G E M E E N T E B O R N E accocrd voor kennis giving aaac Mspidcen Memo Ut: rsí ľňpoorî I 14int03190 aan kopie van datum Het college van M. Wielinga S . G . J . J . van Wanrooij 1-7-2014 burgemeester en H. Richters, wethouders M. Ledder FF betreft Grondwaterpeil aan de van Bemmelstraat, Wensinkstraat, Woolderweg en Bussemakerstraat Geachte college, Tijdens de raadsvergadering van dinsdag 20 mei jl. hebben de fracties van de S P en Borne-Nu een motie ingediend betreffende het grondwaterpeil aan de van Bemmelstraat, Woolderweg, Wensinkstraat en Bussemakerstraat Geconstateerd is dat een aantal woningen in de straten veel last hebben van natte kelders en kruipruimten. Dit beïnvloed voor direct betrokkenen het leefklimaat en de volksgezondheid. Zoals in de motie is aangegeven gaat het om woningen van de Stichting Woonbeheer Borne. De overige fracties hebben de motie aanvaard om een onderzoek te starten of het grondwaterpeil van invloed kan zijn op de voorkomende problemen. Voordat gestart wordt met een (uitvoerig) onderzoek of het grondwater de problemen of een deel van de problemen veroorzaakt willen wij u een beeld schetsen van het onderzoeksproces. Allereerst is het goed om in een korte weergave de verantwoordelijkheden en zorgplicht ten aanzien van het grondwaterbeheer en enkele kenmerken op waterhuishoudkundig gebied te benoemen. Verantwoordelijkheden en plichten In principe is geen enkele instantie verantwoordelijk en dus aansprakelijk voor de grondwaterstand. De gemeente is voor haar burgers het eerste aanspreekpunt en voert daarin een regierol door ook overleg (indien noodzakelijk) te voeren met andere instanties (waterschap/provincie). Bij klachten maakt de gemeente een analyse van oorzaken, gevolg en mogelijke maatregelen. Bij grondwaterproblemen op particulierterrein is de eigenaar (particulier of woningcorporatie) zelf verantwoordelijk voor de aanpak en het treffen maatregelen. De plicht gaat niet zover dat de gemeente (ook) maatregelen moet nemen op percelen die in particulier eigendom zijn. Vaak ligt er in de openbare ruimte al voorzieningen om mee te liften, dan wel drainage ofwel (schoonwater)riolering waarop aangesloten kan worden. Rheineplein 1 7622 D G Postbus 200 7620 A E Borne Telefoon 14074 fax 074 - 266 33 38 [email protected] www.borne.nl G E M E E N T E B O R N E Bij structureel nadelige gevolgen treft de gemeente in het openbaar maatregelen, voor zover het treffen van maatregelen doelmatig ís en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Concreet betekent de zorgplicht voor grondwater het volgende: » De eerste verantwoordelijkheid bij grondwaterproblemen ligt bij de particulier. Daarna is het samenspel van particulieren, gemeenten, waterschappen en provincies; » De gemeente is het eerste aanspreekpunt voor de burger bij structureel grondwaterproblemen; « » * » » » De gemeente treedt op als regisseur bij grondwaterproblemen (regisseert omdat de gemeente het proces begeleid tijdens grondwaterproblemen); De gemeente is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de grondwaterstand; De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en het leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden; De grondwaterzorgplicht is alleen van toepassing voor de kwantiteit; Grondwaterzorgplicht heeft betrekking op de overlast, niet op een tekort aan grondwater (grondwateronderlast); Grondwaterzorgplicht is een inspanningsverplichting geen resultaatverplichting. Kenmerken waterhuishouding Tijdens de aanleg van de riolering eindjaren zeventig is alleen een deel van de Wensinkstraat (aan de kant de particuliere woningen) voorzien van drainage in de openbare ruimte. Tegenwoordig is drainage aanleg bijna standaard, dat zorg draagt voor voldoende drooglegging van het wegdek. Verder is het gebied laag gelegen (laagste van kern Borne) ten opzichte van andere maaiveldhoogten in de omgeving. Bij hevige regenval is het gebied kwetsbaar en gevoelig voor wateroverlast. In de afgelopen jaren heeft de gemeente al diverse handelingen en werkzaamheden uitgevoerd om de wateroverlast tijdens hevige regenval in het gebied te beperken (o.a. bergbezinkbassins, aanleg calamiteitenoverstort en ringpersleiding langs de rondweg en afkoppelingsprojecten stedelijk gebied). Op korte termijn komt, in samenhang met de F35, een blauwe ader in uitvoering. Daarmee wordt wederom een aanzienlijk deel van het regenwater in het stedelijk gebied gescheiden van het bestaande gemengde riool. Op dit moment beschikt de gemeente niet direct over grondwaterpeilingen in het gebied. Wel is het de verwachting (door de lage ligging van de maaiveldhoogten) dat de gemiddelde hoog grondwaterstand (GHG) in het voorjaar tot dicht onder het maaiveld komt, maar dat dient dan nader onderzocht en bepaald te worden. Onderzoeksproces Het onderzoeksproces is opgedeeld in verschillende fasen en stappen. Vooralsnog worden alleen de werkzaamheden onder fase 1 uitgevoerd. Na afronding van fase 1 wordt nagegaan of en waar aanvullende informatie nodig is. Fase 1 betreft dus de voorbereiding en onderbouwing voor het uitvoeren van de veldwerkzaamheden. Met deze aanpak wordt maatwerk verricht en vinden de veldwerkzaamheden op een onderbouwde en doelmatige wijze plaats. Na het inventarisatieonderzoek wordt het bestuur geïnformeerd over de resultaten en de aanvullende veldwerkzaamheden . De werkzaamheden voor fase 1 bedragen ± C 2500,-. Pagina 2 •y G E M E E N T E V' B O R N E Fase 1 (inventarisatieonderzoek): 1. Voorbereiding/archiefonderzoek Bij de gemeente worden de volgende gegevens opgevraagd, voor zover beschikbaar en nog niet verstrekt: het digitale GBKN-bestand van het onderzoeksgebied; metingen van de grondwaterstanden (in *.xls-format); peilbuislocaties en -karakteristieken inclusief boorbeschrijvingen; bodemgegevens (sonderingen, resultaten uitgevoerde bodemonderzoeken en bemalingsplannen); het grondwaterbeleid (uit het v G R P ) ; informatie over de riolering (ouderdom, diepte ligging, et cetera); informatie over de wijze van bouwrijp maken van het gebied. Een uitsnede van het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN-2) wordt gedownload. Bij de Basisadministratie Adressen en Gebouwen, kortweg B A G , worden gegevens opgevraagd betreffende de ouderdom van de bebouwing. Het is niet bekend hoe de situatie onder de woningen eruitziet. Voorgesteld wordt bij de woningcorporatie bouwtekeningen en informatie over de aanwezigheid kruipruimtes en/of kelders op te vragen en te bestuderen. Bij de T N O databases R E G I S en Dinoloket worden gegevens opgevraagd betreffende de bodemopbouw en geohydrologie. In de kostenraming is ervan uitgegaan dat de gemeente en overige instanties geen kosten voor het gebruik van archiefgegevens in rekening brengen. De beschikbare gegevens worden verwerkt. 2. Startoverleg met gemeente en woningbouwcorporatie Zoals met u afgestemd vindt er een startoverleg met u en de woningcorporatie plaats. In het startoverleg wordt informatie zoals klachtenbestanden uitgewisseld. W e gaan ervan uit dat deze informatie voldoende is om een goed beeld te verkrijgen van de ernst en omvang van de overlast. Aansluitend op het startoverleg wordt eventueel samen met u en de woningcorporatie een terreininspectie uitgevoerd om een goed beeld te krijgen van de overlastsituatie. Hierbij worden de buurten met overlast bezocht. Tijdens de inspectie worden foto's genomen. 3. Rapportage en afstemming vervolgstappen De gegevens van het archiefonderzoek worden geïnterpreteerd en verwerkt op kaarten en in tabellen. Tevens wordt beoordeeld of er voldoende informatie beschikbaar is. Aangegeven wordt of en waar eventueel nog witte vlekken (met weinig informatie) voorkomen. Wanneer onvoldoende informatie beschikbaar is, wordt aangegeven welke werkzaamheden noodzakelijk/mogelijk/gewenst zijn in fase 3. Fase 2 (tussenrapportage) 4 Informeren bestuur De bevindingen van fase 1 worden vastgelegd in een tussentijdse rapportage. In overleg met de gemeente/corporatie bepalen we de benodigde onderzoeksinspanning voor fase 3 (het veldwerk). O m verder te gaan met fase 3 (veldwerk) dient het gemeentebestuur opnieuw in te stemmen. Pagina 3 G E M E E N T E B O R N E Fase 3 (veldwerk): 5 In beeld brengen bodemopbouw en grondwaterstanden Plaatsen boringen en peilbuizen. Verschil bodemopbouw in de straat en het particuliere terrein, aanwezigheid storende klei/leemlagen, vaststellen of sprake is van structureel te hoge grondwaterstanden, etc. 6 Uitvoeren locatiebezoek en kruipruimte inspecties Om een representatief beeld te krijgen van de overlastsituatie kan overwogen worden om bij enkele representatieve woningen met overlast een kruipruimte-inspectie door gespecialiseerde bouwkundigen (gespecialiseerd in vochtproblemen in woningen) uit te voeren. Hiermee wordt een gedetailleerd beeld verkregen van de feitelijk ervaren overlast door de bewoners. Ervaring is dat bewoners een dergelijk huisbezoek bijzonder op prijs stellen. Fase 4 (Interpretatie, analyse en rapportage) 7 Analyse gegevens en oplossingsrichtingen Bij de oplossingsrichtingen houden we rekening met de verantwoordelijkheden van de gemeente (zorgplichten grondwater, hemelwater en afvalwater) en particulieren. Dit betekent dat we onderscheid maken in maatregelen die de gemeente kan treffen en maatregelen die de woningcorporatie kan nemen. Vervolg Uitvoering geven aan het onderzoeksproces, waarbij Stichting Woonbeheer Borne gevraagd zal worden zitting te nemen in een werkgroep en ondersteuning I advies te geven (met name in omvang) in het uitwerkingsprogramma. De kosten (± 2500,-) voor het inventarisatieonderzoek worden financieel gedekt uit het gemeentelijk rioleringsfonds. Gemeente Borne zal de onderzoeken laten uitvoeren door een deskundig en vakkundig bureau, die bekendheid heeft met de begeleiding en aanpak van dit soort problemen. Hopend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Pagina 4
© Copyright 2024 ExpyDoc