoogd. De TSH-waarde is verlaagd (TSH is een hormoon van de
hypofyse, een aanhangsel van de hersenen, dat de schildklier stimuleert).
Veel voorkomende oorzaken van hyperthyreoïdie zijn:
1. de ziekte van Graves (-Basedow), een auto-immuunziekte
2. het toxisch multinodulaire struma
3. het toxische adenoom.
Zeldzamere oorzaken zijn:
4. beschadiging van schildklierweefsel door een ontsteking (thryreoïditis)
5. overdreven Jodiuminname
KLACHTEN VAN HYPERTHYREOIDIE
De klachten die door het teveel aan schildklierhormoon worden veroorzaakt, zijn zeer
divers. De ene persoon kan een groter aantal klachten hebben dan de ander. Veel
voorkomende klachten en verschijnselen zijn:
-
Hartkloppingen (tachycardie).
Gewichtsverlies ondanks toegenomen eetlust (maar in enkele gevallen
gewichtstoename)
Vermoeidheid
Kortademigheid bij inspanning
Snelle polsslag
Soms onregelmatige, snelle hartslag (boezemfladderen of
voorkamerfibrillatie)
Vergroting van de schildklier (struma)
Last van warmte (overmatig transpireren), voorkeur voor koude
Warme, vochtige handen
Trillende handen en vingers
Zenuwachtigheid en gejaagdheid
Spierzwakte (krachtsverlies in de spieren)
Menstruatiestoornissen
Darmklachten, diarree of vaker ontlasting
Snelle geïrriteerdheid, angst, andere psychische klachten
Oogklachten (bij de ziekte van Graves, zie later)
ONDERZOEK EN DIAGNOSE
De diagnose wordt gesteld door een bloedafname ( TSH-waarde is verlaagd en de
schildklierhormonen , de vrije T4- en de vrije T3-waarden zijn verhoogd en worden
bepaald om de ernst van de hyperthyreoïdie vast te stellen). Vaak zal ook bepaald
worden of er antistoffen in het bloed aanwezig zijn die tegen het eigen
schildklierweefsel zijn gericht (autoantistoffen).
Er wordt onderzocht aan welke vorm van hyperthyreoïdie iemand lijdt. Dit is van
belang omdat de behandeling afhangt van de oorzaak van de hyperthyreoïdie.
Meestal wordt daartoe een isotopenscan van de schildklier genomen; hierbij wordt
een afbeelding van de schildklier gemaakt met behulp van een geringe hoeveelheid
per injectie toegediend radioactief materiaal. Aan de hand van alle bevindingen zal
de behandeling worden uitgestippeld.
Hyperthyreoidie kan men op drie manieren behandelen:
1. Met medicatie die de schildklier remt
2. Met radioactief jodium
3. Met een operatie.
De daadwerkelijke behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak van de
hyperthyreoïdie.
I.
DE ZIEKTE VAN GRAVES
De Engelse arts Graves (‘greefs’ uitgesproken) heeft in 1835 deze schildklierstoornis
voor het eerst vastgesteld. De ziekte is de meest voorkomende oorzaak voor
hyperthyreoïdie. Ze komt voor bij 1 op de 35 vrouwen en bij 1 op de 125 mannen. De
aandoening openbaart zich vooral in de leeftijd tussen 25-50 jaar.
De ziekte van Graves is een zogenaamde auto-immuunziekte. Ze ontstaat doordat
antistoffen in het lichaam worden gemaakt, die zijn gericht tégen de TSH-receptor.
De antistoffen worden gemaakt door het afweerapparaat (het immunologisch
systeem), en stimuleren de schildklier om extra schildklierhormoon te maken.
Soms komt de ziekte van Graves voor in combinatie met een oogziekte (Graves'
oftalmopathie).
II.
TOXISCH MULTINODULAIR STRUMA of GOITER (ZIEKTE VAN
PLUMMER)
Goedaardige knobbels in de schildlier doen de schildklier over verloop van jaren
vergroten. Deze knobbels ontwikkelen op den duur een steeds grotere activiteit: ze
gaan meer en meer schildklierhormoon produceren. Dit resulteert uiteindelijk in een
hyperthyreoïdie.
III.
TOXISCH ADENOOM
Wanneer slechts één knobbel overactief is, wordt gesproken van een toxische
nodulus of toxisch adenoom.
IV.
THYROIDITIS
Bij een ontsteking van de schildklier komt veel van het in de schildklier opgeslagen
schildklierhormoon vrij in het bloed. Een virusontsteking van de schildklier (ziekte van
De Quervain) is de voornaamste oorzaak. De schildklier is wat vergroot en pijnlijk; er
kan koorts optreden. Soms treedt blijvende hypothyreoïdie op.
Er bestaat ook een silent thyroiditis; zoals de naam al doet vermoeden, voelt de
patiënt niets van de ‘ontsteking’ van de schildklier. Dit treedt vaak op na een
bevalling.
V.
OVERDREVEN JODIUMINNAME
Door een te grote inname van Jodium, bv. door Cordaronetabletten, door de inname
van Jodium via voedingssupplementen of vitamines of door het gebruik van
Isobetadine kan de schildklier te hard beginnen werken.
DE BEHANDELING VAN HYPERTHYREOIDIE
1. Medicatie
Doorgaans wordt eerst getracht de te snelle schildklierwerking met medicijnen te
behandelen. Deze behandeling kan op twee manieren geschieden:
a. Met een lage dosering tabletten, waardoor de te snelle werking onderdrukt wordt.
b. Met een hoge dosering tabletten, waardoor de schildklier volledig geblokkeerd
wordt, later aangevuld door schildklierhormoon in tabletvorm.
Deze laatste behandeling geniet de voorkeur, omdat de aandoening beter en
stabieler te behandelen is. De combinatietherapie voorkomt te grote schommelingen
in de schildklierhormoonspiegel. Indien daarbij geen schildklierhormoon zou worden
voorgeschreven, zou een tekort aan schildklierhormoon ontstaan.
De dosering van de medicijnen hangt af van de ernst van de hyperthyreoïdie. In het
begin wordt soms ook een bètablokker (propranolol = INDERAL®) bijgegeven om de
klachten in de eerste weken wat te onderdrukken. De klassieke dosering van
schildklierremmende tabletten is methimazol (Strumazol®) 3 x 10 mg., of
propylthiouracil (2 x 150 mg).
Dosering schildklierhormoon: 50 à 150 microgram per dag, 's morgens een half uur
vóór het ontbijt in te nemen (merknamen L- thyroxine®, Euthyrox®).
Bijwerkingen van de schildklierremmende middelen komen voor bij 1-5% van de
behandelde patiënten. Vooral in de eerste drie maanden is er een kleine kans op een
allergische reactie, leidend tot huiduitslag, of soms tot bloedafwijkingen (daling van
de witte bloedcellen). Hierbij wordt de behandeling direct gestaakt. Wanneer
symptomen als koorts en keelpijn optreden dient men onmiddellijk contact op te
nemen met de huisarts om de witte bloedcellen te bepalen.
Bij de ziekte van Graves wordt deze vorm van behandeling doorgaans gedurende 1
jaar volgehouden. Dan wordt de medicatie gestopt om vast te stellen of de schildklier
weer normaal functioneert. Het blijkt dat na zo’n kuur 70% van de patiënten is
genezen. Hoe hoger de schildklierhormoonspiegel bij het stellen van de diagnose, of
hoe groter de schildklier, des te kleiner de kans is op blijvende genezing door
medicamenteuze behandeling.
Roken verhoogt de kans dat de ziekte niet geneest.
Komt de te snelle werking na staken van de medicijnen weer terug, dan wordt
aangenomen dat met medicijnen geen blijvend resultaat kan worden behaald, en is
het zinvol te kiezen voor een behandeling met radioactief jodium of voor een
operatie. Overigens kan men, indien gewenst, ook direct na het stellen van de
diagnose hyperthyreoïdie, behandelen met radioactief jodium. Hie wordt vaak voor
gekozen bij iemand ouder dan 40 jaar.
Tabletten die de schildklierwerking remmen, geven geen genezing bij een
multinodulair struma of een toxisch adenoom. Zij kunnen slechts de
schildklierhormoonspiegel normaliseren, wanneer zij continu, en dus levenslang
worden ingenomen. Omdat deze tabletten op den duur ongewenste bijwerkingen
kunnen veroorzaken, is in die situatie een behandeling met radioactief jodium
eigenlijk een betere keuze. Alleen indien er sprake is van een zeer groot struma of
klachten van benauwdheid door druk van het struma op de luchtpijp, zal eerder een
operatie worden overwogen.
2. Radioactief jodium
Deze behandeling wordt sedert 40 jaar toegepast. Het radioactief jodium vernietigt
een deel van de schildklier, maar brengt geen schade toe aan het lichaam. Alleen bij
zwangerschap kan er niet behandeld worden met radioactief jodium.
Het is mogelijk dat er te veel of te weinig schildklierweefsel wordt vernietigd. Niet
iedereen reageert hetzelfde. Vier weken voor de dosisbepaling moet het innemen
van schildklierhormoon worden gestaakt; 3 tot 7 dagen ervoor worden de
schildklierremmende medicijnen gestopt.
Na de behandeling moet men gedurende één week een aantal leefregels in acht
nemen, omdat er altijd nog een kleine resthoeveelheid radioactiviteit in het lichaam
aanwezig is. Men neemt geen kleine kinderen op schoot of op de arm. Vrouwen die
kinderen willen, wordt aangeraden voorzorgsmaatregelen te treffen zodat zij het
eerste jaar na de behandeling niet zwanger kunnen worden.
Na de radioactieve behandeling neemt men nog meestal gedurende enkele
maanden schildklierremmende middelen in, omdat het radioactief jodium heel
langzaam werkt en het eindresultaat pas na ongeveer 3 à 6 maanden te verwachten
is.
Indien nodig, kan de behandeling met radioactief jodium enkele malen worden
herhaald. Men dient er rekening mee te houden dat op den duur de helft van de
mensen een te langzaam werkende schildklier ontwikkelt, een verandering die
eenvoudig met schildklierhormoontabletten (die hebben geen nevenwerkingen
gezien het een natuurlijk product is) kan worden ondersteund.
3. Operatie
Bij de operatie wordt ruim 90% van de te snel werkende schildklier verwijderd. De te
snelle werking wordt dan direct teruggebracht naar normaal. Er kan zich
vanzelfsprekend een situatie ontwikkelen, waarbij de rest van de schildklier niet meer
voldoende schildklierhormoon kan maken, en een zogenaamde hypothyreoïdie
ontstaat.
De complicaties van een operatie zijn gelukkig gering. Sporadisch kan beschadiging
van de stembandzenuw (1 %), of vermindering van de functie van de bijschildklieren
optreden. De operatie duurt gemiddeld 1-2 uur en de opnameduur in het ziekenhuis
is gemiddeld 3 dagen. In de dagen na de operatie zal het kalkgehalte van het bloed
worden gecontroleerd (de bijschildklieren regelen de kalkhuishouding in het lichaam,
en wanneer die niet meer functioneren, zal deze calciumspiegel dalen).
BESLUIT
De schildklier bepaalt hoofdzakelijk hoeveel energie uw lichaam verbruikt. Als de
schildklier niet goed of te hard werkt, kan dat uw levenskwaliteit aantasten. Gelukkig
zijn de meeste schildklierproblemen goed op te lossen. Een levenslange opvolging
van het schildklierprobleem is meestal wenselijk.
CONTACTGEGEVENS
Algemeen Ziekenhuis Oudenaarde
Minderbroedersstraat 3,
9700 Oudenaarde
Tel: 055/33 .61.11
Dr. Maes Wim
Tel: 055/33.67.73
Voor afspraken: 055/33.66.38