Werkwijze WDH

WDH HEUVELLAND
De Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen(WDH) is een werkgroep binnen de Regionale
HuisartsenZorg (RHZ).
De werkgroep bestaat uit zeven huisartsen en drie specialisten van het MUMC.
De WDH heeft een Instellingsaccreditatie IA-06 en is daarmee inhoudelijk eindverantwoordelijk voor
de inhoud en organisatie van geaccrediteerde nascholing voor gevestigd en waarnemend huisartsen,
met als kenmerk van, voor en door huisartsen. Haar hoofddoel is het bevorderen van deskundigheid
en kwaliteit van alle huisartsen in de regio Maastricht en Heuvelland en heeft als uitgangspunt de
notitie kwaliteit van de RHZ. De kwaliteitsnormen die door LHV en NHG opgesteld zijn, zijn hiervoor
de leidraad.
Alle geaccrediteerde scholingen worden ingevoerd en bijgehouden in het GAIA (Gemeenschappelijke
accreditatie internet applicatie), het landelijke registratienetwerk voor het bijhouden van de
accreditatie punten in de persoonlijke dossiers van artsen ten behoeve van herregistratie.
Het nascholingsaanbod wordt afgestemd op de behoefte van de huisartsen in de RHZ regio en de
landelijke speerpunten, tevens wordt gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden met de tweede lijn
(MUMC), zodat regionale kerntaken en werkafspraken tussen de eerste en tweede lijn gestimuleerd
en geëffectueerd kunnen worden. Het stimuleren en ondersteunen van intercollegiale toetsgroepen
(waaronder FTO) is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van RHZ/ WDH.
Leden WDH
Dhr. R. Prevoo, huisarts te Cadier en Keer en voorzitter WDH
Dhr. G. Costongs, huisarts Maastricht, lid
Mw. K. Verstraete, huisarts Maastricht,lid
Mw. M. Maaskant, huisarts Maastricht, lid
Mw. P. Schunck, huisarts Margraten, lid
Dhr. R. Simon, huisarts Maastricht, lid
Dhr. H. Fiolet, directeur Transmurale Zorg MUMC, lid
Dhr. S. Schalla, cardioloog MUMC
Mw. N. Bouvy, chirurg MUMC
Mw. B. Slangen, gynaecoloog MUMC
Ondersteuning WDH
Mw. L. Hager, kwaliteitscoördinator ZIO, ondersteuning bestuur WDH inhoud en beleid.
Mw. G. Boskamp, ZIO Kwaliteit en Scholing, medewerker scholing.
Mw. B. Paulissen, ZIO Kwaliteit en Scholing, medewerker scholing.
Locatie
Post- en bezoekadres Wilhelminasingel 81, 6221 BG, Maastricht.
Telefoon 043-3506910
www.zio.nl
Financiën
De financiën van de WDH worden door ZIO Kwaliteit en Scholing beheerd.
Per scholing wordt een bijdrage gevraagd aan de cursist.
Per scholing kan sponsoring aangevraagd worden, waarbij de landelijke CGR richtlijnen leidend zijn.
Voor de administratieve afhandeling van externe accreditatieverzoeken wordt een financiële bijdrage
in rekening gebracht.
1/4
Procedure voor het aanvragen van de accreditatie door derden/externen.
 De aanvraag dient 8 weken van tevoren digitaal via een accreditatieaanvraagformulier op de
website van ZIO voor de bijeenkomst bij de WDH te worden ingediend. De WDH beoordeelt of
de scholing binnen het scholingsprogramma van de huisartsen past, waarna de scholing voor
inhoudelijke goedkeuring aan de PAM wordt aangeboden.
 Uw aanvraag wordt binnen 3 weken in behandeling genomen. Wanneer uw aanvraag aan de
landelijke criteria voldoet, wordt de accreditatie toegekend.
 U ontvangt een bevestiging met het aantal toegekende punten en het bedrag dat gefactureerd
zal worden.
 Binnen 4 weken na de bijeenkomst dient de presentielijst bij de WDH ingediend te zijn. ZIO
Kwaliteit en Scholing zal de aanvraag administratief verwerken in het GAIA. Indien de scholing
niet plaatsvindt, wordt dit bij ZIO gemeld.
 Indien u een nascholing wilt herhalen (bijvoorbeeld doordat de inschrijving het maximaal aantal
deelnemers overschrijdt) dan kan dat.
 De eerder toegewezen accreditatie is 1 (kalenderjaar) geldig.
De aanvraag dient natuurlijk wel identiek te zijn aan de eerder aangeboden scholing.
 Deze aanvraag dient uiterlijk 4 weken voor de bijeenkomst aan ons doorgegeven te worden met
bijbehorend ID nummer.
 De presentielijst wordt weer binnen 4 weken na de bijeenkomst bij de WDH verwacht.
 Tarieven aanvraag 2014 (excl. BTW) :
Tabel
aantal
deelnemers
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
kosten
€
130
190
250
310
370
430
490
550
610
670
Taken en verantwoordelijkheden van de PAM
 Het bevorderen van het kwaliteitsbeleid gericht op het functioneren van de toetsgroepen in het
werkgebied van de Huisartsenkring Limburg;
 Het coördineren en bewaken van de voortgang van de kwaliteit verbeterende activiteiten
gericht op toetsgroepen in genoemde regio;
 Het bijhouden van kennis en vaardigheden;
 In goede samenwerking met de Huisartsenkring Limburg en de IA-instellingen in genoemde
regio de behoeften van de huisartsen aan kwaliteit verbeterende activiteiten gericht op
toetsgroepen vaststellen.
 Het evalueren en beoordelen van activiteiten van de toetsgroepen;
 Het beoordelen van jaarplannen en jaarverslagen van de toetsgroepen;
2/4








Het ondersteunen en coachen van EKC’en;
Het zorgdragen voor inhoud en organisatie van vervolgcursussen voor
EKC’en;
Het afstemmen van het beleid met de coördinator van het CvAH;
Het zo nodig verantwoording afleggen aan het CvAH;
Het bijwonen van de landelijke PAM-bijeenkomsten;
Het bijwonen van de bijeenkomsten van de Werkgroep Kwaliteit in het werkgebied;
Het terugkoppelen van landelijke relevante ontwikkelingen aan de Werkgroep Kwaliteit;
Het accrediteren van regionale nascholingen voor huisartsen van derden al dan niet op verzoek
van een van de regionale IA-instellingen.
Taken en verantwoordelijkheden EKC
 Het bevorderen van het kwaliteitsbeleid binnen de eigen toetsgroep;
 Het coördineren en bevorderen van de voortgang van de kwaliteit verbeterende activiteiten in
de toetsgroep;
 Het bijhouden van eigen kennis en vaardigheden door middel van EKC-nascholingen;
 Ingeschreven staan in het CHBB-register;
 Het initiëren en coördineren van de nascholing binnen een hagro of ander
samenwerkingsverband;
 Het samen met de toetsgroep opzetten van een jaarplan;
 Het bevorderen van de kwaliteit van de nascholing in de huisartsengroep;
 Het registreren van nascholing in GAIA;
 Het verslagleggen over inhoud en afspraken aan de PAM;
 Het intermediair zijn tussen de groep en IA-instelling;
 Het archiveren van verslagen en aanwezigheidslijsten .
Toetsgroeponderwijs
 Vaste groep met gemeenschappelijk doel en een jaarplan
 Minimaal 3 huisartsgroepsleden
 Tussentijdse wisseling is mogelijk
 Minimaal 1 EKC per groep
 Samenkomst: advies 6x per jaar
 Randvoorwaarden voor het functioneren van de EKC vallen onder de verantwoordelijkheid van
de groep.
 Inhoud van de bijeenkomsten:
 Programma van, voor en door huisartsen
 Verslaglegging: inhoud en afspraken
 Presentielijst
 Alleen het reële aantal cursusuren telt
 EKC is verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking
 Beoordeling inhoudelijk door de PAM
Beoordelingscriteria voor bij- en nascholingsbijeenkomsten
Een accreditatieaanvraag wordt aan de hand van vijf criteria beoordeeld:
1) Inhoudelijke (wetenschappelijke) kwaliteit van het programma
a De inhoud van het programma is conform de door het beoordelende specialisme aanvaarde
(wetenschappelijke) standaard.
b De inhoud van het programma is conform de door het beoordelende specialisme algemeen
aanvaarde inzichten m.b.t. een adequate beroepsuitoefening.
3/4
c Relevante (wetenschappelijke) standaarden en/of richtlijnen (NHG, Wetenschappelijke
Verenigingen, enz.) worden bij het onderwijs betrokken.
2) Objectiviteit van het programma
a Aan de deelnemers wordt uitsluitend objectieve informatie verstrekt. Hieronder wordt verstaan
een objectieve en evenwichtige weergave van de leerstof. In het bijzonder diagnostische
mogelijkheden,
behandelingsmogelijkheden, enz.. Promotionele bijeenkomsten en/of programmaonderdelen
worden niet geaccrediteerd.
b Waar mogelijk worden stofnamen (bijvoorbeeld bij geneesmiddelen) of soortnamen (bijvoorbeeld
bij apparatuur) in plaats van merknamen vermeld.
3) Didactische kwaliteit van het programma en docenten
a De werkvormen zijn geschikt voor het bereiken van de gestelde leerdoelen.
b Docenten zijn zowel vakinhoudelijk als didactisch gekwalificeerd en voldoen aan de criteria van de
disclosure zoals deze benoemd zijn door de IGZ.
c Met het oog op de opnamecapaciteit van informatie door de deelnemers verdient het de voorkeur
dat voldoende pauzes worden ingepland.
d Ieder specialisme heeft de mogelijkheid om als aanvullende eis te stellen, dat ten minste één van
de leden van de programmacommissie is geregistreerd als specialist bij de HVRC, MSRC of SGRC op
het vakgebied van de betreffende scholingsbijeenkomst. Accreditatiecommissies die van deze
mogelijkheid gebruik maken, voegen deze eis toe als bijlage aan hun beoordelingskader.
4) Relevantie van het programma
a Het programma is relevant voor de beroepsuitoefening van het specialisme dat de
accreditatieaanvraag beoordeelt en sluit aan op het beroepsprofiel en/of basistakenpakket van het
beoordelende specialisme;
b Het programma sluit aan bij het kennis- en/of vaardigheidsniveau van de beoogde deelnemers aan
de bij- of nascholing van het beoordelende specialisme.
5) Evaluatie en toetsing
a Bij voorkeur worden de kwaliteit van het programma en van de docenten schriftelijk door de
deelnemers geëvalueerd.
b Bij voorkeur worden de leervorderingen van de deelnemers getoetst.
c Ieder specialisme heeft de mogelijkheid om als aanvullende eis te stellen, dat een evaluatie onder
de deelnemers verplicht is en/of dat een evaluatieformulier ter beoordeling met de
accreditatieaanvraag moet worden meegezonden. Accreditatiecommissies die van deze mogelijkheid
gebruik maken, voegen deze eis(en) toe als bijlage aan hun beoordelingskader.
4/4